Als ik in het Marvel Universum zou wonen, dan las ik zeker elke dag The Daily Bugle. Dat is toch de krant waar je alles over de superhelden te weten komt.
Ook al is de berichtgeving over Spider-Man natuurlijk erg negatief gekleurd. Maar ja, dat heb je bij sommige Nederlandse kranten ook. Sensatie verkoopt nu eenmaal beter dan de waarheid.
Een paar jaar geleden publiceerde ik enkele mooie voorpagina’s van de Bugle. Ik vind het altijd heel leuk als de krant in de comics voorkomt en de tekenaars en letteraars mooi werk van de vormgeving hebben gemaakt.
Inmiddels heb ik weer een paar mooie voorbeelden hiervan verzameld en die zal ik de komende tijd delen.
Superschurken
We beginnen met deze reeks Daily Bugles van Phil Postma, character designer in de animatiewereld.
Helaas gebruikt hij voor deze illustraties praktisch dezelfde Bugle. Maar goed, ze draaien dan ook meer om hoe Postma de tegenstanders van Spider-Man tekent dan om de krant zelf.
In 1989 kwam op 13 oktober Batman van Tim Burton uit in de Nederlandse bioscopen.
In de Verenigde Staten draaide de film al vanaf de zomer. In de overbruggende maanden werd er in Nederland echter al een indrukwekkende reclamecampagne gevoerd om de film te promoten. T-Shirts, petjes, comics, Batmanmokken – je kon van alles kopen om je batliefde te belijden.
Toen de film eenmaal ging draaien, werd er in Hoorn ook op een leuke manier reclame voor gemaakt. Een heus promotieteam reed door de binnenstad. Dat ben ik toen als twaalfjarige helaas niet tegengekomen, maar ik las er later wel over in de krant.
Batman van Burton vond ik zo tof, dat ik er toentertijd een dossier over heb bijgehouden. Daarin zitten ook deze twee artikelen over de batpromotie in Hoorn. Het eerste is denk ik afkomstig uit de Zondagskrant, de tweede uit het Noord-Hollands Dagblad.
Wanneer de voorpagina’s van The Bugle in de Spider-Man-strips voorkomen, bekijk ik die altijd aandachtig. Niet alleen om het fotowerk van Peter Parker te bewonderen, juist ook om te lezen hoe er over de avonturen van de superhelden in New York geschreven en op ze gereageerd wordt. Noem me ouderwets, maar juist doordat over die avonturen bericht wordt in een legitiem medium als de krant, lijken ze juist reëler. Wat in de krant staat is immers waar, nietwaar? Daarbij kan ik al genieten van hoe zo’n krantenpagina is vormgegeven.
Hier enkele sprankelende voorbeelden:
Niet alleen de cover van tekenaar Frank Miller laat ons een prachtige voorkant van de krant zien, krantencovers zijn de rode draad in deze annual uit 1981 geschreven door Dennis O’Neil, waarin Spidey en the Punisher elkaar flink tegenwerken als het om het tegenhouden van Doctor Octopus gaat. De running gag in dit verhaal is dat de voorpagina van The Bugle telkens aangepast moet worden omdat de activiteiten van Spider-Man en Punisher het nieuws telkens veranderen. Uiteindelijk besluit Jameson, dan nog de hoofdredacteur van de krant, om toch maar te gaan voor deze voorkant waarin hij Spidey weer eens zwart maakt. Eerder heeft Robbie Robertson hem al gewaarschuwd dat het publiek moe is van Jameson’s tirade en dat een dergelijk stuk zeker de verkoop van de krant zal schaden. Dit wordt uiteindelijk bevestigd door een krantenverkoper:
Zo zie je maar dat ook het berijden van je stokpaardjes uiteindelijk verveling bij je publiek kan opleveren.
De voorpagina uit Amazing Spider-Man #252 waarin The Bugle bericht over de vermissing van de meeste Marvel-helden. Dit speelt zich af tijdens het Secret Wars-verhaal waarin een grote groep superhelden en schurken zijn ontvoerd door opperwezen the Beyonder. Hij laat de helden een robbertje knokken op een verre planeet. Let vooral op Jameson’s commentaar op het gebruik van fotomontages tegenover echte foto’s:
En dan deze bijzondere voorpagina’s uit Amazing Spider-Man #240. De credits van de strip zijn verwerkt als krantenkop. Rechtsonder zie je een afbeelding van Jim Shooter, toen de hoofdredacteur van Marvel. Linksonder zie je een afbeelding van hoe schrijver Roger Stern er toen uit zag:
De hand en dialoog zijn afkomstig van Adrian Toomes, aka the Vulture.
Overigens begonnen de meeste Spidey-comics een tijdje geleden met een soort van webpagina van The Daily Bugle. Daarin wordt kort samengevat wat er in de voorgaande delen is gebeurd. Een handig middel om de lezers even bij te praten. Voorheen deed Marvel dit door de hoofdpersoon zelf te laten terugblikken of –denken aan wat er vooraf ging. Een vervelende constructie als je bijvoorbeeld alle delen van een vervolgverhaal in één keer leest, omdat je dan veel herhaling voor je kiezen krijgt. Een voorbeeld uit Amazing Spider-Man #588:
Tegenwoordig doen ze nog steeds zo’n samenvatting, alleen ziet het er niet meer uit alsof het een voorpagina van de krant betreft. Da’s eigenlijk wel jammer.
Een koffie met daarin een in melk geboetseerde Spider-Man is mijns inziens niet verkeerd en zal me best smaken.
Al vermoed ik dat Spidey niet de verdienste is van de barista van dienst, maar de photoshopper die de het plaatje heeft nabewerkt. Waarom ik dat denk? Op deze watertoren is nagenoeg hetzelfde silhouet afgebeeld:
Wel een mooi idee trouwens, die Spider-silhouetten door New York:
De foto’s vond ik op het tumblr-blog van The Daily Bugle, in het leven geroepen door Sony Pictures. Precies, de site is onderdeel van de promotiecampagne voor The Amazing Spider-Man 2 en de films die daarna nog zullen komen. Volgens de laatste berichten willen ze nu ieder jaar een film rondom mijn favoriete Muurkruiper de bioscoop in slingeren. In tegenstelling tot de flauwe Earth Hour actie waar ik laatst over berichtte, vind ik deze promotiesite wel leuk, ook al geeft het je natuurlijk wel teveel voorkennis over de film, wat de verwachtingen waarschijnlijk te hoog maakt waardoor de rolprent alleen maar tegen kan vallen.
Behalve bovenstaande foto’s staan er geregeld nieuwe stukken op de site, geschreven alsof het hier echt de krant The Daily Bugle betreft. Inclusief het anti-Spider-Man geraas van J. Jonah Jameson.
Het credo ‘Geen nieuws, is goed nieuws’ oftewel ‘Goed nieuws is geen nieuws’ gaat helaas nog steeds op voor het grootste deel van de berichtgeving in de media. De kranten staan vol met narigheid en negen van de tien keer zijn het berichten waar je eigenlijk niets mee kan. Je kan namelijk zelf de brandhaarden in de wereld niet blussen, maar ondertussen beïnvloedt dat slechte nieuws wel je humeur.
Dat heeft alles met de cirkel van betrokkenheid en invloed te maken. Het slechte nieuws, waar je dus niets tegen kunt doen, geeft je een gevoel van machteloosheid. Denk maar aan al die berichtgeving over de economische crisis. Je maakt je zorgen over je baan of bent bang dat je nooit meer werk zult vinden, en ondertussen kun je als individu niets aanrichten tegen de crisis.
Ik zeg niet dat je je hoofd in het zand moet steken, want bah, beestjes in je haar, maar een tijdje zonder negatief nieuws kan geen kwaad. Lees alleen nog de cultuurbijlagen in de krant, dat scheelt al een hoop. (Maar sla de stukken over de culturele instellingen die de nek worden omgedraaid door het bezuinigende kabinet wel over.) Bekijk het NOS journaal een tijdje niet en zoek nu.nl al helemaal niet op.
Een kwestie van filteren
Want echt machteloos ben je niet tegen het nieuws: je kunt zelf kiezen wat je wel en niet leest. Waar je geen boodschap aan hebt, kun je wegfilteren, negeren. Vaak horen we toch maar het halve verhaal in het journaal en huppelen van de ene hype naar de andere, dikwijls zonder closure. En hoe vaak zijn die hypes niet gebakken lucht omdat er toch zendtijd gevuld moet worden? Al die losse eindjes maken de binnenkant van je brein maar tot een grote warboel.
Filteren is handig en ook gemakkelijk toe te passen op bijvoorbeeld sociale media. Het werkt immers prima voor Twitter: je volgt alleen maar mensen en thema’s die je interessant vindt. De ruis hou je uit je Twitterstroom. Mocht je onverhoeds last krijgen van een eikel of iemand die zich op Twitter (of Facebook) eikelig gedraagt, dan heeft in discussie gaan vaak weinig zin, weet ik uit ervaring. Om van de lastpak af te zijn, blokkeer je z’n geneuzel net zo makkelijk en zie je die niet meer terug in je twitterstroom. Echt, het leven duurt te lang om naar het gezeur van eikels te moeten luisteren.
Journalistieke strips
Natuurlijk zijn we nieuwsgierig naar wat er in de wereld gebeurt en hoe bepaalde conflicten zijn ontstaan. Mocht je willen weten wat er in bepaalde brandhaarden echt aan de hand is, dan kun je, in plaats van actualiteiteprogramma’s te kijken, wellicht beter de journalistieke strips van Joe Sacco lezen. Die verbleef op plekken als de Gazastrook, Bosnië, Irak en won prijzen met de strips die hij daarover maakte: geen oorlogsstrips vol heldendaden waarin geweld en militaire macht centraal staan en verheerlijkt worden, maar strips vol persoonlijk verhalen van de burgers die zowel de levensbeslissende momenten beschrijven als het leven van alledag. Ook geeft hij vaak de nodige achtergrondinformatie waardoor je opeens begrijpt hoe bepaalde conflicten zijn ontstaan.Daar is bij de meeste nieuwsprogramma’s helemaal geen tijd voor, die berichten alleen het nieuws van de dag.
Eind vorig jaar verscheen Reportages bij Oog & Blik/De Bezige Bij. Hierin neemt Sacco de lezer mee van de smokkelaarstunnels in de Gazastrook naar het oorlogstribunaal in Den Haag, van het Amerikaanse leger in Irak naar de gestrande Afrikaanse vuchtelingen op Malta. De reportages verschenen in verschillende kranten en tijdschriften, waaronder Time en The Guardian.
Een waarschuwing is wel op zijn plaats: hoewel Sacco prachtig werk maakt, kunnen zijn verhalen er behoorlijk in hakken. Mocht je dus net zo vrolijk door het leven willen gaan als de dame uit de Sigmund-strip, dan zou ik je adviseren Sacco’s strips net zo min te lezen als de onheilspellende koppen in de krant. Aan de andere kant is het nieuws in Sacco’s bundel wel oud nieuws en oud nieuws is in feite geschiedenis en daarom al een stuk minder schadelijk voor de geestelijke gezondheid.
Als ik een artikel inlever bij de krant of een tijdschrift, doe ik daar altijd een suggestie voor de kop bij. Soms wordt deze overgenomen, soms ook niet en maakt de eindredacteur er iets anders van. Iets wat hij beter vindt bekken, iets wat volgens hem beter de aandacht van de lezer trekt. Want dat is natuurlijk de functie van een goede kop: zorgen dat het betreffende stuk gelezen wordt.
Dat betekent soms ook dat er een andere kop boven je stuk staat dan je zelf voor ogen had. Dat pakt lang niet altijd slecht uit: de zeldzame keren dat de eindredacteur van de VPRO gids een titel van mijn artikel had aangepast, was het eindresultaat altijd beter dan ik had voorgesteld. Goede koppen maken is een vak apart.
De veranderingen pakken niet altijd even fijn uit. Soms wordt er een klein dingetje uit een artikel gelicht en door de kop benadrukt. Dat is lang niet altijd de strekking van het stuk. Dat blijkt ook uit dit item van De waan van de dag van vrijdag 18 november.
Leuk aan het item vind ik dat je een klein kijkje op de werkvloer bij Het Parool krijgt. Eindredacteur Ronald van der Horst komt aan het woord. Ook komen er een aantal belangrijke eigenschappen van een goede krantenkop aan bod. ‘Een aantrekkelijke kop prikkelt, en moet een uitnodiging zijn aan de lezer: “Dit stuk moet u lezen!”, aldus Van der Horst.
Koppen voor een blog
Een kop als ‘Ik huil nooit’ zoals die boven het artikel van Frénk van der Linden stond in De Volkskrant, zou niet goed passen boven je blogpost. Goed, het trekt aandacht, maar je lezer weet niet waar het precies over gaat, want nergens in de kop staat wie die uitspraak doet. De kop is niet informatief genoeg, al trekt die online net zo goed de aandacht van een lezer als op papier.
Een blogger hoort wat mij betreft een kop te maken die aandacht trekt, maar die ook de lading van de blogpost dekt. De titel van je blogpost moet informatief zijn, anders kunnen de zoekmachines er ook geen chocolade van maken.
Dat laatste houdt vooral in dat het onderwerp duidelijk in je titel moet staan. Is je blogpost een interview? Dan moet de naam van de geïnterviewde in je kop voorkomen. Sterker nog: ik geef in dat soort gevallen in de titel ook aan dat het hier om een interview gaat. Daarna kan altijd een mooi citaat volgen die de lading denkt of prikkelt. Als ik een striprecensie publiceer, noem ik dat ook in de kop. Dat helpt de Googler die op striprecensies van dat specifieke album zoekt.
Als ik zo naar de blogposts van de laatste weken kijk, is meteen duidelijk dat ik voor de meer zakelijke en informatieve koppen ga. Maar goed, ik heb dan ook vooral een informatief blog met hier en daar een persoonlijke noot. Ik kan me goed voorstellen dat een kop als ‘Ik huil nooit’ heel goed in een lifeblog zou passen. Dan is het onderwerp van de site immers de blogger zelf.
De kop boven dit stuk had overigens ook een vraag kunnen zijn: Wat maakt een goede krantenkop? En misschien had het woord bloggen er ook in voor moeten komen. Aan de andere kant: je kan ook niet alles dekken met een kop. Het is dan ook de bedoeling dat je lezers niet alleen maar koppensnellen maar ook je blogpost lezen.