Het Boekenbal bezoeken was altijd al een wens van me. Ik ben altijd nieuwsgierig geweest naar hoe het er op dit feestje van het CPNB aan toe gaat. Dit jaar kwam mijn wens uit en liep ik tussen auteurs en BN’ers in de Stadsschouwburg Amsterdam. Een erg leuke ervaring. Er waren meerdere bandjes waar mensen bij konden dansen, wat voornamelijk op het hoofdpodium in de zaal gebeurde. Het geheel deed me enigszins denken aan een middelbareschoolfeestje.
In de kleinere ruimtes stond soms ook een bandje te spelen. Leuke muziek, maar het Hollandse publiek was natuurlijk voornamelijk zelf geluid aan het produceren. Iets wat je op concerten ook vaak ziet: mensen die gewoon met elkaar staan te praten alsof er helemaal geen optreden is. Het was dus hard werken voor de muzikanten.
Vrienden
BN’er-spotter ben ik niet. Daar heb ik nooit iets mee gehad. Wel sprak ik met een aardige, zwangere vrouw die vroeg waar ik mijn bolletje kaas vandaan had. Pas toen ik na ons gesprek weer doorliep drong het tot me door dat ik haar kende van een Zomergasten-aflevering van vorig jaar. Wilfried de Jong wilde ik nog even gedag zeggen, omdat hij vorig jaar zo aardig tegen me was tijdens de uitzending van Met het oog op morgen. Maar Matthijs van Nieuwkerk sprak hem toen net aan, en daar wilde ik niet tussen gaan staan. Je gaat twee vrienden die in gesprek zijn niet onderbreken. Dit was immers het Boekenbal, niet Twitter.
Reünie
Ik kwam nog een paar bekenden tegen, zoals Mara Joustra, die tegenwoordig redacteur is bij uitgeverij Rubinstein. Toen ik nog bezig was met het schrijven van het concept van Mijn vriend Spider-Man heeft Mara me goed geholpen met met formuleren ervan. Ook Maaike van Veen speelde een grote rol in dat vroege stadium van het boek trouwens. Je hebt soms mensen nodig die je op weg helpen, zeker in de onbekende Nederlandse boekenwereld.
Ook de mannen van Moker Ontwerp liepen er rond. Allemaal strak in het pak natuurlijk. De Mokers hebben de cover van mijn boek ontworpen. We gaan geregeld wat met elkaar drinken. Uiteraard kwam ik ook mijn uitgever Bart Wessels en Merel tegen, de redacteur die aan mijn boek heeft gewerkt.
Nieuwe plannen
Ik kan bijna niet geloven dat mijn debuut alweer 10 maanden uit is. De afgelopen maanden den ik druk na over wat een mooi vervolg zou zijn en meerdere ideeën zitten in mijn hoofd. Het is nu een kwestie van kiezen, maar ergens ben ik nog huiverig om weer voor langere tijd aan een project te gaan werken. Mijn vriend Spider-Man heeft me meerdere jaren gekost om te maken. Het was een boek dat ik moest schrijven. Die innerlijke drang zorgt ervoor dat je het volhoudt op de momenten dat het schrijven wat minder gaat. Het is dus heel belangrijk om een onderwerp te hebben waar je het echt over wilt hebben. En wat anderen willen lezen, anders ziet geen enkele uitgever er brood in. Toch heb ik heel veel zin om weer een tijd alleen met schrijven bezig te zijn. Dat is namelijk het leukste wat er is.
Zaterdag hadden Linda en ik allebei vrij en liepen we langs de grachten om naar schaatsers te kijken. In sommige grachten van Amsterdam voeren de rondvaartboten al een paar dagen niet om ervoor te zorgen dat het ijs heel bleef.
Zelf ben ik niet zo van het schaatsen. Ik heb enkele jeugdherinneringen aan het ijs en die maken duidelijk dat ik niet succesvol was op de ijzers. Ik herinner me dat ik me angstvallig aan een groene, houten stoel vasthield. Wel had ik later rolschaatsen, maar dat was maar een korte opleving van sportgedrag in mijn jeugd.
In het checklistje van wat Nederlanders Nederlands maakt, kan ik schaatsen dus niet aanvinken. Toch stond ik zaterdag even kort op het ijs van de Keizersgracht. Het kraakte behoorlijk en er stond al een laagje water op. Bij een van de wallen was een wak, waar kennelijk die dag of eerder iemand door het ijs was gezakt. Later die middag waarschuwde de politie ook dat het ijs niet meer veilig was.
Vlak bij ons huis was de kade trouwens ingestort. Waarschijnlijk was een gesprongen waterleiding de oorzaak. Je zult er maar net lopen terwijl de boel instort.
Of wonen we toch in the Bad Place? Daar duiken toch geregeld sink holes op? En laatst was het in de Marnixstraat ook al hommeles toen een deel van het fietspad instortte. Lopende door winters Amsterdam, geloof ik toch niet dat het the Bad Place is. Daarvoor is de hoofdstad van Nederland – ondanks dat er ruimte is voor verbetering – toch te veel the Good Place.
Wat mij verwondert, verwondert jou ook? is de gedachte achter Linda’s instagramaccount Verwondert.
Een leuke gedachte die ze in de praktijk brengt door mooie, poëtische foto’s te maken van dingen die haar dus, euh, verwonderen. Ze plaatste op de laatste dag van het jaar ook een Best of Nine overzicht van 2017.
Mooie foto’s met sterke composities maakt mijn vriendinnetje, daarom breng ik graag even haar Instagram onder de aandacht. Ik vind het leuk om via de foto’s door haar ogen te kunnen kijken. Zo leer ik mijn partner in love weer een beetje beter kennen.
Wie benieuwd is naar wat voor tassen Linda ontwerpt en maakt, check haar andere account.
Dit weekend vond voor de tweede keer de Amsterdam Comic Con plaats. Kort samengevat: I had a blast.
Samen met mijn vriendin Linda zat ik twee dagen achter mijn eigen tafeltje om Mijn vriend Spider-Man: Superhelden, geeks en fancultuur aan de lezer te brengen. Aangezien dat boek voor een groot deel gaat over de mensen die zo’n comic con bezoeken, moest dat wel lukken. Dat hoopte ik dan maar, want eigenlijk had ik geen idee hoe goed of slecht het boek het zou doen. Het was dus gokken hoeveel boeken we moesten meenemen. Dit was mijn eerste Con achter de tafel en die ik niet bezocht als journalist of liefhebber. Da’s toch een aparte ervaring.
Het leuke is dat Jeroen van Trierum, samen met Ferdy Lopulalan de organisator van de Comic Zone, na het lezen van Mijn vriend Spider-Man besloot mij uit te nodigen. Hij is zelf een groot stripliefhebber en Spidey-fan en herkende veel van zichzelf in mijn verhaal. Het was Jeroen die me zondag interviewde tijdens een panel over mijn boek. Een erg leuk en ontspannen gesprek, met ook enkele interessante vragen uit de zaal.
De dag ervoor had ik de eer om Ger Apeldoorn te interviewen. Apeldoorn was vroeger de vaste vertaler van de X-Mannen bij Juniorpress en daarom een jeugdheld van me. Tijdens het panel hadden we het over hoe lastig het is om Chris Claremonts teksten te vertalen en waarom de verhalen van deze legendarische X-Men-schrijver zo goed waren. Ook vertelde Ger over zijn bijna ontmoeting met Stan Lee en enkele andere leuke anekdotes. Hij is op dit moment druk met het promoten van het boek Behaving Madly, dat hij samen met Craig Yoe schreef. Een mooi koffietafelboek vol met Mad imitaties, vaak gemaakt door de tekenaars die ook voor Mad werkten.
Linnentasjes
Zaterdag zaten Linda en ik naast Kenny Rubenis en zijn zus Lesley. Gezellige buren om zo’n eerste dag naast je te hebben. Kenny is natuurlijk de stripmaker van de succesvolle strip Dating For Geeks en een doorgewinterde stripbeurzen-gast. Er stond die middag dan ook weer een aardige rij met fans die een album bij hem wilde kopen. Ze kwamen ook voor de linnentasjes die Kenny speciaal had laten maken. Linnentasjes? Die associeer je toch met heel wat andere stripbeurzen en veel stoffigheid. ‘Niet meer,’ vertelde Lesley, ‘Linnentasjes zijn omarmt door de hipsters. Ze zijn opeens helemaal hot.’
Zondag zat Renée naast ons, afkomstig uit de mangahoek. Ik ben haar achternaam even vergeten, maar haar strip zag er veelbelovend uit. Tijd dat ze eens op deuren van uitgeverijen gaat kloppen als ze wat meer materiaal heeft gemaakt.
Aan mijn andere zijde zat Mike Collins. Een Britse tekenaar die onder andere Doctor Who heeft getekend en Spider-Man voor de Franse markt. Dat wist ik ook niet, maar kennelijk hebben ze in Frankrijk toestemming om zelfgemaakte Spider-Man-comics uit te geven. Het grappige is echter dat die comics dus weer gemaakt worden door Britten en vertaald worden in het Frans. Bij Mike kocht ik een Spidey-print. Bij Nick Brokenshire een omnibus van de serie Amelia Cole. Ik kreeg van Nick gratis een smallpressuitgave van zijn schetsboek waar ook mooie tekeningen in staan.
De eerste editie van Amsterdam Comic Con had ik gemist vorig jaar, omdat ik toen nog heel druk bezig was met de eerste versie van mijn magnum opus. Ik kan me oververhitte zomerse dagen herinneren. Een jaar later zit je dan opeens tussen de mede geeks en wat een plezier was dat!
Popeye
Vanuit mijn stoel kwam een eindeloze stoet cosplayers voorbij. De een nog uitgebreider dan de ander, en altijd bereid om even bij de tafel te komen poseren. Toen het zondagochtend rustig was op de beursvloer, ben ik cosplayers gaan fotograferen.
Er liep ook een Lucky Luke en een Popeye rond. Die zie je niet vaak op Comic Cons. Ik laat je alvast Popeye zien, de rest van cosplayers publiceer ik later.
Queen of the Geeks
Er waren veel leuke ontmoetingen in die twee dagen. Patricia Merkelbach van het blog Hello Geeky World kwam een boek halen. Ik ontmoette Patricia een paar maanden geleden bij de Wonder Woman-persvoorstelling en we zaten meteen opdezelfde pagina. Op haar blog wisselt ze scherpe recensies af met persoonlijke stukken en artikelen over geek-zaken. Ik lees haar teksten altijd graag en vind dat ze een met haar site echt iets toevoegt aan de blogosphere. Ondertussen heeft ze Mijn vriend Spider-Man al aan meerdere mensen cadeau gedaan, alleen had ze zelf nog geen exemplaar. Dat hebben we op de beurs meteen rechtgezet, met een handtekening en een Spidey-hoofd op het titelblad. Ik ben erg blij met de steun van mensen als Patricia, want een nicheboek heeft dat soort hulp echt nodig.
Ik ontmoette mijn Amerikaanse nichtje die ik alweer een paar jaar niet gezien had. Haar vader en moeder komen in Mijn vriend Spider-Man voor, want toen Natalie nog een stuk jonger was, verbleef ik een tijdje in de VS in het huis van mijn familie. De dag erna kwamen twee van de scholieren die ze Engelse les geeft bij mijn tafel langs: ‘U bent toch de neef van onze lerares? Tof!’ Kennelijk had ze over Mijn vriend Spider-Man verteld in de les.
Verslonden
Ook vond ik het erg leuk dat sommige mensen mijn boek al hadden en het speciaal naar de beurs hadden meegenomen voor een handtekening. Daan van den Heuvel, stripverkoper bij de AKO op Schiphol, liet me zijn goed doorgespitte exemplaar zien. Hij had het boek verslonden op vakantie.
Het was ook erg leuk om met die-hard Spider-Man-fans te spreken. Mensen die net als ik al heel lang een band hebben met Peter Parker. Een van hen was de jonge Arthur die Spider-Man leest sinds Barack Obama op de cover stond en de superheld en de president schurk de Chameleon samen versloegen in een comic. Obama is een enorme Spidey-fan, dus liefhebbers van de leukste superheld ooit bevinden zich in goed gezelschap.
Djeroon, over wie ik al eerder blogde, kwam ook nog even langs om een boek te kopen. We kennen elkaar van Instagram, maar hadden elkaar tot zondag nog nooit ontmoet. Ik vind Jeroens T-shirt erg cool en maakte een foto van deze sympathieke comicliefhebber die net als ik opgroeide met de avonturen van Peter Parker:
Uiteindelijk hebben we 23 boeken verkocht op de Amsterdam Comic Con. Een mooi aantal waar ik erg blij mee ben. Het was een kick om met zoveel mensen te praten en een krabbel in hun boek te zetten. Iedereen die langskwam voor een praatje en iedereen die een exemplaar mee naar huis nam: heel erg bedankt!
En duizendmaal dank aan Linda die zo lief was om twee dagen lang aan mijn zijde te zitten en me te helpen met de verkoop. Ik babbelde met de mensen, zij regelde de kassa. Dat was heel erg fijn en bovendien gezellig!
Cliffhanger
Er was echter een ontmoeting op zondag die me weer even een echte fanboy liet voelen… Daar vertel ik je binnenkort over.
Van de week bezochten Linda en ik Hoorn om weer even bij te praten met mijn moeder.
Daarna liepen Linda en ik gezellig langs het IJsselmeer. Vroeger heb ik dat heel geregeld gedaan, maar dit keer zag ik de zaken weer in vers perspectief. Nu was er ook het een en ander veranderd, maar gelukkig is het klotsen van het water tegen de rotsen nog steeds een van de rustgevendste geluiden die ik ken. Na alle spanningen van de afgelopen maanden was het fijn om even weg te zijn.
Even later zaten we bij de Brasserie Oostereiland. Ik at een rijke uitsmijter.
De haven lag vol met bootjes, er voer een oud VOC-achtig schip voorbij.
Zou ik ooit weer in Hoorn willen wonen, vroeg ik mezelf af? De mantel van de nostalgie bedekt veel onaangename details uit het verleden. En Hoorn kan heel pittoresk zijn. Het Oostereiland is zo’n plek. De voormalige gevangenis is een hotel geworden, met een filmhuis en het Museum van de Twintigste Eeuw.
Misschien als ik een huis zou kunnen krijgen in de binnenstad. Maar eigenlijk moet je nooit weer gaan wonen in je oude woonplaats. Je kunt nooit echt terugkeren, alleen vooruitgaan.
En daarbij, wat zou ik voor werk gaan doen in Hoorn? Bij het Noord-Hollands Dagblad zijn ze eerder aan het bezuinigen dan dat ze nieuwe journalisten nodig hebben. Het wordt sowieso steeds moeilijker om je geld te verdienen in de journalistiek. Daarbij wil ik in de toekomst het forenzen tot een minimum beperken. Ik wil graag wonen waar ik werk. Dat is een van de dingen die ik zeker weet. De toekomst is voor de rest gehuld in een vage mist.
Het afgelopen jaar was alles lekker duidelijk: mijn boek moest af. Dat dit is gelukt, maakt me nog steeds erg blij. Het is echt het hoogste wat ik tot nu toe in mijn leven heb bereikt.
Maar nu september aan de horizon opdoemt, komt daarbij toch de vraag: hoe nu verder?
Eigenlijk zou ik meteen aan een tweede boek willen beginnen. Het schrijven is me heel erg bevallen. Maar daarnaast moet er ook geld worden verdiend. Helaas. Ik ben wel serieus aan het nadenken over de inhoud van het volgende boek, maar er is nog geen concreet idee.
Dat heb ik eigenlijk ook niet voor deze website. Toen ik vorig jaar mijn tiende blogverjaardag vierde, beschreef ik onder andere wat ik niet meer wilde doen. Dat is in de afgelopen 365 dagen best wel gelukt. Ook lukte het me om eindelijk gewoon stripplaatjes en ander beeldmateriaal te plaatsen zonder daar meteen een essay onder te schrijven. Het klinkt gek, maar dat kostte in het begin best wat moeite. Ik vind dat publiceren op een blog de meest vrije vorm van publiceren moet zijn die er is, maar toch heb ik soms last van restricties die ik mezelf opleg. Bewust of onbewust.
Misschien geldt dat laatste wel voor mijn hele leven en belemmert dat ook mijn zicht op de toekomst. Dat is iets waar ik meer over na moet denken.
Of juist niet en de zaken een tijdje op hun beloop laten. Kijken wat dat oplevert.
Woensdag 7 juni 2017 was voor mij een historische dag. Je presenteert immers maar een keer je debuut. En dan ook nog aan een groot publiek.
De presentatie vond plaats in Scheltema te Amsterdam, toch eigenlijk een tempel voor het boek. Daar was ik erg blij mee, want ik vind het een fijne boekwinkel en de boekverkopers hebben hart voor de strip. Ieder jaar organiseren ze een hele maand over strips in januari. Verder weten ze duidelijk wat ze doen, want qua apparatuur en catering was alles goed geregeld.
Voor mij was het een spannende, chaotische en vooral emotionele middag. Mijn ouders waren erbij: mijn vader en mijn twee moeders. (Nee, hij is geen bigamist, gewoon opnieuw getrouwd.) Mijn broertje en zusje, mijn zwager. Mijn schoonfamilie, mijn geliefde. En verder heel veel vrienden en bekenden. In de lange signeerrij kwamen ook enkele onbekende gezichten voorbij. Leuk om nieuwe Spidey-fans te ontmoeten.
Bruno Felix, de man van Submarine Channel en co-uitgever van SubQ gaf me een warme en leuke introductie. Hij had het Spider-Man-kostuum van zijn zoontje meegenomen. ‘Dankzij Michaels boek kan ik eindelijk snappen waarom mijn zoontje zo’n pak wil dragen,’ zei hij. Het is onder andere aan Felix te danken dat het boek er nu is, want hij en Bart Wessels waren allebei enthousiast over het concept en gaven de uitgave groen licht.
Daarna gaf ik een korte lezing over de totstandkoming van het boek. Wat ik eigenlijk altijd vergeet te vertellen op dat soort momenten, en dus gisteren weer, is dat het boek ook een beetje een monumentje is voor de mensen die ons zijn ontvallen. Ik voer niet alleen mijn ouders in het boek op als personage, maar ook de inmiddels overleden grootouders die een belangrijke rol in leven hebben gespeeld. En Rien Bonte, mijn oud-leraar Nederlands, die onlangs overleed, heeft ook een rol in het boek.
Maar bovenal is het boek toch een eerbetoon aan Peter Parker. Zo kon ik eindelijk iets terugdoen voor meer dan dertig jaar leesplezier, troost en vriendschap.
Maaike van Veen, die mij in het begin erg heeft geholpen om dit project op de rails te zetten, gaf ik het zogenaamde eerste exemplaar. Maaike hielp me met het schrijven van het voorstel voor uitgevers en maakte me wegwijs in de Nederlandse uitgeverswereld.
Het was ook erg leuk dat Daan Westerink en Linda Duits erbij waren. Zij zijn twee van de experts die ik voor het boek heb geïnterviewd. De anderen konden er helaas niet bij zijn.
Het signeren was een overweldigende ervaring. Het is een beetje gek om zo maar in een nieuw boek te gaan schrijven. Zeker met mijn moeilijk te lezen handschrift. En wat schrijf je er dan eigenlijk in? In ieder geval de naam van de koper zou je denken. Maar door de zenuwen slaagde ik erin om twee mensen een nieuwe naam toe te bedelen. Op zich slim natuurlijk: als je iemand die Phil heet Chris noemt, en hij kent toevallig een Chris, dan kan hij het boek cadeau doen en zelf nog een exemplaar kopen. Zo komen we wat sneller door de voorraad heen.
Overigens hadden we daar gisteren niet over te klagen want op een gegeven moment waren de boeken op. Er waren dus meer kopers dan boeken. Hopelijk is dat ook een voorbode voor de volledige verkoop van deze eerste druk, al vond ik het vervelend om mensen teleur te stellen. Hopelijk kan ik het goedmaken door binnenkort nog een krabbel in hun exemplaar te zetten, als ze dat willen.
Op dit moment ben ik de middag nog een beetje aan het verwerken. Het was een overweldigende ervaring. Blij dat mijn ouders trots zijn, en om het enthousiasme bij mensen te zien. Ik kreeg nog een paar heel aardige presentjes van mensen, waaronder een oude Spinneman-comic. (Die laat ik binnenkort even zien.)
Via deze weg wil ik iedereen die aanwezig was (of aanwezig wilde zijn en niet kon komen) van harte bedanken. Het was voor mij een hartverwarmende middag.
Eventjes goed nieuws melden: Het tasje van Vermeer, een creatie van Linda Delis, zit bij de top 75 van de Rijks Studio Award!
De Rijks Studio Award is een wedstrijd waarbij kunstenaars werken maken die geïnspireerd zijn op de collectie van het Rijksmuseum. Iedereen kan meedoen met de competitie en elke interpretatie is toegestaan – design, kunstnijverheid, toegepaste kunst, mode, fotografie en video.
Linda baseerde zich voor een speciale tas op het schilderij Het melkmeisje van Johannes Vermeer. Je ziet de kleding van het melkmeisje terug in de kleuren en de vorm van de tas. Ik vind het een heel tof ontwerp waarin je de opdracht op een originele wijze terugziet.
Er waren maar liefst 2600 inzendingen – 1600 internationaal en 1000 uit Nederland. Hieruit zijn de 75 beste ontwerpen gekozen. Uiteindelijk worden daarvan weer tien ontwerpen gekozen door een vakjury. Die tien kunstwerken worden dan vanaf de bekendmaking op 21 april tien weken tentoongesteld in een van de ruimtes van het Rijksmuseum.
De eerste prijs bestaat uit € 10.000, de tweede uit € 2.500, de derde uit € 1.500. Daarnaast is er een publieksprijs van € 1.000. Zorg er dus voor dat je Linda’s ontwerp even liket op de pagina van de Rijks Studio Award. Hier dus. Bedankt!
Linda is op dit moment erg druk met het ontwerpen en maken van tassen. Binnenkort komt ook de website online, voor wie een tas wil bestellen. Check ondertussen haar Instagram-account.
Gisteren zijn Linda en ik naar Zandvoort gegaan om over het strand te wandelen. Vlak voordat we aankwamen begon het te regenen, toch zijn we het strand opgegaan. Ik merkte na een minuut of tien dat mijn jas allesbehalve waterdicht is en ook mijn broek begon aardig wat water op te zuigen. Dat mocht de pret niet drukken, hoewel ik later in een restaurantje pas merkte hoe klam ik was geworden. Pas thuis, toen ik droge kleren had aangetrokken, voelde ik me weer een beetje beter.
Waarom naar het strand? Ik heb altijd het idee dat ik dat moet doen in mijn vakantie. Ik kan immers niet de hele tijd op de bank zitten stripjes lezen. Misschien komt het wel omdat mijn moeder vroeger altijd zei dat het goed was om te wandelen en buiten te zijn. Ik geef haar geen ongelijk, maar in eerste instantie voelt dat altijd als iets wat ik moet doen, in plaats van iets wat ik wil doen. Toch ben ik uiteindelijk altijd blij als ik het toch doe. Vooral achteraf trouwens, als ik weer thuis ben en terugdenk aan de wandeling.
Dat is niet heel mindful. Dat geef ik meteen toe. Ik ben ook niet zo mindful. Niet zoveel als ik zou willen. Mijn hoofd is zelden op de plek waar de rest van mijn lichaam aanwezig is. Lastig. Iets waar ik aan wil gaan werken de komende tijd. Gisteravond zat vlak voor het slapen gaan even niets te doen op de stoel die in mijn kantoor staat en uitkijkt over het Westerpark. Het was eigenlijk de eerste keer in mijn vakantie dat mijn hoofd even rust kreeg.
Nu ben ik al anderhalve week niet op Facebook geweest en ook Twitter laat ik even links liggen. (Linkjes plaats ik nog wel braaf omdat ik weet dat veel mensen vriendjes op Facebook met me zijn omdat ze dit platform als veredelde rss-feed gebruiken.) Ik wil een tijdje leven zonder al die stemmetjes in mijn hoofd die me linkjes aanraden of meninkjes verkondigen. Toch merk ik dat mijn brein daar behoefte aan blijft houden. Het is een verslaving waar je niet makkelijk vanaf komt. Ik niet in ieder geval. Toch wil ik het de komende tijd gaan doen zonder ongevraagde input van anderen. Meer op die stoel gaan zitten zonder iets om handen te hebben.
Zaterdag hielp ik Linda en haar collega’s verhuizen. Ze huurden antikraak een studio in een oude school die nu opgeruimd moest worden. In de aula trof ik dit kunstwerk aan. Een ruimteschip wellicht?
Op zaterdagavond loop ik samen met Linda over de NDSM-werf in Amsterdam Noord. Eigenlijk zou ik op een feestje moeten zijn in West, een gemoedelijk tuinfeest waar het leven wordt gevierd, maar ik loop hier, door een oude loods waar vroeger boten werden gebouwd of opgeknapt, gelokt door het geluid van een gillende elektrische gitaar.
De gitarist staat ergens midden in de ruimte tussen allerlei bandspullen, ik zie enkele microfoons en versterkers staan, alsof ieder moment de rest van de band uit de schaduwen zal stappen om een nummer te spelen. Maar dat gebeurt niet en de gitarist houdt na een paar riffs op met spelen en loopt van het podium dat geen podium is, weg.
Ik vind het fijn om hier nu even rond te lopen. De werf is een creatieve broedplaats: kleine ateliers, die eruit zien als kantoortjes, bieden plek voor allerlei kunstenaars en kunstenaar wannabees. Toch is het op dit moment vrijwel stil. Buiten rijdt een taxi voorbij en verderop hoor ik bonkende boxen van een of andere dj. Echt rustig wordt het nooit in de stad, maar het is fijn om hier even in de luwte van de gekte op adem te komen. De laatste tijd heb ik daar meer behoefte aan dan aan grote groepen mensen. Ik ben dan ook weinig op feestjes te vinden. Ik heb niet meer zo zin om met mensen te praten. Één op één koffiedrinken vind ik leuk, want dan kun je echt met aandacht met elkaar praten. Maar als het aantal mensen dat deelneemt aan het gesprek toeneemt, voel ik me ongemakkelijker worden. Vroeger was dat niet zo trouwens, maar daar heeft het heden niet zo’n boodschap aan.
Sowieso vind ik het erg fijn om gewoon binnen in huis te leven en weg van de buitenwereld te zijn. Gewoon aan het werk, schrijvend aan mijn stukken, op de bank wegdromend met een boek of lekker te rillen bij het kijken van een Stephen King-verfilming. Ik hoef niet zo nodig daarbuiten in de drukte te zijn. Moet wel oppassen dat ik geen kluizenaar wordt. Zo’n man die alleen nog maar buiten komt om boodschappen te doen en de vuilniszak in de container te gooien.
Stond ik zondag opeens met een stoepkrijtje op de muur van het Maagdenhuis te schrijven. Omdat ik warme gevoelens koester voor de UvA – ik heb er een fijne studie gedaan en een jaar lesgegeven – tekende ik een smiley naast de voordeur.
Hoe het zover met me was gekomen? Het is natuurlijk allemaal de schuld van Luuk van Huët die ons namens Terra Tours die middag door Amsterdam rondleidde om over de geschiedenis van Provo te vertellen. Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat de groep anarchisten van zich liet horen en geregeld bij elkaar kwam op het Spui. Bij die bijeenkomsten werd het Lieverdje, het beeld dat een Amsterdamse belhamel moet voorstellen, wel eens in de fik gestoken. Dat wist ik niet, evenmin dat dit beeld de gemeente Amsterdam werd aangeboden door de tabaksindustrie. Dubieus. Zo had Van Huët wel meer leuke feitjes die ik nog niet kende. Hij vertelde ze met flair en humor.
Rozijnen
Ondanks het nare weer was het dus een gezellig samenzijn die zondag. Terra Tours organiseert uitjes en rondleidingen die net een beetje anders zijn en zich richten op het verbeteren van de wereld. Tijdens de wandeling had de begeleider ook allerlei activiteiten voor ons in petto, waaronder dus het bekladden van het Maagdenhuis. Dat je iets moet doen, laat je op een andere manier nadenken over de materie. Dit betrekt je automatisch meer bij de geschiedenis van Provo.
Toch konden sommige acties mij minder bekoren: bijvoorbeeld het uitdelen van rozijntjes aan willekeurige voorbijgangers zoals de provomensen indertijd krenten aan vreemden uitdeelden. In Amsterdam wildvreemden iets willen geven is geen gemakkelijke taak, maar Vincent Hoberg, filmrecensent van Nieuwe Revu en collega-presentator bij VoorDeFilm, was een dappere held die het lukte om de taak te volbrengen. Ik keek minzaam toe terwijl ik mijn eigen rozijntjes opat.
Tulpen
De laatste actie vond ik wel weer erg leuk: het planten van tulpenbollen in het Vondelpark in de buurt van de plek waar Provo zichzelf op 13 mei 1967 ophief. Mooie bloemen planten is iets waar ik volledig achter kan staan. Het idee van provo trouwens ook: we kunnen tegenwoordig ook wel weer een dosis geweldloos anarchisme en zichtbare provocatie van de gevestigde orde gebruiken.
Ik vond de tour een goede introductie op de geschiedenis van Provo. Eentje die me nieuwsgierig heeft gemaakt naar meer informatie over deze beweging. Aangezien de media hier wegens het jubileum volop over berichten, zal die nieuwsgierigheid makkelijk bevredigd worden.