Categorieën
Film

Favoriete 1980s films

Work in progress… Mijn lijstje met favoriete films uit de jaren tachtig.

Misschien komt het door series als The Americans, misschien doordat ik nu de roman De wonderjaren van Billy Marvin aan het lezen ben. Maar het kan ook nog een nawee zijn van het schrijven van Mijn vriend Spider-Man, want daarvoor moest ik ook diep in mijn verleden graven. Een deel van het boek speelt zich af in de jaren tachtig, want toen ontdekte ik Spider-Man.

Hoe dan ook, ik heb ontzettende zin om films uit de jaren tachtig te bekijken. Op cultureel vlak is dit toch wel mijn favoriete decennium wat cinema en series betreft en dat komt natuurlijk omdat het mijn jeugdjaren zijn. Hierin werd mijn persoonlijkheid geboetseerd. In dit decennium werd ik gevoed met cinema die me de rest van mijn leven bij zou blijven en mijn beeld op de wereld grotendeels zou bepalen.

Maar welke films te kijken, want in de jaren tachtig zijn ontzettend veel films uitgebracht. Daarom hier een aanzetje met mijn favoriete films uit die tijd.

Let wel, dit zijn niet per se ‘de beste’ films van toen. Dat zou waarschijnlijk een andere lijst opleveren. Ik geloof niet zo in de Oscars, eerlijk gezegd.

Het is een zeer persoonlijk lijstje met favoriete films. Daarmee bedoel ik films die ik meerdere keren gezien heb. Toen en later. Films die voor mij het decennium bepaalden. Films die me nu zo’n fijn nostalgisch jarentachtiggevoel geven. En films die ik nu ook met veel plezier zal kijken.

Als je begrijpt wat ik bedoel (Harrie Geelen, Bjørn Frank Jensen, Bert Kroon, 1983)

Amsterdamned (Dick Maas, 1988)

Back to the Future (Robert Zemeckis, 1985)

Batman (Tim Burton, 1989)

Beetjejuice (Tim Burton, 1988)

Beverly Hills Cop (Martin Brest, 1984)

Beverly Hills Cop II (Tony Scott, 1987)

Blade Runner (Ridley Scott, 1982)

The Blues Brothers (John Landis, 1980)

Die Hard (John McTiernan, 1988)

E.T. the Extra-Terrestrial (Steven Spielberg, 1982)

Fame (Alan Parker, 1980)

Ghostbusters (Ivan Reitman, 1984)

Highlander (Russell Mulcahy, 1986)

Lethal Weapon (Richard Donner, 1987)

Licence to Kill (John Glen, 1989)

A Nightmare on Elm Street (Wes Craven, 1984)

Planes, Trains & Automobiles (John Hughes, 1987)

Purple Rain (Albert Magnoli, 1984)

Raiders of the Last Ark (Steven Spielberg, 1981)

Robocop (Paul Verhoeven, 1987)

Rocky I t/m IV (Goed, de eerste Rocky stamt uit de jaren zeventig, maar je moet die films toch als een verhaal zien. En het IV is puur, heerlijke koude oorlog paranoia.)

Rocky IV. Dolf deelt ze uit.

Scrooged (Richard Donner, 1988)

Star Trek II t/m IV

Star Wars Episode V + VI

The Secret of My Succe$s (Herbert Ross, 1987)

The Transformers: The Movie (Nelson Shin, 1986)

Who Framed Roger Rabbit (Robert Zemeckis, 1988)

Wat, denk je wellicht, waar is The Shining?! Of waar is X of Y? The Shining is geen favoriet van me, geen enkele film van Stanley Kubrick eigenlijk. En waar is The Terminator??? Wel, ik vind de Terminator tof, maar niet zo tof als het tweede deel die in de jaren negentig uitkwam.

En daarbij: dit lijstje is een work in progress. Er komen vast nog meer films op te staan, als ik er wat meer over heb nagedacht.

Anyway, jouw lijstje ziet er vast heel anders uit. Laat maar horen in het commentformulier hieronder.

Categorieën
Film Frames

Trading Places: ‘The Body’ in beeld

Van de week had ik zo maar weer zin om Trading Places te kijken.

Deze comedy van John Landis stamt uit 1983 en ken ik nog van toen ik kind was. Een film uit de tijd dat Eddie Murphy nog grappig was en men bepaalde typetjes, seksisme en racisme niet schuwde. Sterker nog: je zou met deze film makkelijk een cursus kunnen doen over stereotypen en zaken die nu allemaal niet meer zouden kunnen. Een remake van deze film zou nu anders in elkaar zitten anders blijven ze er op Fakebook over klagen.

trading-places-02

Synopsis:
De rijke zakenlui Randolph (Ralph Bellamy) en Mortimer Duke (Don Ameche) discussiëren over de vraag of de aard van iemand nu bepaald wordt door nature of nurture, oftewel: zit iemands gedrag in iemand ingebakken of wordt die bepaalt door sociale omstandigheden. Om dit te testen sluiten ze een weddenschap af en wisselen ze de levens van zwerver Billy Ray Valentine (Eddie Murphy) en de arrogante Louis Winthorpe III (Dan Aykroyd) compleet om. Ze nemen Winthorpe alles af- zijn werk, reputatie en verloofde – en plaatsen Valentine in Winthorpe’s luxe leventje.
Winthorpe krijgt hulp van prostituee Ophelia.

trading-places-01Aykroyd en Murphy zijn goed op elkaar in gespeeld als de rijkeluisman die alles verliest, maar weer opkrabbelt en de (zwarte) oplichter die met street smarts zich makkelijk staande blijkt te houden als makelaar in grondstoffen op de beurs van New York. Uiteindelijk blijkt er achter de oplichter een gewoon mens schuil te gaan, terwijl Winthorpe natuurlijk leert zijn arrogantie in te ruilen voor een warmere persoonlijkheid.

Trading Places is een klucht en de personages zijn daarom eerder typetjes dan heel ronde karakters.

trading-places-03Jamie Lee Curtis speelt het hoertje met gouden hartje, en valt niet alleen op door haar acteertalent, maar ook omdat ze nonchalant haar naaktheid aan de kijker toont. Je ziet meteen waarom ze jarenlang de bijnaam ‘The Body’ had in Hollywood, want Curtis is een lust voor het oog.

trading-places-curtis trading-places-curtis-02Natuurlijk mogen we dat in het politiekcorrect feministische tijdperk waarin we leven eigenlijk niet zeggen, maar laten we eerlijk zijn: Game of Thrones is ook niet alleen maar populair omdat er zoveel hoofdpersonages de hele tijd worden omgelegd. Dat is ook gewoon te danken aan het feit dat ze vaak uit de kleren gaan.

Zolang beide seksen zich in een productie blootgeven is daar ook niet veel mis mee, lijkt me. (Een beetje afhankelijk of ze ook gelijksoortig in beeld worden gebracht natuurlijk.) Maar dat is in Trading Places niet het geval. Lee is duidelijk een lustobject voor de mannelijke en lesbische blik.

Overigens heeft haar naaktheid ook een narratieve functie. (Ja, echt!) In het begin neemt ze Winthorpe in huis, maar bedekt ze haar borsten als hij naar haar kijkt. Als ze echter naar elkaar toegroeien en Winthorpe doodziek bij haar in bed ligt, komt ze semi-naakt naast hem liggen om hem op te warmen. Ze is vertrouwd genoeg met hem geworden om zich aan hem bloot te geven.

Categorieën
Film Filmrecensie

Beverly Hills Cop III

Of: The Trouble with Trilogies, part I

Beverly Hills Cop III behoort zeker niet tot mijn persoonlijke filmklassiekers. De film kan in geen geval tippen aan zijn twee voorgangers. Een kritische beschouwing van de film werpt nieuw licht op de eerdere delen.
Het is moeilijk te zeggen wat een film succesvol maakt. Meest waarschijnlijk is het een combinatie van factoren die de juiste chemische samenstelling vormen. Kortom: de juiste elementen ‘klikken’ met elkaar. Een goede cast, de juiste regisseur en een doortimmerd script, kan een gouden combinatie zijn.

Minder van hetzelfde
Zoals eerder beschreven is het moeilijk om een goed vervolg te maken op een geslaagde film. Tony Scott deed dit met verve met zijn vervolg op Beverly Hills Cop: hij hield in grote lijnen de formule hetzelfde, maar vertelde het verhaal in zijn eigen stijl — zo kreeg het publiek dezelfde film, maar toch even iets anders. Regisseur John Landis leverde met het derde deel uit de Beverly Hills Cop-reeks echter een prutfilm af.

In Cop III komt Axel naar Beverly Hills om de moord op zijn baas te wreken. Todd werd vermoord door Ellis De Wald, hoofdbewaking van het pretpark Wonderworld. Axel probeert De Wald te ontmaskeren en diens valsemunterij tot een einde te brengen. Hij wordt daarin bijgestaan (of tegengewerkt, het is maar net hoe je het bekijkt) door maatje Rosewood en Jon Flint.

Scherpe randjes
Wat ging er mis? John Landis is een veteraan als het om comedy gaat. Hij maakte samen met Eddie Murphy Trading Places en Coming To America en eerder films als Animal House en de klassieker The Blues Brothers. Ook regisseerde hij de originele horrorcomedy An American Werewolf in London. Zijn flauwe gevoel voor humor is echter moeilijk te rijmen met het Cop-concept. Het grootste probleem schuilt dan ook in het feit dat alle scherpe randjes van Axel Foley af zijn gehaald. De man is – afgezien van een vloek hier en daar – een heilige in deze film: hij redt een stel kinderen uit een ontspoorde attractie, luistert aandachtig naar geneuzel van Serge in de wapenboetiek en assisteert zelfs de FBI in plaats van als echte anarchist aan de slag te gaan.

Slechte timing
De de timing van deze film is beroerd. De honderd minuten dat Cop III duurt voelen aan alsof je een Bored of the Rings-marathon door je neus krijgt geboord. Landis houdt grappen namelijk veel te lang aan: als een stelletje illegale automonteurs het nummer ‘Come See About Me‘ van de Supremes op de radio horen, beginnen ze te dansen en mee te zingen. Dat is een paar seconden leuk, maar Landis laat het maar doorgaan en doorgaan. De rest van de actie en de humor is voorspelbaar saai.

Missende castleden
Een ander missend element is een belangrijk deel van de supporting cast. De combinatie Foley, Taggert en Rosewood maakte de eerste films bijzonder. Nu Taggert ontbreekt mis je een belangrijk element. Flint, gespeeld door Hector Elizondo, is duidelijk een Taggert-kloon, maar dan een van de irritante soort. En om als compensatie Serge uit deel één uit de kast te halen is ook geen goede zet. Hoe graag ik Bronson Pinchot ook aan het werk zie, gaat het er bij mij gewoonweg niet in dat Serge zich Axel Foley na tien jaar nog zo geestdriftig kan herinneren.

Die Hard?
Het verhaal voelt te veel als een mislukte Die Hard aflevering in een pretpark. (Geen wonder wellicht: scenarist Steven E. de Souza schreef beide films.) Al kunnen de schurken in de Die Hard-films veel beter mikken dan het stelletje misschietende kruimeldieven in Cop III. Ook geeft de Wonderworld setting niet het LA-gevoel zoals de andere films dat wel gaven. Daarmee is het laatste beetje contrast tussen de straatslimme Detroit-smeris en het rijke Beverly Hills volledig teniet gedaan. Why lord, why?
In de making of op de dvd vertelt Eddie Murphy dat het een paar jaar geduurd heeft voordat ze met een aardig concept kwamen voor een derde film. Kennelijk had Murphy wel behoefte aan nog een flick over Foley, maar kon hij geen origineel verhaal bedeken. Dat lijkt me een duidelijke hint dat er niets meer uit het concept te persen valt en dat een vervolg niet noodzakelijk is. Behalve dan misschien voor het geld. Hoewel: de film kostte volgens de IMDB een slordige 50 miljoen dollar en bracht in de Amerikaanse bioscoop slechts een ruime 44 miljoen op.

Cop IV?
Murphy’s carrière verloopt niet meer zo glansrijk als in zijn hoogtijdagen. Net als collega Sylvester Stallone (die oorspronkelijk de rol van Axel Foley zou spelen) grijpt hij terug naar verjaarde successen om er weer bovenop te komen. Volgens een artikel uit Variety (2006) komt er een deel vier. De IMDB meldt dat de release volgend jaar staat gepland. In tegenstelling tot de vierde Die Hard-film die vorig jaar uitkwam, zit ik persoonlijk niet op een vierde deel te wachten. Wat Beverly Hills Cop betreft hou ik het graag bij de eerste twee delen. Laten we Axel in het pretpark voor de goede orde maar gewoon vergeten.

Lees ook: