Categorieën
Daily Webhead Strips Video

Daily Webhead Video: Was getekend… Kristof Spaey

Misschien-spaeyOp de recente editie van stripfestival Breda ontmoette ik de Vlaamse stripmaker Kristof Spaey (Leuven, 1982) in de stand van het Vlaamse Stripgilde. Terwijl ik een praatje met Kristof maakte, tekende hij in een handomdraai drie tekeningen op de binnenkaft van de drie albums Misschien, Nooit, Ooit.

Deze trilogie, geschreven door Marc Legendre, vertelt op boeiende wijze hoe de levens van drie personages met elkaar verweven raken. Ieder deel is geschreven vanuit het perspectief van een van hen. In de trilogie schetst Legendre een mistroostig beeld van de mensheid, waarin een onschuldig en ietwat naïef schaapje misleidt wordt door de boosaardige kudde om haar heen. Wat vooral aan de strip opvalt is Spaeys realistische tekenstijl.

Saillant detail: Spaey maakte gebruikt van modellen voor zijn personages; de decors werden ontworpen door Hilde Van Hoof.

Kristof Spaey is geboren op 26 november 1982 in Leuven en woont samen met zijn verloofde Hilde en hun kater Poes in Kessel-Lo. Hij debuteerde in 2004, op 21-jarige leeftijd, met het tekstloze Hoop (uitgeverij BeeDee). Een verhaal over een onmogelijke liefde die hij op basis van een eigen concept verder uitwerkte met de Duitse TV –en filmscenarist David Safier (In Duitsland gelauwerd voor zijn jeugdreeks Berlin, Berlin). Twee jaar later verscheen Façade (uitgeverij Oogachtend), twee kortverhalen (waarvan één op scenario van Bronzen Adhemar winnaar Steven Dupré) waarin de auteur op zoek gaat naar de ware aard van zijn personages: twee jonge vrouwen die heel wat te verbergen hebben achter hun mooie gelaat.

Tussendoor tekende hij wat kortverhalen voor BruXXXel Noord (Stripatelier Sint Lukas Brussel), Pulp Deluxe Offline (uitgeverij BeeDee) en Bloeddorst (uitgeverij BeeDee), dit laatste op scenario van Pieter Van Oudheusden.Daarna maakte hij dus met Legendre de trilogie Misschien Nooit Ooit.

Ik ben benieuwd naar zijn toekomstige projecten.

Categorieën
Mike's notities Strips

Dagboek van een stripjournalist: Stripfestival Breda 2013

Stripfestival Breda was dit jaar in het laatste weekend van oktober. Uiteraard heb ik het stripfestijn ook een dag bezocht. Het was een prima werkdag voor deze stripjournalist. Een selectieve impressie.

Laat ik eens op tijd gaan, dacht ik dit jaar. Om tien uur ’s ochtends gingen de deuren open van het Chassé Theater en er stond al een aardige rij fans te wachten. Gelukkig had ik een persticket en kon ik redelijk snel naar binnen. Daar vond ik al een flinke rij mensen voor de Eppo-stand, vooral voor de mannen achter Storm. De fans wilden kennelijk een mooie tekening in hun nieuwe album en waren bereid daarvoor te wachten. Ik vermoed dat veel fans al een aardige verzameling tekeningen hebben verzameld. De Eppo-uitgever boft met die trouwe lezers die de kassa’s goed laten rinkelen. Het deed me denken aan de hype rond de iPhone: mensen stonden van de week in dikke rijen om de nieuwe telefoon voor 700 euro aan te schaffen. Gekkenhuis. Voor dat geld kun je een leuke start maken met je stripverzameling.

Douwe Dabbert
douwedabbert_coverRob van Bavel, hoofdredacteur van Eppo maar ook de directeur van stripfestival Breda, had het druk, maar had even de tijd om kort te praten over de rubriek Stripplaatje onder de loep en mij het nieuwe album van Douwe Dabbert te geven waar ik een aflevering over ga schrijven. Uitgeverij Barabas, onderdeel van stripwinkel Barabas, bracht op het festival het tweede deel van de luxe reeks van Douwe Dabbert uit. Deze albums worden in een kleine oplage op de markt gebracht. Wie de hele reeks wil kopen betaalt maar liefst €149,95 per deel. Daarom ben ik erg blij dat de Don Lawrence Collection de reeks van Thom Roep en Piet Wijn ook als reguliere albums uitgeeft die slechts 7,95 per stuk kosten. Ik vind de verhalen over Dabbert erg leuk, maar ben niet een fan die 150 euro voor een verhaaltje over heeft.

ward1Ook nam ik het eerste deel van Ward mee. In Eppo sla ik de vervolgverhalen altijd over totdat ik ze in hun geheel kan lezen. Ik ben benieuwd wat de samenwerking tussen Willem Ritstier en Marissa Delbressine voor strip heeft opgeleverd.

Op stripbeurzen is het voor mij veel praten met stripmakers en uitgevers. Nieuwe boeken die interessant zijn voor een bespreking of interview krijg ik mee. Soms kan ik er wat mee, soms ook niet. Het hangt er een beetje van af welk tijdschrift er ruimte voor heeft. Als ik het album niet in de VPRO gids kwijt kan of elders, maar ik vind het toch interessant, dan doe ik er online iets mee middels een artikel of een video.

Ik sprak onder andere uitvoerig met de mannen van Syndikaat die Struikelen van Pieter Rosseel presenteerden dit weekend. Struikelen is het verhaal van vier twintigers in hun laatste maanden op kamers in Gent. Dit is het stripdebuut van de Vlaamse Rosseel die na zijn studie architectuur er toch voor koos om stripmaker te worden.

Een boeiend gesprek had ik met Eelco Koper die op de beurs een gratis preview van zijn comic Superhelden aan het uitdelen was. In januari komt het eerste nummer uit. Koper straalt van de ambitie om de Nederlandse lezer op goede superheldenstrips te trakteren. Hij wil iedere maand een comic van 40 pagina’s uit brengen die slechts 2 euro gaat kosten. In de comic zal niet alleen een verhaal staan van zijn eigen creatie Cat-Man, ook zullen onder andere Savage Dragon van Erik Larsen, Mudman van Paul Grist en Ultra Duck van Edgar Delgado en Humberto Ramos hun opwachting maken. Koper wil de verhalen in delen publiceren, wat zijn uitgave de comicvariant van de Eppo zal maken. Het wordt wel superhelden Nederlandse stijl: Savage Dragon gaat Woeste draak heten; Mudman wordt Modderman. Uiteraard vind ik dit als comicliefhebber, een heel tof initiatief.

Een van de drie tekeningen die Spaey in een handomdraai op papier zette.
Een van de drie tekeningen die Spaey in een handomdraai op papier zette.

Leuk aan deze editie van Breda vond ik de kennismaking met Kristof Spaey. We kenden elkaar al via Facebook, maar nu hij druk zat te tekenen in de stand van Het Vlaamse Onafhankelijke Stripgilde, precies ook de mensen achter Strike & Stroke, konden we elkaar eens de hand schudden. Meteen kocht ik de trilogie Misschien Nooit Ooit, getekend door Spaey en geschreven door Marc Legendre. (Legendre krijgt overigens dit jaar de Bronzen Adhemar, de belangrijkste Vlaamse stripprijs, tijdens het Stripgids festival uitgereikt.) Spaey tekent in een realistische en toegankelijke stijl. De strip ziet er op het eerste gezicht aantrekkelijk uit, evenals de hoofdpersonages. Overigens vertelde de tekenaar dat hij modellen gebruikt voor de personages. Terwijl we aan het babbelen waren, tekende Kristof op ieder schutblad een van de drie hoofdpersonages uit het verhaal. Ik heb daar video-opnames van gemaakt en zal die binnenkort publiceren. (Ja, dames, wij mannen kunnen heus wel multitasken, als het maar leuke activiteiten betreft.)

Een andere leuke eerste ontmoeting was met de Vlaamse Catherine Dejonghe. Deze dame houdt zich eigenlijk pas sinds een jaar met het beeldverhaal bezig, maar heeft zich dankzij een prominente aanwezigheid op Facebook en het organiseren van onder andere een megasigneersessie in Vlaanderen, al goed in de picture gespeeld. Ze straalt dan ook veel enthousiasme voor het medium uit. (Zie hier de foto’s die ze tijdens het stripfestival maakte.) Naast haar zat Michel die speciaal uit België naar Breda was gekomen om een originele tekening te bemachtigen van de Amerikaanse tekenaar Terry Dodson. Het was nog maar de vraag of het ging lukken, want Dodson schijnt soms heel veel tekeningen op zo’n dag te maken, maar soms ook bijna niets. Het hangt van zijn bui af. Ik hoop dat Michel die dag met een mooie tekening naar huis ging.

Betaald signeren
snippers_2Een groot verschil tussen Amerikaanse tekenaars en hun Nederlandse collega’s is dat ze geld vragen voor een illustratie. Eigenlijk is dat ook niet meer dan normaal. In plaats van een dag te kunnen werken aan hun strips, zitten ze op een beurs te signeren. Als je je bedenkt dat veel van hun tekeningen later op Ebay verkocht worden voor goed geld, is het niet gek dat ze er zelf ook iets voor willen terug zien.

Eigenlijk is het heel gek dat Nederlandse tekenaars zo’n heel weekend gratis zitten te werken. Goed, ze verkopen er meer albums mee, maar toch: hulde dat ze bereid zijn dit te doen. Vaak zien ze elke beurseditie dezelfde fans aan hun tafel verschijnen voor een nieuwe tekening. Veel stripliefhebbers bezoeken juist de stripbeurzen omdat ze hun favoriete tekenaar kunnen ontmoeten, dus die stripmakers brengen veel bezoekers in de tent en een goede omzet voor de beursorganisatie. Ik heb daarom nooit begrepen waarom de organisatie achter de Stripdagen in Gorinchem de tekenaars geen vergoeding geeft of in ieder geval hun onkosten vergoedt als ze het hele festival hard zitten te tekenen.

(Het standaardantwoord op die vraag is overigens dat daar geen geld voor is. Er wordt door de beursorganisatie geld verdiend dankzij die stripmakers en die mogen daar wat voor terugkrijgen. Natuurlijk maakt de organisatie een hoop kosten, dus mocht het niet betaald kunnen worden uit de verhuur van kraampjes, dan kan er wellicht sponsoring voor gevonden worden. Voor mij is deze situatie een mooi voorbeeld van hoe de Nederlandse stripsector minder professioneel is dan die in bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Ik zeg niet meteen dat ik een antwoord op dit soort kwesties heb maar het kan geen kwaad om ze aan te blijven wakkeren. Omdat iets altijd al zo was, hoeft niet te betekenen dat het altijd zo moet blijven.)

leever_pimpamDe stripmakers die ik gisteren sprak maakten allemaal een goedgeluimde indruk. Gerard Leever zat zijn nieuwste albums te signeren. Een paar jaar geleden heb ik hem geïnterviewd over de autobiografische strip, maar dit was de eerste keer dat we elkaar face to face spraken. Omdat hij te druk is met andere projecten, maakt Gerard tegenwoordig nog maar een aflevering per jaar van zijn stripdagboek Gleevers dagboek. Jammer natuurlijk, want het is een erg leuke strip. Aan de andere kant moet je ook weer niet eeuwig doorgaan met een reeks. Wat mij betreft gaan sommige reeksen echt te lang door. Maar goed, zolang de tekenaar er nog plezier in heeft en de lezers ook, wat is daar dan eigenlijk mis mee.

Aimée de Jongh signeerde haar nieuwste Snippers-album. De tweede alweer. Overigens zijn daar ook luxe harde kaft-edities van uitgekomen.

Tientallen portretten
Bij Marq van Broekhoven kocht ik zijn bundel stripcolumns De wereld die strips heet. Hansha, een collega-tekenaar vroeg aan hem of Marq een portret van hem wilde tekenen. Hansha had een schetsboekje vol met portretten, allemaal gemaakt door andere tekenaars. Ook dat staat natuurlijk op video en zal ik laten zien in een nog te verschijnen Daily Webhead-aflevering.

marq_zelfportret

Naast Marq zat Mars Gremmen, die de vaak ijzersterke redactiecartoon in Eppo maakt en waar zojuist het tweede album over Trix bij Strip2000 verscheen, sexy cartoonmeiden te tekenen voor de liefhebbers. Ik had Gremmen nog nooit ontmoet, dus vond het erg leuk om eens met hem te praten.

Ook heb ik kort kennisgemaakt met de mensen achter Strips2Go en de eerste drie nummers meegenomen. Kan ik eindelijk eens zien wat daar in staat, want tot nu toe had ik nog geen pagina ervan gezien. Wel jammer dat Strips2Go verstopt zat ergens aan het einde van de beurs in de Jupilerzaal.

Het was fijn even koffiedrinken met Kenny Rubenis. We kennen elkaar al een paar jaar, maar hadden nooit eens sociaal rond de tafel gezeten. Rubenis maakt leuke, soms ontwapenende strips die hij als smallpress uitgeeft. Ook werkt hij veel in opdracht.

Avondeten deed ik met stripvrienden Matt Baaij en Rob van Barneveld. Een verse collega van Syndikaat, Chiel te Bokkel, voegde zich bij ons gezelschap. Dat werd natuurlijk melig placemats voltekenen in het restaurant. (En ja, ook daar is videomateriaal van gedraaid.)

lemuriaTig spareribs later was het tijd om met de Fyra naar huis te gaan. Onderweg las ik wat columns van Van Broekhoven – die ik je bij deze echt kan aanraden. Over stripliefde gesproken. Ook las ik een preview van The lost tales of Lemuria. Deze comic is geschreven door Sytse Algera (De Vries) en getekend door Apryadi K en behoort tot het science fiction/fantasy genre. Het schilderwerk van Apryadi Kusbiantoro doet denken aan de strip Storm. Algera, die ook bij de organisatie van stripfestival Breda zit, timmert als scenarist aardig aan de weg. Van De Vries zijn inmiddels twee albums verschenen die in Eppo werden voorgepubliceerd. Ik ben benieuwd hoe deze nieuwe serie door de Eppo-lezers ontvangen zal worden.

Terugkijkend op deze editie van de beurs kan ik zeggen dat het voor mij als stripjournalist een goede dag was, al heb ik niet iedereen kunnen spreken die op mijn lijstje stond. Volgend jaar zal ik bij de smallpressers beginnen, want daar valt volgens mij nog een hoop moois te ontdekken.

Check ook deze fotoserie op Bredavandaag.nl.

Categorieën
Strips

Stripliefde: Sam, I Love Paris en Dufaux

Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.

Veerle en Sam.
Veerle en Sam.

Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk?
Veerle Devos, 30 jaar en leerkracht Duits-Nederlands.

Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
Ik heb het eigenlijk vooral voor de ‘echte’ Belgische stripverhalen. Het was erg moeilijk om te kiezen uit mijn collectie maar mijn absolute favoriet is de stripreeks Sam van Jan Bosschaert en Marc Legendre, en vooral het verhaal Circus Campioni. Daarnaast heb ik I love Paris van Maarten Vande Wiele al tientallen keren gelezen (love the drama) en ik ben ook fan van de Nooit-misschien-ooit– reeks van Kristof Spaey en Marc Legendre. Daarnaast koop ik bijna alle reeksen waar de naam Jean Dufaux aan verbonden is (Jessica Blandy, Santiag, de aasgieren,…). En oh ja, ook Blacksad vind ik super goed (zo kunnen we wel nog even doorgaan).

Waarom is/zijn dit je favoriete strip(s)? Wat vind je er zo goed aan?
Ik vind Sam nog steeds een straffe meid en ik keek er als jong meisje ook al erg naar op. Want wie wil niet dezelfde avonturen meemaken als dit knap strippersonage? Toen ik twaalf jaar was en een brief schreef naar het Sukske en Wiske weekblad om te vertellen hoe tof ik de avonturen van Sam wel vond, kreeg ik een persoonlijke brief en tekening van Jan Bosschaert terug. Sindsdien is mijn liefde voor deze reeks en voor het werk van Jan Bosschaert enkel groter geworden. Ik hou enorm veel van zijn teken (schilder)stijl en heb zelf ook enkele werken van hem hangen.

Ik hou wel van wat drama en daarom vind ik de I love Paris-verhalen ook super. De tekenstijl van Maarten Vande Wiele zorgt er echt voor dat dit verhaal tot zijn recht komt. Los van elkaar zou het niet kloppen.

Verder hou ik ook van de tekenstijl van Kristof Spaey. Ik heb zijn vintage covers ook gekocht op de laatste Facts-beurs in Gent.

Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Strips zijn er bij mij met de paplepel ingegeven. Mijn vader verzamelt al strips van zijn 10 jaar en ik ben opgegroeid met Suske en Wiske, Jommeke, Nero, Urbanus. Zelf ben ik al van mijn twaalf jaar fan van de stripreeks Sam. Mijn eerste ervaring met het lezen van Sam kwam er, zoals hierboven vermeld, door mijn abonnement op het Suske en Wiske weekblad. Ik keek dan ook iedere week uit om dit tijdschrift te ontvangen en bladerde dan ook onmiddellijk door naar de avonturen van Sam. Ondanks het feit dat ik absoluut geen plaats meer heb in mijn boekenkast, blijf ik maar strips kopen.

sam

In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.

Categorieën
Striprecensie Strips

Striprecensie: Amoras

Er was een hoop promotioneel gedoe rondom Amoras, een spin-off van de langlopende reeks Suske en Wiske waarin een frisse blik op het bekende stripduo wordt geworpen. Een nieuwe aanpak gericht op de young adult-lezers.

amoras1Een actieve campagne, bestaande uit onder andere posters waarop Wiske als vermist wordt opgegeven tot een grote perspresentatie in Antwerpen. Zelf vond ik de rouwkaart van Wiske die de uitgeverij mij toestuurde wat te ver gaan. Toen ik de rouwenvelop tussen de post zag zitten, dacht ik namelijk eerst dat er iemand van de publiciteitsafdeling van Standaard Uitgeverij was overleden. Bezorgd maakte ik de envelop open om te kunnen constateren dat het hier om ‘het overlijden’ van Wiske ging, wat tevens de aankondiging van bovengenoemde perspresentatie was. Kies of niet, de nieuwsgierigheid voor Amoras was gewekt.

Amoras is geschreven door Marc Legendre, bekend van o.a. Biebel, Sam en diverse graphic novels. Charel Chambré (van o.a. Jump) zette het op papier. Het is een nieuwe benadering van de Suske en Wiske-reeks waar wijlen Willy Vandersteen in 1945 mee begon onder de titel De avonturen van Rikki en Wiske. Rikki werd echter al snel afgeserveerd om plaats te maken voor Suske die Wiske op het eiland Amoras tegenkomt. Aan het einde van Het eiland Amoras (1947) besluit Suske met Wiske mee te gaan naar Vlaanderen. De rest is stripgeschiedenis.

Die Hard
wiske_vermistGezien de locatie van hun eerste ontmoeting is het zeer toepasselijk dat de nieuwe spin-off speelt op het eiland Amoras, maar dan wel in het jaar 2047. Suske en Wiske geraken daar per ongeluk door de teletijdmachine van Professor Barabas, maar doordat Lambik weer eens onhandig doet ontploft niet alleen de machine, maar komen Suske en Wiske ook op verschillende plekken op het eiland terecht. Terwijl Wiske door Krimson gevangen wordt gehouden, ontmoet Suske een jonge strijdlustige dame genaamd Jérusalem. Strijdlust is op Amoras broodnodig want Krimson zwaait daar de scepter. Hij stuurt de voltallige bevolking de mijnen in om deze te ontginnen. Wie niet wil, wordt vermoord. Door de ontginning van de mijnen komt er veel energie vrij die zeebevingen en scheuren in de bodem veroorzaakt. Kortom: Amoras lijkt de setting van een post-Apocalyptisch verhaal.

Fuck!
Wat is er allemaal zo nieuw en fris aan Amoras? Allereerst de tekenstijl van Chambré die duidelijk anders is dan hoe de reguliere reeks wordt getekend. De personages hebben een meer volwassen uiterlijk gekregen. Suske en Wiske zijn echte tieners. Ook kleine Wiskes worden groot en krijgen borsten, zullen we maar zeggen. Legendre zoekt de volwassenheid van het stripduo echter vooral in hun woordkeus: Suske en Wiske zijn grofgebekter dan we van ze gewend zijn. ‘Fuck!’ blijkt Suskes favoriete woord te zijn. Ook Wiskes ‘Godverdegodverdomme!’ zal niet alle ouders gezellig in de oren klinken. Aan het begin van het verhaal heeft Wiske Schanulleke nog steeds bij zich, dat zegt genoeg lijkt me.

amoras_scene

Het geweldsniveau is hoger: Jérusalem gooit een mes door het hoofd van een van Krimsons handlangers om Suskes leven te redden. Hoewel Sus met een uzi rondloopt, is het vooral zijn nieuwe vriendinnetje die heel ‘Die Hard’ te keer gaat. Ook is er iets meer seks in de strip, al blijft het allemaal heel braaf. Wanneer Jérusalem bij hun eerste ontmoeting en een maaltijd best met hem naar bed wil, duwt Suske haar weg alsof ze iets verschrikkelijks voorstelt.

De reeks zal voorlopig uit zes albums bestaan. En er zullen twee afleveringen per jaar van uitkomen. Ik ben positief over deze nieuwe invalshoek. Het is een slimme poging van Standaard om een iets ouder publiek aan te spreken in tijden dat de reeks nog steeds goed loopt, maar minder verkoopt dan voorheen. En daarbij is het gewoon leuk dat er iets nieuws geprobeerd wordt met deze stripiconen.

English
Waar ik wel mijn vraagtekens bij heb: waarom moet de tekst op de cover in het Engels geschreven zijn? Ook in het verhaal zijn bepaalde geschreven teksten Engelstalig. Wiske wordt niet vermist volgens de krant, maar is ‘missing’. Het is niet nodig om Engels door het Nederlands te mixen: de opzet van Amoras is van zichzelf al spannend genoeg. Ik ben benieuwd naar het volgende deel dat ergens dit najaar uit zal komen.

Marc Legendre & Charel Cambré. Amoras: Deel 1 – Wiske
Standaard Uitgeverij, € 6,95