Doctor Strange is aan het tongzoenen met een zieleneter uit de zesde dimensie. En waarom ook niet: het feit dat hij haar kampioen verslagen heeft, een vuurspuwend monster, maakt hem waarschijnlijk nog aantrekkelijker voor de sexy demon.
Of je zijn snor nu aantrekkelijk vindt of niet: Doctor Strange is de Sorcerer Supreme van het Marvel Universum en daarmee dé man om ons te beschermen tegen allerlei magische bedreigingen. Dat maakt hem een machtig man, en macht maak aantrekkelijk:
Vandaag eindelijk begonnen aan de nieuwe reeks Doctor Strange comics geschreven door Jason Aaron en getekend door Chris Bachalo die in oktober 2015 is begonnen onder de vlag van All-New All-Different Marvel, dus na de gebeurtenissen van Secret Wars. De eerste paar delen vind ik al enorm vermakelijk.
Ik heb een paar keer hard op moeten lachen om de gevatte opmerkingen die Aaron de personages laat zeggen. Humor met een dikke knipoog maakt dat je superheldenverhalen makkelijker slikt en in de wereld van Doctor Strange, waarin vreemd en weird de boventoon voeren, is droge humor dus een welkome gast. Al moet Strange natuurlijk niet te veel op Robert Downey Jr. gaan lijken.
Parasieten
Het leuke aan Doctor Strange is de vreemde avonturen die hij beleeft. En die zijn zelfs vreemd voor het Marvel Universum, een verhaalwereld waarin planeteneters als Galactus en dondergoden als Thor rondlopen. In Doctor Strange #1 zien we onze wereld door Strange’s ogen: hij loopt over straat en alles is in zwart-wit, behalve de kleurrijke demonen die als parasieten leven van onze zielen. Alleen Strange ziet die wezens, wij hebben last van ze zonder het te weten. Gelukkig opereert de Sorcerer Supreme soms ook als exorcist om ons te bevrijden van de demonische lasten die we bij ons dragen.
Ook leuk vind ik de rondleiding die we in #2 krijgen van het huis van Doctor Strange: zijn Sanctum Sanctorum op 177a Bleecker Street in Greenwich Village. Ik heb in het verleden ook Doctor Strange comics gelezen, maar Aaron en Bachalo geven een mooie introductie van Strange’s wereld en onthullen op een natuurlijke manier nieuwe informatie.
De prijs van magie
Een belangrijk uitgangspunt in deze reeks verhalen is de prijs die we voor het gebruik van magie moeten betalen. Aaron zegt hierover in een interview:
‘The only rule I’m really interested in is that for everything Doctor Strange does, there must be a cost. The forces of magic don’t come free. Every spell, every incantation, every tampering with the mystical forces of nature comes with a price. And either Doctor Strange pays that cost himself or the world must pay it for him. But one way or another, it’s getting paid. And when you don’t see that the scales are kept balanced and you let that tab build up, then it’s hell for everyone when it finally comes due.’
Er wordt ook jacht gemaakt op magiërs uit andere dimensies. Een moderne heksenjacht met de bedoeling om mensen zoals Strange uit te roeien. Kortom, Aaron onderzoekt met zijn verhalen de aard van magie in het Marvel Universum. Een interessant uitgangspunt dat meteen spannend materiaal oplevert in Doctor Strange #2, als een bibliotheekmedewerkers langskomt met een probleem: in haar hoofd zit een gapende mond met scherpe tanden waar allerlei mind maggots uit te voorschijn komen. Ze leven van psychische energie. Brrr. In ieder geval laat de toverkunst Doctor Strange soms in de steek, wat niet veel goed belooft voor de toekomst. Wel voor ons lezers natuurlijk. Ik kan niet wachten tot ik de rest gelezen heb.
Op Donderdag 9 en Vrijdag 10 juni wordt tijdens de Stripdagen Haarlem het toneelstuk The King and Me gespeeld in de grote zaal van de Toneelschuur. Dat is de eerste keer dat dit door Ger Apeldoorn geschreven stuk in Nederland te zien is.
Het Engelstalige stuk werd een aantal jaar geleden door Apeldoorn geschreven in opdracht van de Britse Stripdagen en daar met veel succes een aantal maal opgevoerd. Ook was er een openbare lezing dit jaar in het Kirby Museum in New York. Maar een opvoering in Nederland is er nooit geweest – tot nu toe.
Vaders van het Marvel Universum
Het toneelstuk zal comicliefhebbers interesseren, want het verhaal draait om Jack Kirby. Kirby wordt door velen beschouwd als een van de belangrijkste tekenaars uit de Amerikaanse comicindustrie. Samen met Stan Lee stond hij aan de wieg van het Marvel Universum. Ze creëerden the Fantastic Four, X-Men, the Avengers en de Hulk en vele andere personages. (Spider-Man werd bedacht door Lee en Steve Ditko, daar had Kirby nagenoeg niets mee te maken.) Kirby tekende van de Marvel-helden de eerste avonturen en zijn dynamische stijl werd ook als huisstijl van Marvel gezien. Nieuwe tekenaars werden gemotiveerd om goed naar Kirby’s tekeningen te kijken. Hij had als bijnaam ook King of comics, vandaar de titel The King and Me.
In die tien jaar dat Kirby met Stan Lee werkte ontwierp hij iedere maand nieuwe helden en schurken, maar kreeg daar nooit echt de credits (of het geld) voor. In The King and Me vertellen Stan Lee en Joe Simon (Kirby’s eerste partner, met wie hij onder andere Captain America bedacht in 1941) het levensverhaal van Kirby, terwijl ze uitvechten wie Kirby’s beste partner was. De intellectuele Simon of the showman Lee. Jack Kirby vindt natuurlijk dat hij zelf die titel verdient.
Koor
‘Het is een wervelende show voor iedere stripmaker en fan die wil ontdekken dat de personages achter de schermen net zo boeiend zijn als die ervoor,’ zegt Apeldoorn. ‘Het stuk duurt 75 minuten en wordt in het Engels gespeeld. Voor de tekst is gebruikt gemaakt van interviews met Kirby, Lee en Simon. De waargebeurde dialogen heb ik verzonnen. Tussen de scènes door worden fragmenten uit het werk van Jack Kirby gelezen door een ‘koor’ van striptekenaars en fans. Het is nog vroeg om alle namen bekend te maken, maar voorlopig heb ik de twee stand-up comedians Thijs van Domburg en Arie Koomen en stripmakers Erik Kriek en Eric Heuvel gestrikt. Andere namen worden in de loop van de volgende weken bekend gemaakt.’
Apeldoorn gaat al wat jaartjes mee in de stripwereld. Hij is striphistoricus, televisieschrijver en was bij Juniorpress jarenlang de vertaler van vooral X-Men. Toen kende we hem nog onder de pennaam Gé Apeldé. Vooral zijn redactionelen en gevatte reacties op ingezonden brieven staan me nog goed voor de geest.
Apeldoorn: ‘In de eerste opvoering werd het koor samengesteld uit tekenaars van de beursvloer in Bristol. Eén daarvan was Dave Gibbons, die mij na afloop feliciteerde met een geslaagde voorstelling en erbij zei dat hij er veel van geleerd had, niet alleen over de carrière van Kirby, maar vooral ook zijn karakter en zijn verhouding tot de andere personages.’
Uitvoering: Theater Kwast
Toneelschuur Lange Begijnestraat 9, Haarlem
Wanneer: donderdag 9 juni & vrijdag 10 juni 2016
Aanvangstijd: 20.30
Kaarten: normaal €16.50, vriend €14.50 CJP €12.50 via Toneelschuur
Captain America: Civil War is de nieuwste aflevering in de serie superheldenfilms van Marvel. En potverdorie: wat is het een goede blockbuster!
In Avengers: Age of Ultron vielen al behoorlijk wat onschuldige slachtoffers in Sokovia toen de superhelden het tegen Ultron opnamen. Als aan het begin van Captain America: Civil War (geregisseerd door Anthony en Joe Russo) wederom veel schade is gemaakt en er doden zijn gevallen als The Avengers superschurken bestrijden, wil de Amerikaanse overheid de superhelden aan banden leggen. The Avengers moeten gecontroleerd kunnen worden, komen in dienst van de overheid en mogen vanaf nu alleen nog maar op pad als ze daar toestemming voor hebben. Tony Stark (Robert Downey Jr.) vindt het goed dat er grenzen worden gesteld aan de helden, want ‘If we can’t accept limitations, we’re no better than the bad guys.’ Captain America (Chris Evans), denkt daar echter heel anders over. Het begin van een tweedeling van the Avengers en een klopjacht op iedere held die tegen deze nieuwe wet is.
Eigenlijk wil ik het nooit meer over Batman v Superman hebben die vorige maand uitkwam, maar omdat deze thematisch verwant is aan Captain America: Civil War, is het toch handig om deze twee films met elkaar te vergelijken. Het verschil tussen hen is er eentje tussen dag en nacht. Letterlijk, want terwijl Marvel bijna alle scènes overdag laat plaatsvinden, meent Zack Snyder dat zo’n beetje alle scènes in de nachtelijke uren plaats moeten vinden en doordrenkt moeten zijn met eeuwig durende regenbuien om de toeschouwer het idee te geven naar een ‘serieuze’ superheldenfilm te laten kijken. Marvel laat zien dat je een serieus onderwerp kunt aansnijden in een blockbuster, dat je evengoed de toon vaak luchtig kunt houden en dat je niet de opnames hoeft laten plaats te vinden tijdens een digitale moesson. Om een interessant verhaal te vertellen moet je meer kunnen dan mooie plaatjes schieten, Zack.
Kort gezegd: alles wat Batman v Superman verkeerd gaat, gaat bij Captain America goed. Terwijl bij de eerste film de motivatie van de personages flinterdun was en zij vaak erg kinderachtig overkomen, hebben de personages in Captain America een duidelijke motivatie voor hun acties. Die motivatie wordt altijd duidelijk gemaakt zonder dat de toeschouwer niet serieus genomen wordt. Het handelen van ieder personage is dus logisch te verklaren en past bij zijn of haar karakter. De wrijving tussen Steve Rogers/Captain America) en Tony Stark/Iron Man die al een beetje naar voren kwam in de vorige films wordt nu verder uitgewerkt en krijgt bovendien een persoonlijk tintje. Rogers komt op voor zijn oude maatje Bucky Barnes (Sebastian Stan) die beschuldigd wordt van een aanslag. In het geval van Stark beïnvloeden gebeurtenissen uit het verleden zijn oordeel.
De personages zijn geloofwaardig en ook bijpersonages als Scarlet Witch (Elizabeth Olsen) hebben een duidelijke functie in het verhaal en hangen er niet zo maar even bij. Ook al hebben ze niet de hoofdrol, toch krijgen ze de kans verder te groeien. Dat geldt overigens niet voor iedereen, maar dat kan ook niet in een film met zo’n grote cast. Sowieso schoppen de vrouwen weer behoorlijk kont in deze aflevering en hebben de liefhebbers van diversiteit ook niet te klagen met de komst van Black Panther, en oudgedienden als Falcon (Anthony Mackie) en War Machine (Don Cheadle).
SPOILER over Bat v Suup, niet over Civil War: Dit in tegenstelling tot Batman v Superman waarin de rol van Wonder Woman zeer beperkt is en zij niet goed benut wordt. Als de helden het in de climax opnemen tegen Doomsday is er één held die niet tegen Kryptonite kan, maar in plaats van dat ze Wonder Woman de speer met Kryptonite punt op het monster afsturen, moet het juist Superman zijn die daardoor het loodje legt, alleen maar omdat zijn dood ook nog even in de film gepropt moest worden. Een enorm gemiste kans, want hier hadden de filmmakers dus wel iets interessants met Wonder Woman kunnen doen en haar aanwezigheid in de film kunnen legitmeren. EINDE SPOILER.
Hoewel Captain America voortborduurt op de eerdere films en met name het vorige deel van The Avengers, is een nieuwbakken toeschouwer in staat alles goed te volgen. Dit in tegenstelling to Snyders mislukking die weliswaar bedoeld is als opstart van het cinematografische universum van DC Comics, maar zo vol zit met verwijzingen naar de strips die alleen door de die-hard lezers gesnapt zullen worden, dat de leek al snel de weg kwijt is.
In deze Marvel-film worden twee nieuwe belangrijke personages geïntroduceerd: Black Panther (Chadwick Boseman) en de alom geliefde, zeker door mij, Spider-Man. Beide personages krijgen genoeg speelruimte om te laten zien wat ze in huis hebben en als volwaardig beschouwd te kunnen worden, zonder dat we meteen alles over ze te weten komen. Het ontstaan van Spidey, de origin story, wordt gelukkig overgeslagen. Waarom Peter Parker de held uithangt, wordt uitgelegd zonder dat er aan Oom Ben wordt gerefereerd. Fijn, want iedereen weet inmiddels wel hoe die vork in elkaar steekt.
Verder is Spider-Man lekker bijdehand en beweegt hij precies goed. Hij wordt goed geïntroduceerd als nieuwkomer en het is heel duidelijk dat we hier nog met een tiener te maken hebben. ‘Kennen jullie die hele oude film The Empire Strikes Back?’ vraagt hij tijdens een gevecht om zijn strategie uit de doeken te doen.
Ik ben erg benieuwd naar de solofilm die in 2017 uit moet komen. Ik geef toe: Tom Holland is niet helemaal mijn Spider-Man. Daar bedoel ik dit mee: ik stel me Peter Parker qua uiterlijk iets anders voor en qua karakter doet hij me een beetje denken aan de versie van Ultimate Spider-Man. Eerlijk gezegd bestaat mijn versie van Peter Parker ook niet meer in de huidige stripversies van Marvel, maar dat even terzijde.
Captain America: Civil War voelt ergens ook als een reünie: zelfs Ant-Man (Paul Rudd) heeft een rolletje. Hij is zelfs zulke goede comic relief, dat hij bijna grappiger is dan Spidey.
Je hoeft tegenwoordig niets meer te zeggen over de specialeffects, want die zijn bijna in alle superheldenfilms wel goed. Maar een opmerking wil ik over de cinematografie graag maken: de eerste grote actiescène in de film is erg goed gedraaid. De camera loopt soms in het kielzog van de helden mee en zo krijgen we een soort van point of view van de actie te zien. Deze camerabewegingen zijn erg effectief en bewijzen dat je geen 3D trucjes nodig hebt om de toeschouwer in de actie mee te nemen. Goed camera- en acteerwerk is voldoende. (Ik zag de film in 2D – een verademing!)
En, leuk detail: het metaal van het harnas van Falcon heeft enkele slijtage plekken. Dat soort kleine details maken zo’n kostuum realistischer.
Kortom, ik heb me die tweeënhalf uur prima vermaakt. Dit in tegenstelling tot die andere film waar ik halverwege al naar huis toe wilde, flink hoofdpijn had van alle overdonderende muziek en infantiele bullshit die over me heen was gestort en ik dagen rondliep met een enorme kater van teleurstelling over hoe ze de confrontatie tussen grootheden Batman en Superman zo hebben kunnen verkloten.
Valt er dan niets aan te merken op Captain America: Civil War?
Je zou kunnen zeggen dat de casting van Marisa Tomei als Tante May misschien een beetje mis is: we hebben nog nooit zo’n jonge en sexy May gezien. (Iets wat Tony Stark opvalt trouwens. Een knipoog naar de boze fans wellicht?) Ook hebben de kleermakers van The Avengers wel erg snel een Spider-Man-pak ontworpen en gemaakt. Dat soort stappen wordt meestal overgeslagen in superheldenfilms. Snapt iemand hoe Lex Luthor in staat was om Doomsday in een paar uur in elkaar te zetten?
Toegegeven: als de twee teams superhelden op elkaar afrennen, ziet dat er een beetje knullig uit. Zoiets werkt leuk op de strippagina, in live-action wordt dat wat kinderachtig. Maar goed, dat is niet zo gênant als het Martha-moment in Batman v Superman. En nu hou ik op over dat debacle. Captain America: Civil War daarentegen smaakt alleen maar naar meer.
Captain America: Civil War is vanaf 28 april te zien in de Nederlandse bioscopen.
Een van de dingen die Peter Parker en ik met elkaar gemeen hebben is een passie voor comics en superhelden.
Amazing Spider-Man #-1(coverdatum juli 1997) speelt zich drie jaar af voordat Peter zijn spinnenkrachten krijgt. Samen met Ben en May ruimt hij de zolder op. Peter vindt een doos met oude comics die van Ben zijn: Marvel Mystery, All Winners, Young Allies, Captain America en The Sub-Mariner. Allemaal Marvel Comics uit begin jaren veertig (toen Marvel nog Timely heette).
‘They’re filled with honest to gosh heroes in colorful costumes,’ zegt Ben. ‘True CHAMPIONS OF JUSTICE who also served as role models for HONOR, INTEGRITY and RESPONSIBILITY!’
Stan Lee had het niet beter kunnen zeggen, maar May vindt dat Ben overdrijft. Peter is echter zeer geïnteresseerd in de superhelden van weleer. Als hij de comics op bed ligt te lezen, droomt Peter ervan zelf ook een superheld te zijn. Zijn kostuum lijkt erg op die van Captain America. ‘It must feel great to be ADMIRED by the police and the press. To be IDOLIZED by the public!’ De toekomstige Spider-Man moest eens weten.
Zijn dagdromen worden onderbroken door Ben, die een met Peter wil honkballen. Het is zijn bedoeling dat door sporten Peters zelfvertrouwen een boost krijgt, maar als Ben de bal gooit slaat Peter die letterlijk mis met de honkbalknuppel en valt op zijn kont. Peter heeft geen aanleg voor sport. Ook dat hebben hij en ik helaas met elkaar gemeen.
Webschieters
Als de familie Parker later met oude kleren van zolder richting het Leger des Heils loopt, wordt May omver gereden door een jongen op een skateboard en verstuikt haar enkel. Peter voelt zich hulpeloos. ‘Some super hero I’d make. I just stood there… while that punk ran down my Aunt! If only there were some way to STOP him.. If only I could reach out… and snag him!’ denkt Peter, terwijl in zijn brillenglazen de skateboarder steeds kleiner wordt. Dit voorval en de superheldenverhalen geven Peter het idee voor zijn webschieters. Het basisidee hiervoor ontwerpt hij dus een paar jaar voordat hij Spider-Man wordt. Tenminste, volgens dit verhaal van Tom DeFalco en tekenaar Joe Bennett. Peter tekent de webschieters als Ben opmerkt dat hij zijn comics aan een stel buurtkinderen heeft weggegeven. Met andere woorden: zijn interesse in wetenschap heeft die in strips vervangen.
Oude liefde roest echter niet.
Supergirl
Als Peter met Mary Jane jaren later in Cleveland zijn om zijn boek Webs te promoten, een koffietafelboek waarin de beste van zijn Spider-Man foto’s verzameld zijn, laat een fan zijn stapel vintage comics vallen die hij op een naburige stripbeurs wil verkopen. Een van die strips is Action Comics #285, waar Supergirl en Superman gezamenlijk op de cover staan omdat Superman haar aan de wereld voorstelt. Peter herkent de comic meteen, want die had hij ook als kind. ‘I had a crush on the girl in the mini-skirt’, bekent hij. Als Peter even later achter de signeertafel zit, wordt de betreffende comic onder zijn neus geschoven. Mary Jane heeft dit dure cadeautje voor Peter gekocht: ‘Just wanted to show you I wasn’t jealous of the “other woman” tiger!’ zegt ze terwijl ze Peter omhelst en op zijn wang kust. (Te lezen in Amazing Spider-Man #306)
Brandy is nog niet klaar met aankleden, maar dat weerhoudt tekenaar Frank Cho niet om haar alvast op papier vast te leggen.
Gelukkig maar, want als iemand mooie en goed gevormde vrouwen kan tekenen, is het Cho wel. Iets waar hij wel eens om bekritiseerd wordt, wanneer sommige mensen zijn afbeeldingen te seksistisch vinden. Gelukkig trekt Frank zich daar niets van aan. Sterker nog: hij maakt graag een variant cover voor de lol, om de feministische zuurpruimen een beetje te plagen.
(Overigens snap ik het commentaar op de seksualisering van superheldinnen helemaal. Ben het er alleen niet altijd mee eens, zoals ik al eerder heb geschreven.)
Cho heeft ook comics getekend voor Marvel, waaronder enkele nummers van Spider-Man-series. En behalve pin-ups tekenen, is de Koreaans-Amerikaanse Cho ook erg goed in het meer cartooneske en slapstick werk. Beide stijlen combineert hij op voortreffelijke wijze in de strip Liberty Meadows. Deze humorstrip draait om het rusthuis voor dieren genaamd Liberty Meadows waar dierenpsychiater Brandy en dierenarts Frank zich over de beesten ontfermen.
Grappige beestenboel Die dieren hebben uiteenlopende en uitgesproken karakters. Zo is er Ralph, een sensatiebeluste circusbeer met een doodwens, de aan münchhausensydroom lijdende brulkikker Leslie en de zachtmoedige eend Truman die een minderwaardigheidscomplex heeft. Daar heeft Dean, een seskistisch varken dat verslaafd is aan roken, bier en – uiteraard – vrouwen, dan weer geen last van. Ook niet van goede manieren trouwens.
Dat de dieren en mensen ongehinderd met elkaar kunnen praten, kan alleen in strips en Disneyfilms natuurlijk. In ieder geval leveren de strapatsen van de harige patiënten veel hilarische momenten op.
Ook is Cho kundig in kleine verwijzigingen naar populaire cultuur, zoals deze duidelijke hint naar de film The Graduate laat zien:
Vanaf hun eerste ontmoeting valt Frank als een blok voor de aantrekkelijke Brandy:
Dat Frank van een beetje schoonheid al rode koontjes krijgt en begint te stamelen, is een running gag in de serie. Franks reacties zijn natuurlijk lekker overdreven maar toch ook pijnlijk herkenbaar.
Eppo
Liberty Meadows is wat mij betreft ieder nummer weer een hoogtepunt in stripblad Eppo. De strip wordt voor deze publicatie ingekleurd, net zoals Sigmund. Dat wordt verder vakkundig gedaan, al heb ik zelf geen bezwaar tegen zwart-wit strips. Het is ook de gekleurde versie die uitgeverij Don Lawrence Collection recent uitbracht in het eerste album getiteld Voor pillen en praatjes. Fijn, want nu kunnen we een van de beste humorstrips uit de States vanaf het begin lezen. Overigens vind ik de vertaling van de strip goed gedaan. Het is altijd lastig om humorstrips goed te vertalen, maar Ger Apeldoorn en Rob van Bavel komen vaak met slimme oplossingen als het om het vinden van een Nederlands equivalent gaat van iets dat alleen in de Verenigde Staten bekend is.
Neemt niet weg dat als je de Engelse taal machtig bent, je eigenlijk gewoon de oorspronkelijke versie van Liberty Meadows moet lezen. Al is het maar vanwege het mooie lettertype waarin de teksten geschreven zijn. Overigens zag ik in het recentste nummer van Eppo dat het personage Jensen van de strip 40 Hours in Liberty Meadows gephotoshopt is. Van dat soort grappen ben ik minder fan, want deze purist vindt dat het artwork van Cho niet veranderd of aangevuld mag worden als dat voor de vertaling niet strikt noodzakelijk is. En gecensureerd mag het wat mij betreft al helemaal niet worden. Dat is vroeger wel eens voorgekomen toen Liberty Meadows nog via syndikation in kranten verscheen.
Frank Cho. Liberty Meadows #1: Voor pillen en praatjes Uitgeverij Don Lawrence Collection, € 8,95.
Mijn zoektocht naar oude Marvel Age comics bracht me bij verschillende stripwinkels in de afgelopen weken. Bij Henk Comics en Manga Store vond ik een hele stapel en op Dutch Comic Con vond ik nummer 4.
Marvel Age was een uitgave van Marvel waarin nieuwe series, verhalen en andere zaken werden aangekondigd. Met previews, maar vooral ook interviews met de makers. De serie liep van 1983 tot en met 1994 en beslaat 140 comics.
Ik hoef ze niet alle 140 te hebben. Ik concentreer me op dit moment op nummers die opvallen, zoals anniversary specials, mooie covers en interviews met makers die ik bewonder. Vooral de dertigste verjaardag van Marvelhelden werd goed gevierd in Marvel Age. De stukken zijn vaak geen uitgebreide terugblikken, maar meer interviews met hoe men die verjaardag wilde gaan vieren en welke speciale uitgaven eruit zouden komen dat jaar. Ik vond het retrospectief over Daredevil in #106 in ieder geval erg leuk: veel schrijvers en tekenaars die aan deze held gewerkt hebben, komen daarin aan het woord.
Steve Gerber:
‘Gosh, I haven’t even thought about Dardevil in years. At that time he was in San Francisco. The reasoning was that every other super hero was in New York, so Gerry Conway figured it would make Daredevil a little different. I got onto the book sometime after that, and eventually moved him back to New York… mostly because I had never been to San Francisco!
In issue #100, we had a story that had Jann Wenner, editor of Rolling Stone Magazine, wanting to do a story on Daredevil, since he was the town’s only super hero. I was a real avid reader of Rolling Stone, and although we had no idea what he looked like I just described to Gene Colan what I thought he looked like. I met Wenner years later, and Gene’s drawing of him were very close!’
Omdat ik de beroerdste niet ben, heb ik Daredevil #100 er even bij gepakt. Hier is die beruchte ontmoeting tussen Daredevil en Wenner:
Erg leerzaam hoor, die oude Marvel Ages.
Zondag zat ik een paar uurtjes op de bank heerlijk in de stapel te lezen. Hier een selectie van de aangeschafte covers die er wat mij betreft uitspringen. En ja, daar zit voor werk tussen van John Romita Jr. Dat blijft toch mijn favoriete Marvel-tekenaar – ook al tekent hij nu even voor DC Comics. En ja: er zijn vast nog veel meer mooie Marvel Age covers, maar die comics moet ik eerst nog op de kop tikken. Voor een leuke prijs uiteraard, want het moet wel leuk blijven.
Het laatste weekend van maart vond dit jaar de tweede editie van de Dutch Comic Con plaats. Ik was er op zaterdag.
Als ik geen griep had gehad, had ik me zeker beter vermaakt, want ik vind het ontzettend tof om zoveel comicfans bij elkaar te zien op Dutch Comic Con. De fans tonen op verschillende manieren hun liefde voor strips, films en tv-series.
Er waren veel cosplayers en ook waren de verschillende replica’s van bekende vierwielers weer uit de garage gehaald.
Ook waren er weer acteurs aanwezig met wie je op de foto kon. Vaak zijn dit niet de hoofdrolspelers maar aanvullende cast, maar dat mag bij de fans de pret niet drukken. Zelf hoef ik niet zo nodig een handtekening van iemand als Billy Dee Williams te hebben, maar prima natuurlijk als zoiets je dag helemaal goed maakt.
De opzet was dit jaar groter dan vorig jaar en zaterdag rond 12 uur was het al erg druk. Dikke rijen stonden voor de deur en binnen was het ook soms navigeren in de massa.
Brian Epstein
Ik was dit keer vooral op de Con om schrijvers Vivek J. Tiwary en Joe Hill te interviewen. Tiwary is een succesvolle broadway producent die een grote liefde heeft voor comics. Hij schreef de graphic novel The Fifth Beatle, een prachtige strip over Brian Epstein, en heeft ook geld gestoken in Valiant comics. Daarnaast is hij een enorm aardige man met een positieve levensinstelling.
Hills werk ken je als je de fantastische stripreeks Locke & Key hebt gelezen, of de strip Wraith. Kan natuurlijk ook dat je zijn boeken hebt gelezen, want daar kwamen ook veel mensen op af. Hill zat onder andere bij de American Book Center te signeren, maar had ook zijn eigen stand. Een aardige kerel met wie ik ruim een half uur heb kunnen praten. Ook over zijn stripliefde trouwens. Nooit gedacht dat Captain America zijn favoriete Marvel-held zou zijn.
Het was trouwens goed druk bij de American Book Center stand. Volgens mij hebben ze goede zaken gedaan. De winkel had ook een heel podiumprogramma met interviews op Dutch Comic Con.
Cosplay
Ik trof bij de Eppostand de heren Valkema en Hercules aan. Valkema had zelfs een stropdas om en zei met een glimlach dat dit zijn cosplay outfit was.
Dat is trouwens wel grappig: mensen vroegen me op sociale media als wie ik gekleed was. Ik doe echter niet aan cosplay. Ik vind het een leuk fenomeen, en kijk graag naar de vaak mooie kostuums die mensen aan hebben, maar ik zou zelf niet zo snel zo rondlopen. Mijn Spider-Man-pak draag ik altijd onder mijn kleding.
Overigens sprak ik eindelijk eens Frank Mulder van de website De Nachtvlinders in het echt. Bekjik zijn leuke cosplayfoto’s op instagram. Ook had ik een leuk gesprek met een paar van de Ghostbusters van The Dutch Division. Hun kostuums zien er net echt uit.
Na de gesprekken ben ik weer naar huis getreind en in mijn bedje gedoken. Ik moet zeggen dat zo’n bezoekje aan Dutch Comic Con erg inspirerend werkt. Vandaag heb ik enorme zin om nog vaker over strips te gaan bloggen dan ik al doe. Strips laten zien die ik mooi, interessant en boeiend vind. Makers onder de aandacht brengen die een spotlight verdienen. Of gewoon leuke, gekke stripgerelateerd dingen aanhalen. De laatste tijd heb ik daar minder tijd voor vanwege een paar erg toffe, maar tijdrovende schrijfklussen. De lagere blogfrequentie heeft dus niets met minder zin te maken.
De oorspronkelijke Hobgoblin zal altijd een van mijn favoriete superschurken blijven. Zo kwam dit nare heerschap tot stand.
Over Hobgoblin heb ik al eerder geschreven, maar goed, hij is dan ook mijn favoriete Spider-Man-schurk. Sowieso heeft ons favoriete Webhoofd natuurlijk niet te klagen wat tegenstanders betreft: naast Batman heeft hij de interessantste rogues gallery. Venom, Kingpin, Doctor Octopus, Vulture, Sandman, Norman Osborn, Foolkiller, J. Jonah Jameson, Sin-Eater en the Black Fox, zijn toch wel mijn favoriete schurken.
Hoe Hobgoblin tot stand kwam wordt mooi uitgelegd in dit artikel uit Marvel Age #5 (1983). Marvel Agewas een uitgave van Marvel waarin nieuwe series, verhalen en andere zaken werden aangekondigd. Met previews, maar vooral ook interviews met de makers. De serie liep van 1983 tot en met 1994 en beslaat 140 comics. Vroeger kon ik ze nog wel eens vinden in stripwinkel Het Gele Teken, maar veel heb ik er nooit kunnen lezen. Jammer, want ik hou erg van dit soort uitgaven. Marvel Age was eigenlijk een reclameblaadje, maar toen het uitkwam waren er nog geen blogs en dus was ik blij met alle informatie die ik kon krijgen.
Het artikel The Making of Hobgoblin vertelt waarom Roger Stern deze schurk bedacht, wat het idee achter zijn look is en hoe die look tot stand kwam.
De Britse stripmaker Andrew Wildman is vooral bekend als tekenaar van de Transformers-strips. Nu is zijn eerste graphic novel uit. Horizon gaat over persoonlijke ontwikkeling en het overwinnen van je angsten. ‘Ik wil mensen niet ergens van overtuigen, maar ze een kans geven hun eigen mogelijkheden te zien.’
We spreken Andrew Wildman tijdens de eerste editie van Dutch Comic Con in Utrecht. Wildman is een van de buitenlandse stripmakers die daar twee dagen zijn fans ontmoet en tekeningen maakt. Terwijl wij in de rustige greenroom zitten op de eerste verdieping, zijn beneden duizenden stripliefhebbers en cosplayers zich aan het vermaken. Al meer dan dertig jaar is Wildman professioneel illustrator. Hij werkt in de game- en animatie-industrie als ontwerper van personages en omgevingen. Ook was hij storyboardtekenaar voor de sciencefictionserie Doctor Who. Wildman: ‘Ik vind het heel fijn om storyboards te maken. Het publiek ziet het eindresultaat weliswaar niet, maar het is ontzettend interessant om met regisseurs samen te werken en uit te dokteren hoe dingen in beeld gebracht gaan worden.’
Als stripmaker werkte hij aan series als Thundercats en de X-Men-comic die voortkwam uit de animatieserie. In de jaren negentig tekende Wildman miniseries over Spider-Man en Venom. Wildman: ‘Spider-Man was waarschijnlijk mijn favoriete personage toen ik jong was. Toen ik hem eindelijk als professional mocht tekenen was dat een fantastische kans, maar eigenlijk is Spider-Man verschrikkelijk om te tekenen. Door het masker zie je zijn gezicht niet, dus kan ik maar weinig gezichtsuitdrukkingen laten zien en die vind ik juist fijn om op papier te zetten. Ook het webpatroon op Spider-Mans kostuum is vervelend om te tekenen. Het is niet moeilijk, maar wel heel saai. Mijn doel was om aan the Avengers te werken. Captain America tekenen zou te gek geweest zijn. Het dichtstbij kwam ik met een project dat Force Works heet en dat aan Avengers gerelateerd is. Dat vind ik nog steeds het beste werk dat ik voor Marvel heb gedaan.’
Transformers
Als stripmaker is hij vooral bekend van Transformers. Jarenlang tekende Wildman deze op de animatieserie gebaseerde comic. Eerst voor Marvel UK, de Britse afdeling van Marvel Comics, later voor de Amerikaanse uitgeverij zelf en tot slot voor uitgeverij IDW. ‘Of ik een speciale band heb met robots en Transformers? Jawel, maar voornamelijk omdat ik een lange tijd aan deze serie heb gewerkt en omdat deze strip mijn doorbraak was in de comicswereld. Maar toen ik gevraagd werd om Transformers te tekenen, had ik er nog nooit van gehoord. Eigenlijk had ik ook geen zin om robots te tekenen.’
Toch wist Wildman een duidelijke stempel op de strip te drukken. Samen met schrijver Simon Furmangaf hij de robots menselijkheid. ‘Toen ik aan de Amerikaanse versie begon, heb ik mij sterk laten inspireren door de comic Machine Man van Barry Windsor-Smith. Fantastisch werk dat mij duidelijk maakte dat je veel detail kunt stoppen in het tekenen van mechanische dingen. Het viel me op dat veel collega’s de Transformers als robots tekenden. Ik zag ze als personages, met net zo veel menselijkheid als jij en ik. Dus begon ik hun gezichten erg expressief te maken. Veel lezers vonden dat maar niks, maar genoeg mensen vonden dat wél goed. Furman en ik zagen allebei in dat Transformers diepgang hebben. Om die reden kreeg ik er lol in.’
Persoonlijke ontwikkeling
Eind jaren negentig ging het slecht met de Amerikaanse comicsindustrie – Marvel Comics ging zelfs failliet. ‘Tot dat moment ging het best goed met me bij Marvel. De top had ik nog niet bereikt, maar ik was onderweg. Toen stortte de boel in. Elke serie waar ik aan begon, werd stopgezet. Het leek alsof mijn carrière tot een eind kwam. Ik had persoonlijke problemen en kreeg daar begeleiding voor. Die hulp bleek nogal krachtig en effectief. Hierdoor werd ik me voor het eerst bewust van zaken als coaching en persoonlijke ontwikkeling. In de loop der jaren heb ik seminars bezocht en ben ik zelf een coach geworden. Dat leidde onvermijdelijk tot nieuwe inzichten over mijn eigen leven en wat er voor anderen mogelijk is.’ Zelfvervulling en persoonlijke ontwikkeling fascineren Wildman en deze thema’s behandelt hij ook in Horizon, zijn eerste graphic novel en zijn debuut als schrijver.
Horizon Horizon draait om de vijftienjarige Alisanne. Ze wordt gepest op school en heeft een moeilijke relatie met haar moeder. Als ze in slaap valt, komt ze in een droomwereld terecht waar ze de confrontatie met haar eigen angsten moet overwinnen en uiteindelijk zal ontdekken wie ze is. Ze krijgt hulp van het speelgoedkonijn dat ze ooit van haar vader kreeg. ‘Dat konijn is de mentor van de held, hij is de Obi-Wan Kenobi in mijn verhaal. De huizenhoge robot waar Ali het tegen op moet nemen, representeert niet alleen haar angst, maar is ook een metafoor voor gedrag dat we telkens herhalen.’
Met Horizon hoopt Wildman de ogen van zijn lezers te openen: ‘Ik wil mensen niet ergens van overtuigen, maar ze een kans geven hun eigen mogelijkheden te zien. We willen altijd meer, we willen meer kunnen bereiken of lekkerder in ons vel zitten. Vaak voelen we ons begrensd en denken we dat die doelen niet haalbaar zijn. Coaching of het lezen van een inspirerend werk, opent soms je ogen voor wat er allemaal mogelijk is. Wij zijn zelf het grootste obstakel voor wat we in het leven kunnen bereiken. Het enige wat je tegenhoudt zijn je eigen, beperkende vooraannames en gedachten. Zodra je die kunt doorbreken, is er van alles mogelijk. Dat is het thema van Horizon.’
Ironisch wellicht, maar het waren juist Wildmans eigen aannames die de productie van deze strip tegenhielden. Hij ondernam meerdere pogingen om de strip te maken. Eerst met andere schrijvers, maar dat werkte toch niet. ‘Omdat het om mijn verhaal ging wilden die schrijvers niet te veel hun eigen ideeën opdringen. Hierdoor hadden ze niet de vrijheid het verhaal goed te schrijven. Toen opperde een vriendin van me dat ik het zelf moest schrijven. Ik antwoordde haar dat ik geen auteur ben, maar dat vond ze onzin. Ze zei dat ik degene ben die de personages door en door kent. Dat heeft me erg geholpen. Mijn grootste obstakel bij het schrijven van Horizon was dus mijn eigen idee dat ik een tekenaar was en geen schrijver.’
DIY
Wildman gaf Horizon uit in eigen beheer zodat hij deze op beurzen kan verkopen en exemplaren ter promotie kan opsturen. ‘Voordat ik het boek zelf uitbracht heb ik het wel naar één uitgeverij gestuurd, maar ze snapten niet helemaal wat ik ermee wilde bereiken. Ik wist dat ik deze strip wilde maken of ik nu een uitgever zou vinden of niet. Dus waarom niet gewoon de strip eerst afmaken? De kans dat het boek dit jaar door een echte uitgeverij wordt uitgebracht ziet er veelbelovend uit. Mocht dat toch niet gebeuren dan is het ook wel goed zo en blijf ik de strip zelf uitbrengen.’
Plotseling staat Wildmans vrouw bij onze tafel. Ze vertelt met lichte paniek in haar ogen dat er een lange rij met fans voor zijn tafel staat en dat ze niet weet wat ze met ze aan moet. Het gesprek ronden we af en Wildman gaat naar beneden om nog meer Transformers te tekenen.
With Kick-Ass 3, the saga of the teenage real-life superhero Kick-Ass and the even younger but more badass Hit-Girl comes to a close. It’s a smart and worthy finale to one of the best original series published today.
Writer Mark Millar and artist John Romita Jr. have created a wonderful series with a very original angle: a high school teenager, a big fan of comic books, decides to become a real-life superhero. But in real life superheroism is not as easy as it might seem on the comic book page. Chances are, when you confront a robber you get your ass kicked. Dressing up as a superhero doesn’t necessarily make you one. And Dave Lizewski, the main character, has learned that the hard way, as one could have read from past storylines in the series. I am a fan of the series, and wrote about past volumes before on this blog.
The series has spawned two feature films and now comes to an end with Kick-Ass 3, a story which, as far as Dave Lizewski is concerned, is all about growing up. In the previous installment, Kick-Ass 2, Hit-Girl and Kick-Ass took on the mafia and won, but the cost of this victory was high: Hit-Girl got arrested while all real-life superheroes got outlawed. Kick-Ass and his team Justice Forever are biding their time while Hit-Girl is waiting in vain for them to rescue her from prison. After Dave graduates high school he and his roommate Todd start working at a fast-food joint. Meanwhile mafia boss Rocco Genovese returns from exile with a grand plan to unite all the East Coast crime families. Rocco is a psychopath that likes to kill his enemies with a solid gold ice pick.
With Hit-Girl behind bars and the police in Rocco’s pocket, the mafia seems to be unstoppable. It’s up to Dave and his gang to put an end to their crimes, but the best they can do is try to intimidate the mafia by re-enacting scenes from old Batman-comics and the execution of these little play acts aren’t exactly going as planned. And how is Kick-Ass to stop the mafia anyway when he can’t even get rid of The Juicer: the newest member to the team of superheroes that uses their headquarters as his own apartment and laundry basket while he’s playing videogames all day? The Juicer’s superpower seems to be slacking and being obnoxious.
I really enjoyed the personal growth Dave experiences in Kick-Ass 3. While Hit-Girl basically stays the same character, Dave is about to grow up. When he falls in love and gets a girlfriend for the first time, Dave starts to skip meetings with the team. He chooses to have sex with Valerie instead. (Who could blame him?) While the persona of Kick-Ass gave him some prestige, now Dave has met someone who likes him for who he is without the mask and he starts to detach himself from the superhero lifestyle. That is, until the mafia tries to kill Hit-Girl and they have to team-up one more time. The climax is as one could expect from a Kick-Ass story: bloody violent and funny at the same time. But then again, the comic is not meant for young readers.
Kick-Ass 3 has hard-edged action and a lot of humor. One could see this series as a parody of superheroes taking a piss at comic book readers because it makes fun of conventions and geek-dom. Let’s face it: it’s fun to see Hit-Girl wielding a sword and chopping off the heads of bad guys, but when you realize she’s only supposed to be about 12 years old, you understand in real life she would never have the strength to execute such actions, which not only shows how ridiculous these superhero narratives can get, but also shows this aspect is part of what makes Kick-Ass so enjoyable. At the same time it’s also a celebration of the genre and as Millar has told me in an interview in the past, it’s his love letter to superhero comics.
When the going gets really though for Dave and he’s about to give up, regretting all the time wasted on reading comic books, he has a vision of his parents telling him how much comic books can inspire. ‘Reading COMIC BOOKS is what got you through the TOUGH TIMES, Dave,’ his mom says. His dad adds: ‘Your mother’s right, son. And it wasn’t just the ESCAPISM they gave you. It was the OPTIMISM they instilled in those twenty-two page CHUNKS.’
What I particularly like about this installment is that Millar has an eye for the effect the actions of supervillains have on the lives of people close to them. For instance, Chris Genovese’s mother Angela suffers a great deal because her kid tried to be the super villain the Motherfucker and has killed people. While walking down the street, family members of the victims spit in Angela’s face. Her son is a great disappointment and while Chris is whining his life didn’t turn out like he planned to, she thinks to herself: ‘You think this was MY PLAN. You think I grew you for nine months and fed you my milk just to watch you become a FIGURE of PUBLIC HATE? Your father only killed people for BUSINESS. You killed people for FUN.’ These kinds of characterizations make the Kick-Ass series a wonderful study of many aspects of the superhero genre. I believe the story has run its course and with Kick-Ass 3 has a worthy finale. It has been a wonderful adventure and a lot of fun.
Kamala Khan is a sixteen-year-old Pakistani-American girl from Jersey City. She idolizes superheroes and Carol Danvers in particular. Danvers is a super heroine who calls herself Captain Marvel (she used to be Ms. Marvel). Kamala has a hard time fitting in: she is a Muslim and her parents try to bring her up according to their faith. Obviously, they don’t like their teenage girl to go to parties where boys attend as well and alcohol is being served. Her older brother spends his time praying all day, wearing traditional clothes, much to the chagrin of their father who’d rather see his son get a job. Kamala is living between two worlds, not really fitting in with either of them. Some of her white American school buddies, particularly Zoe, have no problem pointing out that she’s the odd one out.
When Kamala is bestowed superpowers, her life gets even stranger. All of a sudden she can change her appearance to whomever she wants, even her mother, and she can stretch her body to become very big or very small. She also heals a lot faster than before. Kamala becomes the new Ms. Marvel.
The way Kamala gets her powers is a bit vague. On a foggy night, she has a vision or hallucinates Carol Danvers, Iron Man and Captain America. These all-American characters start talking to her in Urdu and they bestow her new powers on her. How is never really explained and all this seems like some sort of divine intervention or magic. Being an atheist, I usually don’t like my superheroes mixed up with religion, and I prefer a more ‘scientific’ explanation on how superheroes get their powers.
Kamala is actually the fourth character called Ms. Marvel in the Marvel Comic books, but she’s the first Muslim character to headline her own book. This was presented as a big deal when the series started and is part of a larger strategy by the publisher to reach new readership outside the traditional white male demographic. For a while now, they particularly try to cater to minorities that until now had to play second fiddle in the world of superheroes. So Marvel came up with Black Hispanic Spider-Man Miles Morales, African-American hero Sam Wilson taking over as Captain America, and a whole reign of female superheroes who are either counterparts to known male heroes or pressed from a new mold that has an emancipatory flavor.
This is not to say that there were never any so-called minority superheroes in the Marvel Universe, quite the contrary actually, but in the last couple of years there has been more focus on such characters. Also, when it comes to the casting of Marvel characters in movies, some comic book characters that are white are now being portrayed by black or ethnic actors. Not all readers are happy with this trend.
But, politics aside, is this Ms. Marvelcomic a good read? I think it is. Firstly, because Kamala and her co-stars are rounded and interesting characters. Writer and co-creator G. Willow Wilson takes the time to develop the character and sketch out the world she lives in. I like the fact that Kamala has to learn how to use her powers. In this first storyline learning to cope with these powers is an important factor. The story is also about trying to determine your identity, accepting who you are and not being afraid to show it. These are important issues for teens, and typical for coming-of-age stories. Then again these issues stay with us for the largest part of our lives. At first Kamala changes her appearance into a white, attractive blonde, just like Danvers. Later on, she decides the new Ms. Marvel might as well look Pakistani and her hero-self looks more like Kamala looks in real life. Personally I thought Wilson puts this theme of identity on a little thick, but then again: she does get the message across this way.
What makes this comic stand out from other Marvel titles to me is Adrian Alphona‘s art work and the coloring by Ian Herring.Alphona is a Canadian artist that is best known for the series Runaways. He created this new Ms. Marvel together with Wilson and editors Sana Amanat and Stephen Wacker. Alphona’s style is a blend of realism and a more cartoony way of drawing, and that works very nicely with a superhero that can stretch her body. Interestingly, it looks like his pencil drawings are scanned and not inked. Therefore there are no black areas in the artwork. Herring’s bright color scheme compliments the drawings perfectly, adding shade and a lively sort of mood.
Ms. Marvel vol. 1: No Normal collects Ms. Marvel (2014) issues 1-5 and material from Marvel Now! Point One #1. This collection won the 2015 Hugo Award for Best Graphic Story.
De redactie van Stripgidsvroeg mij om eens kritisch te kijken naar de Nederlandse uitgaven van Marvel Comics door Standaard Uitgeverij. En om deze bij nieuwe lezers te introduceren.
Sinds oktober dit jaar kunnen striplezers de superhelden van Marvel weer in het Nederlands lezen. Standaard Uitgeverij geeft namelijk de comics van Marvel in vertaling uit. Is dat een slimme zet?
Een hele generatie groeide tussen 1979 en 2007 op met de comics van Marvel dankzij de Nederlandse uitgaven van Juniorpress. Uitgeverijen Z-Press Junior Media en Nona Arte volgden voor korte tijd. Daarna was het lang stil, maar sinds oktober dit jaar brengt Standaard Uitgeverij Nederlandstalige uitgaven van Marvel uit.
Op 7 oktober kwamen de series Iron Man, All new X-Men, Uncanny Avengers en The Superior Spider-Man uit, een maand later gevolgd door Thor: God of Thunder, Captain America, Wolverine en Guardians of the Galaxy. Deze laatste serie was voor Standaard waarschijnlijk een no-brainer: sinds de gelijknamige filmhit uit 2014 van James Gunn is het team van Guardians of the Galaxy populair bij het lees- en filmpubliek. Ook wat de andere titels betreft heeft Standaard gekozen voor helden die dankzij hun bioscoopavonturen bij een groot publiek bekend zijn.
Marvel toen, Marvel NOW!
Standaard stapt in bij het moment dat Marvel NOW! genoemd wordt. Marvel NOW! is een lichte herstart van het Marvel Universum, die in oktober 2012 plaatsvond na de gebeurtenissen van het verhaal Avengers versus X-Men. In dit crossover-verhaal staan The Avengers tegenover de X-men door de komst van de Phoenix-kracht op de aarde. The Avengers zien hier een bedreiging in, de X-Men een nieuwe kans voor de mutanten, het ras dat al jaren met uitsterven bedreigd wordt. Na Avengers versus X-Men is er een nieuwe status-quo in het Marvel Universum. De samenstellingen van de superheldenteams zijn anders. Bijvoorbeeld: X-Men Wolverine, Havok en Rogue maken nu deel uit van The Avengers. Ook de stripmakers zijn aan, voor hen, nieuwe reeksen gekoppeld om de boel eens goed op te schudden.
De comicseries beginnen weer opnieuw bij nummer 1. Dit is meer een marketingtrucje dan dat er echt inhoudelijke noodzaak is om weer opnieuw te beginnen met tellen. Nummers 1 worden nu eenmaal goed verkocht. Aangezien veel superhelden al jaren bestaan – de meeste Marvelhelden werden begin jaren zestig bedacht – kennen ze een lange geschiedenis die nieuwe lezers kan afschrikken. Lezers zijn daarom minder snel geneigd om Spider-Man #666 te kopen, maar Spider-Man #1 klinkt als een nieuwe start. De stripmakers hebben dan ook hun best gedaan om met Marvel NOW! een nieuw verhaal te beginnen dat weinig tot geen voorkennis vereist. Al geldt voor alle comics dat het geen kwaad kan om de Marvel-films en televisieseries te kijken voor wat achtergrondinformatie.
Papa Captain America
Omdat de series All New X-Men en Uncanny Avengers direct te maken hebben met de uitwassen van Avengers versus X-Men, is het handig om deze twaalfdelige serie eerst te lezen. In All New X-Men, geschreven door Brian Michael Bendis en getekend door Stuart Immonen, reist Henry McCoy terug in de tijd om de oorspronkelijke X-Men in hun jonge jaren te bezoeken. Hij probeert zijn teamgenoten ervan te overtuigen mee te komen naar de toekomst om Cyclops weer op het rechte pad te brengen en te voorkomen dat hij de ondergang van de mutanten veroorzaakt. In deze serie leven de jonge versie van de X-Men dus naast hun oudere versies en dat levert veel explosief en plezierig leesvoer op.
Voor de andere series pakt de nieuwe start van Marvel NOW! goed uit, omdat die zo goed als losstaan van wat er precies in Avengers versus X-Men is gebeurd. Zo belandt Captain America door toedoen van Arnim Zola in een onherbergzame wereld die Dimensie Z wordt genoemd. Hij neemt daar het zoontje van Zola onder zijn hoede en beschermt hem tegen de barbaarse Phrox. Schrijver Rick Remender zorgt er met dit adoptieve ouderschap en het verblijf in een barbaarse dimensie voor dat we nieuwe kanten ontdekken van Captain America. Ook komen we meer over de relatie met zijn vader te weten. John Romita Jr. – een van de beste Amerikaanse striptekenaars – zorgt ervoor dat het er allemaal heel mooi uit ziet. Ook de soloavonturen van Wolverine, Iron Man en Thor zijn prima door nieuwe lezers te volgen omdat ze alle drie een losstaande missie te vervullen hebben die weinig te maken heeft met wat er in de andere series gebeurt.
Van de acht series vind ik All New X-Men en Captain America het leukste en interessantst. Maar ook Guardians of the Galaxy biedt veel humor en heeft dezelfde sfeer als de film. Als groot liefhebber van de held Spider-Man vind ik de reeks The Superior Spider-Man verschrikkelijk om te lezen: superschurk Doctor Octopus heeft een breinwissel veroorzaakt waardoor zijn bewustzijn nu in het hoofd en lijf van Peter Parker/Spider-Man zit, terwijl Parker gevangen zit in het doodzieke lichaam van Octopus en uiteindelijk sterft. Octopus wil bewijzen dat hij als superheld beter is dan de echte Spider-Man. Schrijver Dan Slott grossiert in het bedenken van grote concepten maar slaagt er zelden in om deze tot boeiende verhalen te smeden. Hij gaat vooral scheef bij bekende personages die opeens niet meer handelen zoals we van ze gewend zijn. Superior Spider-Man is voor lezers die al jaren Spider-Man volgen daarom een behoorlijke koude douche. Lezers die niet bekend zijn met Spider-Mans verleden zullen minder moeite hebben met deze verhaallijn.
Minstens één jaar Standaard Uitgeverij heeft een licentie op de Marvelstrips voor één jaar, met een optie voor een tweede. Ze richten zich vooral op jongere lezers, want de meeste diehardfans hebben de strips al in de oorspronkelijke versie gelezen. Iedere Nederlandse uitgave van 72 pagina’s bevat drie Amerikaanse comics en extra beeldmateriaal zoals covers en illustraties. Ze kosten €6,99 per stuk. Een goede deal aangezien losse Amerikaanse comics steeds meer in prijs stijgen. Nieuwe nummers verschijnen met een frequentie van twee maanden in een oplage van 8000 exemplaren.
De prima vertaling en redactie is in handen van James Vandermeersch en Peter de Bruin. De Bruin is een oude bekende voor Nederlandse lezers. Hij vertaalde voorheen ook voor Juniorpress en is tegenwoordig vertaler bij RW, de uitgeverij die strips van DC Comics en Vertigo op de Nederlandse markt brengt. Vooralsnog zijn er geen plannen om een brievenrubriek op te nemen of de comics te openen met een redactionele introductie, zoals Juniorpress dat vroeger deed.
Inmiddels is in Amerika Marvel NOW! alweer ten einde. Na wederom een groot event, dit keer Secret Wars, is de status quo van het Marvel universum weer veranderd en radicaler dan bij Marvel Now!. Alternatieve universa zijn samengevoegd met het Marvel Universum, Thor is tegenwoordig een vrouw en Spider-Man staat aan het hoofd van Parker Industries en opereert op een globale schaal. De series zijn wederom bij nummer 1 begonnen en er zijn weer een paar nieuwe series bijgekomen met nieuwe personages. Of we deze nieuwe verhalen ook in de toekomst in het Nederlands kunnen lezen, hangt natuurlijk helemaal af of Marvel NOW! hier goed gaat verkopen.
Dit artikel is gepubliceerd in Stripgids #44 (2015).