Bernie Wrightson, die dit jaar op 18 maart overleed, tekende in 1987 The Incredible Hulk and the Thing: The Big Change. Geschreven door Jim Starlin. Dit humoristische verhaal werd uitgegeven als Marvel Graphic Novel #29. Ik heb het nog steeds niet in mijn bezit of gelezen, maar de tekeningen zien er fantastisch uit. En deze bespreking klinkt veelbelovend.
Tag: Marvel Comics
Captain America tekent zichzelf
Je wist het wellicht nog niet, maar Steve Rogers, aka Captain America heeft een enorm tekentalent. Als hij niet Captain America is werkt hij wel eens als freelance illustrator of sketch artist van de New Yorkse politie. Ooit tekende hij zelf de Captain America comics, zoals deze stripplaatjes uit Captain America #311 (november 1985) laten zien.
Verhaal: Mark Gruenwald.
Tekeningen: Paul Neary en Dennis Janke.
25 jaar Marvel
In 1986 bestond Marvel Comics 25 jaar en dat werd onder andere gevierd met een speciale covers: portretten van de striphelden, met daaromheen een speciale illustratie met zoveel mogelijk Marvel-helden.
Alle series die maandelijks uitkwamen, kregen voor het november-nummer zo’n speciale cover. Dit zijn er veel van, doch niet allemaal:
Mijn favorieten zijn de potretten op Peter Parker, The Spectacular Spider-Man en Wolverine op de X-Men-comic. Al vind ik Storm ook goed getroffen. En Thing, met hoed en regenjas, is ook een kostelijk portret.
Opeens ouder
Tegenwoordig is Marvel veel ouder. In 2009 werd de zeventigste verjaardag van Marvel gevierd. Oorspronkelijk zag men namelijk 1961 als het geboortejaar van Marvel, omdat Stan Lee en Jack Kirby toen met the Fantastic Four kwamen en de Marvel age of comics inluidden. Tegenwoordig noemt men 1939 als geboortejaar, toen het bedrijf Timely Comics heette en Jack Kirby en Joe Simon er werkten. In 1939 besloot uitgever Martin Goodman namelijk ook strips uit te brengen. Marvel Comics #1 (coverdatum november 1939) was de eerste. Al snel volgden Captain America Comics, Sub-Mariner en Human Torch.
Dat is allemaal mooi en aardig, de typische Marvel-held waar we allemaal zo van houden, werd dus pas echt gecreëerd in 1961. Maar goed, hoe oud je de uitgeverij ook vindt, het gaat het er natuurlijk om dat wat ze nu maken nog steeds leeswaardig is of niet.
Ook benieuwd hoe het er toen bij Marvel Comics aan toe ging? Deze aflevering van het Amerikaanse programma 20/20 laat het zien:
Signeren in de bioscoop
Woensdagavond 5 juli was ik Kinepolis in Utrecht om mijn boek Mijn vriend Spider-Man te signeren. Het werd een gezellige avond.
Een paar weken geleden kreeg ik meteen na mijn optreden in de Coen en Sander Show een mailtje van Henk Jan van Kinepolis, of ik het leuk vond om mijn boek te verkopen op de première-avond van Spider-Man: Homecoming. Daar zag mijn uitgeverij niet zo veel brood in, maar Melvin van Dirtees gelukkig wel. Die verkoopt allerlei toffe merchandise voor nerds, wat ik gemakshalve nerdchandise noem. Melvin heeft Mijn vriend Spider-Man ook in zijn assortiment opgenomen. En dat vind ik natuurlijk heel tof, want fans zijn zeker een doelgroep van mijn epistel.
Daarom zat ik woensdagavond naast zijn stand achter een tafeltje in afwachting van Spider-Man-fans die de film gingen bezoeken. Dit was mijn eerste signeersessie sinds de boekpresentatie en zo’n situatie blijft wat onwennig. Wat gaan mensen van je boek vinden? Wat schrijf je als opdracht voor ze in het boek?
Spinne-Boo
Gelukkig kwam Daan de tekenaar even langs om een exemplaar te kopen. Hij had een leuk presentje mee in een stijl die me erg aan het Marvel-werk van Fred Hembeck deed denken:
Niet veel later druppelden de andere bezoekers binnen. Ik had een gezellig gesprek met twee middelbare scholieren, waarvan er eentje een heel tof T-Shirt aan had, namelijk eentje van Peter Parkers school uit Homecoming. Ik hou erg van dat soort subtiele fandingen. Insiders herkennen het meteen, anderen zien gewoon een T-Shirt van een middelbareschool waar ze nog nooit van hebben gehoord.
Superhelden.nl
Marcel van Driel liep langs omdat hij met zijn zoontje naar Homecoming ging. Hij kocht meteen een exemplaar. Van Driel is een succesvol auteur die zich vooral op Young Adults richt, en onder andere de reeks Superhelden.nl heeft geschreven. Ik kijk bij hem wel eens de kunst af van hoe hij met sociale media omgaat, want daar is hij op een goede manier erg actief. Een echte fanboy is hij trouwens ook, want recent liet hij twee tatoeages zetten gebaseerd op de strip Sandman van Neil Gaiman. Vanaf nu heeft hij Death op zijn arm:
Een jongen kwam mijn hand schudden. Deze Marvel-fan had dat weekend Mijn vriend Spider-Man als verjaardagscadeau gekregen van zijn broer.
Nora, van The Sassologist, kocht ook nog een boek. Evenals een aardige man die mijn artikelen weer kende van Fakebook. Het is erg leuk om met lezers en Spidey-fans te praten. Om te horen wie hun favoriete Spider-Man-acteur is, welke strips ze graag lezen en, in veel gevallen, waarom ze geen strips lezen.
In totaal verkocht ik er dus vier. Toen ik weer naar huis was verkocht Melvin nog een boek. Vijf boeken, da’s geen slechte score in een bioscoop waar mensen niet verwachten dat ze T-Shirts en boeken kunnen kopen.
De mensen van de Dutch Nerd Club stonden namens Dirtees in Eindhoven die avond. Ik zag op Instagram leuke foto’s voorbijkomen.
Cosplay!
Wat voor mij de avond helemaal top maakte, was de aanwezigheid van vier cosplayers die geheel vrijwillig de bezoekers kwamen vermaken. Een echte Black Cat, Silk, Tony Stark en Spider-Man. Toen de Spidey-cosplayer zijn masker afdeed, bleek zijn gezicht ook veel weg te hebben van Peter Parker. Hij heeft ongeveer hetzelfde haar en bruine ogen. Het was erg leuk om fandom live in actie te zien: mensen die blij op de foto gingen met de cosplayers en daarna met een glimlach de zaal in liepen.
Zoals je weet ben ik erg fan van cosplayers en hoe serieus ze hun passie nemen. Ooit interviewde ik enkele van hen tijdens de Animecon.
Eigenlijk had ik de cosplayers in Utrecht ook willen interviewen voor een video, maar door een voetblessure stond ik moeilijk en dan is het lastig de videocamera goed vasthouden. Een volgende keer wellicht.
Het was erg leuk om daarna op Instagram foto’s voorbij te zien komen van de verkoop in Eindhoven en van mensen die het boek hebben gekocht. Dat geeft deze auteur een warm gevoel.
Missende strippagina’s
Vandaag heb ik lekker ouderwets wat Spider-Man-comics van Juniorpress gelezen. Het zesdelige verhaal ‘Het moordcomplot’ om precies te zijn, dat in 1990 is gepubliceerd.
Marvel bracht toentertijd in de zomermaanden twee Amazing Spider-Man-comics per maand uit in plaats van één. Leuk voor de lezers, maar dubbel zoveel werk voor tekenaar Todd McFarlane die een van de delen door Erik Larsen liet tekenen.
In ‘Het moordcomplot’ of ‘The Assassin Nation Plot’ gaan Spider-Man, Silver Sable en Paladin naar Symkaria, het land waar Sable vandaan komt, om de koning te beschermen. Een internationaal complot probeert Amerika en Symkaria tegen elkaar op te zetten. Uiteindelijk blijkt Red Skull hierachter te zitten. Die wil ervoor zorgen dat de Amerikaanse economie tot wankelen wordt gebracht zodat hij uiteindelijk de macht kan overnemen. Zoiets.
Missende pagina’s en covers
Omdat Juniorpress niet wilde dat de serie Spektakulaire Spider-Man achter ging lopen op de Amerikaanse series, plaatsten ze anderhalve comic in de Nederlandse uitgaven. Hierdoor misten de lezers niet alleen de covers van sommige deeltjes, maar moesten er ook enkele bladzijden sneuvelen. Dat laatste geldt zeker voor de Special waarin de laatste drie delen van het verhaal zijn opgenomen. Die waren namelijk maar 64 pagina’s, terwijl drie comics gemiddeld 66 strippagina’s bevatten.
Door slim te selecteren miste je als Nederlandse lezer die pagina’s eigenlijk niet. Zeker niet als het om een cliffhanger gaat die op de splash page van het volgende nummer nog eens herhaald wordt.
Het is echter altijd een leuke verrassing als je later de Amerikaanse versies leest en die pagina’s dan opeens tegenkomt. In de begindagen van Spektakulaire Spider-Man bestonden alle Nederlandse uitgaven uit anderhalve comics, dus miste je om de haverklap zo’n pagina.
Hier is een van die missende pagina’s:
Het is de splash page van Amazing Spider-Man #232 en die is niet opgenomen in Spektakulaire Spider-Man #43.
Nederlandse Marvel-uitgaven stoppen
In september 2017 stopt Standaard Uitgeverij met de Nederlandse versies van Marvel Comics.
En daarmee komt er na twee jaar dus toch weer een einde naar Nederlandse Marvel Comics. Standaard Uitgeverij begon in 2015 met een reeks series die begonnen bij het zogenaamde Marvel NOW!. Toen schreef ik voor Stripgids een artikel over deze lijn.
Kennelijk lopen deze Nederlandse Marvel-strips dus niet lekker in België en Nederland. Ik vermoed dat de meeste Marvel-lezers de Amerikaanse uitgaven volgen, en dat de jonge garde waar SU op hoopte eerder games speelt dan strips leest. Daarbij zullen mensen die de superheldenfilms van Marvel tof vinden, niet meteen ook de comics lezen.
Het zal ook niet geholpen hebben dat de uitgaven in Nederland lang niet overal te koop waren. Vroeger lagen de comics van Juniopress gewoon in de supermarkt en menig kiosk. Dat is een lange tijd geleden.
Een paar weken geleden kwam Stripspeciaalzaak.be al met dit nieuws, maar zoals je weet heb ik een paar weken in een bubbel hard zitten werken aan mijn boek, vandaar dat ik er nu pas mee kom.
Op basis van de aanbieding van stripverspreider Van Ditmar heeft de redactie van Stripspeciaalzaak.be de conclusie getrokken dat Standaard Uitgeverij met de comics zal stoppen, want die stonden niet meer in de catalogus. Natuurlijk hebben ze dit wel even gecheckt met de uitgeverij, die heeft laten weten dat ze het contract met Panini niet zullen verlegen.
De lopende verhaallijnen worden nog afgerond en daarna komt er dus wederom weer een einde aan Nederlandse Marvel-comics. Ben benieuwd of in de toekomst iemand het toch weer probeert, of dat het nu definitief bekeken is voor Nederlandse Marvel in de Lage Landen.
John Byrne stelt zichzelf voor
Afgelopen woensdag 10 mei was het kennelijk 40 jaar geleden dat de eerste X-Men comic getekend door John Byrne uitkwam. Op de X-Mail-pagina stelde hij zichzelf aan het publiek voor:
Bron: John Byrne Draws.
Dat blog meldt dus dat het 40 jaar geleden was. Nu is de coverdatum van X-Men #108 officieel december 1977. Zoals je wellicht weet geven coverdata aan wanneer de comics weer door de winkeliers teruggestuurd konden worden. Het is dus nooit de datum waarop een comic uitkwam. Meestal was dat een paar maanden eerder.
Maar goed, zelfs als het niet precies 40 jaar geleden was deze week, dan nog is het een mooie, bescheiden introductie van John Byrne – toch echt een van de betere tekenaars van Marvel van de afgelopen vijftig jaar.
Marvel vs Guardians
Filmmagazine Preview en Imagine vroegen mij of ik de film Guardians wilde inleiden, een Russische rip-off van films als The Avengers en X-Men. Over superhelden praten doe ik natuurlijk graag, dus vrijdag 14 maart stond ik ’s avonds voor een volle zaal in Eye 2.
Dit is wat ik het publiek te vertellen had:
Preview en Imagine hebben mij gevraagd of ik vanavond de film Guardians wil introduceren.
Vraag: Wie heeft er wel eens een film van Marvel gekeken? (Bijna de hele zaal steekt zijn hand op)
Vraag: Wie is er fan van Zack Snyders superhelden films? (Een fan achter in de zaal steekt zijn hand op)
Ah, mooi. De film die jullie vanavond gaan zien, Guardians, deed mij namelijk heel erg denken aan een tussendoortje van Zack Snyder. Alsof deze regisseur na een spoedcursus Russisch, nog even een ouderwetse sovjet superheldenflick maakte.
Voordat we het over Guardians gaan hebben, wil ik jullie even terugnemen naar 1961. Dat is een magisch jaar omdat schrijver Stan Lee en tekenaar Jack Kirby toen het Marvel universum creëerden. Dat deden ze met de introductie van de Fantastic Four. Vier superhelden die door kosmische straling allerlei superkrachten krijgen.
Nu bestond het superheldengenre al sinds Superman in 1938 door Jerry Siegel en Joe Shuster werd gecreëerd. Toch waren de Fantastic Four andere koek.
De Fantastic Four dragen geen maskers, hebben geen geheime identiteit en in plaats van extravagante kostuums, dragen ze een uniform. Daarnaast zijn De Fantastic Four een familie en net als echte familieleden liggen ze vaak met elkaar overhoop.
Tot slot zijn het allemaal unieke personages met een uitgesproken karakter. Vaak ook met hun eigen manier van praten.
Wat Lee en Kirby met de Fantastic Four in feite creëerden, was een superheld die menselijker en echter lijkt dan de meeste helden die ervoor kwamen.
In de handen van Lee werden het personages die zowel de strijd aangaan met superschurken als met hun innerlijke demonen. Helden die geplaagd worden door alledaagse problemen en wiens superkracht niet per sé een zegen hoeft te zijn. Het monster de Hulk is daar een goed voorbeeld van.
Het mooiste voorbeeld van deze nieuwe soort superheld vind ik overigens Spider-Man. Ik vind hem van alle creaties van Stan Lee en de tekenaars van Marvel namelijk het menselijkst.
Peter Parker is een gewone tiener, die probeert een balans te vinden tussen het helpen van mensen, zijn studie en werk. Hij heeft constant geldproblemen. En hij maakt veel fouten.
De superhelden van Marvel zijn bijna zoals jij en ik. Aan de ene kant zijn ze net zo feilbaar als dat wij zijn, aan de andere kant vertegenwoordigen ze een soort ideaal naar waar wij ook kunnen streven. Wie wil er immers geen superkrachten hebben en mensen redden?
Die menselijkheid en herkenbaarheid maakt de Marvel-helden zo populair.
Sinds X-Men van Bryan Singer uit 2000, is het superheldengenre heel groot geworden. Vooral de Marvel-films hebben veel succes. Juist omdat het zulke boeiende personages zijn en omdat Marvel de verhalen met humor en een dikke knipoog vertelt. Ze zijn serieus, maar ook weer erg grappig.
Daarnaast zit bij de Marvelfilms de actie vaak geramd in elkaar en zijn de special effects overtuigend.
Kortom, boeiende, uitgesproken personages, humor, strakke actie en special effects. Deze elementen vormen een succesformule waar Hollywood nog een tijdje op voort kan.
Mits ze elke film wel iets blijven toevoegen aan het genre en ze de films niet telkens op een voorspelbare, standaardmanier laten verlopen. Anders bloedt het superheldengenre uiteindelijk dood zoals zoveel andere genres.
Hoe dan ook, als iets succesvol is, mag je verwachten dat andere mensen proberen dat succes na te maken. En daar is Guardians een goed voorbeeld van.
De plot van de film is eenvoudig. Tijdens de Koude Oorlog werd Patriot gevormd. Een geheim team van superhelden waarvan het DNA werd gemanipuleerd en verbeterd. Genetisch gemanipuleerde superhelden dus. Een beetje zoals Captain America.
De Guardians kwamen uit verschillende delen van de Sovjet-Unie. Nadat die uiteenviel, keerden ze terug naar hun eigen land. Nu de Schepper van de Guardians doorslaat en de wereld wil veroveren, is het aan de superhelden om weer samen te komen en hem te verslaan.
De filmmakers van Guardians zijn erin geslaagd om een genre dat eigenlijk heel Amerikaans is, toch een Russisch sausje te geven. In ieder geval doet de film denken aan hoe we Rusland kennen uit Hollywood.
Dat in het team de verschillende nationaliteiten Rusland, Oekraïne, Kazachstan en Armenië vertegenwoordigd zijn, is geen toeval natuurlijk. En de naam Patroit al helemaal niet.
Ook de maakbare supermens is iets wat aan de oude Sovjet Unie doet denken. Denk maar aan de atleten bij de olympische spelen en anders aan Rocky IV en Dolf Lundgren.
Veel scènes vinden plaats op verlaten industrieterreinen. We zien veel beton en grijstinten die wellicht weemoedig de oude Sovjet tijd in herinnering moeten brengen.
Zware industrialisatie was immers een van de economische pijlers van het Sovjet rijk.
Toch is het duidelijk dat de makers vooral proberen Marvel na te doen. En dan met name The Avengers en X-Men. En eigenlijk ook wel de tv-serie Agents of Shield.
Het is leuk om tijdens het kijken van Guardians te raden waar men de inspiratie vandaan heeft gehaald. Welke superhelden hebben ze door de blender gehaald om tot deze personages te komen?
Dat is de huiswerk opdracht die ik jullie graag meegeef bij het bekijken van deze film. Na de voorstelling kunnen jullie je bevindingen aan de bar met elkaar bespreken.
Even een voorzetje:
De schurk August Kuratov lijkt behalve op een standaard mad scientist, ook op Whiplash, de schurk uit de tweede Iron Man film. Met zijn exoframe kan hij apparaten manipuleren. Maar hij ziet er dan weer uit als Crusher Creel, de Absorbing Man van Spider-Man.
De Guardian Lernik kan rotsen manipuleren. Hij is een soort telekinetische rotsman/monnik. Ik moest bij hem vooral aan Thing van de Fantastic Four denken, en aan Magneto.
De Manbeer met minigun genaamd Arsus is een combinatie van de weerwolf, Hulk en een grizzly beer.
Er bestaat in het Marvel Universum trouwens ook een Russische vrouw die in een beer kan veranderen. Dus wellicht hebben ze daar de inspiratie vandaan gehaald.
En de sumarai achtige Khan, is een combinatie tussen de samurai, Wolverine en Nightcrawler. Zijn uniform heeft hij afgekeken van The Winter Soldier uit Captain America.
Hij vertelt overigens interessante zelfbedachte Oosterse wijsheden zoals: ‘Het is dwaas om een dodelijke krijger in de weg te staan.’
Maar dit zijn slechts enkele mogelijke interpretaties.
Los van de superkrachten, hebben de makers ook geprobeerd de personages net zo menselijk te maken als de helden van Marvel. Maar in plaats van hen een boeiende persoonlijkheid mee te geven, blijft dit element steken in oppervlakkig geneuzel.
Alle leden van de Guardians hebben in de film een moment waarin ze iets zieligs over hun verleden mogen vertellen. Dat de onzichtbare vrouw Xenia zich bijvoorbeeld niet kan herinneren wie ze is. Zoals Wolverine uit X-Men.
En dat Lernik zijn dochtertje heeft zien opgroeien en sterven, omdat hij soort van onsterfelijk is en zij niet.
Wat we bij Guardians ook missen, is die ironische toon die we bij Marvel films wel terug zien. Het aantal grappen in Guardians valt met twee vingers te tellen. De rest van de film is bloedserieus, daarom vermoed ik dus dat Zack Snyder misschien een tussendoortje in Rusland heeft geschoten.
Wat Guardians overigens net als andere superheldenfilms wel heeft, is een extra scène verstopt in de aftiteling. En een wijze boodschap in de climax van de film. Maar die verklap ik nog maar even niet. Toch, wie Avengers heeft gezien, kent hem trouwens al.
Maar er is nog een wijze les die van Guardians kunnen leren:
Natuurlijk is Guardians met veel minder geld gemaakt dan dat de makers van Marvel tot hun beschikking hebben. Dat zie je terug aan de doorzichtige special effects. Maar eigenlijk is een laag budget natuurlijk geen excuus.
Want het belangrijkste van een boeiende superheldenfilm zijn de personages. En wat die zeggen en doen, wordt in eerste instantie bepaald door het scenario. En daar moet je, zo blijkt maar weer uit Guardians, nooit op bezuinigen.
Beter goed gejat, dan zelf slecht bedacht. Zeggen ze wel eens. Guardians bewijst nog maar eens dat het toch niet zo makkelijk is om de Marvel formule te jatten.
Het resultaat van het mengen van Marvel DNA met de Russische inborst, is een beetje als wanneer je Mark Rutte cast als James Bond.
Veel kijkplezier.
Natuurlijk heb je net als de rest van de wereld de trailer van Thor: Ragnarok gezien. Volgens mij wordt dit een heel genietbare aflevering van de Thor-reeks, vooral omdat we een vleugje Planet Hulk krijgen.
Maar was je de ode aan Jack Kirby je al opgevallen? In het decor zit een verwijzing naar het tekenwerk van Kirby verstopt. De blogger van Superhero News had het als eerste gespot.
Zonder Kirby was er natuurlijk geen Marvel Universum. Hij was de eerste tekenaar die samen met Stan Lee deze prachtige, fantasierijke wereld vorm gaf met de strip the Fantastic Four in 1961. Tof dus dat de filmmakers deze korte ode in de film hebben gestopt.
Meer weten over Kirby? Check deze docu:
Het Imagine film festival heeft dit jaar bijzondere aandacht voor de rol van kostuums en stilering in de fantastische film. Bij superheldenfilms stuit de vertaling van de kostuums van strip naar live-action vaak op praktische bezwaren.
Een van de belangrijkste kenmerken van superheldenverhalen zijn de kleurrijke kostuums die de personages dragen. Met dit uniform onderscheiden de helden en schurken zich van normale stervelingen en verhullen ze hun burgeridentiteit. In het geval van Tony Stark maken kleren zelfs de (Iron) Man, want zijn superkracht zit in het hightech harnas dat hij draagt. Zonder het harnas is hij een gewone sterveling terwijl Superman nog steeds super is als hij in zijn boxershort rond zou vliegen.
Het superheldenkostuum is medebepalend voor het succes van de held. De outfits van Batman, Superman, Spider-Man en Wonder Woman zijn iconografisch en universeel herkenbaar. Het is daarom beter dat kostuumontwerpers de filmversies zo dicht mogelijk bij het oorspronkelijke ontwerp uit de strips houden. Echter, die ontwerpen tekenen is één ding, maar het wordt een ander verhaal wanneer acteurs zich in dat soort outfits moeten hijsen. Tekenaars kunnen waar nodig sjoemelen om het pak er goed uit te laten zien, acteurs niet. Het helpt natuurlijk dat hun lichamen dankzij een streng trainingsregime de gespierde en geïdealiseerde vormen kunnen evenaren van getekende helden. Het filmkostuum zit acteurs tegenwoordig net zo strak om het lijf als in de comics.
Absurd
Toch stuiten kostuumontwerpers op enkele praktische bezwaren bij de vertaling van strip naar film. Een belangrijk bezwaar is dat de live-action versies kunnen benadrukken hoe absurd de meeste outfits eigenlijk zijn. Om die reden kreeg de schurk Green Goblin in de eerste Spider-Man-film (2002) van Sam Raimi een make-over en werd zijn trolachtige halloweenkostuum een geavanceerd harnas ontworpen voor militaire doeleinden, waarbij zijn masker een beschermende helm is geworden. Filmmakers benadrukken graag dat het dragen van het kostuum een praktische reden heeft, daarom zien Batmans kostuums er de laatste films ook uit als een soort beschermend harnas.
Overigens zijn superheldenkostuums in werkelijkheid zelden praktisch. Het Batman-kostuum dat Michael Keaton draagt in Tim Burtons films (1989 en 1992), ziet er weliswaar fantastisch uit, maar omdat het masker aan zijn schouders vastzit is hij niet in staat zijn hoofd naar links of rechts te draaien zonder zijn hele bovenlichaam mee te bewegen. Niet handig in gevechtssituaties. Nicholas Hammond, eind jaren zeventig Spider-Man op televisie, klaagde in een interview dat het kostuum ongelooflijke warm was en dat de speciale lenzen in het masker vaak besloegen waardoor hij niets meer kon zien. Een ander praktisch bezwaar is dat een masker de gezichtsexpressies van de acteur onzichtbaar maakt. Daarom gaat in de films Spider-Mans masker zo vaak stuk en loopt Captain America ook dikwijls zonder hoofdbedekking rond.
Uniformen
Voorheen omzeilden ontwerpers het probleem van de superheldenoutfits weleens door deze radicaal aan te passen. In X-Men (2000) van Bryan Singer dragen de mutanten zwarte leren uniformen en niet hun kleurrijke evenknieën uit de strips. Regisseur Zack Snyder, verantwoordelijk voor Watchmen en de recente Superman-films, maakt grauwe, sombere en quasi-serieuze kostuumdrama’s van de stripverfilmingen. Zo wil hij de heldenverhalen gewicht geven. Hij kiest daarom voor donkergekleurde of bijna kleurloze versies van de kostuums. In de recente films met Marvel-helden is gelukkig de toon vaak luchtiger en ironischer. Ze schamen zich niet voor de kleurrijke outfits van hun helden als Iron Man en Captain America. De kostuums in deze films lijken dan ook goed op de oorspronkelijke stripversies.
Seksisme
Een laatste probleem waar ontwerpers mee te maken hebben, is dat superheldenkostuums seksistisch en erotisch geladen kunnen zijn. Iets waar vooral vanuit feministische hoek vaak over geklaagd wordt. Vorig jaar werd Wonder Woman bijvoorbeeld door de Verenigde Naties benoemd tot ere-ambassadeur voor vrouwenemancipatie. Een goede keuze, want Wonder Woman is als geëmancipeerde, sterke, biseksuele Amazone een positief rolmodel. Een petitie maakte echter na een paar weken een einde aan haar VN-benoeming. De ruim 45.000 ondertekenaars vonden Wonder Woman ongeschikt voor de functie omdat ze als rondborstige stripfiguur in haar weinig verhullende outfit te seksistisch zou zijn.
De klagers hebben een punt. Superheldenstrips kunnen seksistisch zijn in hoe ze vrouwen, maar ook mannen, afbeelden. Beide seksen worden in geïdealiseerde vorm weergegeven, waarbij de heldinnen vaak poses aannemen die vooral de male gaze bedienen. Uitgevers zijn zich bewust van deze kritiek en de laatste jaren zien we steeds meer vrouwelijke superheldenkostuums die een minder verhullend en praktischer ontwerp hebben.
Ongetwijfeld komt dit thema op Imagine ter sprake in de lezing van de Canadese historicus Tim Hanley over de veelbewogen geschiedenis van Wonder Woman. Eregast is Lindy Hemming, kostuumontwerper van onder andere James Bond, de Batman-trilogie van Christopher Nolan en de Wonder Woman-film die 1 juni uitkomt. Hemmings ontwerp van het gepantserde kostuum van Wonder Woman en de Amazones, is deels praktisch maar houdt de strip in gedachte en toont duidelijk de blote, gespierde schouders en benen van de acteurs.
De hoge hakken stuitten bij voorbaat op commentaar, dat regisseur Patty Jenkins in een interview met Entertainment Weekly pareerde door te zeggen dat ze tijdens heftige gevechten platte sandalen dragen. Jenkins maakte duidelijk dat Wonder Woman een wensvervulling is: ‘Ik, als vrouw, wil dat Wonder Woman ongelooflijk aantrekkelijk is, dat ze op een badass manier vecht en er tegelijkertijd fantastisch uitziet.’
Uiteindelijk geldt dat voor alle verfilmde superhelden en hun outfits.
Imagine Film Festival
12 – 22 april 2017
www.imaginefilmfestival.nl
Dit artikel is geschreven voor en gepubliceerd in VPRO Gids #14 (2017).
Toen Ben Reilly stierf
Weet je, eigenlijk mag ik die Ben Reilly wel.
Ja, echt. Reilly kan er ook niets aan doen dat hij niet weet dat hij niet de echte Spider-Man is, maar een kloon van Peter Parker. Hij probeert gewoon mensen te helpen en te redden omdat hij superkrachten heeft. Net als de echte Spider-Man.
Tot aan zijn dood in Spider-Man #75: Revelations, Part Four, weten wij ook niet zeker hoe de vork in de steel zit. Maar als het lichaam van Ben tot as vervalt, is duidelijk dat Peter Parker de echte Spider-Man is en Reilly een kloon. Meer dan een jaar in comicstijd hielden de makers van Marvel ons voor dat de situatie precies andersom was.
Ik heb het natuurlijk over de gewraakte kloonsaga uit de jaren negentig waar ik de afgelopen weken delen van las. Begrijp me niet verkeerd: dat hele kloonidee staat me tegen en hoe de mensen bij Marvel uiteindelijk de boel hebben teruggedraaid kan me evenmin bekoren, maar dat neemt niet weg dat sommige avonturen van Ben Reilly best lekker leesvoer waren.
Kloonsaga
Het idee dat Peter Parker een kloon bleek van de originele Spider-Man was bedacht om de superheld een verjongingskuur te geven, maar omdat de fans voor het merendeel Ben Reilly niet accepteerden als nieuwe Spider-Man, werd die beslissing later weer teruggedraaid. Ingewikkeld? Ja, dat was het. In mijn boek Mijn vriend Spider-Man ga ik hier uitgebreider op in en wat dit soort retcons doen met de fans.
Gisteravond las ik de laatste bundel van de Complete Ben Reilly Epic. Delen hiervan heb ik ooit in het Nederlands aangeschaft, maar tot mijn grote vreugde waren er aan het slotakkoord van Reilly in de Amerikaanse uitgaven enkele scènes toegevoegd in de trade paperback die niet in de oorspronkelijke uitgave zaten.
Afscheid
In een scène komen vrienden en familie bij Peter en Mary Jane bijeen om te rouwen. Het echtpaar heeft zojuist een miskraam gehad en hun spirituele broer Ben verloren. In de scène erna strooit Peter het as van Ben uit vanaf de Brooklyn Bridge. Zo krijgt Reilly de begrafenis die in het origineel ontbrak.
Die abortus van Mary Jane zit me nog steeds niet lekker. Ook dat Norman Osborn de mastermind achter de hele kloonsaga bleek te zijn, niet. Maar goed, we hebben het hier over strips die meer dan twintig jaar geleden uitkwamen. Ik koester dus geen wrok. Bovendien zit wat Mark Ginocchio hierover te zeggen heeft, logisch in elkaar:
So put all that aside – it’s a lot to ask, I realize – because once you move past the unsteady narrative, the infanticide and the silly deus ex machina, you should hopefully realize that Norman’s inevitable return to the Green Goblin persona led to one of the most gripping and emotionally fraught Spider-Man battles from the 1990s. Rather than ease Osborn back into the Spider-Verse, Marvel delivers “The Night of the Goblin,” which depicts crazy Norman acting as unhinged as he’s ever been (until Warren Ellis played around with the character in Thunderbolts). He’s basically Spider-Man’s worst nightmare fully realized, dropping pumpkin bombs from the sky like it’s the early 1970s and attempting to kill everybody Peter has held dear since the character was first created.
And that’s when it all starts to make sense. Sure, resurrecting a character that had been dead for more than 20 years, who died in one of the most important comic book stories of all-time, is such a 90s thing to do. But if the Spider-books were going to be moving on from the “Clone Saga” – which they desperately needed to do – bringing Norman back into the fold was a necessary move. Spider-Man’s rogues gallery had been decimated by poor editorial choices, leaving only the Jackal, Electro and Carnage as the only pseudo “A” listers to break out for a big story. And considering the reader had just gotten a steady diet of Jackal for the past few years, and Carnage had played himself out (and Electro isn’t THAT big of a deal), a revived Norman was the best way to balance the scales and create believable conflict in a Spider-Man comic again.
Zoals gezegd: over de kloonsaga koester ik geen wrok. Laat ons in plaats daarvan genieten van het fantastische tekenwerk van John Romita Jr. geïnkt door Scott Hanna.
Iron Man in de aanbieding
Sinds zaterdag ben ik weer een stapeltje Iron Man-comics rijker…
Zaterdagmiddag waren Linda en ik de hele dag op pad geweest in Amsterdam Noord. Niet mijn favoriete wijk overigens, maar ik vind de NDSM-werf wel leuk om te bezoeken.
Op de weg terug waren we in de buurt van Henk Comics & Manga Store, dus besloten we even een kijkje te nemen. Ik hoopte er de laatste twee delen van de Complete Ben Reilly Epic tegen te komen voor een leuke prijs. Helaas stonden ze er alleen voor de volle prijs en dat vind ik die verhalen nu weer niet waard. Nog even doorzoeken tot ik die als leuke aanbieding ergens tegenkom, zoals de eerste vier bundels.
Nu had Henk wel een paar kratten vol aanbiedingen dus begon ik geestdriftig te zoeken. Er waren geen Ben Reilly-avonturen die ik nog niet had, maar wel een hele stapel Iron Man paperbacks die mijn aandacht trokken.
Iron Man-comics lees ik graag. Het liefste uit de jaren tachtig trouwens, toen David Michelinie ze schreef en John Romita Jr. en Bob Layton ze tekenden. Armor Wars I+II bijvoorbeeld. Henk had wat comics uit recentere tijden geschreven door Matt Fraction en getekend door Salvador Larroca. Ook niet verkeerd.
Ik vroeg me nog wel af of ik deze nu al had of niet. Misschien word ik een dagje ouder, maar soms weet ik gewoon niet meer welke deeltjes ik wel en niet al heb. Dat komt deels ook omdat Marvel om de haverklap een serie weer bij nummer 1 begint. Als er dan achterop de trade staat welke nummers er in zijn opgenomen, zegt dat dus lang niet altijd iets.
De laatste tijd probeer ik het inkopen van comics wat te matigen, want de kasten beginnen vol te raken. En een deel van wat er in die kasten staat, moet ik nog lezen. Toch is het voor een stripliefhebber als ik moeilijk om interessante koopjes te negeren.
Voordat ik het wist had ik dus The Invincible Iron Man vol 4 t/m 10 in mijn handen. Helaas was vol 8 wat beschadigd. Normaliter laat ik beschadigde comics liggen – ik wil alles immers in zo’n goed mogelijke staat aanschaffen. Maar er was geen tweede exemplaar en het zou zonde zijn om een gat in het verhaal te hebben.
Gelukkig was de verkoper bereid wat korting te geven op de beschadigde comic. Dat maakt die beschadiging toch minder erg. Mocht het verhaal heel goed zijn, dan is het minder erg om later een tweede exemplaar van vol. 8 te kopen om de beschadigde te vervangen.
Zo ging ik met een tas vol Iron Man en Hellboy in Hell vol 2 naar huis (maar dat wordt een verhaal voor een andere keer), en zonder Ben Reilly. Die vinden we nog wel eens.