Stripmaker Wasco een van de meest eigenzinnige stripmakers die Nederland rijk is. Vaste lezers van Zone 5300 zijn z’n werk al geregeld tegengekomen. Recent deed hij mee aan 24 Hour Comics Day, het evenement dat over de gehele wereld plaatsvond en waarin stripmakers binnen 24 uur worden geacht evenzoveel strippagina’s te tekenen, zonder dat ze van tevoren een verhaal hebben bedacht.
De kwaliteit van deze 24 Hour Comics verschilt nogal, maar die van Wasco – getiteld Wolken – valt in het bijzonder op door het surrealistische verhaal en de doordachte visualisatie. Hoewel hij bijna uitsluitend gebruikmaakt van een pagina-indeling van acht kaders met een identieke grootte, gebruikt Wasco de strippagina als organisch geheel om zijn verhaal te vertellen. Daarmee toont hij zich een meester van het medium. Het boekje telt overigens maar liefst 38 pagina’s, dus veel meer dan het vereiste aantal dat ooit is opgesteld door de bedenker van 24 Hour Comics: stripmaker en -theoreticus Scott McCloud.
Wolken is getekend in ballpoint en uitgegeven op het ouderwetse schriftformaat. Leuk aan de uitgave is dat schoonheidsfoutjes niet zijn weggewerkt: enkele inktvlekken zijn zichtbaar en omdat de originele kleur blauw is aangehouden komt de strip dicht in de buurt van de originele pagina’s. Met een oplage van 50 exemplaren heeft de liefhebber dus een zeldzaam boekwerkje in huis.
Overigens zal Wasco aanwezig zijn tijdens de Zone 5300 Wintersale.
Deze tekst verscheen ook op het stripblog van Zone 5300.
De eerste Kunsstripbeurs is reeds geweest. Ik kon er wegens werkverplichtingen niet aanwezig zijn. Gelukkig heeft Michael van den Berg, van het edele blog Flugfruit, een verslagje op het digitale canvas geschreven. (Zie overigens ook de fotorepo van Kees Stravers en het blog van de organisatie voor meer updates.) Ik kom nooit in een kerk, behalve dan als er wat te beleven valt. Zaterdag 7 november werd in de Utrechtse Janskerk de eerste Kunststripbeurs gehouden. Dit evenement is niet vergelijkbaar met de grote stripbeurzen, zoals de stripdagen in Houten en Breda. Daar zijn het vooral de grote uitgevers die het beeld bepalen. Het is je kans om een echte tekening van Franka of Storm te bemachtigen maar je moet wel een nummertje trekken. Als je goed zoekt in de hal met tweedehands boeken, vind je af en toe een verrassend creatief talent tussen de dozen met ‘drie voor een euro’. Mensen die experimentele, vernieuwende en vaak prachtige dingen maken waar veelal een kleine markt voor is.Deze laatste categorie komt op de Kunststripbeurs veel beter tot zijn recht. Ik vind er een mooie mix van werk dat een beetje underground is, veel stripauteurs / kunstenaars die binnen de wereld van kenners bekend zijn, en af en toe ineens een echt grote naam als Mark Retera (Dirkjan), Theo van den Boogaard (vooral bekend van Sjef van Oekel). De sfeer is er goed en er zijn bijzondere werkjes te zien. Hier kom je ook de echte liefhebbers tegen, die overigens vaak zelf ook kunstenaar / stripmaker blijken te zijn. Dat geld geen rol speelt, voert misschien wat ver, maar het is duidelijk een bijzaak. Wouter Gresnigt, kunstenaar/ illustrator/ stripmaker en tevens een vriend, legt uit hoe dat werkt: ‘Ik verdien nooit iets op dit soort dagen. Wat ik verdien, geef ik meestal meteen weer uit aan mooie dingetjes.’ Hij heeft zojuist weer een curieus boekje op de kop getikt waarin Afrikaanse spreekwoorden worden geïllustreerd. Marcel Ruijters, een bekende naam inmiddels, heeft het ook naar zijn zin tussen al dat moois. Als hij weer eens bij zijn eigen stand komt vang ik op ‘Je moet wel af en toe hier staan, iemand wil dit boek gesigneerd hebben en is al twee keer langs geweest!’
Hallie Lama hoopt aardig te verkopen, want hij wilde eigenlijk die prachtige nieuwe uitgave van Heinz meenemen. Ik had ook de kans om wat woorden te wisselen met Luc Cromheecke (Plunk) iemand die ik zeer bewonder en waarvoor je in Houten nummertjes moet trekken. Hij begint te begrijpen hoe dat werkt met geld verdienen. Luc heeft een stapel voorstudies en schetsen meegenomen, prachtig om te zien. ‘Vroeger gooide ik deze dingen altijd weg, totdat ik ontdekte dat liefhebbers er zo tien euro voor betalen.’ Wat nog een schijntje is natuurlijk.
Ach, laten we het niet over geld hebben. Ik hoop op een nieuwe Kunststripbeurs volgend jaar met weinig commercie en veel kunst en gezelligheid.Lees ook:
Op Zaterdag 7 november vindt in de Janskerk de Kunststripbeurs plaats georganiseerd door stripintendant Gert Jan Pos van het Fonds BKVB en Albo Helm in samenwerking met het HAFF. Striptekenaars, animatoren, illustratoren en beeldend kunstenaars zullen daar zelf, dus zonder hun uitgevers of vertegenwoordigers, hun originelen, zeefdrukken, boeken en merchandise aan de man brengen.Hans van de Meulengraaf (cKoe), Han Hoogerbrugge, Joost Swarte en Theo van de Boogaard zijn enkele namen van een lange lijst creatieven die reeds hebben toegezegd. Zie voor een meer volledige lijst het blog van de kunststripbeurs. Die middag zal ook de animatie-intendant van het Filmfonds een presentatie houden waarin hij zijn beleid nader toelicht. Willem Thijssen is vanaf 1 september aangesteld om de animatiesector te stimuleren. Hij richt zich op de lange speelfilm, een genre waar ons land geen traditie in heeft. ‘Nederland was tot voorkort een land waar alleen korte animatiefilms werden gemaakt, maar daar bouw je geen industrie mee op. Het zou mooi zijn als we over twee jaar ieder jaar een animatiefeature kunnen uitbrengen’, zegt Thijssen.De intendant wil zijn budget vooral aan ontwikkelingssubsidies voor interessante projecten besteden. Daarmee kunnen producenten een concreet voorstel en een moving storyboard, een ruwe animatieversie, produceren. Daarnaast wil de intendant onder meer internationale coproducties stimuleren. Thijssen is voor twee jaar aangesteld. ‘Als er aan het einde van mijn termijn een lange animatiefilm in de bioscoop draait, dan zou dat al heel mooi zijn.’ Dit artikel stond in VPRO Gids #44.Lees ook:HAFF 2009
Je zou bijna vergeten dat naast een goede trailer een doeltreffende filmposter ook bezoekers naar de bioscoop kan lokken. De filmwebsite Cinema.nl organiseert dit jaar daarom voor de negende keer de Afficheprijs.Uit 53 posters van Nederlandse films heeft een vakjury vijf posters genomineerd. Het betreft de affiches van de films Angst (ontwerp Sander Plug), De laatste dagen van Emma Blank (Alex van Warmerdam), Nothing Personal (Susanne Keilhack & Joost Hiensch), Oorlogswinter (Sara Simpson & Richie Burridge) en De Storm (Michael van Randeraat).Uiteindelijk bepaalt het publiek welke uiteindelijk de winnaar wordt. De uitreiking vindt plaats op woensdag 30 september live in het Nederlands Film Festival Journaal dat tijdens het festival dagelijks wordt uitgezonden op Nederland 2. De prijs bestaat uit een geldprijs van € 2.500 en een wisseltrofee (een ingelijst affiche van de klassieker Jonge Harten, ontworpen door Titus Leeser). Ja, dat laatste vind ik ook een beetje een rare prijs. Waarom moet men de poster na een jaar weer doorgeven en krijgt de winnaar niet gewoon een herdruk van de betreffende poster? Nou goed, mocht je je geroepen voelen om mee te stemmen dan kan dat tot en met 28 september 24.00 uur op www.cinema.nl/afficheprijs. Maar zie ook: www.afficheprijs.nl, een nieuwe site gewijd aan posters van Nederlandse films.Zelf vind ik de posters van Angst en Nothing Personal erg mooi. Ook de poster van de film over de theatervoorstelling van Theo Maassen kan mij zeer bekoren door het slimme design, maar die haalde de selectie van vijf niet. De poster van De Storm doet me teveel aan een foute Hollywood-film a la Titanic denken. Hieronder de mening van de vakjury over mijn twee favoriete prenten.Angst – ontwerp Sander Plug De kwaliteit van het affiche voor de documentaire Angst van Michiel van Erp wordt in hoge mate bepaald door de intrigerende foto. Als toeschouwer word je onmiddellijk betrokken bij een pijnlijk leven achter de luxaflex. Een wereld die wordt bepaald door angststoornissen. Het affiche roept herinneringen op aan de poster voor Body Double van Brian De Palma. De luxaflex werkt als een scherm dat opgetrokken lijkt te worden en anderzijds iets verbergt. Je voelt je bijna een voyeur die deelgenoot van iets wordt gemaakt. Het personage achter de luxaflex kijkt je recht in de ogen, alsof ze zich ervan bewust is dat ze bekeken wordt. Nothing Personal – ontwerp Susanne Keilhack & Joost Hiensch / Shosho De kwaliteit van deze poster zit ‘m in de minimalistische aanpak, maar het in lakens gewikkelde lichaam geeft een extra dimensie, die je in eerste instantie makkelijk kunt missen. De vrouw is wakker, de manier waarop ze het lichaam vasthoudt, verraadt emotie. Haar foetushouding onderstreept haar kwetsbaarheid, maar in haar houding zit ook iets beschermends en krachtigs. Wat de poster zo intrigerend en effectief maakt, vanuit esthetisch én marketing oogpunt, is de visuele aantrekkingskracht gecombineerd met het feit dat je niet precies weet wat er gebeurt. Is het een psychologische thriller, een liefdesverhaal, een moordmysterie? Het doet er niet toe. De poster is een blikvanger, hij eist je aandacht op. Maar hij schreeuwt zijn boodschap niet uit, het beeld doet zijn werk perfect.
Bosbranden in Californië komen ieder jaar voor. Je hoort erover in het nieuws, ziet soms wat beelden van rook en vernietigde huizen en vergeet alles vervolgens weer, want je woont er toch niet in de buurt.Onderstaande video is gemaakt door Cathy Davies, die daarvoor Idle Time Software gebruikte. Een applicatie die ze zelf ontwikkelde. De video laat wat mij betreft goed zien wat voor vernietigende kracht van het vuur uitgaat zonder dat er beelden van verkoolde huizen vertoond worden. Als de avond is gevallen, zien de vlammen er in het donker extra dreigend uit. Vooral omdat het licht in de loop van de tijd de duisternis opvreet.
Door het contrast van de licht-donker vlakken heeft het beeld welhaast een abstracte kwaliteit. Soms kan cinema heel simpel zijn.
In wezen bestaat het leven uit niet meer dan een aaneenschakeling van momenten. Dat heeft filmmaker Will Hoffman goed begrepen. In zijn korte video Moments rijgt hij verschillende momenten aaneen. De video is een mooi voorbeeld van wat je met goede montage teweeg kunt brengen.
Hoffman maakt veelvuldig gebruik van vormrijm, een onderdeel van wat filmwetenschappers David Bordwell en Kirsten Thompson een graphic match noemen: wanneer vorm, kleur, compositie of beweging van shot A worden opgepikt in de compositie van shot B. In Moments is dat bijvoorbeeld de close-up van de breinaald waaromheen de wol wordt gewonden, gemonteerd naast de wurm die om het haakje wordt gedraaid. En het meisje dat na het omdoen van haar bh-bandje vooroverbuigt, gevolgd door de man die in het water duikt. Ook in de richting waarin voorwerpen en mensen zich bewegen zit vormrijm: de oude vrouw die naar rechts een kussen op het bed legt, gevolgd door de jongen op de crossfiets die naar rechts rijdt.
Maar ook worden de beelden associatief en thematisch met elkaar verbonden. De jongen en het meisje kussen, (een musje wipt op, want de jongen en het meisje zijn love birds), een condoom wordt uit de verpakking gehaald, een boormachine penetreert een stuk hout, een stelletje loopt hand in hand en een baby’s voetafdrukken worden genomen. In deze slimme sequentie van beelden schuilt een heel verhaal, dat voor een ieder herkenbaar zal zijn daar ze universele gebeurtenissen representeert.
Wanneer uiteenlopende shots achter elkaar zijn geplakt, zorgen het vaste ritme van de montage en het nummer ‘Where were you?’ van de IJslandse band Parachutes dat alles toch een geheel wordt. De soundtrack en het beeld komen samen uit op een climax: het loslaten van de ballon die hemelwaarts vliegt. De soundtrack is grotendeels verantwoordelijk voor de emotionele lading die de video heeft, al is geluid een ingrediënt dat vaak over het hoofd wordt gezien.
De ballon die hemelwaarts vliegt, al ware het een ziel die na de dood bevrijd wordt, is een mooi voorbeeld van visuele poëzie – een label waar de gehele video wat mij betreft onder valt. Al moet gezegd dat sommige beelden wat voor de hand liggend zijn. Zoals de voetafdruk in het zand die wordt weggevaagd door het water. Het is een clichébeeld dat natuurlijk onze sporen op deze aarde representeert. En hoe vluchtig de indruk die we maken wordt uitgevaagd door de tijd.Stel je voor dat je een korte video zou monteren van je eigen leven. Welke momenten halen dan de final cut?
Met dank aan Edwin Mijnsbergen die me op het bestaan van deze video wees.Lees ook:
Ik heb de vreemde gewoonte om kopjes koffie te fotograferen. Niet ieder kopje dat mijn lippen passeert natuurlijk, dat zou gekkenwerk zijn. Maar wel de kopjes die mooi zijn opgemaakt als ik weer eens op een van mijn favoriete hangplekken zit te drinken.Gelukkig ben ik niet de enige met deze vreemde gewoonte. Op het blog Webdesigner depot staat een post met maar liefst 50 foto’s van kunstige kopjes koffie. Zie hier. Er staan mooie ontwerpen tussen, sommige zijn ware kunststukjes. Al zijn vijftig foto’s wel erg veel, want zoals iedereen weet moet je je cafeïne-intake een beetje in de gaten houden. Met dank aan Yildiz Celie die me op de blogpost wees via twitter.Meer koffie:
In het oeuvre van tekenaar/animator Han Hoogerbrugge worstelt de kunstenaar zich met humor door het dagelijks leven en onderzoekt hij zijn eigen obsessies, neuroses en emoties.
Om in slaap te komen leest de Rotterdamse kunstenaar/animator/webpionier Han Hoogerbrugge oude stripalbums van Kuifje, Lucky Luke en Asterix & Obelix. ‘Dat doet mijn vader ook altijd. Maar wel alleen albums die hij al heeft gelezen. Nieuwe leest hij overdag, anders kan hij er niet van slapen.’
Hoogerbrugge die de slaap vat op het moment dat Lucky Luke van zijn netvlies vervaagt. Het is een beeld dat contrasteert met wat je verwacht bij iemand die een verwantschap voelt met kunstenaars als David Lynch, Matthew Barney, Damien Hirst en Chris Ware. ‘Met hen voel ik een verbondenheid in opvatting en houding. Zij stralen een soort coolness uit waar ik iets mee heb,’ zegt Hoogerbrugge. ‘Bij David Lynch heb ik het gevoel dat ik waarschijnlijk het bankstel dat hij heeft ook mooi vind.’
Punker
Het oeuvre van Hoogerbrugge omvat animaties, illustraties en installaties. In zijn werk schetst hij op toegankelijke wijze een nerveus tijdsbeeld, waarin de moderne mens zich door het dagelijks leven heen worstelt. Hoogerbrugge maakt vaak visuele grappen. ‘Humor is prettiger als hij terloops is, en niet als een grap wordt aangekondigd,’ vindt Hoogerbrugge. ‘Het beeld moet interessant zijn.’In wezen zat de kiem van Hoogerbrugges artistieke leven in zijn punkperiode, toen hij in een bandje gitaar speelde en collages maakte voor een punkblaadje. ‘De gedachte achter punk is dat je zelf iets kunt opzetten,’ zegt hij. ‘Tegelijkertijd kom je erachter dat je heel veel niet beheerst. Dat is frustrerend, dus wil je het leren.’ Hoogerbrugge studeerde schilderen aan de Academie voor Beeldende Kunsten Rotterdam (nu Willem de Kooning Academie) en maakte daarna vooral strips en illustraties tot in de jaren negentig het internet een bepalende rol in zijn carrière ging spelen. In de begindagen van het web was Hoogerbrugge al bezig met de eerste experimenten. ‘Eigenlijk vanuit de punkgedachte: het idee dat je voor heel weinig geld iets kunt publiceren voor een potentieel groot publiek.’
Het internet bood Hoogerbrugge een oneindige instant expositieruimte. ‘De techniek achter de sites leek eenvoudig en dat sprak mij aan. Ik kon het bijna niet geloven dat als ik iets had geüpload en daarna online ging, dat mijn site daar dan ook echt stond. Geweldig!’
Zelfportret
In 1998 begon Hoogerbrugge met de webanimatiereeks Modern Living/Neurotica. In feite was dit de virtuele voortzetting van een stripalbum dat hij in eigen beheer had uitgegeven. Dit autobiografische album was getekend in de klare lijn-stijl die Hoogerbrugge nu nog steeds gebruikt en behandelde dezelfde thema’s. ‘De Neurotica-reeks reflecteert mijn dromen, verwachtingen, conflicten, ervaringen en angsten,’ zegt Hoogerbrugge. Neurotica kreeg een vervolg in de site en animatiereeks Nails, waarin hetzelfde mannelijke hoofdpersonage afwisselend controle heeft over of overheerst wordt door zijn gevoelens, emoties en instincten. Het hoofdpersonage in het werk van Hoogerbrugge is gemodelleerd naar de kunstenaar zelf. ‘Het is niet zo dat ik hem gebruik om dingen te zeggen die ik zelf niet direct zou durven uit te spreken. Aan de andere kant doet hij wel dingen die ik niet snel zou doen, zoals z’n kop kaalscheren. Maar dat zijn meer visuele grappen.’ In werkelijkheid lijkt Hoogerbrugge slechts het uiterlijk met zijn avatar te delen: hij spreekt op zachte toon en denkt soms lang na voordat hij iets zegt. Zijn geanimeerde evenbeeld straalt daarentegen minder rust uit en baant zich op neurotische wijze een weg door de zin en onzin van alledag. In de loop der jaren is het evenbeeld ouder geworden. ‘In de stripwereld worden personages nooit ouder. Ik vond het interessant om een cartooneske tekenstijl met dat gegeven te combineren.’
Kenmerkend voor de animaties van Hoogerbrugge is het spelen met verwachtingspatronen en het combineren van contrasterende elementen. Vaak krijgen natuurgetrouwe verbeeldingen een onverwachte, absurdistische wending. Al praat de kunstenaar niet graag over de betekenis van zijn werk. ‘Nails gaat over mijn demonen. Ik kaart ze aan, zonder daar heel duidelijk in te zijn, terwijl je toch begrijpt wat ik bedoel. Een van de afleveringen van Nails heet ‘Senescence’: kort gezegd het verouderen van biologische cellen. Ik sla me in de animatie redelijk zelfverzekerd door een gordijn van botten heen. Het is een visualisering van het feit dat ik ouder word. De animatie geeft echter niet duidelijk aan of ik daar problemen mee heb. Het laat veel in het midden.’ Geanimeerde werkelijkheid
Al sinds de begindagen hanteert Hoogerbrugge dezelfde werkwijze. Hij maakt video’s van de mensen die in zijn studio voor een groen scherm de handelingen van een personage uitbeelden. Hij print de videoframes die hij nodig heeft uit en tekent deze op doorzichtig papier over. Nadat deze tekeningen digitaal zijn ingevoerd maakt Hoogerbrugge de animatie af in het programma Flash.Door deze methode kan Hoogerbrugge sneller werken dan wanneer hij alles zonder modellen zou moeten tekenen. Hij noemt zichzelf op het gebied van tekenen geen natuurtalent. ‘Je krijgt bewegingen alleen maar natuurlijk als je werkt met videomateriaal.’
Door animatie te gebruiken kan Hoogerbrugge dingen laten zien die in film absurd lijken, of te veel de nadruk leggen op de techniek. ‘Als ik iemand teken die zijn hoofd eraf trekt alsof zijn gezicht een masker is, dan benadruk je bij film het specialeffect, maar bij animatie is dat op zichzelf niet vreemd. Bij animatie gaat het dus meer om wat er gebeurt, niet hoe.’ De beperkte mogelijkheden van het internet hadden een duidelijke invloed op Hoogerbrugges stijl van animeren: ‘De eerste animaties moesten zo klein mogelijk zijn. Binnen 20 seconden moesten ze volledig draaien. Daarom maken ze een kort en krachtig statement, zonder intro’s.’ Hoogerbrugge liet de animaties herhalen in een oneindige loop, enerzijds omdat gifanimaties pas vloeiend lopen als ze één keer volledig zijn geladen, anderzijds omdat dit goed aansloot bij het concept van Neurotica: ‘Iets dat zich herhaalt wijst op een neurotische handeling.’Omdat Hoogerbrugge vaak dezelfde elementen en symbolen in zijn animaties gebruikt, krijgt hij wel eens het verwijt dat hij zichzelf herhaalt. ‘Stijl en persoonlijkheid horen bij elkaar. Als je voortdurend van stijl verandert, heb je geen eigen gezicht. Een herkenbaar handschrift is óók prettig. Als je voor een lange tijd iets doet, is het moeilijk eraan te ontsnappen. In dat opzicht is het ook een gevangenis.’ Toch schuwt Hoogerbrugge herhaling niet: ‘Over Gilbert & George wordt ook vaak gezegd dat ze hetzelfde trucje herhalen, maar ik geloof dat niet. Op visueel niveau gebeurt er weinig nieuws, maar thematisch is het heel gevarieerd. Je zult het in steeds subtielere dingen moeten gaan zoeken.’
Hotel
Voor SubmarineChannel maakte Hoogerbrugge van 2004 tot 2006 het multimedia project Hotel: een non-lineaire vertelling, een crossmediale webervaring waarin gebruikers naar eigen behoefte door de verschillende hoofdstukken kunnen klikken. Interactie met de gebruiker is altijd een erg belangrijk element in de animaties van Hoogerbrugge. Dat de bezoekers van de site zelf met muisklikken de animaties kunnen activeren was in de beginjaren van het internet uniek. Bij Hotel leidt dit streven naar interactie tot een verhaal zonder duidelijke spanningsboog of karakterontwikkeling. Hoogerbrugge noemt het project dan ook zijn beste mislukking: ‘Ik zou het zelf nooit volgen als verhaal. Je moet teveel zelf invullen om er wat van te maken. Het meest traditionele gedeelte, de strip over Dr. Goldin, is het beste aan het project. Dat roept de vraag op of ik er niet beter gewoon een strip van had kunnen maken.’
Geen stuiterende borsten
Hoogerbrugges eerste betaalde opdracht was voor de VPRO, een flashanimatie voor het Lifesavers-project. Daarna werkte hij onder andere voor MTV, Tros Triviant, en grote merken als Sony, ING en Diesel. Ook maakte hij videoclips voor onder meer de Belgische band Dead Man Ray. Recent vroegen de Pet Shop Boys hem een clip te maken bij de single ‘Love, etc’. ‘Afgezien van een stuiterende vrouwenborst gingen ze met alles akkoord,’ zegt Hoogerbrugge. Dat is wel eens anders geweest, zoals bij een opdracht voor Mercedes. Door de art directors werd het werk keer op keer teruggestuurd omdat men vond dat een uitgestoken wijsvinger te lang was. ‘De hele opdracht zat vol met dat soort dingen. Die mensen bekeken mijn werk beeldje voor beeldje. Daar word je op een gegeven moment helemaal gestoord van. Overigens hebben ze er uiteindelijk wel een prijs mee gewonnen,’ voegt de kunstenaar er glimlachend aan toe.
Pro Stress 2.0
Het huidige internetproject heet Pro Stress 2.0. Op deze site publiceert Hoogerbrugge iedere dag een strip of illustratie. De naam van het project verwijst naar Hoogerbrugges opvatting dat nare zaken ook hun goede kanten kunnen hebben. ‘Een soort van Cruyffiaans idee dat elk nadeel ook een voordeel kan hebben. Stress kan bijvoorbeeld heel lastig zijn, maar geeft aan de andere kant ook een kick,’ vertelt hij. ‘Veel dingen tegelijk doen creëert voor mij een werkbare work flow waarin het mij beter lukt eigen werk te maken. Ik heb dan meer ideeën.’ Het is vanwege deze opvatting dat Hoogerbrugge bepaalde zaken die doorgaans als slecht worden bestempeld niet in zijn animaties veroordeelt. In tegendeel: ‘Wat zouden de Stones zijn als Keith Richards alleen thee zou drinken?’ Oorlog, criminaliteit en drugsgebruik horen volgens Hoogerbrugge bij het leven. ‘Bij alles wat ik me bedenk, kan ik het tegendeel bedenken wat net zo goed waar is. Dit is niet verwarrend maar roept blijdschap op. Het betekent namelijk dat je in theorie niet hoeft te kiezen tussen goed of slecht. Niets is een harde waarheid, dat vind ik heel prettig.’
Op dit idee voortbordurend onderzoekt hij de ambiguïteit van beelden in een reeks aquarellen op Pro Stress 2.0. ‘Een deel van La grande fête gaat over geweld ten opzichte van het gelaat. Met tekeningen van mensen die in elkaar zijn geslagen, mensen die net een plastische chirurgische operatie hebben ondergaan en een bokser. Allen hebben ze een beschadigd gezicht, maar de ene keer zijn de wonden een bedoeld effect zoals bij de chirurgie, de andere keer een onbedoeld effect.’ Uiteindelijk moet deze zoektocht leiden tot een installatie die een combinatie zal zijn van bewegende en stilstaande beelden, film en animatie. De liefhebbers van Hoogerbrugges werk moeten dus binnenkort achter hun monitor vandaan komen en het museum in.
Hoogerbrugge highlights:
Modern Living / Neurotica (1998 – 2001)
Eerste interactieve webanimatiereeks bestaande uit korte loops. Hierin krijgt Hoogerbrugges evenbeeld te maken met de kleine zaken van het dagelijks leven en onderzoekt de animator zijn eigen obsessies, neuroses en emoties.
Nails (2002-2006)
Tweede reeks interactieve webanimaties die thematisch voortborduurt op Modern Living/Neurotica. Hoogerbrugges avatar reageert nu niet zo zeer op externe prikkels, maar worstelt met zijn innerlijke demonen in een zelfgecreëerde wereld.
Hotel (2004-2006)
Een non-lineair, crossmediaal 10-delig verhaal dat Hoogerbrugge maakt in opdracht van SubmarineChannel. Dr. Doglin doet onderzoek naar ‘freak accidents’ en laat menig proefpersoon verdwijnen.
Modern living: The graphic universe of Han Hoogerbrugge (2008)
Rijk geïllustreerd boek met dvd over het werk van de animator. Uitgave: Submarine Channel/ BIS publishers.
Prostress 2.0 (2008 – heden)
Huidig internet project waarin Hoogerbrugge dagelijks een strip of afbeelding publiceert en op eigen humoristische wijze de wereld aanschouwt.
Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #19 (2009).
Even iets anders dan Imagine, of eigenlijk niet, want tijdens een van de dagen op dit filmfestival bracht heer Baay een bijzonder schilderijtje voor me mee.Een bedankje voor een wederzijdse samenwerking. Stripmaker en animator Mattt Baay en ik maakten indertijd samen de Bunbun-animaties voor IntermediairForward.nl. De site waar ik anderhalf jaar webredacteur van was. Mattt had het meeste werk overigens: het animeren van de avonturen van het maffe konijn. Ik bemoeide me alleen met het bedenken van de plot van de afleveringen. De menging van de wereld van Bunbun en die van Intermediair (verhalen over de arbeidsmarkt) werkte op zich prima. Het kostte ons weinig moeite om geschikte situaties te bedenken om Bunbun te laten glanzen. Al zijn de animaties voor IntermediairForward.nl natuurlijk een stuk minder grof en gewelddadig dan de gemiddelde avonturen van het konijn. Voor dit schilderij liet Baay zich inspireren door de poster van de horrorklassieker The Exorcist (van William Friedkin, 1973). Wat mij betreft nog steeds een van de beste horrorfilms die ik ooit heb gezien. Toen ik de director’s cut een paar jaar geleden in de bioscoop zag, was deze nog net zo relevant en indrukwekkend als in 1973. Wil je ook een schilderij van Bunbun? Check deze site en stuur een mailtje naar Mattt.De eerste negen afleveringen uit de serie Bunbun Goes Forward:Afl.1: Sollicitatiegesprek Afl.2: Beroepskeuzetest Afl.3: Het zwarte gat (na de studie) Afl.4: Bereid je voor Afl.5: De eeuwige student Afl.6: Salarisonderhandelingen Afl.7: Een passende baan Afl.8: Blijf jezelf Afl.9: Het assessment
Advocaat Nathan Sawaya vond het wel leuk om na een dag hard werken met zijn lego te spelen. Die hobby bracht hem inmiddels in vele plaatsen in de VS, waar zijn legosculpturen op veel bewonderaars kunnen rekenen. De New Yorkse kunstenaar wordt niet voor niets The Brick Artist genoemd.Sawaya maakt met zijn legoblokjes indrukwekkende sculpturen en enkele krachtige afbeeldingen die de verbeelding prikkelen. Zoals deze:Ik las over Sawaya op het New York blog van Pascal Theunissen waar ook onderstaande video van NBC New York stond. Een erg inspirerend verhaal: iemand die van zijn passie zijn werk weet te maken en op die manier zijn plek in de (kunst)wereld weet te vinden. Ga je oude lego maar van zolder halen dit weekend zou ik zeggen. Of nog beter: als het verhaal je aanstaat, bedenk wat goed bij jou past als uitingsvorm en ga ermee aan de slag. (Negeer bij het bekijken van de video de 15 seconden reclame alleen even. ’t Blijft Amerikaans hè.) Leuk blog trouwens, dat NY blog van Theunissen. Die schrijft al sinds 2007 over gebeurtenissen in The Big Apple.Lees ook:
Afgelopen zondag liepen enkele kopstukken van literair Nederland en Vlaanderen zomaar in het wild rond in de Melkweg te Amsterdam. Nou ja, niet zomaar – ze traden op tijdens Het Ultieme Weerwoord. Dit programma vol poëzie, polemiek en literatuur, was de afsluiter van het Weerwoord festival dat zich vanaf woensdag rondom het Leidseplein afspeelde. Speciale gasten waren oudgedienden Cees Nooteboom en Remco Campert.Ik was erbij en wisselde enkele roerige woorden met onder meer Ilja Leonard Pfeijffer, Joost Zwagerman, Ellen ten Damme en Kluun.
Deze video maakte ik in opdracht van Stichting Weerwoord en staat ook op EeuwigWeekend.nl.Lees ook:
De komende dagen ben ik op en rond het Leidseplein te Amsterdam te vinden. Nee, ik ben niet een straatact begonnen in de hoop mijn freelance inkomen aan te vullen: het is weer tijd voor het Weerwoordfestival. Weerwoord, wat is dat? Vraagt de nieuwsgierige lezer zich misschien af. Tijdens dit festival worden de poëzie, de literatuur en het vrije woord gevierd. Op uitnodiging van het Weerwoordfestival schrijven en brengen dichters en denkers, auteurs en filosofen hun schurend en polemisch weerwoord aan de wereld. Het festival speelt zich traditioneel af rondom het Leidseplein, met evenementen in onder meer De Balie, Paradiso en de Melkweg. Volgens de organisatie van Weerwoord weerspiegelt het programma: ‘het rumoer van het Leidseplein, de verscheidenheid van de theaters en het debat in stad en land. Vijf dagen lang biedt het festival lezingen, interviews, debatten, concerten, films en theatervoorstellingen.’Vanavond begint het feest met Het gedichtenbal in Paradiso. Ik kijk in het bijzonder uit naar Het Ultieme Weerwoord? aanstaande zondag in De Melkweg. Ilja Leonard Pfeiffer, Joost Zwagerman en Remco Campert & Cees Nooteboom zullen daar optreden. En als laatste maar zeker niet als minste act, zal Ellen ten Damme liedjes zingen met teksten van Ilja Pfeiffer. Campert de wildplakkerd
Als teaser werd eerder deze maand onderstaande video op het internet gezet. Remco Campert die wild aan het plakken is. Wat een kwajongen is hij toch.