Tag: Keith Giffen
Review: Rocket Raccoon and Groot
With the movie The Guardians of the Galaxy hitting theaters in the Netherlands on August 14th, this summer there is no way around the little feisty Rocket Raccoon and his buddy Groot, so you might as well pick up this collection of stories to get yourself acquainted with their back stories and adventures. You will be in for some fun and loony adventures.
After reading the Rocket Raccoon and Groot trade paperback, I can’t help wondering what writer Bill Mantlo and artist Keith Giffen were smoking when they conjured up the character. No doubt they were listening to The White Album by The Beatles, because the first real story in which Raccoon plays an important part, which happens to be an adventure with the Incredible Hulk, is full of references to the song ‘Rocky Raccoon’.
Rocket Raccoon is an intelligent, anthropomorphic raccoon, an expert marksman, master tactician and pilot. He’s also an inhabitant of a planet called Halfworld. Half of this planet consists of an insane asylum called Cuckoo’s Nest, which looks as cosy as the garden of Eden, while the other half is an industrial wasteland where robots are producing toys to keep the insane entertained and happy. It’s Rocket’s task to protect the inmates from killer clowns and the Black Bunny Brigade, and guard the loonies’ ‘Gideon’s Bible’, which contains everything one needs to know about the history of the planet – if only one would be able to decipher its text.
If this sounds a bit corny or loony, you’re quite right. Strangely enough I never had trouble believing stories about a guy bitten by a radioactive spider, nor about a Bat-Man guarding a major metropolis. However, it took me quite some pages to get into the groove of the nonsensical world of talking animals, with the likes of Rocket Raccoon and his side-kick Wal Rus, who has mechanical tusks that can blow your head off.
However, things start to get quite serious in the four-issue limited series by writer Bill Mantlo which is also a part of this trade paperback, when the two major toy providers, a mole and a big snake, start a trade war with one another. When Rocket’s girlfriend, a lovely beaver named Lylla, gets kidnapped in the process, it is up to him and his team to free her. They’ll change the fate of Halfworld in the process.
The fact that a young Mike Mignola, who later became famous for creating a certain character called Hellboy, drew these four issues of Rocket Raccoon made the story that more interesting to me, especially since you can clearly see Mignola still trying to find his typical expressionistic style. (The cover of the book is, however, drawn in that lovely Mignola style we all love so much; see picture above right.)
Oh yeah, even though Groot is not as important a character as the title of the book might make him appear, let me tell you a bit about him. Groot (also known as the Monarch of Planet X) was created by Jack Kirby, Stan Lee, and Dick Ayers. The character first appeared in Tales to Astonish #13 (November 1960), which is also contained within this trade. He’s an extraterrestrial, sentient, tree-like creature that originally appeared as an invader who intended to capture humans for experimentation. Later on, he was reconfigured to be a heroic noble being, and crossed paths with Raccoon.
Nowadays Rocket Raccoon and Groot are members of the Guardians of the Galaxy, and will star in the summer blockbuster by the same name. In the four part story ‘Annihilators’ Raccoon and Groot take centre stage. Personally I enjoyed this adventure written by Dan Abnett and Andy Lanning and drawn by Timothy Green II, the best. The story starts with the Guardians of the Galaxy disbanded, and Rocket working as a mailboy at the offices of Timely Inc. (Note that Marvel Comics used to be called Timely Comics.) He doesn’t remember a lot about his past, but when Rocket is attacked by a killer clown, it is time to visit his old buddy Groot once more and travel back to Halfworld to discover why Rocket had to leave his place of birth in the first place. It is a fun read, event though this adventure sort of rewrites the events of the four-part story of Mantlo and Mignola that came before.
I loved certain running gags in ‘Annihilators’. For instance, to the untrained ear Groot’s vocabulary seems quite limited, for all he seems to yell is ‘I am Groot!’, but that’s just because you and I don’t speak tree. Rocket does, however, and luckily for us his responses to Groot make clear what his wooden ally is talking about during the comic.
This review was written for and published on the blog of the American Book Center.
Het gebeurt niet vaak dat een Spider-Man-comic begint met een stukje poëzie, maar Bill Mantlo is dan ook geen gewone schrijver. Zijn tussendoortje Een huis is geen thuis (Peter Parker, the Spectacular Spider-Man #120, in Nederland uitgegeven als Peter Parker, De Spektakulaire Spiderman #45) is ook geen doorsnee Spider-Man-strip, maar een sociaal drama, expressief in beeld gebracht door Keith Giffen.
In deze comic krijgt Spidey het aan de stok met een bende die door een huisbaas is ingehuurd om zijn huurders te verjagen. Op een avond ontwaart Spider-Man een opstootje voor een oud, vervallen gebouw. Een paar opgeschoten jongeren worden bedreigd door een oude man. De oude man heeft een hakmes in zijn hand. Voordat de oude man kan uithalen, trekt Spidey het mes uit zijn handen via een webdraadje.
Van een van de aanwezige agenten hoort hij dat de straatbende en de oude man buren zijn. Ook al verpesten ze het leven van de medebewoners, ‘Die jongens hebben ook recht op een huis,’ aldus de agent. Dat dit zaakje stinkt, mag duidelijk zijn en al snel krijgt Peter Parker de opdracht met een collega de bewoners van het pand te interviewen voor een artikel in The Daily Bugle. Niemand durft echter met de journalisten te praten, behalve de oude man van de avond ervoor. Die vertelt hen dat het gebouw al jaren verwaarloosd wordt door de eigenaar. Die wil het pand afbreken om er luxe flats voor in de plaats te laten bouwen, maar dat kan pas als de huidige bewoners vertrekken. En dat vertikken ze. Daarom huurde hij tuig in om de brave burgers weg te jagen. De angst die in het pand begon te heersen maakte van de oude man een weduwnaar.
Angst
Spidey besluit een oogje in het zeil te houden en blijft bij het gebouw rondhangen. En aangezien hij aan muren kan kleven doet hij dat dus letterlijk. Als hij even afgeleid wordt door een overval in het naburige park, komt de bende in actie. Als Spidey weer bij het gebouw terug is, ligt de oude man dood op de stoep. Gesprongen denkt men, maar Spidey weet wel beter: deze man is naar beneden geduwd. Hij neemt het op tegen de bende en schakelt de leden ervan een voor een uit. De leider bewaart hij voor het laatst. Voor het eerst ervaart het tuig zelf hoe het is om angst te voelen. Spidey weet hem zo bang te maken dat de jongen alles bij de politie bekent. Helaas is pand dan al afgebrand.
Een huis is geen thuis is een mooi voorbeeld van sociaal engagement in een superheldenstrip. Dat was indertijd niet ongewoon, de Spider-Man-verhalen stonden vaak met beide benen in de grimmige realiteit die New York toen was. Iets wat tegenwoordig bijna niet meer voorkomt.
Dikke schaduwen
De strip valt in het bijzonder op door de expressieve tekeningen van Keith Giffen. De personages geeft hij expressieve koppen, soms wat karikaturaal, maar effectief. Ook plaatst hij reeksen close-ups achter elkaar om emoties te benadrukken en de spanning te verhogen.
Giffen tekende Spider-Man als een van de eerste met grote witte ogen op het masker. Todd McFarlane zou dat later ook doen. Hij tekende het webhoofd nog veel spinachtiger dan zijn collega, maar het kan heel goed zijn dat hij deels door Giffens werk is geïnspireerd.
De tekenaar benadrukt de sombere sfeer in het verhaal door gebruik te maken van dikke slagschaduwen. Soms net iets te veel overigens, het ene plaatje waarin de huurbaas van Peter Parker in beeld komt, lijkt Mrs. Muggins eerder een vent dan een vrouw op leeftijd.
De laatste scène gaat over een huurdersvergadering waar Peter Parker ook aanwezig is. Huurders komen samen tegen de hebzucht van de verhuurders die steeds hogere prijzen voor hun krotten vragen. Hoe ze die willen bestrijden? Door een petitie te tekenen voor veilige en betaalbare huizen. In wezen is dit verhaal nog steeds relevant, en door de crisis misschien meer dan ooit.
Het is juist door dit soort verhalen dat als tienjarig kind leerde hoe de wereld in elkaar steekt. Wat dat betreft was het lezen van Spider-Mans avonturen naast ontspanning, soms net zo leerzaam als op school zitten. De strippagina als schoolbord.
Kasplantje
Schrijver en jurist Bill Mantlo was een van de juweeltjes van de Amerikaanse stripindustrie. Hij leeft nog steeds, maar werd in 1992 aangereden door een auto en is lange tijd in coma geweest. Hierdoor heeft hij zodanige hersenbeschadiging opgelopen, dat hij constant verzorgd moet worden. Verhalen schrijven is er ook niet meer bij.
Bill Mantlo en Keith Giffen.
Een huis is geen thuis in: Peter Parker, the Spectacular Spider-Man 120 (1986)
Marvel Comics/Juniorpress