Dit is een mooi gemaakte video met een boodschap die we al eerder hebben gehoord.
Toch plaats ik hem. Ik ben het deels eens met het sentiment, maar ook sluit ik me aan bij wat Karin erover zei op haar blog, waar ik de video zag, namelijk: het is niet de ‘fout’ van het internet. Technologie op zich is niet slecht, het is wat je ermee doet.
Dus niet met je smartphone bezig zijn als je door de stad fietst of autorijdt!
Sociale media kunnen handig zijn voor allerlei redenen. We leven wat dat betreft in een spannende tijd met alle technologische ontwikkelingen waar we in de pakweg 20-25 jaar mee te maken hebben gekregen. Ik denk dat men over 500 jaar zal terugkijken op deze periode als de nieuwe middeleeuwen. Het web en alles wat daarmee samenhangt, van sociale media tot blogs: het is qua impact mijns inziens vergelijkbaar met de uitvinding van de boekdrukkunst. Onderzoekers zullen bestuderen hoe deze generatie en de volgende een vorm proberen te vinden om deze nieuwe communicatietechnieken in hun leven te integreren. Dus: enjoy the ride. En bovenal: zorg dat je je eigen publicatieplek hebt en geef je autonomie niet aan de kerk die Facebook heet.
En ja, doe vaak genoeg dat scherm uit en ga naar buiten om de lucht op je huid te voelen, vrienden en familie te zien en bovenal om de andere realiteit te ervaren. Maar dat weet je allang, dus dat hoef ik je niet te vertellen.
Dit jaar bestaat het fenomeen bloggen 20 jaar. Dat vond Karin Ramaker een mooie aanleiding om verschillende Nederlandse bloggers drie vragen voor te leggen. Aan mij stelde ze deze vragen ook. In het begin aarzelde ik. Hoewel ik het een sympathiek project vind, vroeg ik me af of ik nog iets te zeggen had over bloggen. Juist wel zo bleek, want ik bevond me net in een transitiefase. Door Karins vragen te beantwoorden kreeg ik de gelegenheid voor mezelf wat zaken op een rijtje te zetten. Aangezien dit ook belangrijk is voor de richting die mijn blog vanaf nu inslaat, publiceer ik hier de antwoorden ook.
Bedankt Karin dat je me hiervoor vroeg en voor het feit dat je vragen mij nieuwe inzichten verschaften.
1. Wat is de voornaamste reden dat je een blog bijhoudt?
De reden om te bloggen is in de loop der jaren veranderd. Eigenlijk schrijf ik mijn hele leven al artikelen, verhalen en dat soort dingen. Lekker rammen op een oude typemachine. Op de basisschool gaf ik samen met vriendjes diverse krantjes uit. Als tiener en twintiger hield ik een dagboek bij. Eerst in schriftjes, later digitaal op mijn pc. Tijdens mijn studie filmwetenschap ben ik journalistiek werk gaan doen, wat eigenlijk in het verlengde lag van wat ik al deed. Ik ben in 2006 begonnen met bloggen omdat ik als freelancer bepaalde ideeën voor artikelen niet bij opdrachtgevers kwijt kon maar die artikelen toch wilde schrijven. Bloggen was het perfecte medium om mijn activiteiten als schrijver en videomaker voort te zetten en een prachtige mogelijkheid om heel snel en direct mijn fascinaties met de wereld te delen. Online publiceren was een spannend en nieuw avontuur. Al snel werd mijn blog een platform om veel over strips te schrijven. Ik had de hoop dat ik als stripjournalist het medium bij een breed (online) publiek onder de aandacht kon brengen en dat er dan meer mensen strips zouden gaan lezen. Daarnaast was mijn blog een onderdeel van mijn site michaelminneboo.nl en dus tevens portfolio om potentiële opdrachtgevers te laten zien wat ik kan en wat ik voor ze kan betekenen.
De laatste tijd besef ik het promoten van de strip toch enigszins een donquichoteske missie is. Over strips zal ik altijd schrijven, want dat is nu eenmaal een van mijn grootste interesses, maar recent heb ik besloten dat mijn blog weer een plek wordt waar ik dingen ga publiceren waar ik zin in heb, zonder rekening te houden met de Nederlandse stripwereld. Al een tijd publiceerde ik namelijk stukken waarvan ik vond dat ik ze moest publiceren: nieuwtjes over strips, aankondigingen van exposities en nieuwe uitgaven, besprekingen, dat soort dingen. Daardoor werd het bloggen onderdeel van mijn dagelijkse werk en ging het me tegenstaan. Eigenlijk hoort bloggen geen werk te zijn. Tenzij je voor een bedrijf blogt wellicht. Om de lol er weer in terug te krijgen heb ik besloten al die verplichtingen los te laten. Nu is het blog dus eigenlijk weer terug bij het begin: Minneboo’s fascinaties en verwonderingen.
2. Wat is altijd constant gebleven in je blog en hoe je blogt en wat is door de jaren heen veranderd?
Ikzelf ben de constante factor: ik ben aanjager, schrijver en hoofdredacteur van mijn blog. Constant zijn ook de onderwerpen waarover ik schrijf: strips, media, koffie en film, daarnaast soms wat persoonlijke stukken, maar ik zou mezelf niet als digibitionist willen bestempelen. Daarvoor hou ik privé toch teveel afgeschermd. De manier waarop ik mijn blogposts onder de aandacht breng is wel aanzienlijk veranderd, wat alles te maken heeft met sociale media. Vroeger plaatste je je artikel online en kwamen mensen uit zichzelf of via rss-feeds bij je langs. Nu moet je veel meer werk maken van het onder de aandacht brengen van je content, via Facebook en Twitter. De bloggers zijn dus marketeers geworden. Eigenlijk is dat een ongelukkige ontwikkeling. Maar goed, als je zegt: ‘het maakt me niet uit hoeveel bezoekers ik trek’, dan hoef je er natuurlijk niet aan mee te doen. Aangezien ik geen adverteerders tevreden hoef te houden, hoef ik niet per se te pluggen op Facebook of Twitter. Maar dat niet doen, scheelt wel bezoekers, aangezien iedereen aan een Facebookinfuus lijkt te zitten.
3. Kun je een moment beschrijven waardoor je blog zijn waarde en kracht liet zien?
Over het algemeen gezegd heb ik door het online publiceren contacten gelegd met mensen die ik in het echte leven niet zo snel ontmoet had. De meerwaarde is dat je eens met elkaar afspreekt. Daar zijn mooie vriendschappen uit ontstaan. Verder heb ik werk gekregen via mijn blog: stukken voor de krant geschreven, blogcolleges en lezingen. Daarbij merk ik dat mijn blog in de stripwereld is opgevallen: mijn artikelen en video’s worden gelezen en bekeken door stripmakers en –lezers. De belangrijkste waarde van bloggen is echter een persoonlijke: je gaat er beter van schrijven, juist omdat je het zo veel doet. En daarnaast is het natuurlijk ontzettend fijn om je eigen podium te hebben.
Een goed blog heeft persoonlijkheid. Daar bedoel ik mee dat als de blogger vanuit zichzelf schrijft, zijn persoonlijkheid in het blog gereflecteerd wordt. En dat geldt niet alleen voor dagboekbloggers, maar net zo goed voor iemand als ik die vooral veel over strips en beeldcultuur schrijft.
Het mooie aan bloggen is dat je vanuit je eigen perspectief over zaken kunt schrijven die je fascineren. Je hoeft je daarbij aan niemand te verantwoorden of eerst je onderwerpen aan een redactie te overleggen. Je schrijft, fotografeert of videoot en publiceert het even gemakkelijk online.
Karin zei laatst tijdens een koffiedate met Marco dat ze persoonlijke stukken een beetje miste op mijn blog. Daar heeft ze gelijk in: ik blog minder over mijn leven en dagelijkse ervaringen dan ik wellicht vroeger deed. En ook al ben ik geen life-blogger zoals Sisterdew bijvoorbeeld, toch denk ik er wel eens over na of dit blog persoonlijk genoeg is.
In mijn onderwerpskeuze, invalshoek, oordeel en wat ik wel en niet over dat onderwerp vertel, laat ik al veel van mezelf zien. De Daily Webhead video’s maak ik vanuit mijn nieuwsgierigheid.
In mijn keuze van stripnieuws bijvoorbeeld: ik breng alleen het nieuws dat ik interessant vind of wat ik denk dat mijn lezers zal boeien. Datzelfde gaat tot zekere hoogte op voor de boeken die ik bespreek, al schrijf ik ook wel eens iets in opdracht wat me persoonlijk minder boeit. Maar zelfs in zo’n geval probeer ik iets in het onderwerp te vinden wat me aanspreekt.
Wie vanuit zichzelf blogt en eerlijk is, maakt in wezen een zelfportret in woord en beeld. Je blog is dus eigenlijk een zelfportret. En net als bij een getekend of gefotografeerd zelfportret, biedt je blog een herkenbaar, doch ietwat vertekend plaatje. Bepaalde details benadruk je, anderen laat je weg. De keuzes die je maakt zijn een statement op zich.
Elke dag bloggen? Het moet geen moetje worden, vind ik. Nu blog ik wel bijna dagelijks, maar als ik mezelf voorneem om iedere dag te bloggen… pfff, dan heb ik er eigenlijk geen zin meer in.
Het posten van artikelen is onderdeel van mijn werk, maar het moet niet echt werk worden. Dat wordt het vaak natuurlijk wel. Hele schema’s spoken door mijn hoofd, rubrieken worden bedacht, afgekeurd en anderen worden gestart.
Toch wil ik niet te planmatig te werk gaan en te veel voorprogrammeren. Het is veel leuker om een blogpost te schrijven en deze meteen te publiceren dan dat ik hem voor volgende week maandag klaarzet. De urgentie is er dan een beetje van af.
Karin Ramaker post vaak twee of drie stukken per dag. Het maakt haar niet uit dat ze twee uur al iets heeft gepubliceerd. Ze stapelt post op post. Ik denk wel eens: dan krijgen de vorige posts niet genoeg ruimte om door mensen gezien te worden. Maar dat is deels onzin: veel bezoekers komen toch via Google direct op een post binnen en die bezoekers malen toch alleen maar op het resultaat van hun zoekopdracht. En vaste bezoekers bladeren toch vooral door je blog en blijven hangen bij wat ze interessant vinden.
Toch… het moet geen moetje worden. Ik wil juist relaxter dan ooit bloggen en me niet laten leiden door dat stemmetje in mijn hoofd. Dat betekent een paar keer per dag en soms dagen niet. We moeten al zo veel in het leven, daarom moeten we onszelf geen slaaf maken van voornemens.
Blog als je iets kwijt moet. Als je iets wil vertellen en delen. Niet omdat je agenda dicteert dat er weer een post uit moet.
Dagelijks bloggen deed ik tot voorkort ook op mijn fotoblog, maar na ruim 21/2 jaar vind ik het wel weer mooi geweest. Ik hou het blog aan en plaats een foto zodra ik een mooie heb, maar ga er niet meer iedere dag voor aan de slag.
Op mijn blog zul je geen advertenties en advertorials aantreffen. We worden iedere dag al doodgegooid met reclame, daarom hou ik mijn webstek graag reclame-vrij. Advertorials plaats ik niet, want ik vind dat dit mijn geloofwaardigheid als journalist zou aantasten.
Advertorials, dat zijn commerciële teksten, reclames, verkleed als redactionele bijdragen. Teksten over een product met de bedoeling dat je dat product gaat aanschaffen.
Als journalist is voor mij waarheidsvinding heel belangrijk. Je moet erop kunnen vertrouwen dat wat ik schrijf, strookt met de waarheid. We weten allemaal dat reclames allesbehalve de waarheid verkondigen. Die twee gaan dus niet samen op een journalistiek blog. Punt.
Bloggers als Nalden neem ik niet serieus: Nalden claimt dat hij alleen schrijft over producten die hij tof vindt, en misschien is dat ook wel zo en wordt zijn mening niet gekleurd door het bedrag dat hij voor een blogpost krijgt. Toch zie ik zijn blog als niet meer dan een verlengstuk van het pr-apparaat van de bedrijven en producten waar hij over blogt. Een virtuele reclamefolder van een blogger wiens smaak mij niet interesseert overigens.
Iedere blogger moet natuurlijk voor zichzelf bepalen of advertenties en advertorials bij ze past. Je hebt bijvoorbeeld genoeg beautybloggers op het web die geregeld advertorials plaatsen. Zolang je die advertorials duidelijk onderscheid van de rest van je content kan het wel, denk ik. Het is belangrijk dat je bezoekers duidelijk kunnen zien wat reclame is en wat niet.
Wil ik dan geen geld verdienen met bloggen?
Natuurlijk wel en dat doe ik ook. Ik krijg opdrachten op basis van wat ik op mijn blog publiceer, ik geef lezingen over mijn specialisaties, ik ben gespreksleider, interview mensen in opdracht en soms geef ik les over bloggen. Dat komt allemaal onder andere omdat ik een levendig blog heb.
Als ik een strip recenseer of onder de aandacht breng via Minneboo leest, maak ik toch ook reclame voor die strips?
Strips onder de aandacht brengen is wat ik doe. Daar ben je stripjournalist voor. Soms doe ik dat door een interview me stripmakers. Soms doe ik dat door een duidelijk oordeel over een bepaalde strip te vellen middels een recensie. Ik probeer vooral aandacht te geven aan strips die ik goed vind, maar soms voel ik ook de neiging om uitgaven te behandelen die je naar mijn mening beter niet kunt kopen.
Betekent dit allemaal dat ik nooit ads zal toelaten op mijn blog?
Misschien dat ik in de toekomst advertenties zal plaatsen over bijvoorbeeld nieuwe stripuitgaven en stripwinkels. De advertenties moeten dus thematisch verantwoord zijn, ik moet de uitgeverij en stripwinkel sympathiek vinden en de advertenties moeten het design van mijn site niet overheersen.
Hoewel op waarheid berust is het wel eens zo dat ik een bepaald gevoel vermeng met een oudere gebeurtenis en kneed dit tot een blog. Het kan ook zijn dat ik ergens over tob en het koppel aan een oude herinnering of gedachte en daar een blog van pruts. ‘Je moet wel aangeven wanneer iets gebeurd is hoor’ riep iemand gisteren. Ze was anders bezorgd. Toen ik even later naar huis fietste bedacht ik me dat dit dus alleen geldt voor zwaardere blogs. Als het namelijk helemaal goed met je gaat in een blog vraagt niemand ernaar.
Deze zin bleef bij me hangen: ‘ Je moet wel aangeven wanneer iets gebeurd is hoor…’
Hoewel ik snap dat naaste vriendinnen zich zorgen kunnen maken als je een heftig stuk op je site plaatst, lijkt het me toch behoorlijk saai, zo’n disclaimer. Het is toch veel spannender als je niet zeker weet wat echt is en wat niet? Het spel tussen fictie en werkelijkheid vind ik al jaren fascinerend.
Niet alles hoeft waargebeurd te zijn om echt te zijn:
Esther Gerritsen, columnist in de VPRO Gids, had het er laatst nog over in een van haar columns. Ene Gerrit had namelijk een brief naar de redactie gestuurd waarin hij vroeg of Esther eens kon ophouden met over zichzelf te praten:
‘Ik schrok. Zou ik alles wat ik schreef zelf hebben meegemaakt? Gerrit, zeg me alsjeblieft dat dat niet waar is. Hoe leg ik Gerrit uit dat deze columns niet over mij gaan maar over hem? Hoe komt het dat hij mijn woorden serieuzer neemt dan ik? Dat hij meer in mijn werkelijkheid gelooft dan ikzelf?’
Geloof jij alles wat iemand blogt of op Facebook zet? Maakt het je wat uit?
Journalistiek
Nu sta ik deze week op dinsdag en donderdag weer voor een klas journalisten in opleiding aan de Hogeschool Utrecht. Meestal krijg ik dan de vraag of ik mijn blog als journalistiek beschouw. Ja, is het antwoord. Ik ben freelance journalist en veel van de blogposts heb ik oorspronkelijk geschreven voor publicatie in kranten of tijdschriften. Bij het maken van die stukken hanteer ik journalistieke methoden. Ook reguliere blogposts moeten feitelijk kloppen. Een journalist hoort nu eenmaal de waarheid te verkondigen. Je mag dus aannemen dat wat ik op mijn blog zet, naar mijn weten de waarheid is. En als er ergens een feitelijke onjuistheid in sluipt, dan hoor ik dat graag.
Mocht ik ooit fictieverhalen gaan schrijven, waar ik wel eens over dagdroom, dan zal ik dat duidelijk aangeven op mijn blog, want anders schaad ik het vertrouwen van mijn lezers.
Dichterlijke vrijheid
Maar dat betekent niet dat dit altijd voor bloggen geldt. Waarom zou een blogger zich geen dichterlijke vrijheid mogen veroorloven? Waarom zou een blogger niet gebeurtenissen van vroeger mogen opschrijven alsof ze nu gebeuren? Of gebeurtenissen mogen bedenken die mooi weergeven hoe de blogger zich voelt? Met andere woorden: waarom zou een blogger geen literaire technieken mogen toepassen?
Dat mag dus gewoon, al hangt het een beetje van de aard van het blog af. Aangezien Karin geen journalist is, maar een blog bijhoudt dat niet onder een noemer valt, kan ze zich allerlei vrijheden veroorloven.
Gaza
Maakt het dus uit of iemand honderd procent de waarheid blogt? Dat hangt van de context af en van wat er beoogd wordt. Berichten op live-blogs die het Israëlische leger en Hamas plaatsen en de mededelingen die ze via Twitter doen, zie ik vooral als een middel om propaganda te verspreiden en de publieke opinie te beïnvloeden. Sociale media worden daar ingezet om een conflict uit te vechten. Het waarheidsgehalte van die berichten moet door onafhankelijke journalisten gecontroleerd worden.
Even voor de duidelijkheid: over dit soort blogs heb ik het dus niet. En voor de studenten journalistiek geldt hetzelfde: hun journalistieke blogs moeten naar eer en geweten de waarheid bevatten. Tenzij ze naast nieuwsberichten ook columns schrijven. Dan geldt voor die posts wat ik nu maar even de Wet van Gerritsen noem.
Vlogs, ik ben er dol op. Zowel de talking heads die rechtstreeks in de camera kijken en hun verhaal doen, als uitgebreide video-items die je op blogs kunt vinden. Mensen geven een recensie van een apparaat of film, of ze vertellen iets over hun specialisme. Maar je hebt ook videoreportages over reizen, exposities of poëtische vlogs over de herfst, een strandwandeling of over een verdwaald duifje.
Vloggen biedt een levendig kijkje in iemands belevingswereld.
Laatst had ik het met Marco Raaphorst over videobloggen. Het werd een heuse vlog:
https://youtu.be/RVPV-gOui-E
Waarom zou je je als blogger alleen beperken tot het schrijven van teksten? Bloggen kan van alles zijn. Een blogpost kan allerlei verschillende mediavormen combineren. Tekst, video, foto’s, audio – lekker mixen die handel. Gebruik wat het beste je verhaal vertelt.
Ook hoef je geen televisie te maken, zoals Marco in de vlog zegt. Je kunt een reeks vlogs maken onder dezelfde naam, met titels in dezelfde typografie. Dat doe ik met de reeks Daily Webhead. Maar dat hoeft niet. Je geeft een video immers al een titel als je deze op YouTube zet of als je de video op je blog plaatst.
Karin Ramaker en Josephine Bronsgeest (aka Sisterdew) hadden een paar jaar geleden een vlogvraag: ze beantwoordden daarin de vraag van de ander en eindigde met een vraag.
Erg leuk vond ik dat. Ze zijn er al een tijdje mee gestopt, maar deze week hebben ze de videobrieven weer opgepakt. Karin gaf aan dat ze het nu wel anders aan wil gaan pakken dan eerst:
https://youtu.be/cUiV-VthtNI
Ik ben benieuwd Karin en Josephine!
En ook of blogger Jeroen Mirck de handschoen der vlog nog eens oppakt.
Vrijdag was ik in Den Haag om te meeten met Marco Raaphorst en Karin Ramaker. Bloggers onder elkaar praten natuurlijk over bloggen, zoals hier op de foto van Karin.
‘Wat in jouw persoonlijke leven heeft je werkveld beïnvloed en wat heeft het je gebracht?’ vraagt Karin Ramaker op haar blog. Haar post is een mooie gelegenheid om wat zaken voor mezelf op een rijtje te zetten.
Mijn persoonlijke interesse in strips en beeldcultuur heeft mijn werkveld bepaald. Ik schrijf over strips, beeldcultuur en film, interview stripmakers en kunstenaars en maak video’s over hen. Maar dat ik daar uiteindelijk voor gekozen heb, lag niet voor de hand. Ooit wilde ik filmmaker worden. Ik heb audiovisuele media gestudeerd aan de HKU en filmwetenschap aan de UvA, met als bijstudie journalistiek. Op de HKU heb ik filmtechnieken geleerd; bij filmwetenschap heb ik geleerd de ziel en constructie van een film te analyseren. (En nog wat andere dingen, maar dat terzijde.) Allemaal kennis die ik ook toepas bij het analyseren van strips.
Na een jaar lesgeven aan de UvA ben ik gaan freelancen. Stukken schrijven voor verschillende media en later een tijdje in vaste dienst voor Intermediair – schrijven over arbeid en werk, een heel ander onderwerp dan waar mijn hart lag, maar een goede manier om mijn pen te oefenen. Toen ik uiteindelijk weer ging freelancen besloot ik me te richten op een specifiek thema om mezelf te onderscheiden van mijn collega’s. De keuze was toen snel gemaakt. Over welk onderwerp raak ik nooit uitgepraat, wat blijft me eindeloos fascineren en inspireren en wat lees ik het liefste? Kortom, waar hou ik me graag me bezig en wil ik alles over weten? Strips en beeldcultuur dus.
Mensen associëren mij nu met het beeldverhaal, of herkennen mij nu in ieder geval als ‘die gast die over strips schrijft’. En dat is handig.
Nu schreef ik naast mijn werk voor Intermediair al geregeld over strips voor stripbladen en websites, maar toen ik me daarop ben gaan concentreren, werd niet alleen de frequentie groter, maar kreeg mijn identiteit als journalist ook een duidelijker vorm. Ik ben stripjournalist, zoals Dione de Graaff sportjournalist is. Mensen associëren mij nu met het beeldverhaal, of herkennen mij nu in ieder geval als ‘die gast die over strips schrijft’. En dat is handig.
Schoenmaker…
Nederland kent niet veel stripjournalisten. Goed, er zijn genoeg boekrecensenten die er af en toe een graphic novel bij doen, maar dat is net zo iets als een theaterrecensent een voetbalwedstrijd laten verslaan. Dat moet je niet willen.
Ook het bloggen heeft een grote invloed op mijn werkveld uitgeoefend. Ik heb het bloggen ontdekt in 2006. Daarvoor schreef ik al voor sites, maar af en toe een stukje inleveren of zelf bijna dagelijks een website runnen is heel andere koek. De kennis die ik vergaarde door het bloggen heb ik kunnen toepassen in mijn werk voor Intermediair, waar ik twee maanden na de geboorte van mijn blog begon te werken. Om de site IntermediairForward.nl te bestieren kwam kwam al die html- en SEO-kennis goed van pas.
In de loop der tijd is het bloggen heel belangrijk geworden voor mijn werk, mijn creativiteit en mijn persoonlijk leven. Ik heb veel nieuwe mensen ontmoet door het bloggen en daar zijn een paar dierbare vriendschappen uit ontstaan. Mensen die ik zonder het web en onze activiteiten daarop nooit had ontmoet waarschijnlijk.
Werkhobby Mijn persoonlijke interesses zijn dus bepalend geweest voor mijn werkveld. Daarmee prijs ik mij gelukkig, want er is bijna niets leukers dan te mogen schrijven over zaken die je echt interesseren.
Al heeft dit natuurlijk ook een schaduwzijde: wie van zijn hobby zijn werk maakt, heeft geen hobby meer. Met andere woorden: alles wat ik te weten kom over strips, alles wat ik verneem uit de stripwereld, ieder bezoekje aan de stripwinkel, ieder beeldverhaal dat ik onder ogen krijg, is werk. Kan ik er iets mee? En zo ja, wie bied ik dit artikel aan? Zelfs als ik strips voor de lol lees, zoals de bundel Fantastic Four-verhalen van John Byrne in de Marvel Visionaries-reeks die ik nu aan het lezen ben, zit mijn brein te pruttelen op een artikel of blogpost hierover. Mijn werkveld heeft dus ook mijn persoonlijk leven sterk beïnvloed.
Na de World Press Photo tentoonstelling, zijn Marco, Karin, Linda en ik wat gaan eten bij De Bekeerde Suster waar ze supergoede hamburgers serveren. Je gaat het leven toch wat zonniger inzien door een goede maaltijd en dito gesprekspartners.
Het internet, ondanks alle zuurpruimen die er hun kleinzielige meninkjes verkondigen, blijf ik er dol op! Vooral bloggen. Wat is het toch heerlijk om een gedachte op te schrijven en deze meteen met de wereld te kunnen delen. Of om een foto of een video te schieten om deze vervolgens meteen online te kunnen publiceren.
Ik ben dol op de vrijheid die deze vorm van publiceren me biedt. Het is mijn digitale speeltuin. Neem bijvoorbeeld Daily Webhead, mijn visuele dagboek waar ik iedere dag een foto op publiceer. Tenminste, daar is het mee begonnen, om momenten vast te leggen die ik niet wil vergeten. Simpelweg fotograferen met mijn telefoon.
Al snel wilde ik ook dingen laten zien die ik tegenkom en mooi vind. Street art, bijvoorbeeld of een opvallend schilderij aan de muur van het restaurant waar ik zit te eten.
Geen televisie
Daarna bedacht ik me dat ik me helemaal niet tot statisch beeld hoefde te beperken. Waarom niet af en toe een video op dat blog zetten? En waarom moest die video eigenlijk een afgerond geheel vormen? Waarom moeten webvideo’s überhaupt gemaakt worden alsof het op televisie moet worden uitgezonden? Je kunt een afgeronde reportage maken, maar je video kan net zo goed één shot zijn, een momentopname. Een levende herinnering.
En zo maar door. Beperkingen die ik mezelf eerst oplegde, vervagen in de loop van de tijd. Als ik nu een stripplaatje wil plaatsen van een strip die ik las en recenseerde, dan doe ik dat. Alles kan. De redactie voer ik immers zelf. En als ik morgen besluit dat het mooi is geweest, dan stop ik ermee. Het moet geen verplichting worden. Die heb ik immers al genoeg.
Als YouTube er tijdens mijn studiejaren op de HKU al had bestaan, had mijn leven er wellicht anders uitgezien. Toen werden mijn videoproducties maar door een handjevol ogen gezien, tegenwoordig is er een potentieel miljoenenpubliek. (Potentieel welteverstaan, want de meeste video’s worden maar een paar honderd keer bekeken, maar toch…) En dat werkt twee kanten op, want de poel van informatie lijkt oneindig: ik zie, lees, ontdek, en verbaas me over zoveel dingen dat mijn hoofd er soms van duizelt. Maar wat een verrijking.
Inspiratie
Recent gaf Karin Ramaker aan dat mijn fotoblog haar inspireerde tot de #PHOT: een vrije foto-opdracht op dinsdag. Ze stuurde me recent een paar vragen over mijn fotoblog en publiceerde die op haar site. Grappig dat een van mijn projecten haar inspireerde, want vaak kom ik weer op ideeën door haar blog. Elkaar inspireren, dat is misschien wel de grootste kracht van het bloggen.
Zojuist zat ik voor de lol mijn fotodagboek vanaf het begin door te bladeren. Veel herinneringen kwamen weer terug. Het viel me op dat ik in het begin veel meer dan nu frames van films plaatste die ik gekeken had. Eigenlijk best leuk. Een fotodagboek kan immers van alles zijn, ook een verzameling van de films die je kijkt. Ik denk dat ik dat ook weer ga oppakken. Verwacht dus meer filmbeelden binnenkort.
Vorig jaar was daar opeens Het Blogbal: een paar honderd meter van de Stadschouwburg waar het Boekenbal plaatsvond, was er een feestje speciaal voor bloggers: Het blogbal. ‘Dit jaar moet het ‘echt rock-‘n-roll worden,’ aldus de organisatie.
Ik heb er zin in! Het Blogbal is een speciale ontmoetings- en feestavond voor bloggers. In 2011 stak een groep bloggers haar nek uit om het Blogbal voor de eerste keer te organiseren. Bedoeld als een dwars antwoord op het Boekenbal, waar de literaire waarde van de Nederlandse schrijverswereld geëtaleerd wordt, terwijl het bloggen levendiger is dan ooit en soms toch ook literaire hoogstandjes bevat.
Laat ze maar kletsen
Een tijdje geleden zat ik samen met bloggers Oudzeikwijf, MrsvanP, René van Densen en Jeroen Mirck in De Balie om te toosten op het bloggen en te brainstormen over het blogbal. Er kwam vorig jaar wat kritiek op het Blogbal. Ook van mijn kant overigens. Net als de meeste collega’s wilde ik vooral andere bloggers ontmoeten en gezellig bijpraten. Door het muzikale programma waarin soms zware nummers werden opgevoerd, was dat praten niet altijd mogelijk. Deze kritiek heeft de organisatie geïnventariseerd en daarom is besloten om de tweede editie eenvoudiger van opzet te laten zijn. ‘De mensen willen samenkomen, wat met elkaar praten, een biertje of een wijntje drinken, en wat dansen. Een exorbitant feest als het boekenbal is voor de bloggers niet zo nodig, blijkbaar.’
Kalebas
De Kalebas is de mascotte van deze tweede editie. De Kalebas is een dwaze uitvinding van het absurdistische weblog KutBinnenlanders, en dit jaar verkozen door de Blogbalorganisatie als thema. ‘Iedere editie willen we met iets bijzonders uit het afgelopen “blogseizoen” uitpakken, en De Kalebas sprong er voor ons echt uit,” aldus de Blogbal-organisatie. ‘Voor ons staat De Kalebas juist voor deze aanpak: loslaten en concentreren op de essenties. Alles wat niet nodig is eruit, en concentreren op wat Het Blogbal gewoon moet zijn: een feest voor en door bloggers, waar ze met
hun fans kunnen bier drinken en dansen.’
Dat dansen kunnen mensen op de muziek die DJ Hallie Lama, niet onbekend in de stripwereld zou ik zeggen, zal draaien die avond.
Blogparel
Net als vorig jaar wordt er een Blogparel uitgereikt voor ‘de best geschreven blogpost van het afgelopen jaar.’ Mensen die mij kennen weten dat ik een broertje dood heb aan blogprijzen. Ik vind bloggen een prachtig medium, dat vooral in alle vrijheid moet plaatsvinden. Het feit dat een elitegroepje gaat bepalen wat goed of slecht bloggen is, staat me dan ook tegen.
Ik snap ook wel dat de organisatie van de Blogparels het goed bedoeld en dat prijzen ook een positief effect kunnen hebben. (Ik heb zelf ook wel eens in stripjury’s gezeten omdat het media-aandacht voor het beeldverhaal genereert.) Maar over het algemeen denk ik dat Nederland een overschot aan wedstrijden heeft en hou ik me daar graag verre van. Dus ook wat de Blogparel betreft. Maar als mensen het wel leuk vinden, wie ben ik dan om ze tegen te houden? Ik ga wel even koffiedrinken tijdens de uitreiking.