Vaak kijk ik niet eens naar de namen van kunstenaars als ik door een museum loop. Ik vind het fijn om door de zalen te lopen en aandachtig te kijken naar kunstwerken die mijn aandacht trekken. De bedoeling van de kunstenaar, ach, die beïnvloedt het verhaal dat het kunstwerk je probeert te vertellen alleen maar.
Dinsdag was ik samen met stripmaker Merel Barends in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Lekker vroeg: we stonden al voor de deur toen deze nog open moest gaan. Weinig toeristen, dus konden we op ons gemak kunstsnuffelen. Een groot plezier is het om met anderen een museum te bezoeken en hun kijk op het werk te horen. Of om hen een dialoog met het werk daar aan te zien gaan:
Het was een prettig bezoek dat ik zal koesteren als fijne herinnering.
Andy Warhol (1928-1987) blijft mij fascineren. De films, de zeefdrukken en natuurlijk de mythe van the Factory – ik kan er niet genoeg over horen. Daarom ben ik ook zo blij met de nieuwe expositie in het Teylers Museum te Haarlem over de pasontdekte vroege tekeningen van de popart-kunstenaar.
In het Prentenkabinet van Teylers Museum zijn deze zomer ruim 50 onbekende vroege tekeningen te zien Warhol. Deze werken maken onderdeel uit van ruim 300 tekeningen die min of meer bij toeval gevonden zijn in het archief van de Warhol Foundation in 2011. Deze vondst biedt een fascinerend inzicht in de kunstenaar voordat hij de Prince of Pop Art werd.
Vrijdagmiddag 31 mei was de opening. Joost Zwagerman, auteur en Warhol-kenner, sprak de genodigden toe. Uiteraard was ik daar bij en schoot de nieuwste aflevering van Daily Webhead. Aan het woord komen Zwagerman en Michiel Plomp, hoofdconservator kunstverzamelingen, om de tekeningen te duiden. Wat kunnen we van deze vroege tekeningen leren over de jonge Andy Warhol?
Warhol in de jaren vijftig
De ontdekte werken stammen uit de jaren vijftig, toen Warhol nog aan het begin van zijn carrière stond. De bladen zijn met pen in heldere contouren getekend en laten vooral kinderen en jonge mensen zien, alleen of in een groep. Sommige hiervan liggen in de lijn van zijn toenmalige werk als mode-illustrator en advertentieontwerper. (Andy tekende in het begin van zijn carriere als commercieel tekenaar vooral veel schoenen.)
Volgens Plomp sluiten enkele tekeningen aan bij de expressieve stijl van Duits-Oostenrijkse kunstenaars uit het begin van de twintigste eeuw, zoals Egon Schiele, George Grosz en Otto Dix. Andere wijzen vooruit naar de latere schilderijen van Andy Warhol.
Veel van deze tekeningen vervaardigde hij naar foto’s of illustraties uit tijdschriften. Fascinerend genoeg werkte hij toen al met series. Warhol drukte de nog natte tekeningen af en creëerde zo spiegelbeeldige voorstellingen.
Wat leuk is aan deze collectie van ruim 300 tekeningen is dat ze in 2011 eigenlijk bij toeval zijn gevonden door de Duitse galeriehouder Daniel Blau in het archief van de Andy Warhol Foundation in New York. Daar lagen ze sinds 1990 te verstoffen als archiefmateriaal zonder dat iemand zich bewust was van deze schatten.
Tom Tebby has been a practising artist and graphic designer for the past 10 years.
Based in Birmingham, he has made the city the inspiration and canvas for much of his work.
Educated at Birmingham City University (formerly UCE)in Furniture Design at BA level and Interior Design at MA level the work he creates shows a distinct interest in structural forms and underpins his creative process. Bron: Battalion.
Dit weekend was de expositie Gummbah’s ‘O sur Fulp’ in de Wetering galerie voor het laatst te zien. Een tiental schilderijen uit de periode 2010-2012 van de absurdistische cartoonist hingen aan witte strakke muren, waaronder bovenstaande. Wie goed kijkt ziet dat Gummbah over een oud schilderij heeft heen geschilderd: een figuurtje van de vorige afbeelding schijnt nog door de witte sneeuw heen. Hierdoor lijkt het alsof de kruipende muis, of rat zo je wilt, een poging doet zijn hallucinatie aan te raken.
Alle schilderingen leken gemaakt te zijn met een haastige kwast. Op sommige plekken dekte de verf niet voldoende. Gummbah komt er echter mee weg, want het cartooneske beeld levert an sich al zo veel kijkplezier. Sterker nog: door zijn schijnbaar slordige schildertechniek lijkt hij een lange neus naar kunst met een grote K te trekken. ‘Doe niet zo moeilijk, zo kan het ook.’
Het merendeel van de schilderijen is overigens verkocht. Leuk voor Gummbah en leuk voor de galeriehouder, die doorgaans geen stripmakers exposeert.
Vier van de schilderijen zijn opgenomen in Brandnetels & verkeersborden, de vierde bundel zkv’s van A.L. Snijders.
Gummbah profileert zich al langer als kunstenaar. In 2010 was de cartoonist/stripmaker te gast bij DWDD om zijn zeer grappige boek Net niet verschenen boeken te promoten. Als je strips maakt en zelfs de redactie van De Wereld Draait Door kent je en acht je bovendien de moeite waard voor een gesprek met Matthijs van Nieuwkerk, dan heb je het gemaakt natuurlijk.
(Stoor je in het fragment vooral niet aan Yvon Jaspers, dat doe ik ook al jaren niet meer.)
Eerder schreef ik al dat ik niet echt blij ben met Amazing Spider-Man #700. Overigens ben ik daarin niet de enige: fans over de hele wereld hebben verbolgen gereageerd op de niet-originele plottwist die Dan Slott de lezer voorschotelt. Eigenlijk is het enige leuke aan de binnenkant van deze comic het feit dat Stan Lee de brieven dit keer beantwoordt. Maar dat terzijde. The Amazing Spider-Man #700 heeft ook een goede kant, namelijk de voorkant die gemaakt is door de Franse kunstenaar Mr Garcin.
De collagekunstenaar, die wel vaker stripmateriaal gebruikt, voegde wat een duizendtal Spider-Mannen lijkt op één cover en maakte een meesterwerk dat nadere bestudering verdient. Vandaar dat ik er met mijn camera in duik om de details van dichtbij te aanschouwen.
Het leuke is: ik heb zo veel Spider-Man-comics gelezen dat ik de meeste tekenstijlen zo herken. Ik kan van veel Spider-Mannen op deze collage kunnen vertellen door wie ze zijn getekend.
De track die ik gebruikt heb is wederom van de hand van de heer Raaphorst.
We live in a day and age where the generation I’m from, and everyone following, we never get to watch the movie Psycho for the first time. We grow up, knowing through osmosis, that Norman Bates dresses up as his mother. We never get to witness that or experience it for the first time the way audiences did back in the day. It’s just a given. So we’re really all watching it for the second time, zegt Spider-Man schrijver Dan SLott in een interview (dat verder vol met spoilers zit, dus klik vooral niet op de link als je niet wil weten wat er met Spider-Man gaat gebeuren).
En gelijk heeft Slott helaas: wanneer heb je voor het laatst iets gelezen of gezien zonder dat je er al van alles over wist? Zelf ga ik het liefste blanco een bioscoopzaal in om de film onbevangen te kunnen kijken. Hetzelfde geldt voor het lezen van strips. Alleen dan komt het verhaal direct bij je naar binnen en wordt je interpretatie ervan niet gekleurd door vooraannames en achtergrondinformatie. Maar dat is nu met het web nog moeilijker dan voorheen.
In de Volkskrant van 4 december stond een reportage over het nieuwe boek van Nico Dijkshoorn: Dijkshoorn kijkt kunst waarin de bekende dichter/schrijver/persoonlijkheid van DWDD zijn persoonlijke visie op een reeks kunstwerken geeft zoals alleen Dijkshoorn dat kan. Hij laat de mensen weer eens op een andere manier naar kunst kijken en zei het volgende in het artikel:
‘Een suppoost van het Stedelijk Museum heeft mij als jongen eens The Beanery van Edward Kienholz willen uitleggen. “Die klokken staan voor verstilde tijd,” dat soort dingen. Ik wou dat hij dat nooit had gedaan. Voor mij was de kijkervaring bedorven. Ik wil eerst kijken, dan vreet ik later de biografieën over kunstenaars wel.’
Wanneer ik door een museum loop – en dankzij mijn jaarkaart doe ik dat tegenwoordig wat vaker – kijk ik zelden nog op de kaartjes naast de schilderijen en andere soorten kunst. Er even van uitgaande dat ik het betreffende werk nog niet ken en mijn blik dus niet gespoiled is door voorkennis, is het een kwestie van: kijken naar het ding, zien wat het met mij doet, wat het mij vertelt. Daarna kan ik altijd nog het kaartje lezen om te zien of ik het goed had. 🙂
Tijdens mijn verblijf in Utrecht heb ik videomateriaal gedraaid met het idee een Daily Webhead te maken in de reeks ‘Ondertussen in…’ Onderstaande aflevering moet je vooral zien als een parodie op typische videokunst. Een Daily Webhead met een dikke knipoog dus, maar zoals het videokunst betaamt niet zonder dieperliggende boodschap. (Ook al bedenkt de kunstenaar in opleiding die betekenis vaak pas op het moment dat de film aan een commissie wordt getoond.) In het kader van ‘interactieve kunst’ hoor ik van de toeschouwer graag welk verband hij legt tussen de vissen en de rest van de beelden. De leukste analyse wint een no-prize.
De muziek is wederom gecomponeerd door de immer muzikale Marco Raaphorst.
In het televisieprogramma De Canvasconnectie vertelt grafisch kunstenaar Tim Enthoven over werk van hemzelf en anderen.
De Nederlandse illustrator Tim Enthoven (Den Haag, 1985) studeerde in 2009 cum laude af aan de Design Academy Eindhoven met Binnenskamers, een striproman waarin hij speelt met de narratieve conventies. In het semi-autobiografische verhaal leeft de licht autistische student Tim als kluizenaar in zijn kamer waar hij zich onderwerpt aan een streng leef- en werkpatroon. Totdat de buitenwereld zich opdringt en hij op een feestje een meisje ontmoet: gebeurtenissen waardoor Tim in de war raakt.
Enthoven: ‘Die periode heb ik zeker zo gekend. Bepaalde eigenschappen deel ik ook met het personage, ik ga er nu alleen beter mee om. Die strikte werkethiek heb ik nog steeds, ook heb ik een voorkeur voor orde, maar het is allemaal niet zo extreem als in het boek.’
Slagveld
In De Canvasconnectie, waar iedere aflevering een kunstenaar of vormgever centraal staat die nieuw werk aan het voorbereiden is, toont Enthoven een serie etsen die tijdens de grafische kunstbeurs Pick me up in het Londense Somerset House te zien zijn (tot 1 april, red.) Deze etsen maakte Enthoven als tiener, waaronder een reeks van legerformaties uit het begin van de Gouden Eeuw gecombineerd met thema feest. ‘Ik heb indertijd een vertaling gemaakt van alle elementen die volgens mij op een discovloer aanwezig zijn en alle elementen die je op een slagveld vindt. Voor mij was dat toen strategisch gereedschap om inzicht te krijgen in zaken als feestjes en uitgaan, wat ik eigenlijk nooit deed.’
De prints zullen ook te zien zijn op de solotentoonstelling in MU te Eindhoven die eind mei opent, waar verschillende projecten die Enthoven als jongere maakte worden vertoond in nagebouwde ruimtes uit zijn verleden. ‘Ik ben de afgelopen maanden vooral bezig als curator van mijn jeugd,’ zegt de nog jonge illustrator. Toch is het thema van zijn verleden en het genre autobiografie, dat duidelijk in zijn beeldverhalen en de exposities naar voren komt, geen leidraad in zijn werk, vindt hij zelf. ‘Het onderwerp interesseert me wel, maar er zit geen uitgestippeld plan achter. Ook in werk van anderen vind ik het verhaalelement dat niet verteld wordt maar dat wordt gesuggereerd door de schijn van autobiografie, fascinerend. Ik speel met verhaalvormen en de vrijheden die je je daarbinnen kunt permitteren. Dat doe ik ook in mijn illustratiewerk, waarin ik bijvoorbeeld graag een mening verkondig die haaks staat op die van het artikel waar de afbeelding bij hoort.’
Enthovens illustraties staan onder andere in New York Times Magazine, Vice en de VPRO Gids.
De Canvasconnectie,
Canvas, zondag 25 maart 20.15 – 20.45
Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #12 (2012).
Dan gaat journaliste en programmamaker Sarah Meuleman (van o.a. VPRO’s Sarah’s barbaren) uitgebreid in gesprek met Han Hoogerbrugge over de achtergronden bij zijn solotentoonstelling in TENT. Hoogerbrugge vertelt aan de hand van zijn favoriete filmfragmenten en eigen video’s over zijn werk, leven, inspiratiebronnen en achtergronden bij zijn succesvolle tentoonstelling La Grande Fête des Voyeurs.
Da’s toch veel leuker dan televisie kijken, dunkt mij.
Het werk van meer dan zestig internationale tekenaars is in de Westergasfabriek samengebrachtop de expositie A Perfect Day.
Op de tekenshowA Perfect Day zijn 220 tekeningen van zo’n 65 tekenaars te zien. Werk van cartoonisten, muzikanten, filmmakers en kunstenaars uit binnen en buitenland. Van de speelse, iconografische covers die Saul Steinberg tekende voor het tijdschrift The New Yorker tot het absurdistische werk van Kamagurka, maar ook maatschappijkritiek van Dan Perjovschi.
Wat al dit uiteenlopende werk met elkaar verbindt is dat het allemaal observaties, gedachten en ideeën over het leven zijn. De titel A Perfect Day moeten we volgens organisator en samensteller Olga Scholten ironisch interpreteren: ‘De meeste onderwerpen van deze tekeningen zijn vrij triest, maar door er met humor een draai aan te geven, wordt het wat leefbaarder. Er zitten veel dingen in waar je direct om kunt lachen, maar de meeste tekeningen zijn wat cynischer of poëtischer van aard. Bijvoorbeeld de tekening van Kurt Vonnegut. Op een grafzerk staat “Life is no way to treat an animal” geschreven.’
Leonard Cohen
Grafisch ontwerper Scholten nam het initiatief voor de tekenshow en stelde de collectie met illustrator Paul Faassen samen. Ze baseerden zich deels op de Apexart-tentoonstelling Lots of Things Like This die in 2008 in New York plaatsvond en waar auteur Dave Eggers curator van was. Scholtens werk werd daar ook tentoongesteld. De collectie van Eggers werd voor de expositie in Amsterdam deels overgenomen en verder aangevuld met meer dan veertig namen uit binnen- en buitenland.
Een zelfportret van de Canadese singer-songwriter Leonard Cohen, met daaronder de tekst “One of those days, when the hat doesn’t help”, is wel uit New York meegenomen. ‘Cohen heeft veel zelfportretten gemaakt waarin hij een hoedje draagt. Voor mij is het essentieel dat hij er tussenzit. Het gaat ons er niet om dat hij een bekende naam is waar mensen op af zouden komen of dat het vanuit de kunsthistorie belangrijk is dat hij ook tekent, maar wel omdat je hierdoor op een andere manier naar Cohen gaat kijken.’
Tekst én beeld
Wat de tekening van Cohen ook mooi illustreert is hoe tekst en tekening een onlosmakelijk geheel met elkaar vormen en een verhaal vertellen, een belangrijk criterium waarop alle werken zijn geselecteerd. ‘Het gaat ons om die combinatie van tekst en beeld en wat die samenkomst met elkaar doet,’ licht Faassen toe. ‘In dat opzicht bewegen we ons op een grens tussen cartoon en autonome kunst. Daarin zijn verschillende vormen mogelijk, maar belangrijk voor ons was dat tekst en tekening een totaalbeeld vormen.’
Soms ontstaat er door die combinatie een surrealistisch geheel zoals in het werk van de Britse illustrator en schrijver Glen Baxter. Hij maakt tekeningen in de stijl van oude jeugdboeken, vaak met gangsters, cowboys en ontdekkingsreizigers in de hoofdrol. Het onderschrift rijmt niet met hetgeen is afgebeeld. In de absurde wereld van Baxter kunnen cowboys bijvoorbeeld intellectuele uitspraken doen over kunst of filosofie.
Droedels
De samenstellers willen met de tekenshow ook het plezier dat tekenen biedt vieren. Naast gedetailleerde tekeningen hangen er ook veel prenten die er eenvoudig uitzien. ‘Het gaat ons niet om de techniek of om mooi gemaakte tekeningen,’ vertelt Scholten. ‘Veel van wat we geselecteerd hebben ziet eruit als een snelle krabbel, als droedels die iedereen wel eens maakt, tijdens het telefoneren bijvoorbeeld.’
Volgens Scholten zorgt de directheid van het handschrift ervoor dat de toeschouwer op een laagdrempelige manier wordt uitgenodigd om op het werk te reageren. ‘Kunst wordt altijd op zo’n hoog voetstuk gezet. Met deze tentoonstelling willen we laten zien dat iedereen met dit soort ideeën over het leven leeft. Nu kan men direct reageren op het werk zonder belemmerd te worden door de gedachte dat ze voor een Andy Warhol staan, waar ze iets kunstzinnigs over dienen te zeggen.’
Een lege plek
Er zijn allerlei evenementen georganiseerd om het publiek te betrekken bij A Perfect Day. Zo is één plek in de tentoonstelling gereserveerd voor tekenwerk dat iedereen mocht insturen. Meer dan 50 inzendingen kwamen binnen. Een animatie die wordt vertoond is deels door het publiek gemaakt: eind januari zaten vrijwilligers in de Posthoornkerk ieder een van de 360 frames van de film in te kleuren. Scholten: ‘De hele avond was iedereen zoet aan het kleuren, met ranja en een muziekje op de achtergrond. Dat doe je als volwassene eigenlijk ook nooit meer.’ Om de aandacht te trekken reed er een invalidenwagen door de stad met een miniversie van de tentoonstelling.
Bij de expositie hoort op 10 en 11 februari ook een A Perfect Night, een avondprogramma waarin optredens worden afgewisseld met animaties, muziek, eten en drinken. Met onder andere Gummbah, Michiel Romeyn, Tjitske Jansen & Markus Vater, Tin Men & The Telephone, Han Hoogerbrugge en Micha Hamel. Maxim Hartman presenteert.
A Perfect Day: 10 tot 24 februari, Westergasfabriek (Openbare Verlichting) Amsterdam. Zie ook: www.aperfectday.info
Dit artikel is 9 februari in Het Parool gepubliceerd.
Donderdag was ik samen met Linda aanwezig bij de opening. Mariette Dölle, programmaleider van TENT, introduceerde de kunstenaar, vervolgens trad The Church of the First Day op. Dit bijzondere groepje performers komt ook in de video voor. Daarna zie je wat sfeerbeelden van de tentoonstelling.
Ik raad je graag aan om de tentoonstelling zelf te gaan bekijken, Hoogerbrugge is een bijzondere multimedia kunstenaar.
La Grande Fête des Voyeurs is een overzichtstentoonstelling van Hoogerbrugges werk van de afgelopen vijftien jaar: interactieve animaties, videoprojecties, diaseries en tekeningen. In zijn werk schetst hij op toegankelijke wijze een nerveus tijdsbeeld, waarin de moderne mens zich door het dagelijks leven heen worstelt.
Wat kun je zoal verwachten in TENT?
In de interactieve animatie Karaoke (2008) wacht het alter ego van Hoogerbrugge lijdzaam tot de toeschouwer hem tot leven brengt: als de microfoon wordt gebruikt maakt hij houterige bewegingen terwijl hij de namen van medicijnen mompelt. In de video-animatie Overlast stoort hij zich zo aan het gedrag van zijn medemens dat hij in woede en agressie ontsteekt. In de grote zaal van TENT presenteert Hoogerbrugge de video-installatie La Grande Fête des Voyeurs waarin een aantal personages uit zijn werk van de afgelopen jaren op vijf schermen in hoog tempo verschijnt en weer verdwijnt. Het werk levert een intelligent en vaak relativerend commentaar op het gedrag, de existentiële vragen en angsten van de hedendaagse mens, op La condition humaine, het menselijk tekort. In Quatrosopus, het werk dat hij op de Biënnale van Venetië 2011 toonde, drijft hij de zoektocht naar antwoorden op levensvragen tot het uiterste.
Maar ook de game FLX, die hij samen met Sander van der Vegte en Submarine ontwikkelde, kun je er spelen. Vier spelers moeten samenwerken om door een hindernisbaan met onverwachte obstakels te komen. De animatiegame is najaar 2011 verworven door Stedelijk Museum Amsterdam.
Pro Stress #2
Recent verscheen het tweede album van Pro Stress, een stripreeks die Hoogerbrugge eerst op zijn site publiceert, voordat ze in boekvorm verschijnt. In drie plaatjes aanschouwt de tekenaar de wereld met een flinke dosis humor. De vorm is eenvoudig: een personage, vanaf de middel afgebeeld tegen een witte achtergrond, spreekt de lezer toe. Vaak gebruikt de tekenaar in de drie plaatjes dezelfde afbeelding, soms met kleine variaties. Zoals in eerder werk is Hoogerbrugge zelf een belangrijk personage in de reeks. Ook bekende koppen als David Lynch, Quentin Tarantino, Nick Cave, Dr. Phil, Bob Ross en Woody Allen.
La Grande Fête des Voyeurs loopt tot en met 18 maart in TENT.
In februari en maart 2012 presenteert TENT een omvangrijke solotentoonstelling van de Rotterdamse kunstenaar Han Hoogerbrugge. La Grande Fête des Voyeurs is het eerste overzicht van zijn werk.
Al bijna vijftien jaar tekent Hoogerbrugge zijn alter ego, een einzelgänger in zwart pak die met zwarte humor de wereld om zich heen beziet. Ik moet vaak erg om zijn comics lachen. In 2011 draaide Hoogerbrugge’s vermakelijke, korte animatiefilm Overlast als voorfilm in de bioscoop. De film was onderdeel van het programma Ultrakort. In hetzelfde jaar was zijn animatie Quatrosopus te zien in het Deens paviljoen op de Biënnale van Venetië. De animatiegame FLX is onlangs verworven door Stedelijk Museum Amsterdam.
Grensoverschrijdend
Hoogerbrugge is uitgegroeid tot een prominent voorbeeld van een hedendaagse crossmediale kunstenaarspraktijk, waarin de grenzen tussen virtueel en reëel, tussen droom en nachtmerrie, tussen high en low art, niet bestaan. Met grote regelmaat zijn de tekeningen en animaties van Hoogerbrugge te zien op festivals, popconcerten, in kranten en magazines, maar ook in musea, expositieruimtes en galeries.
In La Grande Fête des Voyeurs transformeert TENT tot het universum van kunstenaar. Diaprojecties, tekeningen, videomonitoren en projecties tonen werk van de afgelopen vijftien jaar, van het pioniersstadium waarin Hoogerbrugge met eenvoudige computerprogrammatuur bewegende animaties maakte, tot de verfijnde computertechniek die het publiek in beweging brengt om de Hoogerbrugge-games te spelen.
Twistgesprek
Momenteel werkt Hoogerbrugge aan een nieuwe video-installatie waarin de verschillende personages uit zijn comics met elkaar in een visueel twistgesprek worden gebracht. De video-installatie gaat op de opening van de tentoonstelling in première.
TENT is een platform voor 100% hedendaagse kunst dat zijn wortels heeft in Rotterdam. TENT richt zich via haar uiteenlopende programmering op relevante ontwikkelingen binnen de hedendaagse kunst, waarbij er speciale aandacht is voor actuele thematiek. Sinds 2008 programmeert TENT solotentoonstellingen van beeldbepalende Rotterdamse kunstenaars, gericht op het bekendmaken van het werk aan een breder publiek. TENT presenteerde solotentoonstellingen van Wendelien van Oldenborgh, Katarina Zdjelar en Lara Almarcegui.