Mijn vriend Spider-Man: Superhelden, geeks en fancultuur is op verschillende blogs gerecenseerd. Slechts een Nederlandse krant waagde zich aan een bespreking en dat was de Volkskrant.
Joost Pollmann, stripjournalist en de voormalige creatief directeur van de stripdagen Haarlem, las het boek en schreef onderstaande bespreking. Deze werd gepubliceerd op 6 juli 2017, naast een recensie van Spider-Man: Homecoming. Zoals je kunt zien heeft de beeldredactie van de krant bij de recensie een verkeerde cover geplaatst.
Ik vond het erg fijn dat een landelijke krant als de Volkskrant aandacht aan mijn debuut schonk. Al blijft het een beetje gek als je eigen boek besproken wordt terwijl je zelf jarenlang strip- en filmrecensies hebt geschreven. Wat dat betreft was het schrijven van Mijn vriend Spider-Manin meerdere opzichten een leerzame ervaring.
De Duitse stripmaker Reinhard Kleist maakte een meeslepende en fascinerende striproman over het leven en het werk van Nick Cave. ‘Mensen die iets duisters in zich meedragen interesseren mij.’
‘Reinhard Kleist, meester-beeldromancier en schepper van mythes heeft – wederom – de conventies van de graphic novel getart met deze angstaanjagende samensmelting van Cave-songs, biografische halve waarheden en verrukkelijke hersenspinsels, waarmee hij een complexe, indrukwekkende en volstrekt bizarre reis door de Wereld van Cave heeft gecreëerd. Dit boek komt dichter bij de waarheid dan elke andere biografie, zoveel is zeker! Maar laat één ding duidelijk zijn: ik heb Elisa Day niet vermoord,’ aldus de flaptekst geschreven door Nick Cave over de nieuwe graphic novel Nick Cave: Mercy on Me. De getekende biografie die begin oktober verscheen bij uitgeverij Scratch.
Stripauteur Reinhard Kleist(Keulen, 1970) is er in zijn nopjes mee, laat hij vanuit zijn huis in Berlijn telefonisch weten. ‘Cave laat hiermee weten dat hij erg blij is met het boek en tegelijkertijd neemt hij er afstand van.’ Zijn striproman over Nick Cave, de Australische singer-songwriter, muzikant, dichter, auteur en acteur, is niet de eerste biografie van Kleist. Eerder verbeeldde hij de levens van onder meer bokser Harry Haft, Fidel Castro, Elvis Presley en Johnny Cash.
Gebroken biografie
‘Ik ben erg geïnteresseerd in waargebeurde verhalen, omdat je daar zoveel uit kunt halen,’ licht Kleist zijn voorkeur voor het genre biografie toe. ‘In het geval van Der Boxer en Der Traum von Olympia waren het die specifieke verhalen die ik aan een strip lezend publiek wilde vertellen. Dat laatste boek ging over de Somalische atleet Samia Yusuf Omar met wie het dramatisch afliep. Er wordt wel gezegd dat ik me aangetrokken voel tot mensen met een gebroken biografie of een beschadigde persoonlijkheid. Mensen die iets duisters in zich meedragen. Zoals Johnny Cash. Die had een duistere visie op de wereld, en was drugsverslaafd. Hij was een lange tijd niet erg aardig voor zichzelf, destructief. Ieder moment kon hem een ramp overkomen. Hoe hij zijn weg daaruit vond, maakt een boeiend verhaal. Wat mij in het bijzonder fascineert aan Nick Cave is dat hij een van de grootste verhalenvertellers in de muziek is. Hij gebruikt de sfeer van de muziek en de songteksten om zijn verhalen te illustreren.’
De inmiddels 60-jarige Australiër trad met zijn Bad Seeds 6 oktober nog op in een uitverkochte Ziggo Dome. De show was onderdeel van de Europese tournee die in het teken staat van het nieuwe album Skeleton Tree.
Ware mythes Nick Cave: Mercy On Me is geen recht-toe-recht aan biografie, maar een meeslepend relaas, waarin de songs van Cave verweven zijn met zijn gebeurtenissen uit zijn leven en de mythologie rondom zijn personage. ‘Nick is zelf constant bezig met het vormen van zijn legende. Toen ik met hem sprak, praatte hij vaak over zichzelf in de derde persoon. Hij is dus eigenlijk constant een personage genaamd Nick Cave aan het opbouwen. Dat heb ik ook met dit boek gedaan. Op een bepaalde manier heb ik mijn eigen versie van Nick Cave gecreëerd. Tijdens onze gesprekken maakte hij al snel duidelijk dat het boek geen navertelling van feiten en gebeurtenissen mocht worden. Daarom heb ik ervoor gekozen om mij meer op zijn persoonlijkheid te richten en op zijn positie als kunstenaar in relatie tot zijn werk. Ik vertel nu over gebeurtenissen uit Caves leven vanuit het perspectief van personages uit zijn songs en vanuit de hoofdpersoon uit zijn debuutroman.’
Kleist laat de personages uit Caves werk tot hem spreken. In de striproman komen soms dezelfde gebeurtenissen terug, verteld vanuit een ander perspectief. Ieder hoofdstuk bevat een thema, dat vervolgens belicht wordt aan de hand van belangrijke werken uit Caves oeuvre. ‘Het eerste hoofdstuk gaat over de jongen die zijn ouderlijk huis verlaat en de wijde wereld in trekt, maar een flinke klap in zijn gezicht krijgt. Dat is in de basis ook het verhaal van ‘The Hammer Song’. Daarin zitten overeenkomsten met wat Cave op die leeftijd zelf is overkomen. ‘Where The Wild Roses Grow’ is het liefdesverhaal tussen Anita Lane en Cave. Nick heeft ooit in een interview verteld dat hij en het hoofdpersonage in ‘The Mercy Seat’, de veroordeelde die op de elektrische stoel gezet wordt, veel gemeen hadden omdat het toen niet goed met hem ging. Met dat liedje riep hij eigenlijk om hulp.’
Apocalyps
Uiteindelijk leidt deze overdonderende en op prachtige wijze gevisualiseerde reis door de wereld van Cave tot een Apocalyps en een rechtstreekse confrontatie tussen de kunstenaar en zijn creaties. ‘Als Cave verhalen bedenkt, creëert hij werelden en personages. Dat maakt hem tot een God in zijn eigen universum. Maar Cave is niet erg aardig voor zijn personages. Aan het eind van de meeste verhalen sterven ze. Daarom laat ik ze aan Cave vragen waarom hij hen dit aandoet. Zo kon ik het hebben over de relatie tussen de kunstenaar en zijn werk en de verantwoordelijkheid die hij heeft ten opzichte van de mensen die hij creëert. Als ik een strip maak wil ik ook dat de personages echt gaan leven voor de lezer. En als dat gebeurt, heeft dat iets magisch.’
‘Op het waarom van Cave’s moordlust, zijn verschillende antwoorden,’ zegt Kleist. ‘In het geval van Elisa Day van het lied ‘Where the Wild Roses Grow’, antwoordt Cave: “All beauty must die”. Daaruit concludeer ik dat Cave haar doodde om haar onsterfelijk te maken. Iedereen kent het liedje immers, het wordt nog steeds gezongen en naar geluisterd.’
De personages vertegenwoordigen ook facetten van Cave’s persoonlijkheid. Kleist ziet de hoofdpersoon uit het lied Red Right Hand als de duivelse versie van Cave, iemand die een spoor van vernietiging achter zich laat. De mensen in zijn leven en met wie hij samenwerkt zijn als microscopische radertjes in een catastrofistisch plan. ‘Dat spoor van vernietiging verwijst vaak naar zijn persoonlijke relaties. Gedurende zijn carrière was Cave, als bandleider en kunstenaar, niet altijd even aardig voor de mensen in zijn omgeving,’ vertelt de stripauteur.
Kleist voerde meerdere gesprekken met Cave die de stripmaker volledig vertrouwde en de vrije hand gaf. ‘Een keer heeft hij zich uitgesproken. Nick wilde het verhaal over de dood van zijn vader er niet in hebben, want hij vond mijn benadering hiervan niet goed. Dat heb ik toen aangepast, maar uiteindelijk heb ik het helemaal geschrapt omdat het niet bij de rest paste.’
Geluidloos
Cave is als performer nogal theatraal, dus als je werkt met een stil medium met statische illustraties, hoe vertaal je de opwinding van een live-optreden dan naar het papier?
‘Dat dilemma is ook een van de redenen waarom ik graag biografieën over muzikanten maak, juist omdat ik in een medium zonder geluid werk. Het is een enorme uitdaging om muziek hierin te portretteren. In een scène in het boek geeft Cave met zijn tweede band The Birthday Party een concert. Ik heb geprobeerd de ruige energie en agressiviteit van de muziek weer te geven in de tekeningen door de songteksten door het publiek te laten snijden en mensen letterlijk te onthoofden. In een andere scène laat ik het geluid van een trein overgaan in dat van een elektrische gitaar. Op die momenten probeer ik muziek zichtbaar te maken.’
Reinhard Kleist. Nick Cave: Mercy On Me. De getekende biografie. (Vertaling Joost Pollmann) Scratch.
Inmiddels ligt Styx Of: De zesplankenkoorts van Peter Pontiac (1951-2015) in de winkels.
Al jaren wilde Peter Pontiac een graphic novel over de dood maken. Hij had een aardige bibliotheek van tientallen kunsthistorische titels over dit onderwerp en een knipselmap vol met informatie. De dood was een onderwerp dat hem eindeloos fascineerde, maar hem ook angst in boezemde.
Tja, bij wie niet. Het is niet mijn favoriete gedachte, denken aan de eerste dag dat ik er niet meer zal zijn. Of nee, het moment dat ik doodga… Man, ik ben er als de dood voor.
Toen ik Peter in 2011 interviewde naar aanleiding van het winnen van De Marten, zei hij het volgende over zijn voornemen een boek te maken over Magere Hein:
‘ Ik wil het [boek] absoluut maken, zodat wanneer de dood mij komt halen het 1-1 staat omdat ik hem al een keer te pakken heb gehad. Daarbij vind ik het heel erg leuk om skeletten en schedels te tekenen. Er is een prachtig vers van Dylan Thomas waarin hij zijn woede tegen de dood verwoordt: “Rage, rage against the dying of the light.” De klootzak die denkt ons te kunnen halen en het godverdomme ook nog doet. Die emotie zou ik er zeker in verwoorden, maar ook de positieve kant van de dood. Het is natuurlijk tragisch als iemand sterft, maar het is absurd om te doen alsof de dood een vijand is, want er pleit ook van alles voor dat hij een vriend is. In de eerste plaats in de gevallen waarin het leven al helemaal niet leuk meer is, maar wat zou het leven zonder de dood zijn? Hij is de lijst om het schilderij.’
Pontiac was tijdens het ziekzijn druk bezig met zijn graphic novel, maar dinsdag 20 januari overleed hij toch aan een falende lever. Peter had Hepatitis C en levercirrose. Ooit opgelopen door een vervuilde naald toen hij nog drugs gebruikte. Toen Pontiac overleed was hij ongeveer halverwege zijn boek over de dood.
Toch is het boek er nu: Styx, Of: De zesplankenkoorts. Het is niet zo zeer een boek geworden over de dood, maar over Peters strijd met zijn leverziekte en zijn aankomende sterven. Zoals de meeste strips die hij maakte, vertelt Pontiac een persoonlijk en autobiografisch verhaal. Halverwege het boek houden de strippagina’s op. De laatste potloodpagina’s die Pontiac in staat was te tekenen, staan er nog in, gevolgd door een tekst van Joost Pollmann die de situatie uitlegt. Pollmann is niet alleen stripkenner, hij is ook een van de broers van Pontiac. Na Pollmanns uitleg volgt Pontiacs correspondentie met zijn familie, uitgever en vrienden. Hierin worden de laatste jaren dat Pontiac met het boek bezig was en steeds zieker werd, geboekstaafd, inclusief schetsen. Het is een aangrijpend, ontroerend en pijnlijk verslag geworden.
Op dit moment ben ik halverwege dat gedeelte, maar ik heb het boek even weggelegd. Het lezen er van valt mij zwaar. Ook al gebruikt Pontiac geregeld woordspelingen en andere humoristische technieken om het geheel wat te verlichten, het is allemaal geen lichte kost. Omdat de reacties van de correspondenten ontbreken, zijn Peters e-mails een lange monoloog geworden. Het is als het ware een dagboek en misschien wel te intiem.
Het boek is samengesteld door vormgever Fake Booij en de weduwe van Pontiac.
Styx, Of: De zesplankenkoorts is niet het meesterwerk geworden dat Pontiac beoogde. Dat kon ook niet door zijn vroegtijdig overlijden. Ik ben ervan overtuigd dat als Peter de graphic novel had kunnen afronden, het resultaat niet onder had gedaan voor zijn meesterwerk Kraut. Toch is het fijn en interessant dat boek er toch is gekomen, voor de nabestaanden en voor Pontiacs fans.
Peter Pontiac. Styx, Of: De zesplankenkoorts Uitgeverij Podium, 160 pagina’s, € 29,50 Omslag: Fake Booij en Peter Pontiac ISBN: 978 90 5759 641 4
[hr]
Daarom Minneboo leest: Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.
‘Naast groot tekenaar was Pontiac, zo blijkt in Styx meer dan ooit, ook een begaafd schrijver. Zijn archaïsche, ietwat Reviaanse correspondentie met onder anderen zijn broer Joost Pollmann, een bevriend kunstenaarspaar, vormgever Fake Booij en uitgever Joost Nijsen over de wording van Styx en zijn eigen ziekteverloop, is even geestig als schrijnend. Als aanvulling op de graphic novel stelde Fake Booij in samenwerking met Pontiacs weduwe Ipie uit deze correspondentie en prachtige schetsen een ontroerende bloemlezing samen, als tweede deel van dit schitterend vormgegeven boek. Joost Pollmann schreef bij dit deel een treffende inleiding, tevens in memoriam,’ aldus de catalogus van Podium.
Een deel van het boek is door crowdfunding gefinancierd. Pontiac zette een succesvolle actie op via VoorDeKunst en haalde meer dan het streefbedrag van € 17.500 op, namelijk € 28.445. Zelf heb ik ook nog een bedrag overgemaakt toentertijd.
Stripfestival Oeverloos
Styx zal gepresenteerd worden tijdens het Stripfestival Oeverloos in Boekhandel Plantage. Dit is een nieuw festival in Amsterdam Noord dat van op 23, 24 en 25 oktober zal spelen op 15 locaties. Initiatiefnemer en drijvende kracht achter dit festival is Joost Pollmann – precies, de oud-creatief directeur van de Stripdagen Haarlem die in 2014 zijn laatste editie had. Pollmann is natuurlijk ook de broer van Pontiac.
Nog niet het hele programma is op dit moment bekend, maar wel is er zojuist een affiche gepubliceerd op de facebookpagina van Oeverloos. (Er is vooralsnog geen externe website buiten Facebook.)
Er wordt ook weer een stripbuurtkrant uitgegeven, Stripkrant Noord, met daarin stripverhalen over Amsterdam Noord. Net als bij eerdere stripkranten die een Amsterdams stadsdeel behandelen is Maia Matches de drijvende kracht achter de krant. De opening van het festival op vrijdag 23 oktober in de Buiksloterkerk. Daar is ook de tentoonstelling van de originele tekeningen van de Stripkrant Noord. Deelnemende tekenaars: Kifah Al Reefi, Aart Taminiau, Bas Köhler, Maia Matches, Thijs Vissia, Mark de Jonge, Tommy A, Merel Barends, Remco Lee Polman, Edith Kuyvenhoven, Jan Cleijne, Milan Hulsing, Flo De Goede, Larie Cook, Pepijn Schermer, Ge Wasco. Daar nog dat hele weekeinde (dus 24 en 25 oktober) te zien!
Ik ben blij verrast dat Amsterdam nu ook een serieus stripfestival heeft. Daar zitten we eigenlijk al jaren op te wachten. Ik hoop wel dat de focus van het festival niet te veel hangt naar de obscure en avant-garde strip en dat ook meer mainstream makers aan de beurt komen, zodat het een festival wordt dat toegankelijk is voor een groot publiek. Nou ja, we gaan het zien in oktober. En we gaan Styx natuurlijk lezen. Ik kijk in ieder geval halsreikend uit naar Pontiacs testament.
De 80ste Boekenweek vindt plaats van zaterdag 7 maart t/m zondag 15 maart 2015 en krijgt als thema ‘waanzin’, onder het motto: Te gek voor woorden. Wie in de winkel voor €12,50 of meer aan boeken besteedt krijgt gratis het boekenweekgeschenk cadeau. Dit jaar is dat geschenk geschreven door Dimitri Verhulst.
Volgens mij geldt die regel ook voor het kopen van strips en graphic novels, dus als je het geschenk wil scoren, kan dat hopelijk ook door de laatste Asterix aan te schaffen of Mijn vriend Dahmer.
In de nieuwste editie van De Boekenkrantplaatst de BNS een advertentie met daarin een paar actuele strips van BNS-stripmakers:
Waanzinnige strips
Er wordt in de boekenweek ook actief campagne gevoerd voor het beeldverhaal. Joost Pollmann, ex-creatief directeur van de Haarlemse Stripdagen en stripjournalist van De Volkskrant, organiseert in samenwerking met de Bibliotheek Zuid-Kennemerland en Kleine Revolutie Producties een expositie rond waanzin in de strip. Pollmann toont door middel van divers beeldmateriaal de verschillende manieren waarop tekenaars met hun eigen gekte en die van anderen omgaan. Hoogtepunt van de expositie is een lezing van Pollmann op vrijdag 13 maart om 20:00 in de Doelenzaal van de stadsbibliotheek Haarlem.
De expositie Beelden van gekte is te zien van 2 t/m 23 maart. De lezing is gratis bij te wonen.
Op het Boekenbal voor lezers op 14 maart in De Lichtfabriek, treden stripmakers Gerrie Hondius en Kamagurka op. Kamagurka voert een theateract op, Gerrie Hondius werkt samen met Gustaaf Peek, terwijl hij voorleest uit zijn roman Godin, held zal Gerrie de tekst ter plekke van getekende zandanimaties voorzien.
Na de aanslagen op het satirische tijdschrift Charlie Hebdo zijn cartoonisten uit binnen- en buitenland aan het tekenen geslagen om hun solidariteit te betuigen met de slachtoffers en om een potlood te heffen tegen de beknotting van vrijheid van meningsuiting. Zowel in het Stripmuseum Groningen als het Persmuseum in Amsterdam is er nu een expositie waarin deze cartoons in worden vertoond.
In de gratis toegankelijke entree van Het Nederlands Stripmuseum hangen ruim 100 tekeningen en twee affiches onder het motto: Cartoons: Freedom of Expression.
Daarnaast is een hele wand gevuld met krantenpagina’s met de berichtgeving over de gebeurtenissen in Parijs. Naast het herdenken van de cartoonisten en het tonen van onze solidariteit gaat het expliciet om het protest tegen de beknotting van de vrijheid van meningsuiting.
Tonio van Vugt is aangesteld als de nieuwe artistiek directeur van het internationaal festival Stripdagen Haarlem. Hij volgt hiermee Joost Pollmann op, die het na 20 jaar tijd vond om het artistieke stokje over te dragen. Dat meldt Stichting Beeldverhaal.
Het bestuur van Stichting Beeldverhaal Nederland, opdrachtgever en initiator van Stripdagen Haarlem ziet na een uitgebreide sollicitatieprocedure in Tonio van Vugt de nieuwe artistiek directeur voor het beeldverhalenfestival.
“Tonio van Vugt beschikt over een brede expertise op het gebied van strips en beeldverhalen uit binnen- en buitenland. Als hoofdredacteur is hij sinds 1994 werkzaam bij Zone 5300, tijdschrift voor strips, cultuur en curiosa. Met publicaties in Zone 5300biedt hij jong en/of opkomend tekentalent een podium voor een groter publiek. Daarnaast is hij als programmeur, journalist, jurylid bij diverse stripprijzen en gastcurator al jaren een bekend gezicht in de wereld van strips en culturele festivals. Tonio heeft de ambitie uitgesproken om Stripdagen Haarlem in de succesvolle traditie van spannende cross-overs met uitdagende thema’s voort te zetten,” aldus het bestuur van Stichting Beeldverhaal Nederland.
Tonio van Vugt zal samen met zakelijk directeur Thamara van Rijn de festivalleiding vormen van Stripdagen Haarlem 2016.
Via deze weg wil ik Tonio van harte feliciteren met zijn nieuwe baan! Ik heb Tonio in de afgelopen jaren goed leren kennen tijdens mijn werkzaamheden voor Zone 5300 en volgens mij wordt hij een prima creatief directeur. Ik ben nu al benieuwd naar de volgende editie van Stripdagen Haarlem. En Tonio, als er publiekelijk stripmakers geïnterviewd moeten worden tijdens de Stripdagen, mag je me bellen 🙂
Met een tas vol strips en goede herinneringen onder de arm kwam ik thuis zondagavond. De Stripdagen Haarlem 2014 was zeer geslaagd. Een persoonlijk getint verslag.
Omdat de programmering van Haarlem tjokvol zit, mis je altijd meer dan je ziet, om Martin Bril maar even losjes te citeren. Daar staat tegenover dat het aanbod zeer divers is en dus voor ieder wat wils te bieden heeft. Het waren voor mij drie volle dagen met rondkijken, conversaties voeren, contacten leggen en koffiedrinken. Voor een stripjournalist zijn de Stripdagen niet alleen leuk, het is ook namelijk ook hard werken. Maar wel leuk werk natuurlijk. Ik doe er altijd ideeën op voor nieuwe artikelen.
Oorlog
Zaterdagochtend kwam ik bij de bushalte bij mijn huis Jules Calis tegen. Deze jonge, sympathieke stripmaker houdt zich bezig met stripjournalistiek. Hij heeft onder andere soldaten in Afghanistan geïnterviewd. Als het meezit komt in oktober dit jaar zijn album hierover uit. Het werk van Calis was ook te zien in de expositie over de nieuwe garde, een van de twee hoofdthema’s van het festival. Het andere was de Eerste Wereldoorlog.
Het was indrukwekkend om originele pagina’s te zien van de oorlogstrip Charley’s War die in de Vishal hingen. Vrijdagmiddag sprak ik even met Pat Millsdie dit jaar speciale gast was en Charley’s War heeft geschreven. Het is altijd grappig om mensen in levende lijve tegen te komen die je eerst telefonisch hebt geïnterviewd. De tekenaar van de strip, wijlen Joe Colquhoun, maakte prachtige realistische tekeningen en wist het drama van de Eerste Wereldoorlog goed op papier te zetten. Helaas waren de pagina’s van het werk van Tardi die ernaast hingen, allemaal prints. Naar het schijnt is Tardi niet zo makkelijk in het uitlenen van zijn werk. Het panaroma dat Joe Sacco had gemaakt over de eerste dag bij de Slag van de Somme was zeer indrukwekkend. Het boekwerk heet The Great War en bestaat uit een lange, zeer gedetailleerde tekening die van links naar rechts het hele verhaal van die eerste dag vertelt.
Strips on stage
Zaterdag organiseerde de BNS de hele dag Strips on Stage in de toneelschuur. In thematische blokken van 50 minuten hielden vakmensen uit verschillende disciplines een presentatie. Het eerste blok ging over scenarioschrijven en daarin vertelden Ger Apeldoorn, Herman Roozen en Willem Ritstier wat hun schrijfmethode is. Die verschilt per persoon: Ritstier werkt veel vanuit de personages en op een vrij intuïtieve manier, terwijl Rozen serieuze schema’s maakt voordat hij gaat schrijven. Wat alle drie de heren gemeen hebben is dat ze allemaal nog veel langer hadden kunnen praten over hun vak dan de tijd die ze zaterdag hadden. Het scenario-onderdeel was helaas het enige wat ik kon bijwonen. Het is goed dat de BNS zich op een informatieve wijze manifesteert op het festival. De presentaties waren interessant voor zowel stripmakers als leken.
25 jaar Belgisch Stripcentrum Het Belgisch Stripcentrum presenteerde de plannen voor de komende tijd. Het Stripcentrum huist in Brussel en bestaat dit jaar een kwart eeuw. Daarom presenteert het centrum drie volledig nieuwe exposities, waaronder een over het ontstaan van het stripverhaal en de tentoonstelling De kunst van het beeldverhaal waarin de bezoeker kennis kan maken met het gehele creatieproces van de strip. In de expositie zijn voorbeelden van allerlei strips opgenomen. Een mooie manier om een verhaal met het archief te vertellen. Vanaf 3 juni kan de liefhebber er trouwens terecht voor de tijdelijke tentoonstelling 100 jaar strips in de Balkan: Stripverhalen in verzet, over de stripverhalen die gecreeërd worden in de landen van het vroegere Joegoslavië. In oktober wordt het jubileum goed gevierd met een flink stripfeestje. Sowieso is Brussel een bezoekje waard vanwege de meer dan veertig stripmuren die door de stad verspreid zijn. Willem De Graeve, de directeur van het Stripcentrum, lichtte het een en ander toe tijdens een snelle presentatie.
Zaterdagmiddag had ik een goed gesprek met Kurt Morissens, mijn collega uit België. Kurt is hoofdredacteur van Brabant Strip Magazineen de site Stripelmagazine. Ook is hij trouwens de publiciteitsman van Strip2000. Kurt gaat al aardig wat jaartjes mee in de stripwereld en schrijft met veel plezier en passie over het beeldverhaal. Onder het genot van enkele pintjes hebben we notities uitgewisseld.
Nieuwkomers
Dit jaar was filmblad Schokkend Nieuwsvoor het eerst op de beurs aanwezig. Slim, want tussen de stripliefhebbers zit genoeg volk dat ook houdt van genrefilms. Ik hoop van harte dat nieuwe abonnees zich hebben aangemeld voor dit fijne tijdschrift. Aan het weer zal het niet gelegen hebben, want twee dagen lang straalde de zon je tegemoet. Het was dan ook goed druk op de buitenbeurs. Ook stond Stripgidstussen de uitgevers in de Philharmonie. Het is nog een beetje een geheim wellicht, maar dit Vlaamse blad is toch echt het beste striptijdschrift van de Benelux en staat vol strips, nieuws en diepte-interviews. Koen Van Rompaey, onder andere directeur van het Stripgids festival dat elke twee jaar plaatsvindt in Turnhout, was aanwezig om mensen uitleg te geven over Stripgids.
Zondag heb ik de uitgevers en stripmakers die in de Philharmonie zaten bezocht. Het was leuk bijpraten met Rob van Bavel van Eppo, Esther Gasseling van Uitgeverij Xtra en de mensen van uitgeverij De Harmonie, die ondanks een plekje achter in de zaal veel aandacht kregen van de bezoekers. Terwijl ik met Van Bavel sprak waren enkele Eppo-tekenaars druk met tekeningen maken voor de fans, waaronder Romano Molenaar en Gerben Valkema. De rijen voor de heren leken niet korter te worden, hoeveel ze ook tekenden.
Smallpress
Ook kwam ik Henk Schouten, een van de mannen achter Stripster tegen die een flink aantal small-pressuitgaven had aangeschaft. Henk gaat ook al jaren mee in de stripwereld en heeft een voorliefde voor nieuw striptalent. Het is leuk om hem te horen praten over de nieuwe ontdekkingen die hij op de beurs had opgedaan.
Zondag sloot ik de Stripdagen af met een terrasbezoek met stripmaker Marq van Broekhoven. Marq is een fantastische ambassadeur voor het medium. Met pretoogjes deed hij zijn koffer open om zijn aanwinsten te laten zien. Albums van onder meer Peyo en de reeksen Ravian en Comanche. Van Broekhoven heeft een boek volgeschreven met columns over zijn stripliefde. Die stonden voorheen in stripblad Myx. Ik hoop van harte dat hij binnenkort de reeks teksten ergens voortzet, want de columns zijn erg vermakelijk. En dat zijn z’n albums trouwens ook.
Ambassadeurs
Terwijl Marq en ik nog een laatste drankje dronken om op een geslaagd weekend te toosten, werd de buitenbeurs afgebroken. Over de Grote Markt liep Joost Pollmann tussen de lege stands. Deze editie was de tiende en laatste waar hij als creatief directeur bij betrokken was. In de afgelopen jaren heeft hij een duidelijke stempel gedrukt op de Stripdagen Haarlem, met een focus op de grafische roman en buitenlandse stripculturen zoals de Arabische strip en de Strips uit Oost-Europa, waar een online database voor in het leven werd geroepen. In laatste drie edities werd hij bijgestaan door zakelijk directeur Thamara van Rijn. De stripdagen Haarlem 2014 was dus de definitieve afsluiting van het Pollmann-tijdperk. Wie hem gaat opvolgen als creatief directeur is nog niet bekend, maar de geruchtenmachine draait natuurlijk op volle toeren.
In feiten zijn Joost, Thamara, Willem, Koen, Marq, Henk, Kurt, de uitgevers, stripmakers, stripbladen en ondergetekende allemaal stripambassadeurs. Op onze eigen wijze en met onze eigen stokpaardjes proberen we het beeldverhaal onder de aandacht te brengen bij het publiek. Soms doen we dat op grote wijze met een enorm stripfestival midden in de stad, of door het bestieren van een stripmuseum, soms door erover te schrijven of gewoon door aan vrienden die ene strip uit te lenen die ze echt eens moeten lezen.
Van de striptips ben ik een beetje afgestapt de laatste tijd, want er zijn al genoeg stripblogs die een agenda bijhouden. Deze week en snel daarna gebeuren er echter zoveel leuke dingen in stripland dat ik toch even dit overzichtje voor je in elkaar heb gezet. Mocht je zelf nog een blijde gebeurtenis te melden hebben (die met strips te maken heeft, zwangerschappen alsjeblieft bij de Viva melden) dan mag dat uiteraard in het commentformulier.
Plunk!
De Plastieken Plunk is een prijs voor het beste Nederlandstalige of woordenloze korte stripverhaal die jaarlijks wordt uitgereikt. Tot 23 november kun je stemmen voor de Plunk Publieksprijs. De shortlist is inmiddels bekend. Check die en stem hier.
Onthulling Claire’s hartsgeheimen
Zaterdag 2 november presenteert stripwinkel Dick Bos te Rotterdam een feestelijke middag ter gelegenheid van het nieuwe 24e stripalbum uit de serie Claire! Tekenaar Robert van der Kroft is ook aanwezig, hij signeert en tekent een persoonlijke noot in ieder album. Bovendien brengt de winkel ter gelegenheid van deze signeersessie een ex-libris uit in een beperkte oplage van 50 stuks.
Iedereen is van harte welkom van 13.00 tot 17.00 in Stripwinkel Dick Bos.
Burgemeester Baumannlaan 119 a, Rotterdam-Overschie.
Comixiade @ABC Treehouse: book presentation, panel discussion and comics jam
Comixiade is an international network of comic strip artists and scenarists. In 2011 and 2012, Platform Spartak, in cooperation with a number of comics organisations throughout Europe, organized a string of workshops (‘comics jams’) in which artists from all over Europe and beyond met, mingled, and created awesome comics artwork together.
Their themes included migration, alienation, the new island state of Europe and many others.
Comixiade: The Book is an anthology of this project, containing all the artwork created, essays on the ideas behind Comixiade, and photo impressions of the events themselves. The project was funded by the European Cultural Foundation, the Book’s crafty design is by Lukas Malak and Aneta Bendakova (Czech Republic).
Zondag 3 november vindt de boekpresentatie plaats in The ABC Treehouse te Amsterdam. Tevens een panelgesprek over buitenlandse strips met Marcel Ruijters, Canan Marasligil en Joost Pollmann. Zie hier voor meer info.
Superhelden expositie in Tilburg
Studio Moan en Uitgeverij Wuft organiseren in samenwerking met NS16 de tentoonstelling ‘Superschelden’, geïnspireerd op een groot aantal krachttermen van striphelden uit de jaren ’60.
Dit zijn slechts twee van de twaalf verwensingen uit de expositie ‘Superschelden’. Helden als Spinneman, Batman en de Groene Lantaarn foeterden deze woorden in de Nederlandse comicpagina’s uit de jaren ‘60. In deze periode, die gepaard ging met een algeheel gevoel van optimisme, maakten horror en duisternis plaats voor positieve heldhaftige stripverhalen. Deze ‘Silver Age’ werd gekenmerkt door zijn fantasie, optimisme en kneuterigheid. Dit is direct terug te zien in de vaak haast sullige “scheldwoorden”, zoals ‘sapperdekriek!’ en ‘alle konijnenvellen!’
Zeefdrukken
Deze blijkbaar heldhaftige manier van frustratie of verbazing uiten dient als inspiratiebron voor een super-serie van twaalf zeefdrukken, gemaakt door verschillende jonge illustratoren. Maarten Donders, Bobbi Oskam, Levi Jacobs, Rik Wielheesen, Merel Cremers, Robin Nas, Martijn Moedars, Lennard Kok, Yngwie Boley, Sjors Tomlow, Nik van Es en Jasmijn de Nood hebben deze scheldwoorden omgezet in een mieterse zeefdruk. Al deze zeefdrukken worden tentoongesteld in het weekend van 15, 16 en 17 november in culturele broedplaats NS16 in Tilburg, aangevuld met comics, tekeningen en superheldenfilms uit de sixties. Ook is er gelegenheid om één van de zeefdrukken aan te schaffen: alle werken worden te koop aangeboden in een oplage van tien.
Opening
Op vrijdag 15 november wordt de tentoonstelling om 17.30 feestelijk geopend met euvele drankjes en knallende melodieën. De rest van het programma en een overzicht van alle deelnemende illustratoren (en superhelden) is te vinden op www.superschelden.nl
Tijdens de elfde editie van de Stripdagen Haarlem, die in het eerste weekend van juni plaatsvindt, staat de Arabische strip centraal. Programmadirecteur Joost Pollmann licht toe.
In de thematentoonstelling Chouf! Qra! (Kijk! Lees!) wordt het werk van tien stripmakers uit de Arabische wereld getoond, waaronder Marokko, Egypte en Soedan. Van hen zijn strips, cartoons en andere publicaties te zien, evenals stripbladen en albums.
Al sinds de eerste editie in 1992 van Stripdagen Haarlem kijkt het stripfestival ver buiten de landsgrenzen. Eerder kwamen onder meer Brazilië, Scandinavië en Indonesië aan bod. Waarom eigenlijk? ’Op een paar liefhebbers na weten mensen vaak niets over strips uit andere landen. Het is gewoon nodig dat men weet dat het er is en wat er allemaal is. Ik heb daarom ook nu weer geprobeerd om zoveel mogelijk tijdschriften en boeken te verzamelen,’ vertelt Joost Pollmann, programmadirecteur en samensteller van de expositie. ‘Oost-Europa hebben we in de vorige editie toegankelijk gemaakt met een online database en een tentoonstelling. Nu geven we een beeld van de Arabische strip, die op dit moment erg in ontwikkeling is. Er ontstaan nieuwe initiatieven, er komen nieuwe stripbladen uit en een jonge generatie stripmakers laat van zich horen. Die ontwikkeling staat eigenlijk los van de Arabische Lente, al is de aandacht die de regio’s daardoor krijgen een gelukkig toeval voor ons. Het lijkt nu alsof we daarop inspelen, maar ik was al een jaar met mijn onderzoek bezig voordat de volksopstand in Tunesië begon.’
Censuur
Behalve laten zien wat er allemaal is, hoopt Pollmann ook zekere vooroordelen te ontkrachten: ‘Mensen hebben veel vooroordelen en aannames, die worden natuurlijk ook erg gepusht door een zekere blonde politicus. Een zo’n hardnekkig misverstand is dat het maken van afbeeldingen in islamitische landen verboden zou zijn. Maar is er is juist ontzettend veel beeld, alleen in de moskee mag het niet. In de gebedsruimte zijn vooral arabeske en abstracte vormen te zien. Daarbuiten wordt er gewoon gefilmd, getekend en gefotografeerd.’
Censuur kennen de landen wel, hetzij vanuit de heersende macht of vanuit de religie, al verschilt de mate van land tot land. Onder Mubarak werd in 2009 de striproman Metro van Magdy El Shafee een jaar na publicatie verboden. Deze grafische roman over het drukke en rumoerige leven in Caïro, met corrupte politici en criminele jongeren, beviel het regime van Mubarak niet. El Shafee werd door zijn verboden boek voor buitenlandse stripliefhebbers en journalisten een boegbeeld voor de Egyptische stripcultuur.
‘Het ergste geval van censuur is natuurlijk Ali Ferzat uit Syrië,’ vertelt Pollmann. ‘De geheime politie sloeg de cartoonist in elkaar, brak zijn vingers en dumpte hem langs de weg. Naar verluidt was de directe aanleiding voor deze aanval een cartoon waarop Assad bepakt en bezakt probeert mee te liften met Khadaffi, die per jeep de stad verlaat. Het is ironisch dat voordat Assad aan de macht was, hij een fan was van het werk van Ferzat.’
Facebook
Ferzat is een van de stripmakers van wie er werk te zien is in Chouf! Qra! Iedere stripmaker vertegenwoordigd een land, zodat er verschillende aspecten van de Arabische strip worden getoond. Zoals Kifah al Reefi. Hij was een bekend tekenaar in de landen rond Irak en is gevlucht voor Saddam Hoessein die zijn cartoons niet kon waarderen. Hij woont tegenwoordig in Amsterdam-Noord. ‘Zijn geschiedenis is interessant, want exemplarisch voor veel tekenaars uit moeilijke politieke landen. Reefi heeft een prachtige woordeloze stijl, je moet als kijker meedenken om de symboliek van de prenten te interpreteren. Hij tekent veel over identiteitsproblemen en traumatische ervaringen.’
Sara Qaeduit Bahrein publiceert haar politieke prenten over de Arabische Lente op Facebook en Twitter. ‘Voor onze begrippen neemt ze een nogal radicaal standpunt in. Ze is van mening dat het volk is opgehitst door Hezbollah en Iran om de eenheid in het land te verstoren.’
Ook zijn er strips over The 99 te zien: een groep superhelden die genoemd is naar de negenennegentig namen of eigenschappen van Allah. De helden danken hun krachten aan een handvol mystieke Noor Stenen en strijden tegen het onrecht in de wereld. ‘De bedenker hiervan, Dr. Al-Mutawa, wilde iets plaatsen tegenover het negatieve stereotype beeld van de Arabier. Ook wilde hij de Arabische jeugd nieuwe rolmodellen bieden. Overigens zegt hij er wel expliciet bij dat het geen islamitische helden zijn, maar superhelden die islamitische waarden vertegenwoordigen, zoals tolerantie en moed,’ zegt Pollmann. Saillant detail: de comics worden door Amerikaanse vrouwen getekend.
Het is niet alleen politiek of escapisme wat de klok slaat. Recent werd het magazine Tok Tok uit Cairo opgericht. Met een kleine oplage vooral populair bij een hip, jong publiek. ‘Het blad staat vol met alledaagse taferelen. Mannen die twijfelen of ze wel of niet hun baard moeten afscheren, verhalen vol straatscènes waarin men met de scooter door de stad rijdt. En het ziet er allemaal heel luchtig uit. Niet dat dat een reactie is op de zwaarte van het leven daar overigens. Al zijn in de strips agenten en officieren wel prominent aanwezig.’ Mohammed Shennawy uit Egypte is de aanvoerder van Tok Tok, hij is een representant van de nieuwe jonge stripmakers in de Arabische regio. ‘Een heel goede tekenaar, zijn stijl lijkt veel op die van de Franse stripmaker Philippe Vuillemin. Maar dat berust op toeval, hij heeft Vuillemin pas kortgeleden ontdekt.’
Kinderwerk
Pollmann schreef een essay dat Forum, centrum voor multiculturele ontwikkeling, tegelijkertijd met de expositie uitbrengt. De stripspecialist geeft hierin voorbeelden van de Arabische stripcultuur. ‘De Arabische landen hebben een veel langere stripgeschiedenis dan dat ik aanvankelijk dacht. In de negentiende eeuw had je al satirische tijdschriften, net als hier. De geschiedenissen verlopen eigenlijk parallel. Wij hadden de Pep, zij Sinbad en andere jeugdbladen. Het merendeel van de huidige markt bestaat uit commercieel product gericht op jonge lezers. Disney is bijvoorbeeld actief in tien landen in het Midden-Oosten, ook Superman is in het Arabisch te lezen. Populaire stripbladen als Majid en Basim worden in oplagen boven de 100.000 exemplaren uitgebracht. De graphic novel-markt, strips voor een volwassen publiek gemaakt door auteurs, is klein maar in opmars. Er zijn veel initiatieven van jonge stripmakers, maar de zichtbaarheid van het medium is over het algemeen niet groot door slechte distributie en kleine oplagen.’
Manga
Natuurlijk moet men oppassen met het trekken van algemene conclusies bij een begrip als ‘Arabische strip’: we praten over stripculturen uit verschillende landen, geen homogeen gebied. Toch vielen Pollmann enkele overeenkomsten op in de twee jaar dat hij onderzoek deed. ‘Als je de typografie even wegdenkt, die overigens wel erg mooi is trouwens, is het opvallend hoe westers de strips ogen. Ik zie qua stijl niet veel verschillen met de Europese strip. Opvallend veel stripmakers tekenen in de manga-stijl. (Japanse strip met een expressieve stijl, red.) Op zich is dat logisch, want manga is op dit moment wereldwijd ontzettend populair bij jongere tekenaars, van Afrika tot Oost-Europa. Ook opvallend is het vrij grote aandeel van vrouwen onder de stripmakers. Ik heb een aantal Libanese stripmaaksters gesproken en van hen heb ik begrepen dat mannen vooral een “echte” loopbaan volgen. Strip maken wordt als beroep niet serieus genomen omdat men in de Arabische landen het medium toch vooral als leesvoer voor kinderen ziet. Precies zoals hier in de jaren tachtig.’
Maar er gloort hoop volgens Pollmann: ‘Naarmate meer tekenaars zich zullen bezighouden met verhalen voor volwassenen, al dan niet met politieke onderwerpen, zullen pers en publiek meer waardering krijgen voor het medium.’
De tentoonstelling Chouf! Qra! is tijdens de Stripdagen Haarlem in Galerie 37 te zien, in oktober en november ook in het Persmuseum te Amsterdam. Joost Pollmann geeft ook een gratis lezing over de Arabische strip in de Stadsbibliotheek van Haarlem op 2 juni om 16 uur.
Zie ook: www.stripdagenhaarlem.nl
En verder biedt de Stripdagen Haarlem:
Stripatlas
De Stripdagen Haarlem werpt de blik ook op de Nederlandse stripcultuur. Via de digitale Stripatlas wordt met één klik duidelijk waar stripwinkels, stripinitiatieven en stripmakers te vinden zijn. Nederland telt namelijk een aantal boeiende strip scenes, van de Inktpot in Utrecht, G’runn in Groningen tot stripantiquariaat Lambiek in Amsterdam. Stichting Beeldverhaal maakte deze geografische inventarisatie, na het festival zal Stichting Stripstift de gegevens updaten en aanvullen. De Stripatlas is bedoeld voor de branche en voor iedereen die op zoek is naar praktische stripinformatie.
Exposities
Traditiegetrouw zijn er veel exposities tijdens de Stripdagen Haarlem over stripmakers en beeldcultuur. Een kleine greep uit het aanbod: Turkartoon in Hotel Lion D’or laat de rijkdom zien van de hedendaagse Turkse strip; in Galerie Année II is een intergalactische expositie naar aanleiding van 15 jaar stripcollectief Lamelos; in een overzichtstentoonstelling van Joost Swarte in Tipitina hangt werk dat niet in zijn recente bundeling (Bijna) Compleet staat en de tentoonstelling bij Mark Keppel Lijstenmakerij & Galerie toont het ontwerpproces van het affiche voor de Stripdagen Haarlem 2012, ontworpen door huisstijltekenaar Peter van Dongen.
Muziek en strips Zaterdagavond 2 juni is in het Patronaat het Zone 5300 festival. Zone 5300 is een tijdschrift gewijd aan strips, cultuur en curiosa. Op het podium onder meer striptheater met Eefje Wentelteefje en rock uit de Verenigde Staten met Swearing at Motorists/Marble Alley. Tussen en tijdens de optredens zijn cartoonjocks (live-striptekenen op muziek) actief. In samenwerking met de Turkatoon-expositie brengt Zone 5300 een special uit waarin een zestal Turkse striptekenaars voor het voetlicht wordt gebracht die behoorlijk afwijken van het beeld dat we hier hebben van Turkse cartoonisten.
Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #21 2012.
Hier staan Peter Pontiac en Joost Pollmann gebroederlijk naast elkaar. Niet zo gek, de heren komen ook daadwerkelijk uit hetzelfde nest. Pontiac maakt al zo’n veertig jaar strips en illustraties, terwijl broer Joost over het beeldverhaal schrijft. Pollmann voegt een belangrijke stem toe aan de stripjournalistiek vind ik. Afgelopen donderdag presenteerde hij zijn nieuwe boek ‘Letterlijk & Figuurlijk: Strips kun je anders lezen’.
Dit boek gaat over de manieren waarop je grafische romans zou moeten lezen: langzaam, met oog voor beslissende details. Zorgvuldig, zoekend naar denkbeelden. En sensueel, want er val veel te ruiken, te horen en te voelen, aldus de achterflap van het boek, dat overigens prachtig is uitgegeven door De Buitenkant.
Je kon ter plekke middels zeefdruktechniek de rug van je exemplaar van een titel laten voorzien.