De Nederlandse stripwereld is rijk aan uiteenlopende stripverhalen en veel getalenteerde makers. In deze vlog loop ik door het STRIPMUSEUM GRONINGEN dat in maart 2019 de deuren sloot. De wandeling geeft een mooi beeld van hoe rijk een deel van de stripwereld eruit ziet.
Let wel: veel makers zie je ook niet. Zo zag ik geen werk van vrouwelijke stripmakers hangen, al kan het zijn dat ik daar overheen heb gekeken.
DirkJan is een van de populairste strips in Nederland. Op stripbeurzen willen fans dan ook graag een tekening van stripmaker Mark Retera bemachtigen, zoals laatst op Stripfestival Breda, waar Retera uren druk zat te signeren.
Ik vind het altijd leuk om tekenaars aan het werk te zien. Het is altijd de vraag wat ze als eerste op van een personage op papier zetten en hoe ze dan het figuurtje verder opbouwen. Normaliter versnel ik de beelden die ik draai van tekenende stripmakers wat, maar bij Retera is dat niet nodig, want binnen de kortste keren heeft hij zijn stripfiguurtje op papier staan.
De Nederlandse stripwereld kan nog wel wat ridderlijkheid gebruiken. Gelukkig hebben we tegenwoordig Floris van Dondermonde om te laten zien hoe dat vechten met draken, spelen op een luit en het bedrijven van de hoofse liefde, gaat.
Remco Polman zorgt ervoor dat we kunnen lachen om de Middeleeuwen. Je vraagt je bij het lezen bijkans af waarom de Engelsen het ’the Dark Ages’ noemen want al die hitsige dames, homoseksuele draken en andere typische Middeleeuwse verschijnselen prikkelen de lachspieren.
Floris is inmiddels een vaste waarde in Eppo stripblad. Vrijdag 10 oktober werd in Lambiek het eerste album gepresenteerd Heer Floris steekt de draak. Onderstaande video is daar een registratie van en onthult het verhaal achter Floris uit de mond van Jantiene de Kroon. Ze vertelt hoe Polman zich vol overgave op het onderzoeken van de Middeleeuwen stortte. Ook legt ze uit hoe het zit met die Vind-ik-leuk sticker met Dirkjan op de cover van het album. En natuurlijk zien we Remco in actie aan de tekentafel.
Floris Deel 1 – Heer Floris steekt de draak. Remco Polman en Wilfred Ottenheijm tekst, tekeningen en kleur.
Redactie: Rob van Bavel. Met een voorwoord van Mark Retera. Don Lawrence Collection, €8,95
Zaterdag 31 mei en zondag 1 juni is Haarlem weer even stripstad van Nederland, want dan vinden de Stripdagen plaats. Veel aandacht voor de Eerste Wereldoorlog en de nieuwe garde stripmakers. De highlights van het festival.
De charme van de Stripdagen Haarlem zit hem in het feit dat alles afspeelt op ver-schillende locaties binnen de stad en de stripliefhebber niet naar een of ander afthans industrieterrein hoeft af te reizen om zijn stripliefde te bedrijven, zoals bij sommige beurzen het geval is. Daarnaast biedt het programma veel exposities, lezingen en workshops.
WO I
Aangezien het honderd jaar geleden is dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak, kun je niet om dit thema heen. Ook de Stripdagen Haarlem speelt hier uitgebreid op in met verschillende tentoonstellingen, zoals ‘Inktzwart – WO I herdacht in strips en cartoons’, die zich concentreert op enkele belangrijke titels in dit genre. In de Vishal is tot en met 22 juni werk te zien van gerenommeerde internationale makers als Jacques Tardi, Ivan Adriaenssens en Joe Sacco. Ook is er beeld te zien uit de legendarische anti-oorlogstrip Charley’s War van Pat Mills en Joe Colquhoun, waarin de belevenissen van working class hero Charley Bourne centraal staan. Mills, door sommigen ook wel de godfather van de Britse strip genoemd, stond ook aan de wieg van het bekende stripblad 2000 AD, waarin Judge Dredd debuteerde en waar Mills ook veel verhalen over heeft geschreven.
Volgens Mills is het een enorme uitdaging om een goede strip over de Eerste Wereldoorlog te maken: ‘Het is makkelijker om een comic over WO II te maken want je hebt dan als verteller veel mogelijkheden om dynamiek en drama in het verhaal te brengen. Je kunt bijvoorbeeld gebruik maken van tanks in actie en paratroepers. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zit de held van het verhaal in een loopgraaf en ziet hij weken, soms maanden lang de vijand niet. Met andere woorden: hij zit alleen maar in dat gat in de grond. Dat is op creatief vlak nogal een uitdaging.’ Mills is tijdens het festival aanwezig en wordt op zondag 1 juni 2014 om 13 uur in de Doelenzaal van de Stadsbibliotheek openbaar geïnterviewd. Prof. Kees Ribbens van het NIOD geeft na het interview een lezing.
Dirkjan
Het is overigens niet allemaal zwaarmoedigheid wat de exposities betreft, want de tentoonstelling ‘Oorlog op papier – Prenten en foto’s uit de Eerste Wereldoorlog’ in het Noord-Hollands Archief, toont de satirische en kritische blik van cartoonisten op het grimmige oorlogscircus, terwijl in het Partronaat Café in een serie stripachtige tekeningen van kunstenaar John Klinkenberg de band Motörhead tijdens de Grote Oorlog door het kapotgeschoten landschap toert.
In Studio Burgwal wordt het nog leuker, want daar hangen oorlogstaferelen uit de strip Dirkjan van Mark Retera. Leent Dirkjan zich eigenlijk makkelijk voor grappen over de Eerste Wereldoorlog? ‘Het voordeel van Dirkjan is dat je hem overal kunt inzetten. Hij is bijvoorbeeld ook een tijdje oermens geweest. De lezertjes accepteren zoiets onmiddellijk,’ zegt Retera. ‘Toen ik dacht dat WO I een leuk onderwerp was voor een reeks grappen, ben ik me gaan documenteren. Eerst dacht ik dat het misschien te heftig zou zijn en niet meer leuk. Ik had als documentatie het boek Loopgravenoorlog van Tardi gelezen en daar word je niet echt vrolijk van. Maar als je het eenmaal in een komische strip giet, dan blijkt het toch lollig te werken, en vergeten mensen gewoon dat het gruwelijk is. Het is maar hoe je het brengt.’ Naast de strips van Retera hangt werk van collega’s Peter de Wit (Sigmund), Hanco Kolk (S1ngle) en cartoons van Peter van Straaten. In één ruimte dus werk van de beste humoristische stripmakers van Nederland. Al hebben die laatste drie dan weer niets met de oorlog te maken.
Nieuwe garde
Behalve oudgedienden richt het stripfestival de schijnwerpers ook op relatief nieuwe stripmakers onder de noemer ‘De nieuwe garde’. Wat de makers, behalve dat het merendeel op de kunstacademie heeft gestudeerd, met elkaar gemeen hebben? ‘Elk van de talenten werkt aan of heeft recent gewerkt aan ambitieuze graphic novels die het niveau van de Nederlandse stripcultuur een grote boost geeft,’ aldus de organisatie. Even voor de duidelijkheid: graphic novels, of stripromans, zijn strips gericht op een volwassen publiek. Qua ambitie zijn graphic novels in zekere zin vergelijkbaar met literaire romans. De laatste jaren wordt de term ingezet in de hoop het medium strip te legitimeren en een meer highbrow publiek aan te spreken. Dat neemt overigens niet weg dat sommige uitgeverijen het label te pas en te onpas op pretentieuze projecten plakken, maar dat terzijde.
Tot de nieuwe garde behoort onder meer Amanda Majoordie op dit moment werkt aan Swing und bratwurst, een boek over jazzy jongeren ten tijde van het Derde Rijk. Veel van de geselecteerde makers houden zich bezig met journalistiek in stripvorm, zoals Ted Struwer die opzien baarde met Wachten op het zoet, een driedelige beeldreportage waarin ze gedupeerden van de crisis een gezicht geeft, en Jules Calis die Afghanistan bezocht en getekende interviews met soldaten in Uruzgan publiceerde.
In de Refter van het Stadhuis is werk te zien van Ruben Steeman, een van de oprichters van Recensiekoning.nl. Steeman publiceert al sinds 2002 semi-autobiografische tekeningen op Elkedagrust.nl en sinds 2009 dagelijks. Inmiddels zijn dat meer dan 2500 tekeningen die in een gang van 20 meter zullen hangen. De karakters hebben vaak hun ogen dicht waardoor de tekeningen een verstilde kwaliteit hebben. ‘Door de gesloten ogen vraag je je sneller af wat de personages denken of voelen,’ aldus Steeman.
Ook is er op verschillende locaties werk te zien van stripmakers die al wat langer meegaan, zoals Aimée de Jongh, bekend van Snippers in Metro, Guido van Driel, Paul van der Steen, Typex en vele anderen. Eigenlijk zou het gek zijn als het je lukt tijdens het festival niet per ongeluk een expositieruimte binnen te stappen, want die zijn over de hele stad verspreid.
Strips kopen
Uiteraard omvat het festival meer dan alleen kijken naar stripwerk aan een muur, wat toch een vermoeiende bezigheid is. Er zijn maar liefst drie beurzen waar de lezer strips kan kopen en wellicht een tekening van een stripmaker kan scoren. In de Philharmonie vindt de binnenbeurs plaats met voornamelijk uitgevers en signerende tekenaars. De buitenbeurs loopt als vanouds vanaf de Philharmonie langs beide kanten van de St. Bavokerk naar de Grote Markt. Hier zijn voornamelijk de stripwinkels en -handelaren te vinden. Op de Grote Markt en Riviervismarkt is ook de small-pressbeurs waar tekenaars en genootschappen hun eigen werk verkopen. Dit is dus de perfecte plek om aanstormend talent te ontdekken en bijzonder, afwijkend en met liefde gemaakt stripwerk in kleine oplagen aan te schaffen.
Zaterdagavond presenteert Typex samen met stripcollectief Lamelos in Patronaat een avond vol chaos, kunst, tekeningen, exposities en drank, inclusief optredens van ruige rockbands. Met onder andere Elle Bandita, de Zwitserse band What’s Wrong With Us? en de Haarlemse garagerock band De Kliko’s. Mensen met last van zelfoverschatting kunnen het podium beklimmen en zelf zingen onder begeleiding van de Hardrock Karaoke band.
Stripbier
Dat stripmakers graag een biertje lusten weet iedereen die wel eens op de vrijdagmiddagborrel in Lambiek te Amsterdam is geweest. Het is daarom niet verwonderlijk dat de Stripdagen Haarlem samen met Jopen bieriedere editie een speciaal biertje brouwt. De stripmaker die de huisstijl van het festival verzorgt, bepaalt welk bier er gebrouwen wordt en ontwerpt het etiket van het bierflesje. Dit keer is dat Typex. Mocht de smaak niet bevallen, dan mag de dorstige lezer bij hem zijn beklag doen. Zeven collega’s gingen Typex voor met als meest opmerkelijke wellicht Barbara Stok in 2004. De eerste vrouw in het gezelschap koos namelijk voor een witbier met witte chocolade smaak.
Bovenstaande is slechts het topje van een de spreekwoordelijke ijsberg. Voor het laatste nieuws en het volledige programma ga naar www.stripdagenhaarlem.nl.
Dit artikel is gepubliceerd in Nieuwe Revu #21 (21 t/m 27 mei 2014).
Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip. Dit keer een inzending van een student Comic Design. Ik hoop dat zijn medestudenten zijn voorbeeld zullen volgen.
Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk? Jan-Willem Spakman, 21 jaar en ik ben striptekenaar/cartoonist.
Welke strip(s) is/zijn je favoriet en lees je nu nog steeds?
– Guust Flater.
– Sjef van Oekel.
– The Killing Joke.
– Sin City.
– Dirkjan.
Waarom zijn dit je favoriete strips? Wat vind je er zo goed aan?
– Guust Flater. Fantastisch getekend en heerlijk kantoor-humor. Tijdloze humor.
– Sjef van Oekel. Platen waar menig tekenaar jaloers op is. De Nederlandse steden die worden getekend léven echt. Geniaal schrijfwerk en goeie grappen.
– The Killing Joke. Mooi getekend en een duistere draai aan bestaande klassiekers. De Joker was voor mij nog nooit zo echt.
– Sin City. Meesterwerk van Miller. Koning van het Zwart-Wit (en nog een kleurtje).
– Dirkjan. Voor mij de beste humoristisch gagstrips uit Nederlands. Simpel en effectief met een gigantisch skala aan grappen.
Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je?
Ik ben pas echt strips en Graphic Novels gaan lezen toen ik begon met mij opleiding Comic Design aan de kunstacademie. Daarvoor las ik ook al wel Kuifje en Asterix. De bovengenoemde strips zijn voor mij een streven. Ik bewonder ze, en ze helpen mij te zien dat ik altijd beter kan worden in wat ik doe.
In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.
Wat hebben IJsbrand Oost, Hanco Kolk, Hein de Kort, Gerrit de Jager, Gerben Valkema, Jeroen de Leijer, Daan Jippes, Erik Kriek, Fred de Heij, Jan Vriends, Mark Retera, Gerard Leever, Alex Turk, Floor de Goede, Pieter Hogenbirk, Peter Koch, Mars Gremmen en Ype Driessen met elkaar gemeen? Al deze stripmakers staan in het laatste nummer van Hollands Diep.
Voor Hollands Diep schreef Ger Apeldoorn speciaal Het stripboekenbal. Hierin komen verschillende stripfiguren uit de lage landen samen in de stadsschouwburg. Ieder stripfiguur is door zijn eigen tekenaar in de strip gezet.
Hun gastheer is Arnon Grunberg. Grunberg? Wat heeft die nu weer met strips te maken? Nou eigenlijk weinig, behalve dan dat Hanco Kolk hem zeer verdienstelijk opvoerde in Van Instanbul naar Bagdad(2010). Ook mocht hij in 2010 op de Stripdagen in Haarlem een lezing geven over de graphic novel, maar desondanks staat Grunberg niet bekend als een stripliefhebber of -kenner.
Volgens de redactie van Hollands Diep ‘is Grunberg de enige schrijver die ook stripfiguur is’, vandaar dat hij als gastheer mag optreden. Conform de werkelijkheid blijkt Grunberg in het verhaal van Apeldoorn in de stripwereld en vreemde eend in de bijt te zijn. Hij krijgt het dan ook flink te verduren.
Laatste nummer
Deze Hollands Diep is overigens de laatste. Hoofdredacteuren Ruud Hollander en Martine Kamsma schrijven:
We hebben het economische tij niet mee. Na bijna vijf jaar is gebleken dat we, ondanks een hoge oplage en veel waardering van lezers en vakjury’s, het hoofd niet boven water kunnen houden. In dat opzicht is er sinds de jaren zeventig, toen het oude Hollands Diep werd opgeheven, weinig veranderd.
Weer een mooi cultuurmagazine dat in het stof bijt. En eentje die nog aandacht besteedt aan strips ook. Erg jammer.
Stripmakers protesteren tegen de buitenproportionele cultuurbezuinigingen van het kabinet met een ludieke actie.
Wie vandaag op de strippagina van Het Parool kijkt, ziet dat de stripfiguren van de strips S1ngle, DirkJan en Piet & Riet van de buis een opvallende metamorfose hebben ondergaan. Ze zijn harkpoppetjes geworden: een protestactie van stripmakers tegen de buitenproportionele bezuinigingsplannen op kunst en cultuur van het kabinet. Staatssecretaris Halbe Zijlstra wil in totaal 200 miljoen euro bezuinigen.
De protestactie komt uit de koker van stripmakers Peter de Wit en Hanco Kolk. De Wit licht toe: ‘Ik had een ideetje voor een proteststripje voor S1ngle over de bezuinigingen. Toen Hanco en ik erover zaten te praten bedachten we dat ik het ook wel voor Sigmund kon doen. Dan zouden we twee keer hetzelfde stripje hebben.’
Het duo besloot andere stripmakers te vragen mee te doen met de actie. Ze plaatsten een oproep op het online stripmakersforum en benaderden een aantal collega’s per mail.
Ondere anderen Hein de Kort, René Leisink (Argus), Pieter Geenen (Anton Dingeman), Jean-Marc van Tol (Fokke & Sukke) en Peter van Straaten doen mee met hun dagkrantstrip. Sommige stripmakers zoals Floor de Goede, plaatsen hun proteststrip online. De strips zijn allemaal vandaag in de krant verschenen.
Kneuterig
‘De bedoeling is dat men een kneuterig harkpoppetje maakt van zijn stripfiguur en er dezelfde tekst bij schrijft: “Verdorie, die bezuinigingen op de kunst treffen ook onze strip!” Het aardige is dat iedereen dezelfde of ongeveer dezelfde tekst aanhoudt, dat vergroot het effect,’ aldus De Wit.
Peter van Straaten maakte er een variant op. ‘Ik wist niet dat er een speciale tekst onder moest. Ik heb nu een harkpoppetje getekend en daarnaast een vrouw in mijn eigen stijl die zegt “Wat zie je er uit! Moet dat van Halbe Zijlstra?”.
‘Ik heb geprobeerd om het er zo slecht mogelijk uit te laten zien,’ vertelt Mark Retera van DirkJan. ‘Dat valt nog niet mee. Je moet daar toch wel een klein beetje over nadenken.’
Steuntje in de rug
De bezuinigingsvoornemens treffen het theater en beeldende kunst het hardst. Wat precies het effect van de bezuinigingen op de Nederlandse strip zal zijn, valt op dit moment nog niet te voorspellen. Er wordt gekort op allerlei kunstenaarsregelingen, dus ook op de subsidieregelingen bij het Fonds BKVB waar stripmakers aanspraak op maken.
De stripmakers laten weten dat de actie vooral is bedoeld om andere kunstenaars te steunen. ‘Het is fijn om hardop te kunnen zeggen dat je het er niet mee eens bent, of dat in ieder geval op papier te doen,’ zegt Gerben Valkema, tekenaar van het bijdehante stripfiguurtje Elsje. ‘Geen van de krantenstrips die mee doen wordt gesubsidieerd. Ik denk niet dat wij er meteen last van hebben, maar ik vind dat je niet alleen voor je eigen hachje moet opkomen. Zo laten we met de strip zien wat er wel staat te gebeuren in het theater en met orkesten als daar de subsidies stoppen. Wat ons vooral tegen de borst stuit is dat die bezuinigingen met de botte bijl worden uitgevoerd.’
Retera vult aan: ‘Het gaat erom dat mensen aan het denken gezet worden. Al denk ik niet dat men er in Den Haag wakker van zal liggen, is het toch goed om iets te laten horen.’
Peter de Wit relativeert het mogelijke effect van de actie zelf ook: ‘Ik noem het een ludiek actietje. Een steuntje in het ruggetje van de kunst. Veel meer moet je er ook niet achter zoeken. Ik verheug me wel op het effect dat het op de regionale kranten zal hebben. Daarin staan de strips S1ngle, De Rechter en Elsje. Drie strips met harkpoppetjes onder elkaar: dat heeft toch een aardig versterkend effect.’
Dit artikel is maandag 4 juli in Het Parool gepubliceerd.
Soms hoor je nieuws waar je vrolijk van wordt: vanaf 3 juli worden vier nieuwe korte Nederlandse animatiefilms vertoond als voorprogramma van Amerikaanse blockbusters. Het is de eerste keer in lange tijd dat animatiefilms van eigen bodem als voorfilm in de bioscoop te zien zijn. Normaliter is er geen plaats voor korte films in de Nederlandse bioscoop.
Tenzij het gaat om een speciaal festival zoals bijvoorbeeld het Klik Animatiefestival, het HAFF of het Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival.
De films die deze zomer in de bioscoop gaan draaien werden geselecteerd als vier beste na een competitie die het Filmfonds uitschreef voor de realisering van ultrakorte animatiefilms van maximaal 2 minuten. Bioscoopexploitant Pathé brengt ze deze zomer in roulatie:
– Pik, regie Erik van Schaaik;
– DirkJan Heerst!, regie Remco Polman en Wilfred Ottenheijm;
– In Other Words, regie Joost Bakker;
– In a Forest, regie Fons Schiedon.
De films worden in digitale projectie vertoond in 70 zalen, in het voorprogramma van grote speelfilmreleases. De eerste titel, Pik is vanaf 3 juli te zien als voorfilm in Pathétheaters in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Eindhoven, Groningen, Helmond, Utrecht en Zaandam. De overige titels gaan in de loop van de zomer in roulatie. Meer informatie over de films en het overzicht van de zalen is binnenkort terug te vinden op de websites van Pathé en het Filmfonds.
De Nederlandse animatiefilm is internationaal regelmatig aanwezig op toonaangevende festivals. Met deze serie animatiefilms die sterk verschillen in stijl en techniek willen het Nederlands Fonds voor de Film en Pathé een groter publiek voor de Nederlandse animatiefilm bereiken. Het Filmfonds heeft zijn budget voor animatie structureel verhoogd, een animatie-intendant ingesteld en animatiefilms van speelfilmlengte in ontwikkeling genomen om zo de Nederlandse animatiefilm een extra impuls te geven.
Zoals de titel DirkJan Heerst!al aangeeft, is dit wederom een animatie met stripfiguur DirkJan in de hoofdrol. (Eerder was er al Het Elixer). Remco Polman en Wilfred Ottenheijm regisseerden deze korte animatie waarin de creatie van Mark Retera niets minder dan een wereldleider wordt.
In Pik, van animatiemeester Erik van Schaaik, geeft een dierenverhaal een kijkje in de verschillende emoties binnen een relatie. Behulpzaam vs Irritant, Onverschillig vs Afhankelijk, uitgebeeld in 2D vs Stop Motion. Een schouwspel tussen twee vrienden en tegelijk een battle of the animators op muziek van Martin Fondse en sounds en foley van Arno Peeters.
De making of van Pik:
In Other Words van Joost Bakker lijkt een bericht in een opwaaiende krant een man en een vrouw dichter bij elkaar te brengen. Bakker tekende de film met houtskool en potlood. Een scène uit Il Deserto Rosso van Michelangelo Antonioni waarbij een man en een vrouw op een aanwaaiende krant gaan staan en zich erover buigen inspireerde de maker. Naast de tekeningen zorgt het muziekstuk van de Catalaanse componist Frederico Mompou voor de tijdloze sfeer van de film.als filmmaker.
In a Forest is van Fons Schiedon. De film neemt de kijker mee in een onverwachte transformatie van de ene realiteit in de andere. Met het visuele lexicon van de thriller introduceert deze ultrakorte animatiefilm een spannende achtervolging door een donker bos die eindigt op een filmset. Gaandeweg wordt het verwachtingspatroon van het publiek uitgedaagd. Een film over geloven in een illusie.
De eerste Kunsstripbeurs is reeds geweest. Ik kon er wegens werkverplichtingen niet aanwezig zijn. Gelukkig heeft Michael van den Berg, van het edele blog Flugfruit, een verslagje op het digitale canvas geschreven. (Zie overigens ook de fotorepo van Kees Stravers en het blog van de organisatie voor meer updates.) Ik kom nooit in een kerk, behalve dan als er wat te beleven valt. Zaterdag 7 november werd in de Utrechtse Janskerk de eerste Kunststripbeurs gehouden. Dit evenement is niet vergelijkbaar met de grote stripbeurzen, zoals de stripdagen in Houten en Breda. Daar zijn het vooral de grote uitgevers die het beeld bepalen. Het is je kans om een echte tekening van Franka of Storm te bemachtigen maar je moet wel een nummertje trekken. Als je goed zoekt in de hal met tweedehands boeken, vind je af en toe een verrassend creatief talent tussen de dozen met ‘drie voor een euro’. Mensen die experimentele, vernieuwende en vaak prachtige dingen maken waar veelal een kleine markt voor is.Deze laatste categorie komt op de Kunststripbeurs veel beter tot zijn recht. Ik vind er een mooie mix van werk dat een beetje underground is, veel stripauteurs / kunstenaars die binnen de wereld van kenners bekend zijn, en af en toe ineens een echt grote naam als Mark Retera (Dirkjan), Theo van den Boogaard (vooral bekend van Sjef van Oekel). De sfeer is er goed en er zijn bijzondere werkjes te zien. Hier kom je ook de echte liefhebbers tegen, die overigens vaak zelf ook kunstenaar / stripmaker blijken te zijn. Dat geld geen rol speelt, voert misschien wat ver, maar het is duidelijk een bijzaak. Wouter Gresnigt, kunstenaar/ illustrator/ stripmaker en tevens een vriend, legt uit hoe dat werkt: ‘Ik verdien nooit iets op dit soort dagen. Wat ik verdien, geef ik meestal meteen weer uit aan mooie dingetjes.’ Hij heeft zojuist weer een curieus boekje op de kop getikt waarin Afrikaanse spreekwoorden worden geïllustreerd. Marcel Ruijters, een bekende naam inmiddels, heeft het ook naar zijn zin tussen al dat moois. Als hij weer eens bij zijn eigen stand komt vang ik op ‘Je moet wel af en toe hier staan, iemand wil dit boek gesigneerd hebben en is al twee keer langs geweest!’
Hallie Lama hoopt aardig te verkopen, want hij wilde eigenlijk die prachtige nieuwe uitgave van Heinz meenemen. Ik had ook de kans om wat woorden te wisselen met Luc Cromheecke (Plunk) iemand die ik zeer bewonder en waarvoor je in Houten nummertjes moet trekken. Hij begint te begrijpen hoe dat werkt met geld verdienen. Luc heeft een stapel voorstudies en schetsen meegenomen, prachtig om te zien. ‘Vroeger gooide ik deze dingen altijd weg, totdat ik ontdekte dat liefhebbers er zo tien euro voor betalen.’ Wat nog een schijntje is natuurlijk.
Ach, laten we het niet over geld hebben. Ik hoop op een nieuwe Kunststripbeurs volgend jaar met weinig commercie en veel kunst en gezelligheid.Lees ook: