Categorieën
Mike's notities

Opgerotjes

Om 23.57 zag ik een hond door de straat rennen. Kennelijk was hij bang voor de vele knallen en toen zijn baasje in een onbewaakt moment de deur opendeed, zag het beest zijn kans om naar buiten te glippen in de hoop aan het bombardement te kunnen ontsnappen.

Nu was men in Amsterdam al vroeg op de dag begonnen met vuurwerk afsteken, in het laatste uur van 2014 werd de frequentie flink opgevoerd.

Op oudjaarsdag mocht voor het eerst pas vanaf 18:00 uur vuurwerk worden afgestoken, maar daar hebben de terroristjes in spe hier in de buurt schijt aan. Die steken al zware bommen af sinds september. Ik hoop dat die gasten die al weken zwaar geschut afsteken zichzelf snel opblazen zonder onschuldige slachtoffers te maken, dan leren ze misschien dat vuurwerk gevaarlijk is. Opgerotjes met ze.

Ik had medelijden met die hond en alle anderen huisdieren die waarschijnlijk al uren in angst onder de bank verstopt zaten.

Zelf ben ik ook geen fan van vuurwerk. In tegendeel: mijn vuurwerkfobie heeft me doen besluiten dat ik op oudjaarsdag niet de deur uitga. Al dat geknal geeft verschrikkelijk veel stress, dus kies ik ervoor om het mezelf thuis zo comfortabel mogelijk te maken. Omdat Linda graag oud en nieuw bij haar familie wilde doorbrengen, was het voor mij dus een ouderwets soloavondje. Het was de eerste keer sinds het begin van onze relatie dat we niet samen waren op de laatste avond van het jaar, dus dat was prima. Je moet elkaar de ruimte geven. Gelukkig vind ze het niet erg als ik op dat soort momenten niet meega.

Ik heb me prima vermaakt met enkele boeken. Joost Nijsen van uitgeverij Podium was zo aardig geweest om relaties en vrienden het sympathieke boekje Nog gefeliciteerd, trouwens, van George Saunders op te sturen. Dit pleidooi om toch vooral aardig voor anderen te zijn is de speech die Saunders hield voor Amerikaanse afstudeerders. Het is overigens prima raad om het nieuwe jaar mee te beginnen.

Verder las ik The Romita Legacy: een interviewboek met John Romita Sr. en Jr. goed geïllustreerd met hun prachtige tekenwerk, en Spider-Man: The Next Chapter vol. 2, een bundeling van de Spidey reboot uit de jaren negentig. De nieuwe Stripgids was die middag nog binnengekomen, dus ook aardig leesvoer. Er staat overigens een interview met Pat Mills van mij in. De avond maakte ik rond met een documentaire over Youp van ’t Hek, die een tweede huis in Bergen blijkt te hebben. Grappig, we gaan volgende week naar Bergen om even uit te waaien.

Over uitwaaien gesproken: de dag begon overigens met herinneringen aan nieuwjaarsdag 2009, toen ik samen met Linda en haar moeder door het duingebied van Schoorl wandelde. Enkele foto’s van die fijne wandeling heb ik toen op mijn blog gepubliceerd. Fijn, want zo kon ik weer even terugkijken naar toen. En doordat ik het ooit geblogd heb, is de herinnering ook beter blijven hangen.

bosboswandeling_2009

Dit jaar zal ik waarschijnlijk minder tijd hebben om te bloggen. Eens kijken hoe dat gaat. Mijn plannen voor 2015 staan stevig in de grondverf en hoewel je nooit kunt voorspellen hoe dingen lopen, heb ik goede hoop op een creatief en productief jaar. Ik wens jou hetzelfde toe.

Categorieën
Strips

Waarom Eisner stopt

De vijf nummers van Eisner staan gebroederlijk naast elkaar in mijn boekenkast. De familie zal echter niet meer worden uitgebreid, want er komt geen zesde editie. Uitgeverij Podium heeft besloten om met het tijdschrift met literaire beeldverhalen te stoppen. Dat is jammer, want daarmee verschraalt de markt van striptijdschriften.

Uitgever Joost Nijsen met het omslag van Eisner #1.

Toen ik in oktober 2008 Jean-Marc van Tol en uitgever Joost Nijsen interviewde over de komst van Eisner zei Van Tol het volgende: ‘Het uitgeven van strips en graphic novels is in Nederland een hels karwei. Dat moet je als je een normale uitgever bent natuurlijk niet doen. Je weet van tevoren dat het een verliesgevende zaak is, want strips zie je bijna niet meer in boekwinkels.’

Je kunt wel stellen dat Van Tols woorden profetisch waren. Uitgever Joost Nijsen geeft ruimhartig toe dat Eisner zakelijk gezien geen succes was. ‘Zelfs met de subsidie die we ervoor kregen was Eisner niet kostendekkend. We kregen voor de eerste drie nummers 10.000 euro per deeltje, maar de verkoop was te laag.’ Volgens Nijsen had het blad ongeveer 250 abonnees. Hetzelfde aantal exemplaren kon Podium kwijt in de boekhandels, verder nog enkele honderden aan stripwinkels en verkooppunten in België. In totaal werden er 1000 exemplaren in de markt gezet, maar lang niet alles werd verkocht. ‘De boekhandels bleven er veel mee zitten,’ zegt Nijsen. ‘Ze begonnen er ook steeds minder in te geloven. Boekhandels hebben tegenwoordig sowieso moeite met de niet- fast moving products en dan vooral literaire tijdschriften.’

De markt voor graphic novels is ook overschat,’ vindt Nijsen. ‘Die markt is onvoorstelbaar lastig. Neem bijvoorbeeld Van Istanbul naar Bagdad: zelfs als er Grunberg en Kolk op het omslag staat, toch twee bekende merken, dan loopt zo’n boek matig. We hebben daar de hulp van de boekhandel bij nodig en die weet er geen raad mee.’

Wisseling van de wacht
Ward Wijndelts was de eerste hoofdredacteur van Eisner. Hij werd bijgestaan door ondere Jean-Marc van Tol. Na twee nummers nam Erik Noomen het over. In december stopte Noomen echter als redacteur bij Podium om als samensteller bij de Madiwodovrijdagshow aan de slag te gaan. Nu zat Eisner zonder redactie. Nijsen: ‘Toen Erik vertrok, stond ik voor de keuze wie nu Eisner moest gaan leiden. Toen ben ik eens goed gaan nadenken of het blad wel voldeed aan de verwachtingen.’

Het grootste probleem van Eisner was misschien wel dat de doelgroep voor de uitgever nooit concreet is geworden. ‘Het was onduidelijk voor ons bij wie het tijdschrift nu eigenlijk aansloeg. Als er nu een duidelijk publiek was geweest dat gemotiveerd was, dan zou ik als uitgever denken dat je tenminste iets heel zinvols doet.’ Nijsen geeft toe dat ze voortdurend zaten te aarzelen tussen de stripliefhebber als doelgroep of de literatuurminnende lezer.

Zonder een specifieke lezer voor ogen te hebben is het ook lastig om een blad te promoten. ‘Behalve de geijkte promotiemiddelen als de literaire pers, kranten- en tv-redacties aan te spreken, gaf Erik ook acte de presence op stripbeurzen. Toch is het ons niet gelukt om flink publiciteit voor Eisner te krijgen.’

Het probleem met korte verhalen
Daarbij kun je je afvragen of van korte literaire verhalen wel een goede strip te maken is van pakweg tien pagina’s. ‘Dat is eigenlijk een heel ingewikkelde opgave. Ik dacht daar in het begin wat lichtzinnig over,’ bekent Nijsen. ‘Vanuit artistiek oogpunt twijfelden we ook over wat er logisch was. Klopte de vorm van ongeveer zes verhalen in een blad van 80 pagina’s wel? Stripliefhebbers willen ook een ander soort blad volgens mij. Met rubrieken, tips en artikelen. Maar met die elementen zou Eisner veelzijdiger en actueler geweest, maar dan was het blad weer te veel gericht zijn op de stripliefhebber terwijl wij meer lonkten naar de literaire lezer.’

Toch is de uitgever wel trots op de vijf nummers: ‘Het was een mooi laboratorium waarin het aangenaam toeven was.’ Het verdwijnen van Eisner betekent ook dat Podium zich minder met strips gaat bezighouden. ‘Het is het einde van een periode waarin ik het beeldverhaal echt naar voren trok,’ zegt Nijsen. ‘Maar,’ vervolgd de uitgever, ‘ik heb geleerd dat je nooit heel stellig moet zijn. Je zult zien dat er over een halfjaar iemand langskomt met zo’n fantastische graphic novel, dat alle aarzelingen die we bij het genre hebben, opslag vervallen en we dat het met groot enthousiasme uitgeven.’

Ook gloort er nog enige hoop aan de horizon: ‘Het heeft iets heel frustrerends om zoiets moois te stoppen. We brengen het blad niet meer uit, maar ik heb het merk Eisner nog niet opgeheven. Het is denkbaar dat ik op een gegeven moment met een nieuwe vorm terugkom. Misschien dat ik over anderhalf jaar denk dat we als App terug moeten komen.’

Wat vind jij van het verdwijnen van de Eisner? Is het jammer of missen we er niet veel aan?

Bonus-video: In 2008 begonnen Joost Nijsen en Jean-Marc van Tol hoopvol aan het Eisner-avontuur: