Howard the Duck staat op Netflix, dus waagde ik de gok om deze stripadaptatie uit 1986 nog eens te gaan kijken.
Howard the Duck van regisseur Willard Huyck en producent George Lucas is een live-action adaptatie van de Marvel Comics omtrent een pratende eend. Howard the Duck is een creatie van Steven Gerber en Val Mayerik en een redelijk subversief en absurd personage. Zelf haak ik snel af bij pratende Disney-achtige dieren in een semi-realistische omgeving als het Marvel Universum. Ik heb daarom nog nooit echt een Howard the Duck-comic gelezen. Al kwam ik hem wel eens tegen in een team-up met Spider-Man.
De film uit 1986 was officieel de eerste Marvel-verfilming voor een bioscooppubliek. Howard the Duck was een flop. Wie hem nu kijkt, snapt meteen waarom. Het verhaal is gewoon niet zo goed.
Howard woont op een eendenplaneet: alles is eigenlijk net zoals bij ons, maar dan bevolkt door eenden in plaats van mensen. Howard wordt door een experiment op aarde per ongeluk naar onze planeet over gestraald. Hier is hij letterlijk de vreemde eend in de bijt. Een pratende eend met een dikke sigaar in zijn bek zien we namelijk niet iedere dag.
Kinderachtig
Dit uitgangspunt zou een mooi en satirisch verhaal kunnen opleveren over immigratie en integratie, maar de film verzandt al snel in enorme, vreemde kolder waarin het einde der tijden dreigt als door hetzelfde experiment ook een duistere opperheer op aarde komt die de rest van zijn collega’s wil laten overkomen. Beetje kinderachtige kolder dus allemaal.
Oorspronkelijk wilde George Lucas hier ook een animatiefilm van maken, maar vanwege contractuele verplichtingen moest het per se een live-action film worden. Howard wordt gestalte gegeven door kleine acteurs in een pak en ziet er daardoor niet zo heel overtuigend uit. Van Gerbers satire is bijna niets overgebleven.
Fuck a duck
Het grappigste en vreemdste moment is de scène waarin zangeres Beverly Switzler (Lea Thompson) met Howard in bed duikt en het er even op lijkt alsof ze zullen gaan neuken. Sinds een markante scène in Clerks II, waarin een ezel in een fastfood restaurant van achteren wordt genomen, weet ik wat interspecies erotica is, maar zover komt het in Howard the Duck niet. Gelukkig maar wellicht.
Aan de andere kant: als ze dit idee hadden doorgevoerd, had Howard the Duck het niveau van beroerde kinderfilm overstegen, en misschien de moeite van het uitzitten waard geweest. Al was het dan wel een heel ander soort film geworden.
Omdat ik Claudia Wells ging interviewen bekeek ik laatst met Linda Back to the Future nog eens. Misschien zegt de naam Wells je niet direct iets: het is de actrice die het vriendinnetje Marty McFly speelt in de eerste film.
In de tweede en derde Back to the Future-films wordt haar rol overgenomen door Elisabeth Shue. Ik nam mezelf voor Wells zeker te vragen waarom ze vervangen was. (Ook al staat dat op de wikipagina van Back to the Future II vermeld, het is altijd goed om dat soort dingen uit de eerste hand te horen.)
Nu wilde het lot dat het telefonisch interview alleen kon plaatsvinden op het moment dat ik Marcel Ruijters in the American Book Center zou interviewen over zijn boek Jheronimus. Aangezien ik niet over een tijdmachine beschik die me in staat zou stellen op twee plaatsen tegelijk aanwezig te zijn, liet ik Wells schieten. Nu werd zij aan de tand gevoeld door collega Anton Damen. Gelukkig stelde Damen ook de vraag over Wells’ vervanging:
Maar voor deel 2 en 3 werd je vervangen door Elisabeth Shue.
‘Mijn moeder kreeg de diagnose kanker. Ik had een contract voor de sequels, maar wilde thuis blijven. Daar was alle begrip voor, er is geen druk op me uitgeoefend om het toch te doen. En zo werd Elisabeth Shue gecast. Ik heb haar nooit ontmoet, maar ben een grote fan van haar, hoor. Of ik ooit met spijt terugkijk naar het verleden? Nee, zo zit ik niet in elkaar. Ik heb een mooie kledingwinkel in L.A., Armani Wells, heb fijne vrienden, en acteer sinds een aantal jaar weer. Ik zou niets aan mijn leven willen veranderen.’
Marty komt langs
De reden voor het interview was het opnieuw uitbrengen van de Back to the Future-trilogie op Blu-Ray met allerlei extra’s. Het zal je niet ontgaan zijn dat het dertig jaar (!) geleden is dat de eerste film uitkwam. In de tweede film reizen Marty, Doctor Brown en vriendinnetje Jennifer Parker af naar Hill Valley in het jaar 2015, naar woensdag 21 oktober 4:29 PM om precies te zijn. Dat is aanstaande woensdag. En al weken lijkt het bijna alsof er online nergens anders over gesproken wordt.
Niet dat ik dat erg vind: Back to the Future is een van mijn favoriete films en na het zien van deel 1 moest ik natuurlijk ook deel twee en drie kijken, interview of geen interview.
Back to the Future is een van de beste scripts ooit geschreven en een van de strakste. Er zit geen enkele loze scène in. In de eerste akte, pakweg de eerste 25 minuten, krijg je alle informatie die je de rest van de film nodig hebt. Iedereen die scenario schrijven wil leren, zou het script moeten lezen om daarna de film per scène te analyseren. Daar leer je echt veel van.
Los daarvan heb ik een zwak voor de personages Marty McFly en Dr. Emmett Brown – en voor de acteurs die hen gestalte geven: Michael J. Fox en Christopher Lloyd. Al twintig jaar heeft Fox de ziekte van Parkinson, maar hij slaat zich daar heldhaftig doorheen. Hij gaat zelfs weer acteren in een nieuwe televisieserie:
Back to the Future II viel bij het herzien een beetje tegen en vind ik eigenlijk pas leuk worden als Marty en de Doc weer terugkomen in 1955. We zien de gebeurtenissen van de eerste film nog eens voorbijkomen, maar nu vanuit een ander perspectief. Wel ben ik een grote fan van verhalen over tijdsparadoxen en het idee dat één gebeurtenis veranderen grote gevolgen voor het verloop van je leven kan hebben.
Crispin Glover
Grappig is ook om te weten dat acteur Crispin Glover niet in de tweede film zit. Een andere acteur nam zijn plaats in nadat Glover het niet eens was met het honorarium dat hij zou krijgen. Dat kun je hem niet helemaal kwalijk nemen: hij zou minder dan de helft krijgen dan acteurs als Lea Thompson die ongeveer een even grote rol heeft. Volgens de producenten kreeg Glover minder omdat hij als acteur minder ervaring had.
Omdat Glover niet mee wilde doen, moesten Robert Zemeckis en Bob Gale het scenario herzien. Daarom wordt George McFly in deel 2 door Biff vermoord. Mocht je deze film binnenkort gaan kijken, let dan maar eens op hoe ver papa McFly eigenlijk telkens van de camera afstaat. De acteur die Glover vervangt heeft prothetische make-up op in de vorm van Glovers gezicht. Hierdoor zou je kunnen denken dat George McFly nog steeds door dezelfde acteur gespeeld wordt. Dat beviel Glover niet en spande een rechtzaak aan die hij won. Producenten hebben de copyrights op de personages, maar niet op het uiterlijk van de acteurs. Door deze zaak is het standaardcontract van de Screen Actors Guild intertijd aangepast zodat het geintje dat Glover is geflikt niet nog eens herhaald kan worden.
Wat Back to the Future II betreft is het vooral grappig om te constateren hoe ver ze ernaast zaten wat de toekomstvoorspellingen:
Western
Als ik me goed herinner was Back to the Future III de eerste die ik in de bioscoop zag. Ik vind dit deel leuker dan het tweede, dat iets te veel slapstick humor bevat wat mij betreft. Maar goed, twee en drie kun je eigenlijk het beste als één film zien. Ze zijn ook achter elkaar opgenomen en het scenario voor beide films is tegelijkertijd geschreven. Deel twee zit ook vol met belangrijke aanwijzingen voor het laatste deel.
Cliffhanger
Hoewel Back to the Future eindigt met een cliffhanger, hadden de filmmakers in eerste instantie geen trilogie voor ogen. Zemeckis laat in de making of documentaire weten dat bij de première al blij was als de film uit de kosten zou komen, laat staan dat ze er een vervolg op zouden maken. Als hij dat had geweten, had hij het vriendinnetje van Marty namelijk nooit in de DeLorean laten zitten en laten meereizen naar de toekomst. Nu waren ze bij het bedenken van deel twee wel verplicht haar een rolletje te geven. Ze konden niet zo maar een nieuw avontuur bedenken waarin Jennifer en de kinderen die ze met Marty heeft geen rol spelen. Had Zemeckis in de toekomst kunnen kijken of ernaar toe kunnen reizen, dan hadden de tweede en de derde films er wellicht heel anders uitgezien.