Categorieën
Strips

Video: Dan Slott praat over Amazing Spiderman #600

Kijk, dat zien we graag: stripmakers die enthousiast praten over hun werk. Dan Slott is een van de vaste schrijvers van Amazing Spiderman. Hij praat in zijn eerste vlog over de mijlpaal Amazing Spiderman #600 waarvoor hij het hoofdverhaal schreef, dat in beeld werd gebracht door John Romita jr. en inkter Klaus Janson. Romita jr is een van de beste tekenaars die Spidey ooit op papier zette. Wat zo grappig is aan deze ludieke video is Slotts enthousiasme voor zijn werk en zijn liefde voor het personage. Hij was van kinds af aan al gek op Spiderman en laat in een aandoenlijk moment een paar items uit zijn speelgoedcollectie zien. De nerds nemen de stripindustrie bijkans over.Amazing Spider-Man #600 ligt reeds in de winkels. Het jubileumnummer staat traditiegetrouw vol met schokkende gebeurtenissen. Behalve de terugkeer van Doc Ock wiens laatste dagen geteld lijken te zijn is de andere grote gebeurtenis de bruiloft van tante May en de vader van JJ Jameson. (En oh ja: Mary Jane komt terug, maar daar schreef ik eerder al over.) De comic bevat verder nog enkele korte verhalen, waarvan ‘Identity crisis’ werd geschreven door de geestelijk vader van Spidey, Stan Lee himself.Wat mij betreft genoeg redenen om de (online) stripwinkel te bezoeken. Wat ik nu meteen ook maar ga doen.

Cover design AMS 600 door John Romita jr.

Meer Dan Slott? Lees hier een Q&A op Marvel.com. En hier een uitgebreide recensie van dit nummer op Spiderman Crawlspace.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie Wolverine: Enemy of the State

Tijdens een van mijn boekspeurtochten, stuitte ik op een hardcover exemplaar van Wolverine: Enemy of the state.
Een bundeling van het twaalfdelige verhaal dat oorspronkelijk gepubliceerd werd in Wolverine nummers 20 t/m 31. Schrijver ervan is Mark Millar die zijn schrijfpen sinds 2001 vooral inzet voor de Ultimate titels van Marvel. Hij was echter niet de reden dat ik bereid was de luttele 15 euro neer te tellen. Het ging mij puur om het feit dat John Romita jr. Wolverine gestalte gaf.Vaste lezers van dit blog zullen weten dat ik groot ben van zijn tekenpen. Visueel stelt Enemy of the State dan ook niet teleur. In tegendeel, op glad papier komen de prachtige tekeningen, geïnkt door Klaus Janson, heel mooi tot hun recht.Het verhaal is echter aan de dunne kant. Wolverine, de mutant met de scherpe klauwen die zelfhelende gaven heeft, wordt gehersenpoeld door de Hand – een geheime organisatie van Ninja’s die weinig goeds met de wereld voor heeft. Ze werken ook nog eens samen het Hydra die eigenlijk hetzelfde doel nastreven. (Jammer dat geheime eeuwigbestaande organisaties zich nooit eens inzetten voor het milieu of het redden van zeehondjes in de Waddenzee.)Wolverine hakt zich een weg door het Marvel universum en neemt het op tegen SHIELD en collega-superhelden. Iedereen die het loodje legt wordt een nieuwe slaaf van de Hand en Hydra. Totdat Wolverine gevangen wordt genomen en wraak neemt op wat de onverlaten hem hebben aangedaan. Wat we in principe te zien krijgen in die twaalf delen is Wolverine die aan het slicen en dicen is. Hij maakt in totaal een paar duizend slachtoffers.
Is dat boeiend? De tekeningen houden je aan het lezen. Romita sleept de lezer met zijn krachtige lijnen en meesterlijke kadrering door het verhaal heen. Hij weet als geen ander wanneer hij grote kaders moet inzetten om dramatische actie te verbeelden. Wie niet van zijn tekenstijl houdt, moet deze comic zeker laten liggen.
Het verhaal waarmee de bundel wordt afgesloten, Prisoner Number Zero, werd geschreven door Millar en getekend door Kaare Andrews. Deze episode lijkt niet in deze comic thuis te horen, want het heeft niets te maken met Enemy of the State. Wolverine drijft concentratiekampkommandanten tot waanzin doordat hij keer op keer terugkomt nadat ze hem hebben vermoord. Goed, dit verhaal bevat meer psychologie dan alle hoofdstukken van Enemy of the State bij elkaar, maar ook veel plotgaten. Ik snap niet waarom Wolverine niet gewoon iedereen in het concentratiekamp bevrijdt. Dat zou met zijn krachten geen probleem moeten zijn. Waarom een psychologisch spelletje spelen als er dagelijks vele mensen vermoord worden in de gaskamers? Logica is dus ver te zoeken in deze verhalen van Mark Millar.Lees ook:

Categorieën
Strips

New York: De beste stripwinkels in Manhattan

New York is een perfecte plek voor stripliefhebbers. Marvel Comics en DC Comics zijn er gevestigd. Maar dat zijn slechts kantoorgebouwen – tekenaars tekenen tegenwoordig immers thuis. Nee, de stripnerd kan zijn hart ophalen aan de stripwinkels die er te vinden zijn in Manhattan. Daarom nu een artikel over de meest aansprekende winkels die ik bezocht tijdens mijn verblijf aldaar. Laten we met een knus en kundig winkeltje beginnen. Ga je mee naar binnen? St. Mark’s Comics
Gelegen in de wijk East Village op #11 St. Mark’s Place, ligt de kelder comic shop St. Mark’s Comics. Een heel uitgebreide winkel met leuke stripdingen als T-shirts, actiefiguurtjes en natuurlijk genoeg comics om aardig wat leesuren mee te vullen. Bij binnenkomst zie je aan de linkerkant een wand vol met de recent verschenen uitgaven. Rechts is een hoek met oudere comics, trades en hardcovers. De eigenaar is een aardige vent. Een Superman-fan (nou ja, moet hij weten) die weet wat hij verkoopt. De collectie bevat een aantal comics die lastig online te krijgen zijn. Ik scoorde er een paar interessante eenmalige Spiderman uitgaven waar ik nog nooit van gehoord had. En een special over John Romita Jr. waarin mijn grote held werd geïnterviewd, een boekwerk vol met interessante schetsen. De eigenaar koopt ook in van particulieren. Daardoor kun je er ook speciale uitgaven op de kop tikken. Zo stonden er van de Marvel MasterWorks-serie oudere drukken. Voor de oudere comics betaal je natuurlijk wel een speciale prijs, maar het is bijzonder om historische uitgaven aan te kunnen schaffen. Nadeel van dit soort winkeltjes is wel dat de comics al door veel handen zijn gegaan van mensen die graag bladeren. Ze zien er dus niet allemaal weer even nieuw uit. Ook is het er behoorlijk stoffig.

Een vergelijkbare winkel is Jim Hanley’s Universe, in de schaduw van het Empire State Building. Net als St. Mark’s Comics kun je hier genoeg trades vinden en randverschijnselen van de comicwereld. Naast het gebruikelijke stripwerk ook opvallend goede boeken over strips. In het geval van Spiderman zijn dat bijvoorbeeld het boek Comic creators on Spider-Man en een overzichtsboek van John Romita Sr. Hier geldt overigens wel dat je bij binnenkomst je (rug)tas dient in te leveren. De winkel is ruim opgezet met lange kasten waarin je rustig kunt snuffelen. Ook de openingstijden zijn gunstig: maandag t/m zaterdag kun je er van 9 uur ’s ochtends tot 11 uur ’s avonds terecht. Zondags van 12 tot 7.

Forbidden Planet
Je ontkomt er niet aan als je in New York of Londen opzoek bent naar een goede, uitgebreide stripwinkel: de keten van Forbidden Planet zit overal. Het is er vooral erg druk op woensdag, vrijdag en zaterdag. De onbedachtzame bezoeker is hierbij dus gewaarschuwd. Ondanks de drukte op zaterdag kon ik er aardig mijn weg vinden, al was ik op sommige momenten meer bezig met mensen te ontwijken dan dat ik me op de strips kon storten. Verder een zeer uitgebreid assortiment aan van alles: van bijzondere actiefiguren, T-shirts, dvd’s en vage mangapoep. Ze hebben ook een aardige kast met independent-uitgaven. Niet alleen superheldenkrachtpatserij dus.

Watchmen was all over the place.

Extra attractie in deze stripwinkel is het bijdehante personeel – allemaal opgeschoten nerds en een enkele nerdette die weten waar ze het over hebben en je met een flinke dosis spot te woord staan. Daar moet je van houden. ‘All the news that is forbidden’

Iedere week geven ze bij Forbidden Planet een klein gekopieerd krantje uit: Weekly Planet. Hierin staat braaf wat er die week uit gaat komen in de typische tongval van het personeel. In het nummer van 4 maart 2009 werd bijvoorbeeld aandacht besteed aan de stripverfilming Watchmen, maar wel op de eigenzinnige FP manier. Auteur Jeff Ayers kaart een paar strips van Alan Moore aan die in zijn ogen stukken beter zijn dan Watchmen. Weet je wat, ik citeer een stukje:

‘The TP edition of Watchmen boasts “One of Time Magazine’s 100 Best Novels” From Hell was robbed. (Also – Watchmen is published by DC Comics, whose corporate parent is? Time Warner, publisher of Time Magazine. Me thinks me smells sumpin fishy. That’s like my mom telling a potential ladyfriend of mine I’m one of her best children. Pick up From Hell. It’s better than Watchmen. And there’s no frickin spandex.’

Waren de Nederlandse stripbladen maar zo wel bespraakt en scherp, want Ayers heeft natuurlijk een punt als het om de bestsellerslijst van Time Magazine gaat. Slim ook om op deze manier From Hell te pluggen, want Watchmen verkoopt heden ten dage toch wel. Midtown Comics verdient een speciale vermelding. Deze winkel heeft in Manhattan maar liefst twee filialen. Eentje vlakbij Times Square (22 West 40th street) en op 459 Lexington Avenue. De eerste winkel bevat twee verdiepingen stripplezier. In tegenstelling tot winkels als St. Mark’s en Jim Hanley’s Universe, zien de comics er hier uit alsof ze vers vanaf de drukker zijn neergezet. Op de tweede verdieping is een ruime collectie losse nummers beschikbaar voor de liefhebber. Het is op de eerste verdieping wel wat krap tussen de stripkasten, maar een kniesoor die daar op let. De winkel is op een doordeweekse dag rustiger dan Forbidden Planet en dus is het makkelijker shoppen. Het personeel is van het type no-nonsense en kundig. Ik vond het daarom prettiger shoppen hier dan in Forbidden Planet. Al valt de t-shirt collectie op Times Square wat tegen. In het filiaal op Lexington hebben ze bij Midtown Comics de T-shirts overigens gewoon aan het kledingrek hangen. In de andere winkels is alles netjes in het plastic verpakt, maar dan kun je weer niet goed zien of de uitgekozen maat je goed staat. Op Lexington stond trouwens een leuke kast vol met aanbiedingen waar een interessante mengelmoes aan comics te koop was toen ik er aan het shoppen was. Midtown verkoopt net als Forbidden Planet independent comics. Ook vond ik er het door mij vurig gezochte Ghostbusters T-shirt. Deze was ook te koop in Forbidden Planet, maar toen alleen in de maten XL en small

.…and taxes
Wat de prijs betreft maakt het niet veel uit in welke stripwinkel je je verslaving bekostigt. Alle prijzen zijn coverprijzen. (Die speciale inkopen in St. Mark’s en aanbiedingen uitgezonderd natuurlijk.) Let er alleen wel op dat je in de States altijd nog btw-belasting betaald over de coverprijs. Alleen bij een heel gunstige wisselkoers is het dus voordeliger om ter plekke je strips daar te kopen en niet in een online shop. Al wil ik bij deze nog wel even benadrukken dat je in de schappen van de stripwinkels in Manhattan dingen kunt vinden waarvan je bestaan niet eens kende. Een duidelijke meerwaarde voor de stripliefhebber op reis. Bovendien kun je dan meteen zo’n guitig blaadje bij Forbidden Planet meenemen. Tot slot nog een paar opmerkingen over mijn bezoek aan MoCCA, geen stripwinkel maar een ‘stripmuseum’ in the big apple.

MoCCA
Het Museum of Comics and Cartoon arts (MoCCA) moet wel het vreemdste stripmuseum zijn wat ik ooit heb bezocht. Het is gevestigd in suite 401 in een kantoorpand op 594 Broadway. Er was bij mijn bezoek vooral origineel werk te zien van Harvey Comics, de uitgeverij van onder ander Casper het Spookje en Richie Rich. Veel kinderspul dus. Er was ook een bescheiden expositie over de graphic novel en stripverfilming Watchmen. Deze expositie bestond voornamelijk uit enkele originele platen van Dave Gibbons. Kortom: het museum stelt niet veel voor, maar het kost dan ook nagenoeg niets om er te toeven. Men vraagt een geldbedrag dat je zelf mag invullen.Achter de balie zat een vriendelijke nerd: brildragend, bretels en een niet al te knap hoofd die waarschijnlijk nog wordt ingestopt door zijn moeder. Naar alle waarschijnlijkheid had hij zelf de objecten in de expositie handmatig en met veel zorg aan de muur geplakt. Eigenlijk is hij de leukste attractie van dit stripmuseum.Wil je toch weten hoe het er daar uit ziet: bekijk onderstaande videoreportage.Lees ook:

Categorieën
Strips

Stripdagen Haarlem 2008: Tweede dag en napret

Alle posts over de Stripdagen Haarlem 2008 op een rij:

De Stripdagen Haarlem 2008 zijn weer voorbij. Gelukkig maar, want anders was ik nooit meer uit Haarlem weggekomen. Het was veel te gezellig.De tweede dag verliep een stuk rustiger dan de eerste. Wellicht kwam dat door het lekkere weer. Al hadden sommige tekenaars geen gebrek aan aandacht:
Jean-Marc van Tol was zó druk met signeren (de rij voor zijn tafeltje leek nooit leeg te raken) dat hij anderen voor zich moest laten eten. Naast Van Tol zat Floris Oudshoorn (van Swamp Thing & de horrorbundel Bloeddorst) dan ook lekker te schransen.
Berichten uit Haarlem
Hanco Kolk werd zondagmiddag door Jeroen Mirck aan de tand gevoeld tijdens een van de interviewsessies. Mirck schreef over zijn reeks interviews op de stripdagen dit artikel. De dag ervoor had hij ook een gesprek met Randall Casaer over zijn strip Slaapkoppen. Randall C. kreeg de VPRO debuutprijs voor deze bijzonder originele strip. Tijdens het interview praatte Caesar vooral over de invloed van dromen op zijn stripwerk.

Mirck in gesprek met Randall C.

En verder was er zondag weer genoeg publiek bij de Nieuw Gehoer-stand. Roos Manintveld, de vaste fotografe van Studio Nieuw Gehoer, maakte een reportage over de Stripdagen, met prikkelende onderschriften van Hallie Lama.Over foto’s gesproken: illustrator Pieter Hogenbirk maakte een reeks treffende zwart-witfoto’s van de Stripdagen.
Aanwinsten
De beurs bood ook gelegenheid om mijn stripcollectie aan te vullen. Ik ben nu de trotse bezitter van de paperback The Power of Iron Man, een collectie verhalen van deze hightech-held waarin onder andere het beroemde verhaal ‘Demon in A Bottle’ staat. Iron Mans grootste vijand was ooit namelijk alcohol. In de nieuwe Iron Man-film wordt hier subtiel naar verwezen: wanneer Tony Stark in het openbaar verschijnt is de kans groot dat hij een borrel in zijn ene hand heeft (en een schone dame in de andere).
The Greatest Joker Stories Ever Told is een trade waarvan de titel -hopelijk- de lading dekt. Met de aankomende nieuwe Bat-flick kan wat researchmateriaal over de Joker immers geen kwaad. Heel oude Batman-verhalen zijn voornamelijk interessant voor hun curiositeitswaarde, want de manier van vertellen sluit niet aan bij huidige standaarden. De Batman-verhalen uit de jaren zeventig en tachtig zijn daarentegen van een hoger niveau en zullen zeker veel leesplezier bieden. Schrijvers als Denny O’Neil en tekenaars als Jim Aparo en Neal Adams hadden de duistere detective goed in hun vingers zitten. Zij maakten het weer de moeite waard om een Batman-comic te lezen.
Daredevil: The Man Without Fear. Stripauteur Frank Miller beschreef met deze comic Daredevil Jaar Één. Tekenvirtuoos John Romita Jr. zette het script om in een aansprekend visueel spektakel. Ik vond een eerste druk uit 1994. Hoewel het mij normaal gesproken niet uitmaakt welke druk een comic is, ben ik toch blij met de sober doch strak uitgevoerde cover die deze eerste druk omvat. Een knalrode voorkant met rechts Daredevil in silhouet. Een mooi iconografisch plaatje.
Daarnaast heb ik nog De Hel van Rwanda ’94, door Pat Masioni, Cécile Grenier en Ralph, gescoord en de in eerdere posts vermeldde smallpress boekjes. Ongetwijfeld rollen er nog wat recensies uit de laptop binnenkort. Maar eerst ga ik even lekker onderuitgezakt zitten lezen en nagenieten van een heerlijk weekend Haarlem.

Categorieën
Boeken Strips

Recensie: Comics Creators on Spider-Man

Comics Creators on Spider-Man kwam in 2004 al uit bij Titan Books. Ik kreeg het boek pas recent onder ogen en vind dat dit inspirerende werkje als nog een recensie verdient. The Fantastic Four mag dan het eerste superhelden-team uit de pen van Stan Lee zijn waarmee The Marvel Age of Comics in de jaren zestig werd ingeluid, het boegbeeld van de uitgeverij en de meest originele creatie van Lee blijft toch de jonge tiener die dankzij de noodlottige beet van een radioactieve spin al sinds 1962 de harten van menig lezer én stripmaker heeft sneller doen kloppen. Ik heb het natuurlijk over het personage Peter Parker die als Spider-Man zijn grote krachten op een verantwoordelijke wijze ten goede van de mensheid probeert te benutten. In ieder geval sinds zijn geliefde oom Ben werd vermoord door een inbreker die Peter — te druk met zijn eigen ego — een paar weken ervoor had laten gaan. Achter de schermen
De stripserie The Amazing Spider-Man wordt sinds 1963 uitgegeven door Marvel Comics. Voor deze serie schrijven en/of tekenen is het summum voor veel Amerikaanse comictekenaars. Voor Comics Creators On Spider-Man interviewde Tom DeFalco de bekentste makers over hun werk aan Spider-Man. DeFalco is geen onbekende in de stripwereld: hij was ooit hoofdredacteur bij Marvel en schreef ook Spider-Man-comics. Op dit moment is Spider-Girl een van zijn projecten. DeFalco sprak met vakbroeders als Stan Lee, Marv Wolfman, Gerry Conway, Roger Stern, John Romita Sr., J.M. De Matteis en Brian Michael Bendis over hoe het er bij Marvel Comics aan toe gaat, hoe de schrijvers en tekenaars te werk gaan en hoe de stripmakers tegen de muurkruiper aankijken. Groot gemis aan deze collectie van geïnterviewden is het onbreken van John Romita Jr. en J. Michael Straczynski — het succesvolle team dat tot voorkort aan Amazing Spider-Man werkte. Romita werd eerder aan de tand gevoeld in het boek Artists on Comics Art terwijl Straczynski door de drukte geen tijd had voor een gesprek.
Leuke anekdotes
Door de interviewvorm van vraag en antwoord heeft het boek een anekdotisch karakter. De ene maker vult vaak de andere aan. Zo claimt Stan Lee niet meer precies te weten waarom Steve Ditko, de eerste tekenaar van Spidey, stopte met het tekenen van Spider-Man. John Romita Sr. weet echter te vertellen dat de twee ruzie hadden over de identiteit van de Green Goblin. Ditko wilde dat de goblin in werkelijkheid een onbelangrijk personage was, terwijl Lee ervan overtuigd was dat het Norman Osborn, een bekende van Peter Parker, moest zijn. Dat vond hij veel dramatischer. (Het feit dat regisseur Sam Raimi altijd een persoonlijke band tussen het webhoofd en zijn vijanden probeert te forceren om de films dramatischer te maken, onderstreept Lee’s standpunt.) Kloonsaga
Comics Creators On Spider-Man bevat origineel artwork van de tekenaars en kaderteksten met extra informatie. De kaders bieden een mooie staalkaart van Spider-Mans wereld, geschiedenis en uitgeefverleden. Daarmee komen ook de misstappen die Marvel heeft gemaakt aan de oppervlakte. Het recente uitwissen van Peter Parkers huwelijk is slechts één in een reeks van ‘fouten’. In de jaren negentig werd Spidey’s geschiedenis omgegooid toen bleek dat hij eigenlijk een kloon was van de echte Peter Parker. Uit de verschillende anekdotes blijkt dat deze zogenaamde ‘Kloonaga’ oorspronkelijk maar een half jaar zou duren. De grote lijnen werden tijdens vergaderingen uitgedacht. Toen het verhaal de comicverkoop deed stijgen, werd de plot drie en een halfjaar lang uitgesmeerd. Uiteindelijk bleek Peter Parker natuurlijk helemaal geen kloon te zijn, maar toen was het project al volledig ontspoord. Dat krijg je ervan als makers zich te veel laten leiden door marketeers. Marvel plot
Strips schrijven bij Marvel moet een heerlijke baan zijn. In zijn hoogtijdagen schreef Lee verschillende stripboeken per maand. Hiervoor ontwikkelde hij een heel terloopse manier van plotten die bekend staat als ‘Marvel Plot’. Lee vertelde de tekenaar in grote lijnen wat de plot zou zijn. John Romita Sr. vertelt dat hij tijdens zijn gesprekken met Lee aantekeningen maakte op basis waarvan hij aan de slag ging met tekenen. Als Romita klaar was kreeg Lee de potloodpagina’s onder ogen en schreef hij hiervoor de dialoog. Met de Marvel-manier van plotten bepaalt de tekenaar dus hoeveel plaatjes en pagina’s hij aan een scène besteedt. Met deze manier van werken is hij verantwoordelijk voor het verhaalritme van de comic en niet de auteur.
Solliciteren in de stripwereld
DeFalco vraagt zijn collega’s ook naar hoe ze in de comicsindustrie terecht zijn gekomen. Veel makers begonnen bij DC Comics omdat daar elke donderdag een rondleiding werd gegeven. Aspirant-tekenaars en -schrijvers volgden deze toer wekelijks om zo in contact te komen met de redacteuren bij DC. Anderen stuurden herhaaldelijk werk naar de redacteuren of spraken ze aan op stripbeurzen. Mocht je aspiraties in die hoek hebben: gewoon de deur platlopen dus. Deze schrijver heeft de hoop om ooit een goede striptekenaar te worden al eeuwen geleden opgegeven, maar kan daarom des te meer genieten van de enthousiasmerende anekdotes en inzichten uit het boek van Tom DeFalco. Door de verhalen krijg ik zin om de oude Stan Lee comics weer uit de kast te pakken én om zelf een poging te wagen een goed (strip)plot te gaan pennen. Linkjes!

Categorieën
Strips

Column: Parallelle levens

11 september 2001: terwijl ik samen met mijn toenmalige vriendin in een oud en sfeervol zaaltje van de UvA mijn propedeuse in ontvangst nam, boorden twee vliegtuigen aan de andere kant van de wereld in de toren van het World Trade Center.Eenmaal thuis zag ik de onwerkelijke beelden keer op keer herhaald worden, totdat deze niet alleen op mijn netvlies gebrand stonden, maar ik ook bijna ongevoelig voor dezelfde beelden was geworden. Desondanks kocht ik enkele tijdschriften waarin de foto’s van de aanslag gedrukt stonden. ‘Voor het nageslacht.’ Over beelden gesproken: ook in de stripwereld drukte 9-11 een stempel: een aflevering van Amazing Spider-Man behandelde de tragedie. John Romita jr. tekende dit deel. (Brandweermannen waren in Amerika een tijdje zelfs hipper dan de superhelden.)Het vreemde bijeffect van dergelijke fictionaliseringen is dat rampzalige gebeurtenissen onwerkelijker gaan aanvoelen. Uiteindelijk worden wereldschokkende dagen niet meer dan een plotelement – een narratief middel. Aan de andere kant zal dit proces ongetwijfeld bijdragen aan de verwerking ervan. Bovendien houden de videobeelden, films en strips over 9-11 de geschiedenis levend. Maar verwordt het geheel uiteindelijk niet gewoon tot een herinnering? In de eerste weken dachten we dat de wereld nooit meer hetzelfde zou zijn. Sindsdien werden er een politicus en een filmmaker vermoord. Werden er enkele Haagse politici bedreigd. Wordt er aanhoudend genocide gepleegd in Darfur. Spelen Amerikaanse soldaten nog steeds Team America in Irak. En gaat het dagelijks leven gewoon door: op tijd opstaan – treinen en bussen – aan ’t werk – terug naar huis – afspraak met vrienden – e-mail checken – slapen. De 911 specials van Time Magazine en Newsweek heb ik nooit meer uit de la gehaald. Mijn propedeuse evenmin.Lees ook (of niet): Team America: World Police.

Categorieën
Strips

(Hand)Teken(ing) des tijds

Een comic met handtekeningen van de makers roept enkele prikkelende vragen op…Eigenlijk heb ik handtekeningenjagers nooit goed begrepen. Als bewijs dat je iemand daadwerkelijk hebt ontmoet heb ik liever een foto om de herinnering te ondersteunen. Originele tekeningen of gesigneerd werk is iets anders, maar louter iemands handtekening op een velletje papier doet het niet voor mij.

cover asm 232Grappig dus dat ik laatst van vriend Paul een Amazing Spider-Man #232 voor m’n verjaardag kreeg, gesigneerd door John Romita Jr. en schrijver Roger Stern. Zeker niet de minsten in de comicwereld en daarom twee bijzondere handtekeningen. Amazing Spider-Man # 232 is een klassieker uit september 1982 waarin Spidey het opneemt tegen Mr. Hyde en Cobra. De comic is in goede staat en ruikt naar een combinatie van oude drukinkt en de tand des tijds. Voor de stripliefhebber een zoete, herkenbare geur. Comics werden toen nog op papier van mindere kwaliteit gedrukt en verkocht voor zestig dollarcent! Voor dat kleine bedrag kreeg je een prachtig getekend avontuur van 22 pagina’s (en wat reclame). In de loop der jaren is de nostalgische waarde van dit werkje prijsloos geworden.

Onschuld
Hoewel er flink geknokt wordt in deze aflevering, hadden de verhalen in die tijd toch iets onschuldigs. Deze onschuld lijkt in de jaren negentig verloren te zijn gegaan toen de superschurken meer zeer meer als psychopaten gingen gedragen(het beste voorbeeld in de Spiderman-comics hiervan is Carnage). Aangezien strips de tijd reflecteren waarin ze worden geproduceerd, impliceert dit type schurk in comics dat de maatschappij sinds begin jaren tachtig flink verhard is. Daarom des te fijner om soms weer een paar van die oude verhalen te lezen en weg te dromen naar een tijd dat dingen nog simpeler waren (in ieder geval in mijn leven, in 1982 was ik een jaar of vijf en had nog niet zo veel last van de Grote Boze Buitenwereld).

Volgens het certificaat bij de signeerde comic werden de handtekeningen door de grootmeesters op 17 januari 1998 te Las Vegas op de cover geplaatst, ruim 16 jaar nadat deze uitkwam. Ben benieuwd van wie de comic eerst was en of degene nog een zinnig woordje heeft gewisseld met John Romita Jr. en/of Roger Stern. Ik vraag me af wat ik de heren te zeggen zou hebben als ik ze zou ontmoeten…. Waarschijnlijk niets meer dan complimenteren met hun goede werk of iets anders nerd-achtigs. (Tenzij ik een interview afneem voor een artikel, maar dat is een compleet andere situatie.) Misschien maar goed ook dat ik ze nooit heb ontmoet. Ik lees liever hun comics… Wat zou jij je helden vragen als je ze zou ontmoeten?

Meer over de comics van Stern en Jr.Jr. zie: Leven met een webhoofd.

Lees ook: Nog niet dood.

Categorieën
Strips

Leven met een webhoofd

Ze zeggen wel eens dat de dingen die je ontdekt in je jeugd, je altijd op een bepaalde manier bijblijven. Mijn passie voor strips en bepaalde stripfiguren zijn daar een schoolvoorbeeld van.

Ik moet een jaar of acht, negen zijn geweest toen ik geïnteresseerd raakte in Spiderman-strips. Een vriendje van school, Peter, had een stapel Spektakulaire Spidermans thuis liggen. Ergens tussen de nummers dertig en zeventig. (Ongeveer Amazing Spider-Man # 210 t/m 266.) Mooie verhalen geschreven door Roger Stern, Denny O’Neil en Tom DeFalco en vaak getekend door John Romita Jr. en Ron Frenz. Ze zeggen wel eens dat de dingen die je ontdekt in je jeugd je altijd op een bepaalde manier bijblijven; in het geval van Spiderman-strips gaat dit geheel op. Dat eerste stapeltje, waar ik later eigen exemplaren van kocht, gevolgd door honderden andere comics, behoren nog steeds tot mijn favoriete strips.

Vindingrijk
Bij het herlezen besef ik dat de verhalen ook nu nog aardig overeind blijven. Roger Stern had er een handje van Spider-Man tegen atypische schurken te zetten. Dus in plaats van voor de zoveelste keer Doc Ock uit de kast te trekken, zette hij het Webhoofd tegenover Juggernaut – in principe een onmogelijke vijand voor Spidey omdat hij een paar klassen te sterk is. Hierdoor benadrukte Stern twee belangrijke kwaliteiten van Spider-Man: zijn doorzettingsvermogen en vindingrijkheid – hij pareert de brute kracht van Juggernaut met intelligentie en weet daarmee de kolos te verslaan. (Een wijze les voor de jonge lezertjes.)Ook bedacht Stern de schurk Hobgoblin. Op zich is dit een recycling van de Green Goblin (Hobbie stal de spullen van de Goblin en bracht enkele verbeteringen aan), maar is harder dan zijn voorbeeld en je kunt harder om hem lachen (Omdat de Green Goblin geestesziek is, is zijn kwaadwillendheid gedeeltelijke geëxcuseerd, terwijl de Hobgoblin een heerlijke wraaklustige eendimensionale schurk is.)

Uitgebleekt pak
Voor Stern schreef Denny O’Neil de verhalen, na Stern kwam Tom DeFalco. De drie heren zetten de traditie van Stan Lee voort en mengden de actie met een flinke dosis humor. Wanneer Peter Parker in Amazing Spider-Man # 213 zijn Spider-Man-pak wast met eigengemaakte zeep, komt het pak geheel verbleekt uit de was. Omdat hij geen ander kostuum meer heeft, slingert Spidey enkele comics lang rond in een uitgebleekt pak. Dat overkomt andere superhelden nu nooit.In al deze verhalen woont Peter in een armoedig appartement in de wijk Chelsea. Zijn grootste zorgen in het leven zijn het combineren van studie en het superheldenwerk, de contant om huur zeurende huisbazin Mrs. Muggins (die eruitziet als Ma Flodder, inclusief sigaar) en levenspest J. Jonah Jameson, zijn baas en eigenaar van The Daily Bugle. Kortom, het leven van Peter Parker in die comics lijkt erg op het standaardleven van een student (afgezien van de superschurken) en is daardoor wederom heel herkenbaar. (Nog niet h erkenbaar toen ik negen was natuurlijk, toen kickte ik vooral op het pak en de krachten van Spider-Man, maar later bleken er andere echo’s van de strips in mijn leven door te galmen.)

Jeugdelixer
Op dit moment herlees ik deze comics. Misschien probeer ik de schok dat binnenkort mijn vierde decennium op deze aardkloot ingaat te ontwijken door me terug te trekken in een sfeer van nostalgie. Misschien werd het gewoon weer eens tijd om te (her)ontdekken waarom ik überhaupt met het verzamelen van strips ben begonnen. De Schone Schrijfster schreef me laatst dat het koesteren van de passies uit je jeugd het enige jeugdelixer is dat bestaat. Ik voel me nu niet precies weer negen jaar oud, maar er komen wel een hoop goede herinneringen boven door het lezen van comics. En ergens ben ik nooit volwassen geworden, dus gaat haar verhaal wel degelijk op. In ieder geval zolang als ik strips blijf lezen.
Ongetwijfeld ’to be continued’…Lees ook: De charme van Spider-Man en Stripbeurs in Rijswijk: Goths & Cultuurfetisjisten.

Categorieën
Mike's notities Strips

Dingen veranderen (niet)

‘People are crazy and times are strange
I’m locked in tight, I’m out of range
I used to care, but things have changed’

– Bob Dylan
Things have changed Ze zeggen wel eens dat de tijden veranderen. Volgens mij zijn ‘wij’ het die veranderen. Ik merk het de laatste tijd aan mezelf. Ik zal niet zeggen dat ik opeens heel anders ben nu ik de dertig nader – leeftijd interesseert me niet. Maar ik merk wel dat er naast de kern waar ik uit besta, er een hoop anders aan me is. Mijn smaak verandert. Dingen waar ik vroeger erg enthousiast van werd, laten me nu koud. Bepaalde muziek bijvoorbeeld. Toen ik op de middelbare school zat was ik gek op de muziek van Prince. Ik kocht alle cd’s en luisterde constant naar zijn muziek. Nu was Prince in de jaren tachtig een geniaal muzikant & componist: ieder nieuw album hoorde je weer iets anders. Tegenwoordig is niet meer zo: Prince is nog steeds een goede muzikant, maar als ik de eerste keer een nieuwe cd van hem hoor, kan ik het verloop van de nummers en de teksten voorspellen.Dat wil niet zeggen dat ik tegenwoordig muzikaal-geniaal ben, maar dat de Kleine Geile Dwerg zichzelf herhaalt. Wat mij betreft is dat niet zo heel boeiend om naar te luisteren. Ook vind ik de teksten van Prince tegenwoordig thematisch niet meer zo interessant: liedjes over Liefde, Seks en God (waarbij het een vaak staat voor het ander). Ik kan zo nu en dan nog steeds erg genieten van het oude werk, maar dat komt voor een deel ook door de nostalgische gevoelens die ze oproept. De dagen van mijn adolescentie zijn lang voorbij, maar mijn platenkast kan me weer even terugbrengen. Al is het alleen maar in mijn hoofd. 🙂 Van hetzelfde
Steven Spielberg was vroeger een van mijn favoriete filmregisseurs. Ik verslond films als Indiana Jones, Close Encounters of the Third Kind… Maar na Schindler’s List is een nieuwe Spielberg-film geen must-see meer voor mij. Sterker nog, de laatste paar films heb ik voor het gemak maar overgeslagen. Ik vind ze gewoonweg niet meer interessant. (Catch Me if You Can en Minority Report zijn knapgemaakte films, ik bedoel eigenlijk te zeggen dat mijn passie voor Spielberg zodanig is afgenomen dat het feit dat hij een nieuwe film heeft gemaakt, voor mij nog geen reden is om de film te gaan zien.) Andere dingen zijn wel gebleven: ik ben nog steeds een Beatles-fan, hou van Tim Burton-films en kan nog erg genieten van comics – ook al moet ik toegeven dat ook daar het een en ander veranderd is. Ik lees veel minder dan vroeger, en waar het voorheen vooral ging om Superheldenstrips, lees ik behalve die meer andere strips. Dit heeft voor een deel te maken met het feit dat ik tegenwoordig meer webcomics lees, maar vooral met een andere leesbehoefte. Je mag me nog steeds wakker maken voor een goed geschreven Spider-Man verhaal geschreven door J. Michael Straczynski en getekend door John Romita Jr. en een goede Batman-graphicnovel gaat er zeker in, maar als ik in de stipwinkel sta valt mijn oog toch meer op semi-realistische graphic novels zoals Beg the Question van Bob Fingerman.Ergens verbaast mij dit wel, want ook al word ik van buiten ouder en weet ik meer dan toen, toch voel ik mij niet veel anders. Dit komt voor een deel dat veranderingen geleidelijk gaan en je ze daardoor minder snel opmerkt. Toch geloof ik ook dat het cliché waar is: hoe meer dingen veranderen, hoe meer ze hetzelfde blijven.