
Het viel me meteen op toen ik vanmorgen mijn ov-chipkaart langs het poortje haalde: aan het plafond van Amsterdam centraal hingen kerstballen.
Kerstballen, half november. We hebben de Sint nog niet koud binnengehaald of we hangen al kerstballen op. In de etalages van winkels wordt de aandachtsstrijd tussen de Sint en zijn Amerikaanse evenknie uitgevochten.
Vanuit het oogpunt van de winkeliers begrijp ik het best dat ze het liefste na de laatste zomerzonnestralen de kerstversiering van stal halen, maar ik ben er gewoon nog niet aan toe. Het is half november en ik tel nog helemaal niet af naar het einde van het jaar. Het lijkt soms wel of we van het ene feestmoment tot het andere leven, alsof Nederland maar een paar maanden per jaar actief is. De rest van de tijd is het land met reces.
Traditiegetrouw vier ik wel een soort van kerstvakantie: aan het einde van het jaar en de eerste paar dagen van het nieuwe, neem ik meestal vrij om orde op zaken te stellen. Het huis moet opgeruimd, de administratie moet worden gedaan en dat ene boek dat al een tijdje naar me ligt te lonken moet gelezen worden. Maar die vakantie begint pas één dag voor kerst. Tot die tijd wil ik er even niets over horen of zien.