Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Vergeet niet geregeld je moeder te bellen

Voorheen bezocht ik mijn moeder zeer regelmatig. Dat is tegenwoordig wat lastiger, want ik woon niet meer bij haar in de buurt, dus daarom bellen we elkaar geregeld. Ook dat heb ik geleerd van Spider-Man-strips.

Een interessant en warmhartig element in de Spider-Man-strips is de band tussen Peter en zijn Tante May. May is zijn surrogaat moeder en de twee familieleden drukken hun liefde voor elkaar vooral uit door zich heel veel zorgen over de ander te maken. May maakt zich altijd zorgen of Peter wel goed eet en of hij een warme trui aan heeft. Dat werkte in het begin van de Spider-Man-reeks als een aardige grap, want over Spider-Man hoef je je natuurlijk geen zorgen te maken.

Een terugkerend element in de verhalen zijn de telefoontjes tussen Peter en May. De oude vrouw wil graag weten dat alles goed gaat met haar neefje en vraagt hem om haar te bellen. Soms schiet dat er wel eens bij in, als Peter als Spider-Man met een of andere superschurk moet vechten. In Peter Parker The Spectacular Spider-Man #57 (1981) laat hij zich daar zelfs niet door tegenhouden om zijn tante even te bellen:

pp_57_tante_may_bellen_webGoed, schrijver Roger Stern gebruik dit element hier vooral als stukje slapstick. Saillant detail: de layouts van de tekeningen zijn gemaakt door Jim Shooter, toen al hoofdredacteur van Marvel Comics, maar altijd zeer streng als het om de visualisatie van de verhalen gaat. Ten alle tijden moest de tekenaar duidelijk laten zien wat er aan de hand is. Jim Mooney inkte de tekeningen.

Een emotioneler en dramatischer gebruik van bovengenoemd verhaalelement zien we in Amazing Spider-Man Vol. 2 #34 (#475 in de oude telling). Spider-Man neemt het op tegen Morlun, een vijand die onverslaanbaar lijkt. Al twaalf uur is Spider-Man tegen hem aan het vechten en het lukt Spidey maar niet om Morlun te verslaan. Peter vermoedt dat dit zijn laatste gevecht wordt en belt eerst met zijn vrouw Mary Jane, maar krijgt voicemail. Dan belt hij met Tante May:

ASM-v2-034-tantemaybellen_0 ASM-v2-034-tantemaybellen_2Schrijver J. Michael Straczynski trakteert ons op een prachtig dramatisch en emotioneel moment. Hij laat zien dat de Spider-Man-verhalen draaien om Peter Parker en de mensen in zijn leven, niet om de superheldenpraktijken daar omheen.

Dat Peter de moeite neemt om met May te bellen, laat zien dat hij om haar geeft en hoe serieus de confrontatie met Morlun is. Dit is niet een tien-in-een-dozijn gevecht tegen een superschurk maar een strijd op leven en dood.

Als we de dood in de ogen kijken beseffen we pas dat het leven draait om liefhebben en dat we niet vaak genoeg tegen onze naasten zeggen dat we van ze houden. Een wijze les.

Wanneer heb jij voor het laatst met je ouders gebeld?

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Zo ziet een blije Spider-Man eruit

Tijdens een bezoekje aan Curt Connors komt Peter Parkers professor Morris Sloan binnenwandelen met een stapel examens. Daar zit ook Parkers uitslag tussen. Als hij ziet dat hij een tien heeft gehaald voor zijn eerstejaars kandidaatsexamen (graduate studies) kan hij zijn blijdschap niet onderdrukken.

Hoe dat eruit ziet? Zo dus:

ASM-243-vrolijke-spiderman1
ASM-243-vrolijke-spiderman2 ASM-243-vrolijke-spiderman3

Ik word erg vrolijk van het onderste plaatje waarin Spidey dolblij over de straten van New York springt. Dat Spider-Man erg blij is dat hij geslaagd is voor het eerste jaar van zijn promotiestudies snappen we natuurlijk helemaal. Ik kan me zelf nog goed herinneren hoe blij ik was toen ik mijn bul haalde en mezelf Drs. in de filmwetenschap mocht noemen.

Als de vrolijke bui wat bekoeld is en Peter nadenkt over zijn situatie, wordt hij somberder. Later die avond slingert hij door New York om eens goed na te denken. Zijn vriendin Black Cat ligt in het ziekenhuis en haar behandeling gaat een flinke berg rekeningen opleveren. De studie zal in het tweede jaar meer tijd opeisen en dat betekent dat Peter minder tijd heeft om geld te verdienen met het maken van foto’s. En dat terwijl zijn leven als Spider-Man ook al zo’n tijdvreter is. Uiteindelijk besluit Peter om zijn studies voorlopig op pauze te zetten. Een beetje een domper op een verhaal dat zo vrolijk begon. Kijk daarom nog maar een keer naar het plaatje van de vrolijke Spider-Man.

Amazing Spider-Man #243. Tekst Roger Stern. Tekeningen John Romita Jr.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Jameson verslaat Spider-Man

J. Jonah Jameson die Spider-Man in elkaar slaat en ook nog eens laat toegeven dat hij inderdaad een gevaar voor de maatschappij is, zoals de krantenmagnaat altijd heeft beweerd. Dat moet wel een droom zijn.

En dat is het ook, namelijk de (natte) droom van Jameson, getoond in The Daydreamers in Amazing Spider-Man #246 (1983). In dit verhaal trakteren Roger Stern en John Romita Jr. de lezer op de dagdromen van respectievelijk Felicia Hardy, Jameson, Mary Jane en Peter Parker. Alle dromen zijn interessant om eens goed te bestuderen, want al deze avonturen in het onderbewuste vertellen veel over het karakter van het personage dat aan het dagdromen is. Vandaag hou ik het echter bij de dagdroom van Jameson, die overigens boekdelen spreekt. Kijk maar:

ASM-246-jameson_01 ASM-246-jameson_02 ASM-246-jameson_03Leuk detail is dat Lance Bannon én Peter Parker aanwezig zijn om foto’s te nemen. Duidelijk een signaal dat Jameson geen idee heeft dat Parker en Spider-Man dezelfde persoon zijn. Ook interessant is Jamesons ontkenning dat hij meer kranten verkoopt door nieuws over Spider-Man te plaatsen. Natuurlijk verkoopt de krant beter omdat er foto’s van Spider-Man op de voorpagina staan. Wat Spider-Man doet en de andere superhelden doen in het Marvel Universum is nieuws en dat willen mensen lezen. En dat weet de hoofdredacteur van de krant heus wel. Het hoog houden van de verkoopcijfers is volgens mij de hoofdreden om zijn lastercampagne tegen de Muurkruiper vol te houden.

(Toentertijd in ieder geval. Later werd Jameson de burgemeester van New York en ging hij gewoon door met lasteren. Sterker nog, hij huurde een heel team SpiderSlayers in om Spider-Man te bestrijden.)

Als Jameson aan het einde van de scène denkt: ‘But the Bugle prints the news… not fiction,’ is dat maar de halve waarheid. De berichtgeving over Spider-Man is door Jameson op zijn zachts gezegd gekleurd.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Kiss of the Spider-Man

Het idee van een superheld heeft natuurlijk iets romantisch: iemand in een speciaal kostuum met een masker die de misdaad bestrijdt. Één van Peter Parkers speciale krachten lijkt zijn kustechniek te zijn. In de geschiedenis van Spider-Man komen verschillende prachtige kusmomenten voorbij en altijd meer zeer aantrekkelijke vrouwen. Een mooi onderwerp in de week van Valentijnsdag.

De beroemde ‘Spider-Man Upside down-kiss’ uit Spider-Man (Sam Raimi, 2002) is misschien wel het meest romantische moment in een superheldenfilm ooit:
spiderman_upsidedownkiss_film
Deze foto heeft jaren lang bij mij in de kamer gestaan boven de televisie. De foto zat in een lijstje waar voorheen een foto van mij en een vriendinnetje in zat. Toen het uit ging, had ik behoefte aan een reminder dat er zoiets als ‘ware liefde’ bestond om deze liefde achter me te laten en weer positief naar de toekomst te kunnen kijken. I know, ik ben een verschrikkelijke nerd met een romantisch hartje.

De eerste keer dat Mary Jane en Peter iets met elkaar hadden werd het liefdesvuurtje pas goed aangestoken door deze kus (Amazing Spider-Man #143):

ASM_143_peter_mj_kissing_ross_andru_640

 

Niet alleen Mary Jane is onder de indruk van Spidey’s zoentechniek, ook Black Cat lust er wel pap van, zolang als Spider-Man zijn masker ophoudt tenminste:

ASM_244-kiss
En natuurlijk mag in dit overzicht Gwen Stacy niet ontbreken. De eerste keer dat Peter Parker Gwen kustte of moet ik zeggen, door Gwen gekust werd, was in Amazing Spider-Man #59 uit april 1968. Het is tevens de eerste keer dat we in de strip Peter een vriendinnetje zien kussen:

Stan Lee wrote it, John Romita did the layouts, Don Heck did the pencils and Mike Esposito did the inks.
Stan Lee wrote it, John Romita did the layouts, Don Heck did the pencils and Mike Esposito did the inks.

En tot slot, deze aardige lobbycard van de pilot van de Spider-Man-televisieserie. Een wel heel kuis kusje tussen Nicholas Hammond en Lisa Eilbacher:

hammond_kust

Categorieën
Bloggen

In Amsterdam droom ik van New York

Om een stad te leren kennen, kun je er het beste een tijd gaan wonen. Je kunt ook stads- en wijkblogs gaan volgen.

In New York zou ik nog wel eens een tijd willen wonen. De stad heeft een enorme aantrekkingskracht op me. Dat komt natuurlijk vanwege de vele films en televisieseries die zich daar afspelen. Om over de grote hoeveelheid Marvel Comics nog maar te zwijgen. In bepaald opzicht kom ik dus al bijna dagelijks in New York, zij het dan de fictieve versie van Marvel.

New Yorkse metro in het Marvel Universum anno 1988. Illustratie John Romita Jr. (Daredevil #252)
New Yorkse metro in het Marvel Universum anno 1988. Illustratie John Romita Jr. (Daredevil #252)

Om een stad een beetje te leren kennen kun je er het beste een tijd wonen. Als dat even niet mogelijk is, kun je ook online te raden gaan. Er zijn altijd wel stads- en wijkblogs te vinden die over je favoriete stad gaan. Of blogs van individuen die een goed beeld van het leven in die stad geven. Daarom ben ik deze week op zoek gegaan naar blogs over New York. Ik ben niet geïnteresseerd in nieuwe hippe restaurants of winkels, daar wordt veel over gepubliceerd, maar wel in het leven van alledag.

Stadsportretten
New York Potraits is een van de blogs die mijn aandacht trok. Kitty, een architect die in Brooklyn woont met haar verloofde Mark en hun hond, plaatst geregeld een mooie zelfgemaakte foto en schrijft daar iets bij. Zo trakteert de blogbezoeker op mooie stadsgezichten, markante kijkjes in de metro en andere opvallende zaken. Het is een mooie manier om de stad een beetje beter te leren kennen.

Een blog als Humans of New York gaat volledig over de bewoners. Fotograaf Brandon begon zijn Tumblr in 2010 en wilde alle bewoners van de stad portretteren. ‘I started collecting quotes and short stories from the people I met, and began including these snippets alongside the photographs. Taken together, these portraits and captions became the subject of a vibrant blog. With over eight million followers on social media, HONY now provides a worldwide audience with daily glimpses into the lives of strangers in New York City.’

Amsterdam
Er is ook een Nederlands equivalent van dit project, namelijk Humans of Amsterdam. Blogger Debra liet zich inspireren door HONY en verzamelt sinds 2012 bewoners en bezoekers van Amsterdam.

Nu woon ik zelf ook in Amsterdam. Misschien geen New York maar wel een stad waar veel mensen zouden willen wonen. Ik woon dus al in een bijzondere stad waar een hoop over te vertellen valt en waarvan je veel mooie dingen kan laten zien. Daar zou ik ook over kunnen bloggen, net als Debra op Tumblr of de vele anderen die via Instagram foto’s plaatsen van Amsterdam. Ik denk dat een publiek van over de hele wereld daar geïnteresseerd in is. (Dat betekent natuurlijk wel dat er in het Engels geschreven moet worden, maar dat is niet zo’n probleem.)

Er is trouwens al een goed en informatief Nederlands blog over Amsterdam en de verschillende stadsdelen: Amsterdam Centraal. Daar publiceer ik zo nu en dan een van mijn video’s. AC brengt vooral nieuws en weetjes over de stad, terwijl ik voor mijn blog meer een persoonlijke kant op wil.

Op dit moment weet ik nog niet welke vorm zo’n blog moet gaan aannemen. En eerlijk gezegd heb ik voorlopig ook geen tijd om naast mijn freelance artikelen en de werkzaamheden op dit blog aan een compleet nieuw project te beginnen. Maar dat hoeft gelukkig ook niet. Ik kan namelijk ook foto’s van opvallende Amsterdamse taferelen plaatsen op mijn fotoblog Daily Webhead. Dat ligt het meest voor de hand op dit moment.

Mocht je nog leuke blogs over Amsterdam of New York kennen dan haar ik het graag in het reactieformulier.

Categorieën
Mike's notities

Opgerotjes

Om 23.57 zag ik een hond door de straat rennen. Kennelijk was hij bang voor de vele knallen en toen zijn baasje in een onbewaakt moment de deur opendeed, zag het beest zijn kans om naar buiten te glippen in de hoop aan het bombardement te kunnen ontsnappen.

Nu was men in Amsterdam al vroeg op de dag begonnen met vuurwerk afsteken, in het laatste uur van 2014 werd de frequentie flink opgevoerd.

Op oudjaarsdag mocht voor het eerst pas vanaf 18:00 uur vuurwerk worden afgestoken, maar daar hebben de terroristjes in spe hier in de buurt schijt aan. Die steken al zware bommen af sinds september. Ik hoop dat die gasten die al weken zwaar geschut afsteken zichzelf snel opblazen zonder onschuldige slachtoffers te maken, dan leren ze misschien dat vuurwerk gevaarlijk is. Opgerotjes met ze.

Ik had medelijden met die hond en alle anderen huisdieren die waarschijnlijk al uren in angst onder de bank verstopt zaten.

Zelf ben ik ook geen fan van vuurwerk. In tegendeel: mijn vuurwerkfobie heeft me doen besluiten dat ik op oudjaarsdag niet de deur uitga. Al dat geknal geeft verschrikkelijk veel stress, dus kies ik ervoor om het mezelf thuis zo comfortabel mogelijk te maken. Omdat Linda graag oud en nieuw bij haar familie wilde doorbrengen, was het voor mij dus een ouderwets soloavondje. Het was de eerste keer sinds het begin van onze relatie dat we niet samen waren op de laatste avond van het jaar, dus dat was prima. Je moet elkaar de ruimte geven. Gelukkig vind ze het niet erg als ik op dat soort momenten niet meega.

Ik heb me prima vermaakt met enkele boeken. Joost Nijsen van uitgeverij Podium was zo aardig geweest om relaties en vrienden het sympathieke boekje Nog gefeliciteerd, trouwens, van George Saunders op te sturen. Dit pleidooi om toch vooral aardig voor anderen te zijn is de speech die Saunders hield voor Amerikaanse afstudeerders. Het is overigens prima raad om het nieuwe jaar mee te beginnen.

Verder las ik The Romita Legacy: een interviewboek met John Romita Sr. en Jr. goed geïllustreerd met hun prachtige tekenwerk, en Spider-Man: The Next Chapter vol. 2, een bundeling van de Spidey reboot uit de jaren negentig. De nieuwe Stripgids was die middag nog binnengekomen, dus ook aardig leesvoer. Er staat overigens een interview met Pat Mills van mij in. De avond maakte ik rond met een documentaire over Youp van ’t Hek, die een tweede huis in Bergen blijkt te hebben. Grappig, we gaan volgende week naar Bergen om even uit te waaien.

Over uitwaaien gesproken: de dag begon overigens met herinneringen aan nieuwjaarsdag 2009, toen ik samen met Linda en haar moeder door het duingebied van Schoorl wandelde. Enkele foto’s van die fijne wandeling heb ik toen op mijn blog gepubliceerd. Fijn, want zo kon ik weer even terugkijken naar toen. En doordat ik het ooit geblogd heb, is de herinnering ook beter blijven hangen.

bosboswandeling_2009

Dit jaar zal ik waarschijnlijk minder tijd hebben om te bloggen. Eens kijken hoe dat gaat. Mijn plannen voor 2015 staan stevig in de grondverf en hoewel je nooit kunt voorspellen hoe dingen lopen, heb ik goede hoop op een creatief en productief jaar. Ik wens jou hetzelfde toe.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Unieke samenwerking tussen Frank Miller en John Romita Jr.

Ik realiseer me dat we het in deze rubriek de laatste tijd vaker hebben over Spider-Art en verwanten dan over Spider-Man comics, maar toen ik deze illustratie tegenkwam, wilde ik haar jullie niet onthouden. Het is een uniek stukje samenwerking tussen Frank Miller en John Romita Jr. uit de jaren tachtig.

miller romita 1981-1983De tekening met Spider-Man en Hobgoblin in de hoofdrol is oorspronkelijk gepubliceerd op Romitaman.com, maar ik kwam hem tegen op het toffe blog Marvel of the 1980s. Dit is de uitleg bij de illustratie:

“Check out this AMAZING pencil and ink drawing of Spider-Man and Hobgoblin, which were each drawn on 2 separate 11 by 14 inch art boards! Frank Miller fully penciled the Spider-Man figure at the San Diego Comic Con in 1981. John Beatty who was inking Mike Zeck on his famous Captain America run (and later on Marvel Secret Wars) did the inks on the Miller pencils in 1982. In 1983 at the Miami Comic Con, John Romita Jr. penciled and inked this Hobgoblin figure at the EXACT same time he drew the VERY FIRST HOBGOBLIN appearance in Amazing Spider-man #238! John Romita Jr. then tied both 11 by 14 inch pieces together by adding the pumpkin bomb that goes into the Miller Spider-man drawing to give the effect of it being 1 big piece.”

 

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Mans eerste confrontatie met the Hobgoblin

We gaan nog even door over the Hobgoblin, want er valt nog veel meer over deze interessante schurk te vertellen.

Nadat een mysterieuze vreemdeling de spullen van the Green Goblin heeft gebruikt om zichzelf de identiteit van the Hobgoblin aan te meten, probeert hij zo veel mogelijk de overgebleven spullen van Norman Osborn te vinden. De inbraken die Hobgoblin pleegt in de opslagplaatsen van Osborn Industries blijven natuurlijk niet onopgemerkt en Peter Parker vreest het ergste. The Green Goblin kwam immers voor zijn vermoedelijke dood achter Spidey’s geheime identiteit. Als Osborn dat ergens in de vele dagboeken die hij bijhield heeft opgeschreven, kan de inbreker er dus achterkomen dat Peter Parker en Spider-Man dezelfde persoon zijn.

In Amazing Spider-Man #239 heeft onze muurkruiper veel aan zijn hoofd: zijn vriendin Black Cat is zwaar gewond geraakt in een gevecht met Doctor Octopus en the Owl en ligt in het ziekenhuis. Toch maakt onze held tijd vrij om alle schuilplaatsen die hij van Osborn kent en waar nog niet is ingebroken, af te gaan op zoek naar aanwijzingen. In een oud theater in Greenwhich village had Osborn zo’n schuilplaats en het is daar dat Spidey voor het eerst kennismaakt met Hobgoblin. De schurk is net de opslag aan het doorsnuffelen op zoek naar de laatste Goblin-spullen:

ASM-239-hobgoblinDaarna volgt een confrontatie die juist interessant is omdat de heren nog niet van elkaar weten hoe sterk de tegenstander is. Vooral Hobgoblin is onaangenaam verrast te merken hoe sterk Spider-Man eigenlijk is en vraagt zich terecht af hoe het komt dat Osborn al die confrontaties overleefde. Niet veel later zal Hobbie ontdekken dat Osborn daar een speciale chemische formule voor had uitgedacht. Deze maakte hem enorm sterk, maar het kostte Osborn ook zijn geestelijke gezondheid. Osborn werd er zo gek als een deur van. Hobgoblin weet de formule aan te passen zodat alleen de positieve effecten ervan overblijven. Dit maakt Hobgoblin in zekere zin een gevaarlijker vijand dan Osborn ooit was. Hobgoblin denkt veel strategischer dan zijn voorganger en zet vaak anderen in om het uile werk voor hem op te knappen.

ASM-239-hobgoblin-strikesDe eerste confrontatie tussen Spider-Man en Hobgoblin blijft een van mijn favorieten, omdat je een mooi idee krijgt van wat Hobgoblin allemaal voor spulletjes in huis heeft, zoals deze vlijmscherpe vleermuizen:

ASM-239-batsHet gevecht is overigens van korte duur: als Hobgoblin op de grond ligt, lijkt het of Spider-Man hem kan ontmaskeren, maar dan schiet de snoodaard een energiestraal af op een stuk opengelegen straat waardoor een gasleiding in de brand vliegt. Om het brandgevaar te blussen graaft Spidey de straat open en knijpt hij de leiding dicht. Tegen de tijd dat het gevaar is geweken, is zijn vijand natuurlijk allang gevlogen. Gelukkig maar, want er staan in de toekomst nog veel meer prachtige confrontaties tussen deze twee personages te wachten.

Bewust heb ik nog niet de identiteit van Hobgoblin genoemd, want misschien wil je de fantastische trade paperback Origin of the Hobgoblin nog lezen waarin de eerste verhalen met Hobbie zijn opgenomen. En Hobgoblin Lives! die in de jaren negentig uitkwam en dieper in gaat op zijn geschiedenis. Dat zijn de twee comics die ik je van harte aanbeveel als je meer over deze superschurk wil weten. Je kunt ook gewoon deze video even bekijken, maar dan mis je wel heel wat uurtjes leesplezier:

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Daar is The Hobgoblin!

Tegenwoordig struikel je over de Goblins in Spider-Man verhalen, maar toen in de jaren tachtig The Hobgoblin geïntroduceerd werd, was dat iets nieuws.

Toen ik begon met het lezen van Spider-Man-strips was ik een jaar of acht. Norman Osborn alias the Green Goblin was al jaren dood. Er werd wel eens naar hem gerefereerd in een verhaal, maar totdat Juniorpress begon met het uitgeven van Spider-Man Klassiek met daarin oude strips uit het verleden van Spider-Man, had ik nooit verhalen met the Green Goblin gelezen. Dat maakte dat de komst van de Hobgoblin des te harder aan kwam. Wat een fantastische schurk was dat!

Hij zag er allereerst al erg eng uit met zijn rode ogen, enge gezicht en hoodie. Dan had hij ook nog eens een snelle goblin glider waarop hij rond kon vliegen en die een prachtig rookspoor van uitlaatgassen achter zich liet. Hij gooide met halloweeneske pompoenbommen en vlijmscherpe vleermuizen. Dat laatste wapen moet de advocaten van Bruce Wayne toch hebben doen nadenken over een rechtzaak copyright infringement, want ze lijken natuurlijk erg veel op de batarangs van Bats. Maar goed, stelen van anderen was ook precies waar Hobgoblin goed in was. Zijn hele kloffie en wapens had hij immers van The Green Goblin ontvreemd. Daar is een goede reden voor.

spider-man-hobgoblin

The Hobgoblin is een creatie van schrijver Roger Stern en tekenaar John Romita Jr. Hij was hun antwoord een veel gestelde vraag: wanneer komt the Green Goblin terug?

Stern:

‘Everyone wanted the old characters back and they kept requesting the Green Goblin. Norman Osborn was the Green Goblin and he was dead. Harry Osborn only thought he was the Green Goblin. He had been crazy at the time, but he was better now. Besides, Harry didn’t have Norman’s super-strength and he would have gotten a terrible groin strain the first time he tried to ride that bat-glider across town. A normal guy just couldn’t straddle a jet engine without disasterous consequences! I didn’t want to bring in a new Green Goblin so I figured maybe I could meet the readers halfway. I decided to bring in a new guy who would steal the Goblin’s stuff and reconfigure it enough so that he was a new character.’ (DeFalco 2004: 105-106)

De introductie van Hobgoblin in Amazing Spider-Man #238-239 is een van de beste Spider-Man-verhalen ooit, want een vakkundig opgebouwde en zeer spannende thriller. Normaliter duiken de tegenstanders van Spider-Man zo maar in een verhaal op als we hen voor het eerst zien. Ergens halverwege doen ze dan in flashback snel hun oorspong uit de doeken. Niet bij dit verhaal over Hobgoblin: we zijn getuige van hoe hij aan de spullen van de Goblin komt en hoe hij deze naar eigen smaak modificeert en zijn eigen identiteit creëert. Het zou een prima eerste acte zijn in een nieuwe Spider-Man-film. Sterker nog: ik hoop dat ze ooit de Hobgoblin saga gebruiken als basis voor een Spidey-film.

Het verhaal begint bij Peter Parker en zijn Tante May. May heeft haar woning opengesteld voor leeftijdsgenoten en het huis van de Parkers is nu dus een soort van bejaardentehuis voor zelfstandig wonende ouderen. Peter, May en Mays vriend Nathan zitten bij de notaris om nog het een en ander te regelen. Als ze later over straat lopen, worden ze bijna omver gereden door een auto die uit een steeg snelt. Als Peters instinkt hem niet had gewaarschuwd, waren ze nu dood geweest. De auto wordt achtervolgt door de politie die halt houdt om te vragen of alles goed is met het trio. De politie vertelt dat ze een stel bankovervallers achtervolgen. Gesneden koek voor Spider-Man natuurlijk, die meteen in aktie komt en meelift op het dak van de politiewagen. Spidey springt over naar de auto van de criminelen en weet ze snel uit te schakelen. Een van de boeven weet uit de auto te springen. Het voortuig crasht en Spidey zet de achtervolging in. De schurk gooit een rookbom naar Spidey en weet via het riool te ontsnappen. Spider-Man geeft zijn zoektocht al snel op en terwijl Peter zijn camera van het dak van de politieauto haalt, ontdekt de voortvluchtige bankovervaller een geheime schuilplaats die vroeger van the Green Goblin was. De ruimte hangt vol met zijn spullen: kostuums, computers, wapens en dagboeken.

ASM-238-greengoblin_hideout

Op de redactie van The Daily Bugle levert Peter later zijn foto’s in en hoort hij dat de boef vlakbij een magazijn van Osborn Industries is ontsnapt. Op dat zelfde moment toont de bankovervaller, Georgie, aan een onbekende de schuilplaats van the Goblin. De nieuwe bezoeker draagt een gleufhoed en lange jas en we zien gedurende de hele strip zijn gezicht niet. Jarenlang zou de ware identiteit van de Hobgoblin een groot geheim blijven. Hij werd meerdere keren ontmaskerd, maar dat bleken altijd dwaalsporen te zijn en mensen die er door Hobgoblin zelf waren ingeluisd.

ASM-238-hobgoblin-hideoutAls de mysterieuze man zeker weet dat Georgie alle spullen van the Green Goblin bij hem heeft afgeleverd, en het magazijn van Osborn heeft doen afbranden, ruimt hij Georgie uit de weg. Nu kan Hobgoblin met de spullen van Norman Osborn aan de slag. Hij geeft de kostuums een nieuw kleurtje, namelijk grijs met oranje, en maakt nieuwe maskers. The Hobgoblin is geboren.

ASM-238-hobgoblin-mask

ASM-238-hobgoblin-intro

Wordt vervolgd…

Categorieën
Strips Video

Video: Het Superman-team spreekt

In deze video spreken Geoff Johns, stertekenaar John Romita Jr. en inkter Klaus Janson over hun samenwerking aan de huidige Superman-reeks van DC Comics.

JRJR vertelt onder andere over hoe hij tot het ontwerp van Supermans nieuwe maatje Ulysses is gekomen. Ook vertellen JRJR en Klaus Janson, een van de beste inkters uit de Amerikaanse stripindustrie, over hun samenwerking. Dat vind ik het meest interessante stuk van het gesprek. De mannen praten over hoe ze elkaars werk aanvullen en over lijndiktes. Voor dat soort details mag je me ’s nachts wakker maken. (Vanaf 4:50 in de video).

San Diego Comic Con
Het interview door Comic Vine werd gevoerd op de San Diego Comic-Con. Dé belangrijkste comicbeurs ter wereld die dit jaar plaatsvond van 24 tot en met 27 juli. Helaas was ik er ook dit jaar niet bij, maar gelukkig worden van alle belangrijke nieuwsfeiten en panels verslagen gepubliceerd op verschillende websites. Check bijvoorbeeld dit overzicht van CBR voor alle nieuwtjes, lanceringen en praatjes.

Omdat John Romita Jr. nu Superman tekent en voor het eerst in zijn carrière voor DC Comics werkt, ben ik de titel weer gaan lezen. Vooralsnog bevalt het verhaal me, al hoop ik stiekem dat JRJR snel overstapt op Batman en daarna weer gewoon Spider-Man gaat tekenen.

Superman en Ulysses uit 'Superman #33.'
Superman en Ulysses uit ‘Superman #33.’
Categorieën
Strips

Superman getekend door John Romita Jr.

John Romita Jr, die al bijna veertig jaar in het vak zit en al die jaren altijd voor Marvel Comics heeft gewerkt, is nu de tekenaar van DC’s Superman! Daarom is dit het stripplaatje van de week:

Superman32_jrjrHet plaatje is afkomstig uit Superman #32 geschreven door Geoff Johns. Nu volg ik de avonturen van Superman niet zo nauwgezet, de recente reeks van Grant Morrison uitgezonderd, maar nu JRJR de Man van Staal en zijn wereld op papier zet, zal ik zeker de komende comics gaan lezen. Voor mij is een van de mooie dingen in het leven namelijk het kunnen volgen van de carrière van Romita Jr. Ik ben dol op zijn tekenwerk en gevoel voor storytelling. Hij is een van de beste striptekenaars die op dit moment actief zijn.

Door hem van Marvel af te snoepen, waar John zijn hele carrière voor heeft gewerkt, hebben de mensen bij DC Comics een behoorlijke coupe gepleegd. Los van een Punisher/Batman crossover uit 1994, wat een coproductie was tussen Marvel en DC, heeft Romita nog nooit voor hen gewerkt.

Over zijn nieuwe klus zei hij het volgende:

On working with Geoff Johns
I think it’s important to have the humanity of [Superman]. Interestingly enough, he’s an alien, but we have to make him human. He has to lose. I knew that going in. When I found there was a chance I would be working with [Geoff], I started reading up and was very, very happy. He’s such a great guy. To see the quality of his dialogue and the quality of his stories, I was more than excited.

On Working on Superman
The size [and scope] of the character—to be able to have him doing amazing things, gigantic things, lifting certain things, beating up certain things. There’s that larger-than-life image. There’s a strength and weight that only comes with a character like this. The fun part is the characters in the Daily Planet—having them running around and talking with each other. Sometimes that’s more vital than the smashing and the pounding. You have to embrace [both]. You have to be able to act in Shakespearean plays and Sylvester Stallone movies. You have to be able to do both. [Laughs]

Zie hier het hele interview. En lees hier een recensie van de betreffende comic op BrainFreeze.be.

Ik vermoed dat Romita na Superman inderdaad Batman zal gaan maken. Het zal dus wel een lange tijd duren voordat we weer een Spider-Man-verhaal van zijn hand kunnen lezen. Spijtig.

Categorieën
Minneboo leest Strips

Minneboo leest: Woedende burgers in Daredevil

Daredevil241_McFarlane
Uit DD#241. Illustratie: Todd McFarlane.

Na mijn interview met John Romita Jr. vorig jaar wilde ik al beginnen aan de Daredevil-verhalen die Ann Nocenti schreef. Ze hebben samen namelijk heel wat comics gemaakt, al heeft Nocenti ook met andere tekenaars samengewerkt. Dinsdag ben ik eindelijk begonnen met het lezen van haar Daredevil-reeks en ik moet zeggen: tot nu toe stelt ze niet teleur.

Nocenti stopt haar politieke visies niet onder stoelen of banken en maakt ze een integraal onderdeel van de verhalen die ze vertelt. Ze becommentarieert de rol van vrouwen in de maatschappij en is zeer kritisch naar de Amerikaanse regering toe. Ook onderzoekt ze ’the American Dream’.

In het verhaal ‘Caviar Killer’ (DD #242) vraagt een werknemer aan de volgevreten baas of er voor hem en zijn collega’s misschien loonsverhoging in zit. Let bij deze scène goed op de dialogen en hoe Nocenti de ongelijkheid in de Amerikaanse samenleving aankaart:
Daredevil242_01
Daredevil242_02Daredevil242_03Na deze moord belt Joe met de politie om zichzelf aan te geven, maar die hebben even geen tijd voor hem, dus belt hij met de krant om zijn verhaal te vertellen. De journalist komt naar Joe toe en praat hem aan dat hij een soort moderne Robin Hood is. Joe besluit om meer rijke stinkerds te vermoorden en krijgt dankzij de aandacht die de krant aan hem geeft, een grote schare fans. Toen ik deze strip las, moest ik meteen aan de Occupybeweging denken en hoeveel woede de gewone burger tegenwoordig voelt ten opzichte van de aandeelhouders, bankdirecteuren en andere uitvreters die in welstand leven terwijl er genoeg mensen het met een inkomen moeten doen dat onder de armoedegrens ligt. Burgers die zich uit de naad werken en toch nauwelijks rond kunnen komen. Mensen zijn boos over de ongelijkheid en deze strip uit 1987 gaat daar al over. De ongelijkheid in de samenleving is immers van alle tijden.

Wanneer Joe samen met een groep van zijn aanhangers voor televisie geïnterviewd wordt, probeert Daredevll de boel te stoppen. Dat wordt een gevecht tussen de held en de gewone burger terwijl hij deze mensen eigenlijk geen kwaad wil doen.

Daredevil242_17Hij begrijpt hun woede heel goed, ook al is het uitmoorden van rijken mensen geen oplossing. Uiteindelijk weet Daredevil tot Joe door te dringen zodat de moordenaar zich laat arresteren.

Dit verhaal lijkt extreem in zijn uitwerking, maar eerlijk gezegd zou het me weinig verbazen als we binnenkort vernemen dat een normale burger een bankdirecteur of politicus heeft aangevallen. De gewone burger is sinds de economische crisis net zo woendend als de personages in deze strip en die woede zal uiteindelijk tot nare acties leiden als er niet snel iets veranderd aan de sociale situatie.

In een interview werd Ann gevraagd naar de politieke statements in haar stripverhalen:

Kuljit Mithra: Issue 236, your first issue on Daredevil, was with artist Barry Windsor-Smith. Here we were introduced to Jack Hazzard, a victim of the ‘American Dream’. How was your collaboration with Mr. Windsor-Smith? Also, the theme of the ‘American Dream’ runs through many of your issues of Daredevil, and I was wondering what the ‘Dream’ means to you?

Ann Nocenti: Barry Windsor-Smith is an awesome talent. He added dignity, pathos, and tenderness to my story. He’s one of the best I’ve ever worked with. As for the phrase “american dream,” I meant it ironically, and it has to do with my love/hate relationship with living in this liberating/oppressive, humanitarian/imperialistic, sweet/rotten apple pie country.

Bill Koenig: To what degree should comics be used as a vehicle to express a point of view? Your stories included animal rights (personally I think in a heavy handed way) and other issues.

Ann Nocenti: Comics are great because they’re all things. Sometimes just plain fun, sometimes they have deadly intent. Anything goes. Yes, I’ve been known to rant like a boozyheaded drunk in a bar about something I believe in too passionately. And as the drunk says in the morning, I did that? I said that? I’m really sorry… And then the drunk lies: I’ll never do it again. But on the other hand, I got a score of “I’ll never eat meat again” letters after those animal rights stories. I did a story about alcoholism once and got a “My family sat down and read your comic together and my dad has promised to stop drinking” letter. Those letters made me feel delusionally good for a few seconds. But… on the other hand, life is tuff and where can you escape from this all this shit if you can’t escape in a comic? So I agree and disagree with my own ranting comics. I probably should have written more that were just wild roller coaster rides.

Nocenti heeft ook een paar Spider-Man-verhalen geschreven. Misschien kun je mijn artikel over het opmerkelijke avontuur in de gekkenzaal nog herinneren.

Nocenti is overigens niet de enige die zijn of haar kritiek in stripvorm tot uiting brengt. Schrijver John Harkness schreef Daredevil #237 (December 1986) en introduceert in deze scène een interessant concept, namelijk superhelden die ingezet worden in een overheidscampagne tegen drugs. Let vooral op DD’s reactie, een reactie die ook nu nog zeer relevant is aangezien de overheid haar burgers nauwgezet in de gaten houdt, onze privacy schendt en uit angst voor terrorisme al snel iedereen als verdachte ziet:

Daredevil_237Daredevil237_2Een paar nummers later, in Daredevil #239, wel weer geschreven door Nocenti, blijkt die campagne volledig mislukt te zijn. Mensen geloven niet meer in superhelden. Sommigen vinden zelfs dat zij juist gekostumeerde superschurken aantrekken.  Met andere woorden: de aanwezigheid van superhelden maakt de situatie alleen maar erger, niet beter.

Daredevil239_blackwidowDat zijn interessante thema’s die in de loop van de comicgeschiedenis wel vaker de kop op steken, maar in de jaren tachtig helemaal. Vergeet niet dat rond die tijd ook Watchmen en The Dark Knight Returns verschenen. Beide strips waarin het fenomeen superheld kritisch onder de loep wordt genomen. In Batman-strips kwam geregeld terug dat door de aanwezigheid van Batman veel gekostumeerde gekken naar Gotham City trekken.

Ook interessant: Nocenti nam het schrijversstokje over vlak nadat Frank Miller Daredevil weer op de kaart had gezet. Een paar maanden voordat ze met Daredevil begon liep de inmiddels klassiek verklaarde Born Again-saga.

Ann Nocenti: Miller’s work on Daredevil was delicious and captivating and so yes, it was daunting to take over after him. I just assumed everyone would hate everything I did and they’d throw my ass right off the book, so that mindset actually liberated me to do whatever I wanted and have fun for the short party I thought it would be. I wrote with a “last meal on death row” mentality. Beyond that, DD’s character is so interesting, he himself suggested the paths I would take. And beyond that, I imagine my brain is very different from Miller’s, so the stories just naturally veered off on a different path than his.

Ik ben erg benieuwd naar de rest van de stapel van Nocenti’s Daredevil. Vooralsnog stelt ze niet teleur. Integendeel.

Nocenti schreef: Daredevil #236, 238–245, 247–257, 259-291, 500 (1986–1991, 2009).