Nederland is weer een stripbeurs rijker: op zaterdag 28 februari en zondag 1 maart wordt op het Noordereiland het eerste Internationaal Stripfestival Rotterdam georganiseerd.
In de zalen van het Hulstkampgebouw vind je vele stands van uitgevers, stripspeciaalzaken, magazines en verzamelaars, met stripboeken, comics, zeefdrukken, origineel artwork en figurines. Voor elk wat wils, want allerlei genres kom je er tegen: humor, avontuur, SF, fantasy, graphic novels, manga en small press. Verwacht ook nieuwe uitgaves en beursprimeurs.
(Hand)tekening
Daarnaast zijn er internationale en Nederlandse striptekenaars, scenaristen en inkleurders aanwezig. De bezoeker kan, met een signeerticket, een tekeningetje laten maken in een door die tekenaar gemaakt stripboek. De signeertickets kosten soms geld. Voor de internationale tekenaars die bij de festivalstand signeren geldt: boekje kopen plus €10 ticket om een (hand)tekening te krijgen. Voor Nederlandse tekenaars bij de festivalstand betaal je €5. Bij alle andere tekenaars, en dat zijn er ruim vijftig is het vaak alleen een kwestie van een boekje kopen, maar vaak ook niet. Maar goed, als je iets gesigneerd wil hebben, ben je natuurlijk fan van een stripmaker en dan wil je sowieso wel een album hebben.
De ook volop aanwezige beginnende tekenaars uit Rotterdam en verre omstreken kunnen bij bekende auteurs feedback krijgen op hun werk. Bovendien kunnen ook zij hun werk presenteren aan de bezoekers.
Op het wintertuin-podium worden tekenaars en scenaristen geïnterviewd door Kees de Boer en Roel Pot. Het publiek kan reageren en vragen stellen, terwijl een sneltekenaar ter plekke op een flap over reageert. Er zijn tekenwedstrijdjes, demonstraties van auteurs en een striptekenworkshop. Tussendoor is er live muziek en draait dj Robert van der Kroft aka “the plastic fantastic time machine” sfeerverhogende plaatjes.
Kijk voor de aanwezige uitgevers en auteurs en het complete programma op www.stripfestivalrotterdam.nl
Lokatie: het Hulstkamp gebouw, Maaskade 120. Beide dagen vanaf 10:00.
De Beroepsvereniging Nederlandse Stripmakers (BNS) is aardig actief de laatste tijd. Recent werd de site verfrist met een nieuwe layout en meteen is men druk begonnen met bloggen. Deze week publiceerde de BNS een eigen onderzoek over de positie van stripmakers in Nederland. De resultaten daarvan bevestigen vooral wat allemaal al wisten, maar het is goed om dat eens zwart op wit te hebben. Bottom line: als je geld wilt verdienen, kun je maar beter geen strips maken. Heeft de strip in Nederland nog toekomst?
Voor het onderzoek zijn in totaal 172 professionele stripmakers uitgenodigd voor deelname. Dat is inclusief de 91 bij de beroepsvereniging aangesloten leden. Uiteindelijk heeft 55% van alle aangeschreven stripmakers het onderzoek ingevuld. Het bestuur van de BNS schat dat er in Nederland ca. 200 stripmakers actief zijn. Dit lijkt mij een realistische schatting.
Even kort de conclusies op een rij:
– Lage opbrengsten voor de maker
– Afnemende vraag vanuit de markt/opdrachtgevers
– Geringe publicatiemogelijkheden
– Klein taalgebied met kleine oplagen voor boeken en albums
– Het beroep is tijds- en arbeidsintensief terwijl passende honorering of compensatie meestal ontbreekt
– Afnemende publieke belangstelling en media-aandacht
Over dat laatste had ik wel een vraag aan bestuursvoorzitter Pieter van Cleef, want objectief gezien wordt het beeldverhaal toch geregeld behandeld in de media. Een kleine opsomming: laatst zag ik Fred de Heij nog bij Avro’s Kunstuur, er staan geregeld interviews met stripmakers in de krant of striprecensies zoals die van Joost Pollmann in de Volkskrant. Het radioprogramma De Avonden had ook stripmakers in de uitzending (o.a. Typex). Dick Matena was laatst nog bij de TROS op de radio te horen. Cobra.be interviewt geregeld stripmakers. Twee jaar geleden kwam de VPRO met de serie Beeldverhaal. En in de VPRO Gids staan geregeld artikelen van mijn hand en van mijn collega Oliver Kerkdijk over het beeldverhaal. Daarbij lijken er iedere maand wel boeiende stripblogs bij te komen, dus online heeft het beeldverhaal zeker niet te klagen wat aandacht betreft.
Van Cleef: ‘Deze opsomming laat precies zien waar de pijnpunten liggen: het is vooral geschreven pers (en dan nauwelijks de grote publieksbladen), websites en culturele radiotalkshows op tijden met lage luisterdichtheid. Als oud-persvoorlichter moet ik je helaas zeggen dat dat uit de rolodex ‘leuk-als-je-nog-tijd-over-hebt’ komt. De frequentie en impact is veel te laag. Optredens bij Kunstuur of zo’n TROS ontbijtshow is juist waar je naartoe wilt en dat gebeurt te weinig.’
Hoe gaat de BNS eigenlijk de resultaten van het onderzoek vertalen naar actie? Van Cleef: ‘Met de meest opvallende uitkomsten gaan we als eerste aan de slag: dat zijn de beroepspraktijk van de stripmaker zelf (documenten, gebruiksrechten, auteursrechten, juridische zaken, administratie) en de vaak merkwaardige contractbepalingen van uitgevers. Communicatie en publiciteit is vorig jaar al ingezet en daar gaan we nog steviger mee door met o.a. het YouTube-kanaal en geplande evenementen.’
Op het YouTube-kanaal staat sinds kort een aankondiging van een reeks interviews geproduceerd door de BNS, waarin Kees de Boer aan het water met wat wijn zijn collega’s ondervraagt, toepasselijk ‘Stripmakers Drinken Wijn Aan Het Water’ getiteld. Hoewel dat nu niet meteen een titel zal zijn die een groot publiek trekt buiten de stripwereld, vermoed ik. Wel ben ik erg benieuwd naar deze gesprekken.
Het is fijn om te zien dat de BNS met interessante initiatieven komt en ondertussen zijn er genoeg andere projecten om de strips onder de aandacht te brengen bij een algemeen publiek, zoals de buurtkrant Wat Wil Westbijvoorbeeld die in geheel Oud-West wordt verspreid. Ondertussen weten Nederlandse stripmakers ook steeds vaker een uitgever te vinden in het buitenland. Zie onder andere dit video-interview dat ik met Erik Kriek voerde laatst, en de strips Ype + Willem en Help me, Rhonda, die beiden een Franse uitgever gevonden hebben.
Wat het effect precies zal zijn van de reis naar stripfestival Angoulême dit jaar, waarbij de Nederlandse delegatie onder leiding van schaduwintendant Gert Jan Pos iedere dag nieuwe posters door de stad ophing, is nog niet te voorspellen, behalve dan dat de stripmakers zich prima hebben vermaakt, als ik de blogposts en facebookberichten mag geloven. Het recente Gala van het stripboek heeft wellicht wat persaandacht opgeleverd, toch is het nog maar de vraag of je met zo’n avond meer mensen naar de stripwinkel krijgt. Daarbij was niet de hele stripwereld uitgenodigd, wat zo’n feestje dan weer in de categorie ‘beetje jammer’ plaatst en de saamhorigheid in de sector geen dienst bewijst.
Nichemarkt
Ondanks alle goed bedoelde initiatieven mag je je ook afvragen of we niet gewoon moeten accepteren dat strips als medium net zo’n nichemarkt is als bijvoorbeeld poëzie en dat er in de toekomst niet veel lezers bij zullen komen. Je kunt mensen wel beeldverhalen onder de neus wrijven en laten zien hoe rijk dit medium is, maar soms willen mensen er gewoon niet aan beginnen. Gaan mensen opeens de stripwinkel in omdat ze een gratis stripkrant in de bus hebben gekregen?
Hoe denk jij daar eigenlijk over, beste striplezer? Moeten we accepteren dat de strip vooral een klein publiek trekt, of weet jij nog intrigerende manieren om het bereik te vergroten?
Hoewel de snapshotvideo’s waar ik eerder over schreef, wat betreft filmische en vertellende kwaliteiten natuurlijk niet op hetzelfde niveau zitten als professionele videoreportages, inspireren ze me vaak wel.
Ik maak ze met een Sony Cybershot, een digitaal fototoestel met videofunctie. Een erg beperkte functie overigens: meer dan richten en schieten kun je er niet mee. Focussen doet de camera zelf, of niet. Zoomen kan alleen maar als je niet opneemt. De geluidskwaliteit is vaak slecht, waardoor ik zelden de soundtrack gebruik. Je maakt er dus eigenlijk korte, stille video’s mee. Het is juist de beperkingen van het apparaat die het voor mij leuk maakt om ermee te werken. Het is een uitdaging om ondanks die beperkingen toch iets moois of boeiends te maken.
In de video over de live-act van Hanco Kolk op Manuscripta heb ik er bewust voor gekozen om alleen de stripmaker aan het werk te laten zien. Je ziet geen shots van het publiek of presentator Kees de Boer. Die shots heb ik wel gedraaid, maar vond dat deze alleen maar zouden afleiden van het onderwerp van de video, namelijk een stripmaker die live beelden maakt van krabbels die het publiek op een stuk papier heeft gezet.
De soundtrack van Booker T. en the MG’s heb ik gekozen om twee redenen: allereerst vond ik de funky track er goed bij passen. Ten tweede was, zoals eerder vermeld, het geluid van de Cybershot niet zo heel goed, dus de audio-opname is nogal overstuurd. Ook heb ik flink in het materiaal gesneden, waardoor van de presentatie van De Boer weinig overbleef. Er volgen kon je de audio daardoor toch niet meer. Dus heb ik alles weggehaald.
Al moet de toeschouwer nu wel de grappen van De Boer missen. In deze illustrator schuilt duidelijk een stand-upcomedian, want hij was zeer vermakelijk. Een goede reden om nog eens een video’tje over hem te maken.
Tussen de 5500 bezoekers op Manuscripta moest je zondag goed kijken om een stripmaker te ontwaren. De opening van het boekenseizoen is toch vooral een feestje voor auteurs van boeken zonder plaatjes. Al was er wel wat aandacht voor het beeldverhaal.
Barbara Stok presenteerde haar nieuwe boek, Jan Kruis werd op het podium geïnterviewd over zijn tweede album over Woutertje Pieterse. Uitgeverij de Harmonie pakte uit met enkele prima acties. Tekenaar Gummbah deed iets met net niet verschenen boeken. Buiten bij de gashouder stond een EHBO-tent waar bezoekers een quiz konden doen bij dr. Van Swieten en dr. Bernard, gespeeld door twee jonge studenten waarvan er eentje in ieder geval een arts in opleiding is. De twee jonge mannen in witte jassen trokken een publiek dat voornamelijk uit vrouwen en meisjes bestond. Dat kan geen toeval zijn geweest. Na het beantwoorden van enkele vragen mochten de bezoeksters van de EHBO-tent teksten verzinnen bij een strookje van de strip S1ngle, waar de handzame dokter Van Swieten en plastisch chirurg dokter Bernard een bijrol spelen. Hun escapades zijn recent gebundeld in een boekje met de illustere titel: Handjes thuis, dokter Van Swieten!
De twee stripmakers van S1ngle, Kolk en De Wit waren ook aanwezig op Manuscripta. Ik sprak Kolk in de middag voor het Parool over zijn nieuwe stripproject Van Istanbul naar Bagdad. Kolk gebruikt voor dit album artikelen van Arnon Grunberg. Het album komt in november uit bij uitgeverij Podium. Daarover later meer op dit blog. ’s Middags bracht Kolk de strip, waar hij nu nog hard voor aan het tekenen is, onder de aandacht door op een podium in de Gashouder live te tekenen. Gelegenheidspresentator en illustrator Kees de Boer nodigde leden van het publiek uit om op het podium een krabbel op het papier te zetten. Hanco maakte er dan een mooie tekening van. Kijk maar hoe soepel de stripmaker van de meest vreemde kronkels iets wist te maken: