We zijn het huis aan het verbouwen. En wie zijn huis verbouwt, komt al snel een keer in de Ikea terecht.Vorige week was ik maar liefst twee keer in het bouwpakketparadijs. Maandag om meubels te bekijken, te testen en ideeën op te doen. Je kunt immers in zo’n gids bladeren tot je een ons weegt, voor de Billy staan en het hout aanraken doet je pas beseffen wat je in handen hebt.Zondag waren we weer in de Ikea om de uitgekozen meubels daadwerkelijk te halen. Wat een hel was dat: heel Nederland was er die regenachtige middag op uit getrokken om de Ikea in Amsterdam te bezoeken. Er was een aantal artikelen voor de helft van de prijs, dus die fantasieloze Hollanders die toch niet weten hoe ze hun vrije zondagmiddag moeten doorbrengen, waren massaal in het overvolle filiaal van het Zweedse meubelimperium te vinden. (Het leek de Efteling in het hoogseizoen wel.)
Helaas hadden L. en ik geen keuze en begaven ons tussen de consumentenkudde in het magazijn om de spullen in te laden die op ons lijstje stonden. Alle clichés kwamen voorbij: het karretje dat een eigen willetje leek te hebben, files voor de kassa en dat ene stel plankjes dat uiteindelijk toch uit de winkel zelf gehaald moest worden, waardoor we het hele doolhof aan huiskamers, slaapkamers en keukens door konden lopen. Tegen de stroming in uiteraard.Onsmakelijk
De koffie en Zweedse gehaktballen sloegen we over. Die hadden we maandag al geprobeerd. Geen idee waar al die lofuitingen over die gehaktballen vandaan komen, want als je vriendin doorgekauwd kauwgom aan je doorgeeft die je nog eens lekker over je tong laat rollen, dan heb je een smaakvollere bal in je mond dan de Zweedse gehaktballetjes van Ikea. Niet te vreten dus. En de koffie.. oh man, opgewarmde klei uit een beerput smaakt beter. Logisch dat het tweede kopje gratis is – het zal zelden gevuld worden. Diarree verzekerd.Mijn eerste Ikea-ervaring, waar ik vorig jaar over schreef, was wat dat betreft een stuk positiever. Al moet ik zeggen dat ze de 200 kilo uitgekozen meubels wel snel kwamen thuisbezorgen. (De volgende keer laat ik ze echter wel tot aan de deur bezorgen, zodat ik niet zelf alle pakketten naar boven hoef te sjouwen.)
Nu maar hopen dat alles compleet is.
De komende dagen ben ik in ieder geval bezig met bouwpakketten bouwen.Lees ook:
Tag: Koffie
Breinkoekje: Maandagblues
Zelfs
de koffie
smaakt vandaag naar
vloeibaar schoensmeer.
Foto: Filmdecor
Soms lijkt het net of ik in een filmdecor leef terwijl ik gewoon een kopje koffie zit te drinken in een grandcafé. Niet omdat de mensen om mij heen, die allen verwikkeld zijn in eigen dialogen, hun dagelijkse sores en dromen, op de achtergrond figureren, maar omdat de omgeving perfect zou passen in een spannende film noir of een kleinschalig drama.
Neem nu Stanislavski in de Stadsschouwburg te Amsterdam. Terecht een theatraal gebouw, met prachtige bogen, kroonluchters en een sierlijke trap, waar je ieder moment een mooi uitgelichte femme fatale kan verwachten die gracieus naar beneden loopt. Dezelfde ruimte kan ook fungeren als een ontmoetingsplek voor twee minnaars die een geheime ontmoeting hebben. Ze zitten achter de pilaar aan het tafeltje in de nis en houden zich zo klein mogelijk opdat ze niet opvallen.
Genieten van een ruimte die tot de verbeelding spreekt. Mijn kopje koffie smaakt er net dat beetje lekkerder door.
Tijdskwestie
Vanmorgen werd ik wakker met het gevoel dat ik meer te doen had dan dat ik ooit in een dag kwijt zou kunnen. En ik was al één uur te laat. Geen goede sensatie om de zondag mee te beginnen. Van mij hoeft het niet hoor: in het voorjaar de klok een uur vooruitzetten. Ik kan me prima vinden in de wintertijd. Aangezien ze aan de andere kant van de grote plas een paar weken geleden de zomertijd al hebben laten ingaan, moet ik deze maand voor de tweede keer mijn klokje een uur bijstellen.
Ons leven wordt teveel gedicteerd door de tikken van de secondewijzer. Ik ben een groot fan van het zen-idee dat je in het hier en nu moet leven. Juist omdat de praktijk van alledag voorschrijft dat we ons bezig moeten houden met de toekomst en ons moeten verantwoorden voor het verleden. Hoe vaak zit je hoofd dan nog in het moment in plaats van af te dwalen naar toen of straks? Dan liever leven in het vacuüm van het nu. Nu alleen mijn lepeltje roeren door de koffie. Nu een slok nemen en de warme drank over mijn tong voelen glijden, mijn keel in, via de slokdarm mijn maag verwarmend. Het leven zou alleen uit nu-momenten moeten bestaan. Geen voor, geen na. Dat zou de levenservaring oneindig doen lijken. Het is een ideële fictie. We zitten nu eenmaal gevangen in regels en afspraken over tijdsperiodes. Als freelancer moet ik me geregeld met tijd bezighouden. Wanneer ik een offerte maak bijvoorbeeld en moet inschatten hoeveel uur ik denk bezig te zijn met een klus. Of wanneer er een afspraak in mijn agenda bijgeschreven kan worden. De agenda schrijft voor wanneer we werken, wanneer we naar bed gaan, opstaan, in de file staan en rust nemen. Alles is vastgesteld. Je kunt je tijd efficiënt gebruiken je leven hacken, maar dan nog bewegen we ons log richting de dood, via tijdschema’s, vastgestelde momenten en het wachten daartussen. Wat wachten we eigenlijk veel. Ik had medelijden met mijn journalistieke collega’s die deze week en eerder voor de hekken van het Catshuis moesten wachten op het moment dat de leden van de coalitie met hun auto voorbijsnelden. Hopen op een glimpje nieuws, tevergeefs wachten in de koude avond. Het is niet moeilijk je een betere werktijdsbesteding voor te stellen.Tegenover het wachten staat het volproppen van de dag. Maar waartoe leidt al dat proppen ons? Zelfs deze blogpost schrijf ik in haast, omdat elk moment de visite voor de deur kan staan. Gekkenwerk.
Wat maakt een uur tijdsverschil eigenlijk uit behalve een onbehaaglijk gevoel van haast bij het opstaan? Wat maakt een uur de stekker eruit uit voor het milieu en welke boodschap hoopt men daar mee uit te dragen? Dat we de wereld en onszelf te veel onder spanning zetten en steeds sneller opbranden?Misschien moeten we allemaal net als John & Yoko veertig jaar geleden een paar dagen in bed gaan liggen om de wereld te overdenken. Nou ja, dat is misschien te lang: daar hebben we geen tijd voor. Dan toch maar even een zen-momentje pikken. Ik zet de koffie alvast aan.Lees ook:
Twitteren, altijd en overal
Zaterdagavond sta ik met Menno en Jeroen in De Nieuwe Anita. Jeroen viert daar z’n zevenendertigste verjaardag. Menno staat te twitteren op zijn Slimme Foon. Hij twittert al wat langer dan ik. Ik doe het nu zo’n drie weken, en alleen via het web. Menno en ik vragen ons af wat Hallie, ook een vriend en twitteraar, vanavond aan het doen is. Even later twittert Hallie waar hij is. Toch handig dat twitteren. M. aan Hallie: “Waar ben je?” Jeroen kijkt mee.
Natuurlijk is het een leuke gadget. Contact met vrienden en kennissen terwijl je in De Nieuwe Anita gezellig staat te vieren. Ondertussen loopt de dansvloer langzaam vol met aantrekkelijke Franse vrouwen, want het is Winter in Saint Tropez-avond. Dat verklaart waarom er de hele tijd al Franse covers worden gedraaid. Niet dat ik daar bezwaar tegen heb, maar het schelle geluid dat de boxen uitbraken maakt het moeilijk praten. Gelukkig hoef je voor twitter niemand te verstaan. Engelse volgers
In de afgelopen drie weken heb ik zo’n 170 tweets of mindfarts de wereld in geslingerd. Op dit moment worden mijn microblogs door 14 man gevolgd. Een bescheiden aantal, zeker als je je bedenkt dat een deel van de volgers Engelstalig zijn, terwijl ik me toch voornamelijk in het Nederlands uitdruk. Een opvallende ‘volger’ is een bekende Engelse acteur en schrijver, voor wie ik een grenzeloze bewondering heb. Ik volg zijn tweets en wellicht dat hij mij daarom uit vriendelijke geste heeft toegevoegd aan zijn lijst. Kan me niet voorstellen dat ik iets wereldschokkends twitter waar hij iets aan heeft. Maar het idee is leuk dat je beroemde mensen kunt volgen op die manier. Mensen met wie je normaliter bijna geen contact zou kunnen krijgen.
Overigens blijft het een vreemd gegeven dat vreemden je tweets kunnen lezen. Nog een vreemd aspect: als een bekende opeens besluit je tweets niet meer te volgen. Je vraagt je dan toch af of je iets verkeerds hebt getweet… Behalve op de hoogte blijven van wat anderen uitspoken, heeft twitter me nog niet zo heel veel opgeleverd, vertel ik Jeroen als hij vraagt naar mijn eerste ervaringen. Jeroen probeerde me al vanaf het eerste Twitter-uur over te halen om het eens te proberen. Nu bezwijk ik niet zo snel voor peer pressure, dus stapte ik relatief laat in.
Dialogen
De leukste twitter-momenten tot nu toe zijn de kleine dialoogjes tussen gebruikers. Soms reageert iemand op mijn uitspraak of andersom en dan ontstaat er een kort gesprekje – bijna een chat eigenlijk, ware het niet dat iedereen die je volgt deze chat kan volgen en inhaken. Volgens mij is het meest besproken onderwerp op twitter het nuttigen van koffie. Zeker aan het begin van de dag wordt deze noodzakelijke versnapering bij name genoemd. Dat schept toch een band.
Overigens niet tijdens ons verblijf in De Nieuwe Anita zaterdagavond. Al snel laten we het twitteren even zitten om eens live-contact te leggen met de dansende locale bevolking. Hebben we morgen tenminste iets te melden in de tweets.Lees ook:
Schetsje: Kantoorleed #01
De perfecte zondag reprise
Zaterdagochtend. Ik sta met goede vriend Paul op de derde verdieping van de Bijenkorf in Amsterdam bij de Nespresso Boutique. Achter de balie staat een vrolijke mokkanicht Pauls adresgegevens te noteren. Sinds deze week is het gestroomlijnde Nespresso koffieapparaat onderdeel van zijn keukengerij. Hij is nu officieel lid van de club. Als vers lid krijgt Paul een gratis luxedoos mee voor de cupjes. Alles stijlvol in een papieren boetiektas. In het pakketje zit een boekje over het Nespresso assortiment. In dit werkje vol door cafeïnegeïnspireerde proza vinden we uitdrukken als ‘de ronde kleur’ en ‘bloemachtige aroma’s’. Koffiepoëzie voor huisvrouwen.Ik heb moeite een glimlach te onderdrukken als ik om me heen kijk en zie hoe het imago van dit koffiegenot wordt neergezet. Koffiedrinken is een way of life(style). ‘Bakkie doen’ is er niet meer bij. Nee, doet u mij maar zo’n aluminium cupje met het zwarte goud. Lekker hip.De reclames, die continue op een plat beeldscherm vanaf de muur worden vertoond, impliceren dat het drinken van Nespresso een fijnere ervaring is dan seks met George Clooney. (Nespresso, what else?) Nu wil ik dat als heteroman overigens al snel beamen. Toch moesten we maar eens de proef op de som nemen.Als Paul een aardig bedrag heeft afgerekend voor de kleine cafeïneschat, gaan we op de krukken voor de bar – euh, ik bedoel natuurlijk voor de boutique – zitten. In de boutique staat een vriendelijke jongeman in pak die onze kopjes prepareert. Hij is wat uiterlijk betreft piekfijn verzorgt, maar weet niet zijn dikke Amsterdamse tongval te maskeren. Op de display staan de smaken uit het assortiment uitgestald alsof het kleine meesterwerken zijn. Ik kies voor de Arpeggio, omdat deze wel lekker klinkt. Terwijl die beredenering nog even in mijn hoofd nagalmt, besef ik me dat ik me wel heel erg als een figurant in Glamourland gedraag. Ach, even lekker decadent doen is op zijn tijd best leuk. Ik nip van mijn Arpeggio. Hm, een lekkere stevige smaak die toch zacht op de tong ligt. Al helpt de setting waarin je dit drinkt natuurlijk ook. Van gebakken lucht kun je immers behoorlijke trek krijgen. Even later lopen we hyper van de cafeïne naar buiten.Soms kan het leven ook heerlijk ongecompliceerd zijn.
Lees ook: Koffie & Jezus.
Laura Palmer en de duistere kant van Twin PeaksArme Laura Palmer. Haar naakte jonge lichaam gewikkeld in plastic – dood aan het water in Twin Peaks. Vermoord. Maar door wie? Dit is de vraag die centraal staat in Twin Peaks; toch is deze serie meer dan een simpele ‘whodunit’. De hernieuwde kennismaking met Twin Peaks heeft me doen verbazen en bewonderen.In navolging van andere webloggers, waaronder Jeroen Mirck, wijd ik enkele woorden aan de cultserie Twin Peaks. Ik voel niet de pretentie om de surrealistische beelden en plotkwinkslagen die David Lynch en Mark Frost hebben bekokstoofd te verklaren – dit is al uitentreuren gedaan. Bovendien houdt Lynch er zelf ook niet van om zijn werk van een uitleg te voorzien; hij handelt voornamelijk intuïtief. Ik wil vooral de hernieuwde kennismaking met de serie beschrijven. Dat gezegd hebbende, volgen hier toch enkele observaties om mee te beginnen…
Laura Palmer
Vroeg in de ochtend wordt het stoffelijk overschot van Laura Palmer (Sheryl Lee) gevonden. Een typische Amerikaanse homecoming queen met wie iedereen in Twin Peaks wel op een bepaalde manier een band had. Achter het mooie gezichtje van deze tiener gaat een wereld vol duisternis schuil. Een duisternis die haar ziel heeft opgeslokt en waardoor ze zich te buiten ging aan allerlei excessen. Niets is wat het lijkt in het houthakkersdorpje Twin Peaks. Achter de façade van Amerikaans-christelijke waarden gaan veel geheimen schuil. Zo heeft niemand een gelukkig huwelijk en gaat bijna iedereen vreemd. Het leiden van een dubbelleven lijkt een voorwaarde om in dit dorpje te mogen wonen. Een schoolvoorbeeld van een slecht huwelijk is dat van Shelly en Leo Johnson. Leo mishandelt zijn Shelly (Madchen Amick) geregeld. Maar ook andere mannen in het dorp gedragen zich als bezitterige klootzakken. Bobby, met wie Shelly vreemdgaat, is eigenlijk niet anders – al slaat hij haar niet.De schoonheid van de bosrijke omgeving, gecombineerd met het aantrekkelijke uiterlijk van de meeste bewoners (Lynch heeft een goede neus voor het casten van mooie vrouwen), staat in schril contrast met wat zich onderhuids afspeelt. Laura Palmer is niet alleen het bewijs daarvan, haar moord is ook hetgeen dat de duisternis doet ontsluiten. Een gegeven waar FBI-agent Dale Cooper snel kennis van zal nemen. Ook hij zal geconfronteerd worden met Laura’s duisternis, net als de andere bewoners van Twin Peaks.Dale Cooper
FBI-agent Dale Cooper (Kyle MacLachlan) is een eindeloos sympathiek personage. Pienter, vriendelijk en in het bezit van enkele typerende maniertjes – een origineel karakter. Cooper is als een nieuwsgierig kind: onbevangen en vol enthousiasme. Wanneer hij richting Twin Peaks rijdt, verbaast hij zich over de grote bomen en is hij erop gebrand te achterhalen wat dit voor bomen zijn. Hij kan ook puur genieten van zijn kopje zwarte koffie en de daarbij behorende donut.In Cooper komen de figuren van Sherlock Holmes en De Ziener/Sjamaan samen. Hij is een FBI-agent die vertrouwt op logica en zich laat leiden door het onderbewuste. De meeste aanwijzingen krijgt hij immers via zijn dromen. MacLachlan heeft het personage ooit zo omschreven:
“I think Agent Cooper´s a bit like Sherlock Holmes, in the sense that he´s very intelligent and can pick up clues to the mystery very cleverly. But there´s another side to him as well. He has great sensitivity, he understands people and he cares about them. That´s a rare combination in a character, and I think people warm to that.” (Bron: Empire, 1991)
Qua kennis is Cooper superieur aan zijn collega’s uit Twin Peaks, maar Cooper toont respect voor het plaatselijke politiekorps (in tegenstelling tot zijn FBI-collega Albert Rosenfield die telkens zijn afkeer voor ‘boerenpummels’ laat blijken) . De scène waarin Cooper hen zijn onderzoeksmethode uitlegt (geïnspireerd door Dalai Lama) vind ik hilarisch. De agenten zitten als een klasje basisscholieren met grote ogen te kijken hoe leraar Dale, naast een landkaart, kort de geschiedenis van Tibet uiteenzet. Daarna probeert hij een flesje te raken dat verderop staat. Iedere keer als Sheriff Truman (Michael Ontkean) een naam roept, gooit Cooper een steen. Wanneer de steen het flesje raakt of breekt, betekent dit dat de genoemde persoon verdacht is. Een nogal onconventionele manier van onderzoek doen die door het korps van Twin Peaks wordt ontvangen alsof het de normaalste zaak in de wereld is.Through the looking glass
Onberispelijk is ook een woord dat me te binnen schiet als ik aan Cooper denk. Niet alleen gaat hij smetteloos gekleed, wanneer hij de prachtige Audrey Horne (Sherilyn Fenn) rillend in zijn bed vindt, duikt hij niet met haar tussen de lakens, maar biedt hij haar zijn vriendschap omdat hij ooit een eed heeft gezworen als FBI-agent. Menig man was bezweken voor deze seksueel prikkelende verschijning, maar niet Cooper. Omdat hij verleiding weet te weerstaan, is hij de aangewezen persoon om schoon schip te maken in Twin Peaks.Door Dale Cooper in de pilot het dorpje in te laten rijden, maken Frost en Lynch handig gebruik van een beproefd verhaalconcept: de buitenstaander die wordt geïntroduceerd in een vreemde verhaalwereld en daarmee als gids voor de kijker fungeert. (Een meer recentelijk voorbeeld: Wolverine in X-Men en John Myers in Hellboy.) Cooper betreedt een wondere wereld, Dale through the looking glass. De serie draait net zo goed om de ontwikkeling die het personage Cooper doormaakt in Twin Peaks, als de reis die de kijker maakt door de wereld van David Lynch & Mark Frost…Zie ook: Verlangen naar Twin Peaks.
Een aardige recensie van de Twin Peaks is te vinden op Digg.be.
Binnenkort: recensie Zodiac.
Column: Koffie & Jezus
Over koffie doen verschillende geruchten de ronde – de een zegt dat het geen kwaad kan en een stimulerende werking heeft, de ander beweert dat je na een tijdje juist slaperig wordt van koffie. Ik heb het allemaal wel een keer gehoord en mijn eigen conclusies getrokken. Wanneer ik na vijf kwartier forensen eindelijk op mijn werk aan kom, ben ik, door al het lezen onderweg, weer behoorlijk duf geworden. Na het opstarten van mijn computer is de volgende stop de koffieautomaat om mezelf weer te verkwikken. Nou moet ik zeggen dat we alleen automatenkoffie tot onze beschikking hebben en dat ik in mijn leven wel beter heb geproefd. Toch, voor kantorenkoffie is het een redelijk bakkie. Ik heb een voorkeur voor cappuccino, maar drink anders mijn oppepper graag met melk en suiker. De zwarte koffie is niet op en top uit de automaat. Toch kan ik echt uitkijken naar die eerste kop in de ochtend; in het aroma ligt de belofte van een mooie dag verscholen.Na de eerste kop beginnen de radertjes in mijn hoofd weer te werken en ga ik aan de slag. In de loop van de dag wordt deze routine geregeld herhaald. Naast het beoogde effect heeft koffie ook een sociale functie. Ik ontmoet geregeld collega’s bij de automaat en soms komen daar gezellige en nuttige gesprekken uit voort. Daarbij is een rondje koffiehalen voor je collega’s een goede manier om een goede kant van jezelf te laten zien, of een goede kant te faken. Of de mythe van cafeïne nu waar is of niet, maakt eigenlijk niet zoveel uit. Als je gelooft dat iets werkt, dan werkt het negen van de tien keer ook. Het placebo-effect blijft niet beperkt tot nepmedicijnen, het geldt zowel voor koffie als voor de meeste religieuze levenshoudingen. Wat dat betreft is het vertrouwen in koffie en het geloof in Jezus gelijk aan elkaar. Als je er maar hard genoeg in gelooft, werkt alles.