Categorieën
Film Strips

Roger Cormans Fantastic Four

Fantastic Four van Tim Story uit 2005 en het vervolg Rise of the Silver Surfer, zijn niet de enige films die van dit superheldenteam zijn gemaakt. In 1994 regisseerde Oley Sassone een filmversie van de strip. Filmveteraan Roger Corman was producent.Corman is legendarisch in B-filmland en heeft ruim vierhonderd low budget films op zijn naam staan, waarvan de meeste binnen enkele dagen zijn opgenomen.

Mager budget
Volgens de legende rond de Cormans Fantastic Four-film werd de film in aller haast gemaakt omdat de producent de rechten over de personages binnen afzienbare tijd zou verliezen. De film werd met een mager budget gemaakt van rond een miljoen dollar. (Volgens Wikipedia 1,5 miljoen overigens.) En dat is overal aan af te zien. Vooral de specialeffects moeten het ontgelden. Wanneer Johnny Storm aan het einde van de film eindelijk doorheeft hoe hij als een menselijke toorts kan vliegen, is duidelijk te zien dat hij geanimeerd is. Toch zien de meeste tekenfilmfiguren er beter uit. De film heeft dus dat typische B-filmgevoel waar Cormans producties bekend om zijn. (Mijn favoriete reeks van Corman zijn de Edgar Allan Poe-verfilmingen waarin Vincent Price de hoofdrol speelt.)

Fantastic soap
De film van Corman heeft nooit de bioscoop gehaald. Na de eindmontage werd de film op de plank gelegd om nooit uitgebracht te worden. Volgens de geruchten is de film opgekocht door Fox of Marvel zodat er later een serieuze verfilming van de strip gemaakt kon worden – de film van Tim Story dus. Overigens is Dr. Doom in beide films de vijand van het fantastische viertal, al krijgen ze het in de Corman-versie ook nog eens aan de stok met Mole Man. Ondanks alle inspanningen van de makers blijkt het soapachtige verhaal rond Cormans Fantastic Four, dat vol intriges zit, boeiender te zijn dan de film zelf.

Voor een indruk zie de trailer hieronder:

Lees ook: De oorsprong van de Fantastic Four.

Categorieën
Strips

Spider-Man gaat scheiden

De geschiedenis van menig stripheld blijkt vloeibaar te zijn. Marvel heeft recent besloten dat Peter Parker en Mary Jane nooit met elkaar zijn getrouwd. En dat terwijl ik toch echt de comic met die feestelijke gebeurtenis in mijn kast heb staan: 21 jaar stripgeschiedenis wordt genegeerd.

Het is het bekende verhaal: op een gegeven moment zijn alle mogelijke verhalen over een bepaalde held verteld. En wat moet je dan als je een goedlopende franchise hebt? Je kunt moeilijk de held laten doodgaan. Het laten sterven van andere personages gebeurt soms wel: zo is Peters tante May al een keer dood geweest en menig schurk – waaronder The Green Goblin – is gestorven. Dit soort overlijdensberichten moeten echter met een korreltje zout worden genomen, daar de dood in comicland meestal van tijdelijke aard blijkt.

Nee, meestal is de oplossing om weer zo dicht mogelijk tot het oorspronkelijke concept terug te gaan.
Scheiding door geheugenverlies

In Amazing Spider-Man # 545 sluiten Peter en Mary Jane een deal met duivelkloon Mephisto om het leven van tante May te redden. Niemand zal vanaf nu nog weten dat Peter en MJ ooit getrouwd waren. Niemand behalve miljoenen stripfans die volgens een artikel in de USA Today woedend zijn over dit besluit van uitgeverij Marvel. Peter Parker is weer terug naar zijn wortels: een vrijgezelle nerd. Zoals Stan Lee en Steve Ditko hem creëerden in 1962.

Midden de jaren negentig kwam Marvel met een vaag plot waarin bleek dat Peter Parker gekloond was. Dit betekende dat lezers jarenlang verhalen over een nep-Spidey hadden gelezen. Uiteindelijk bleek dit toch weer niet waar te zijn. Dergelijke grote plottwist rieken naar creatieve armoede. Ik ben benieuwd wanneer dit weer wordt teruggedraaid.

Met dank aan Hallie – nieuwsneus – Lama.

Lees ook: De charme van Spider-Man en De wereld van de superheld.

Categorieën
Strips

Superhelden 101: De wereld van de superheld

Een elementaire kijk naar de wereld van de superheld. Over verschillende universums, New York als locatie, magische wetenschap en de strijd met de tijd.‘The costumed superheroes generate their own particular world – a world which starts at the point where our own familiar world leaves off. All the additions to the familiar world are extraordinary ones: invasions from space, mutations, master criminals, the supernatural. It’s our own world made stranger and more robust to fit the stature of the larger-than-life hero,’ aldus Reynolds. (Reynolds 1992: 37.) De wereld van de superheld is dus niet volledig gelijk aan die van ons.

New York, New York

Marvel & DC
Binnen het superheldengenre kennen we grofweg twee werelden: die van Marvel Comics en die van DC Comics, de twee grootste uitgeverijen. Er zijn ook andere kleinere uitgeverijen die superheldenverhalen publiceren, zoals Image comics en Dark Horse, maar die spelen een marginale rol – zeker als het om stripverfilmingen gaat. Het Marvel Universum heeft zijn eigen regels en personages, net als dat van DC. Slechts bij uitzondering vechten helden uit het Marvel Universum aan de zijde van collega’s uit de DC wereld, in zogenaamde cross-over verhalen. Dit heeft alles te maken met de copyrights over de personages. Binnen een universum komen de verschillende helden en schurken elkaar wel vaak tegen. Zo kan Spiderman in aanraking komen met de held Daredevil omdat ze beiden tot het Marvel Universum behoren. Locatie NY
Het merendeel van de superheldenverhalen is gesitueerd in New York of in een stad die The Big Apple moet voorstellen. In het universum van DC Comics wordt New York altijd anders genoemd: zo is Superman de beschermheer van Metropolis, Batman van Gotham City en rent The Flash zijn rondjes in de straten van Central City. Een interessant verschil is bij DC Comics soms een alternatieve versie van New York wordt afgebeeld, zoals bijvoorbeeld een gotische versie in Batman, terwijl het Marvel Universum New York wordt afgebeeld zoals ze is. (Overigens heeft Gotham City er lang niet altijd gotisch uit gezien. In de beginjaren van Batman werd de stad zelfs gewoon nog New York genoemd.)Ook heeft N.Y. geen andere naam bij Marvel. Dit geeft de verhalen een extra effect omdat fictie plaatsvindt op een locatie die bestaat in de realiteit. Hierdoor wordt suspense opgewekt: een superschurk als Doctor Doom of Magneto is immers veel bedreigender tegen een herkenbare realistische achtergrond.De vraag waarom New York het decor is voor veel superheldenverhalen is makkelijk te beantwoorden. New York is een stad die tot de verbeelding spreekt. Reynolds omschrijft dit als volgt:

New York draws together an impressive wealth of signs, all of which the comic-reader (of the 1940s or the 1990s) is adept at deciphering. It is a city which signifies all cities, and, more specifically, all modern cities, since the city itself is one of the signs of modernity. […] New York is a sign in fictional discourse for the imminence of […] possibilities – simultaneously a forest of urban signs and an endlessly wiped slate on which unlimited designs can be inscribed […]. (Reynolds 1992: 19)

Realiteit
Superheldenverhalen zijn meer geaard in de realiteit dan men op het eerste gezicht zou denken. De meeste verhalen gaan over alledaagse zaken, terwijl de superactie daar om heen speelt. Dit idee is komt goed naar voren in de Spiderman-comics, waarin het normale leven van Peter Parker een prominente plaats heeft en onlosmakelijk verbonden is met de avonturen van Spiderman zelf. Het alledaagse biedt een contrast met de buitengewone held: zo wordt de superheld soms bedreigd door een normale misdadiger met een pistool of mes.‘This is a note that most superhero stories strike from time to time, lest the contrast between super-powered hero and the average individual becomes lost – and the sense of wonder blunted by showing nothing but superpowered [sic] characters slugging it out with each other.’ (Reynolds 1992: 14) Dit geldt overigens niet voor een held als Batman: omdat hij geen superkrachten heeft, is hij wat betreft zijn kracht ongeveer gelijk aan gewone misdadigers. Magische wetenschap
In de wereld van de superheld speelt wetenschap een belangrijke rol. Zo krijgen veel superhelden en -schurken hun krachten door middel van een ongeluk met radioactiviteit/straling of via een wondermiddel. Deze wetenschap heeft echter veel weg van magie omdat deze eerder mystiek is dan plausibel: ‘The stories are mythical and use science and magic indiscriminately to create a sense of wonder’. (Reynolds 1992: 16, 53-54)We kennen dit gegeven uit onder andere Gothic-horrorverhalen als Frankenstein, waarin de wetenschapper Dr. Frankenstein uit delen van dode lichamen een levend wezen weet te scheppen. Een beter voorbeeld is wellicht het verhaal The Strange Case of Dr. Jekyll and Mr. Hyde, van Robert Louis Stevenson. In dit verhaal verandert een wetenschapper door zijn experimenten in een monsterlijk alter ego. Dit gegeven is onder andere terug te vinden in het verhaal van de Green Goblin, de Lizard en natuurlijk de Hulk.Interessant is dat het ontstaan van mutanten een natuurlijke oorsprong kent: bij deze mensen zijn de speciale krachten aangeboren. Mutanten worden daarom gezien als de volgende stap in de evolutie van de mens. (In de televisieserie Heroes wordt van een vergelijkbare theorie uitgegaan om de speciale krachten van de personages te verklaren.) Hoewel evolutionaire mutaties een natuur¬verschijnsel zijn, werd het grote publiek in de jaren vijftig en zestig bekend met de nare mutaties die het gevolg kunnen zijn van atoomstraling. Deze angst voor straling en de atoombom (met andere woorden de angst voor wetenschap) werd geuit in de popcultuur van die tijd. Dit is terug te vinden in de verhalen rond de gemuteerde dinosauriër Godzilla en in de superheldencomics. Omdat radioactiviteit een hot item was in de jaren zestig, hebben veel van de superhelden en -schurken hun krachten hieraan te danken. (Sanderson 1996: 210) De effecten van radioactiviteit zijn echter puur fantasie – voor zover ik weet is er immers nog nooit iemand in de Hulk veranderd na een overdosis gammastraling.

Magische wetenschap: ‘The power of the sun in the palm of my hands’.

Continuïteit
Ieder superheldenuniversum kent een eigen continuïteit. Dit kan in de loop der jaren nogal ingewikkeld worden door de grote hoeveelheid series, verhalen en ontwikkelingen die plaatsvinden. De echte comicfan is zich bewust van de continuïteit in de verhalen en de opgebouwde achtergrond van de personages; het is een belangrijke factor in de intertekstuele samenhang binnen het universum. Reynolds onderscheidt drie niveaus van continuïteit: (Reynolds 1992: 38-43)1. Serial continuity: deze soort continuïteit kennen we uit soaps, waarin alle voorgaande afleveringen de achtergrond vormen voor huidige ontwikkelingen. Dit geeft vaak een probleem voor comicschrijvers, vooral als die achtergrond uit vele jaren geschiedenis bestaat. 2. Hierarchical continuity: hier draait het om de onderlinge verhoudingen tussen de superhelden en –schurken: het gaat om de hiërarchie naar kracht. Als superschurk B verslagen wordt door held A en superschurk B held C verslaat, dan is held A sterker dan held C en staat deze hoger in de hiërarchie. Persoonlijk vind ik dit de minst interessante vorm van continuïteit, omdat het winnen van een strijd niet alleen afhankelijk is van de kracht van een personage, maar ook van diens karakter en slimheid. 3. Structural continuity: serial continuity (die zich ontwikkelt over tijd) en hierarchical continuity (de stand van zaken op een bepaald moment) vormen tezamen de structural continuity. Deze vorm van continuïteit bevat niet alleen alles wat er ooit in het universum gebeurd is of gesuggereerd wordt, maar bestaat ook uit elementen uit de echte wereld: ‘Structural continuity also embraces those elements of the real world which are contained within the fictional universe of the superheroes, and (for the truly committed) actions which are not recorded in any specific text, but inescapably implied by continuity.’ (Reynolds 1992: 41) Reynolds geeft als voorbeeld de grootvader van Superman: hoewel dit personage nog niet is voorgekomen, moeten we er wel vanuit gaan dat de man heeft bestaan en dat hij ieder moment in een verhaallijn kan opduiken. Vanaf dat moment is dit personage een concreet element in de continuïteit. De structural continuity die vele jaren voortduurt, geeft problemen wat betreft de tijdsverloop binnen de verhalen en de ‘echte’ wereld. Hoewel Spiderman in 1962 het licht zag en tiener was, is hij nu, ruim vijfenveertig jaar later, slechts een paar jaar ouder geworden. Batman zou nu bijna negentig jaar oud zijn in onze tijdstelling. Door dit probleem te omzeilen worden de lichamen van de helden losgemaakt van de tijd. Zo blijft Spiderman rond de twintig hangen en zal Batman nooit echt ouder worden. Overigens doorloopt Spiderman wel verschillende fasen in zijn leven die duidelijk in een bepaalde leeftijd zijn te plaatsen. Zo is hij al van de middelbare school overgegaan naar de universiteit. Om de zoveel tijd wordt het personage echter iets verjongd, zodat hij een jong publiek blijft aanspreken.Wanneer er wel een verhaal verteld wordt van een oudere Batman, dan wordt dit verhaal gepresenteerd als alternatief toekomstbeeld, dat losstaat van de huidige continuïteit:

Clearly, intertextual and metatextual continuity create a subsidiary world in which the process of time can be kept under control. While this process does not exactly abolish history from superhero comics, it does divorce the superheroes lives from a historical context.

Toch zijn de verwijzingen naar de tijd van productie in de verhalen terug te vinden. Een redelijk recent voorbeeld hiervan is de aanslag op 11 september 2001, waarnaar verwezen wordt in The Amazing Spider-Man (Vol. 2) # 36. Ook zijn bepaalde thema’s die populair zijn altijd terug te vinden in de comics. Zo had Marvel in de jaren zeventig een verhaallijn waarin Harry Osborn verslaafd was aan de drugs en had een nichtje van Peter Parker eind jaren tachtig last van eetstoornissen.
Michael Minneboo
Samenvatting Superhelden 101
Het superheldengenre, dat begon met de creatie van de held Superman, bevat de volgende typerende elementen:De superheld: de bekendste superhelden zijn te zien als culturele iconen, ze genieten een algemene bekendheid bij een groot publiek. Superhelden zijn zowel outsiders als insiders. Ze zijn outsiders omdat ze door hun speciale krachten buiten de maatschappij staan; sommigen van hen zijn zelfs vergelijkbaar met goden. Anderzijds zijn ze ook insiders omdat ze deel uitmaken van de maatschappij en de Amerikaanse ideologie uitdragen. Volgens Adatto is de superheld een variatie op de maverick hero, met deze uitzondering dat deze niet rebelleert tegen de methoden en de praktijken die hij dient. Al moet de held soms wel de wet overtreden om gerechtigheid te doen geschieden.Het alter ego: volgens Taormina kan het alter ego van de superheld meerdere functies hebben, zoals het beschermen van naasten en een toegang bieden tot een normaal leven. De geheime identiteit eist vaak offers in de privé-sfeer. De kans op ontmaskering biedt stof voor suspense.Het Kostuum: dit is een het teken van een individuele identiteit (het uiterlijk van het alter ego) en heeft daarnaast de functie van een uniform, waarmee superwezens zich onderscheiden van normale stervelingen. De belangrijke superhelden veranderen zelden van kostuum, al kan het pak wel wat aangepast worden om aan de eisen van de mode te voldoen. Daarnaast kan een kostuum een fetisjerende functie hebben en een bron zijn van seksuele kracht.
Het verlies van naasten en alternatieve familie: een vast thema in het superheldengenre is het verlies van naasten – meestal speelt het verlies van de ouders een centrale rol in de wording van de held. Dit hangt samen met het thema van de alternatieve familie: veel superhelden kennen alternatieve vaderfiguren en een alternatieve familie in het superheldenteam.De schurk: de superschurk is de tegenhanger van de held – hij/zij is een psychotische kracht die chaos brengt. De schurk staat symbool voor de scheiding tussen kennis en geweten, doordat hij wetenschappelijke kennis aanwendt om macht te verwerven. De overwinning op het kwaad is overigens slechts van tijdelijk aard: wanneer de superschurk niet terugkeert, staat er een nieuwe klaar om het leven van de held moeilijk te maken. In tegenstelling tot wat Reynolds beweert, wordt in de comics misdaad wel sociologisch gemotiveerd: de achtergrond van de superschurk kan een rol spelen in diens zucht naar macht.De wereld van de superheld: deze wereld lijkt op die van ons, maar biedt plaats aan personages en situaties die larger than life zijn. In bijna alle superheldenverhalen staat New York model voor de setting. In de wereld van de superheld speelt wetenschap een belangrijke rol – het biedt een verklaring voor de verwerving van de superkrachten. Vaak is er echter sprake van een magische wetenschap, die eerder mystiek is dan plausibel. De verschillende universa waarin superhelden voorkomen, kennen drie vormen van continuïteit. Vooral de structural continuity is in dit opzicht interessant omdat deze problemen geeft wat betreft het tijdsverloop in de verhalen. Het lichaam van de superheld mag dan min of meer losstaan van de tijd, de verhalen echter niet: ze reflecteren altijd populaire thema’s van de tijd waarin ze geproduceerd zijn. In sommige gevallen komen zelfs historische gebeurtenissen in de verhalen voor. Bovenstaande tekst is een bewerking van de doctoraalscriptie Superhelden in actie: Comics op celluloid. Geschreven door Michael Minneboo, major filmstudies Vakgroep Film- en televisiewetenschappen, Universiteit van Amsterdam.Literatuur
Adatto, Kiku. Picture Perfect. The Art and Artifice of Public Image Making. New York: Basic Books, 1993.

Brooker, Will. Batman Unmasked. Analyzing a Cultural Icon. London: Continuum, 2000.

McCloud, Scott. Understanding Comics. The Invisible Art. 2e druk. New York: Paradox Press, 2000(a).

Persmap. Spider-Man. Production Information. Amsterdam: Columbia Tristar Films, 2002.

Persmap. The Hulk. Amsterdam: Universal Pictures, 2003.

Reynolds, Richard. Superheroes. A Modern Mythology. London: B.T. Batsford, 1992.

Sassienie, Paul. The Comic Book. The One Essential Guide for Comic Book Fans Everywhere. London: Ebury, 1994.

Taormina, Agatha. The Hero, the Double, and the Outsider. Images of Three Archetypes in Science Fiction. Diss. Carnegie-Mellon University, 1980. Ann Arbor: University microfilms international, 1982.

Gerelateerde artikelen
Batman op de divan

De charme van Spider-Man

Waarom Batman en de Joker niet zonder elkaar kunnen

Categorieën
Strips

Superhelden 101: De superschurk

Een held heeft geen functie zonder een tegenstrever, een antagonist. De superheld kent als tegenhanger de superschurk. Het is de schurk die de orde overhoop haalt en doet omslaan in chaos. De antagonist
Veel van de kenmerken van de held zijn ook van toepassing op de schurk: zo heeft hij/zij een kostuum, superkracht of een bijzondere eigenschap en een alter ego. Daarbij moet worden gezegd dat de meest sinistere superschurken geen masker dragen. Zo staat de misdaadbaas van New York, de Kingpin, over het algemeen bekend als gerespecteerd zakenman in plaats van schurk. Senator Kelly, die zich in X-Men (Bryan Singer, 2000) hard maakt voor de mutantenregistratiewet, is met zijn politieke ideeën een gevaarlijker opponent van de X-Men dan de gemiddelde gekostumeerde superschurk.In principe heeft iedere held zijn eigen vijanden, zodat hij te maken heeft met opponenten die ongeveer evenveel kracht hebben. Zo zijn Batmans vijanden meestal niet supersterk. Schurken als de Joker en de Penguin zijn gevaarlijk door hun psychotische natuur en het gebruik van technische middelen – niet door brute kracht. Het komt overigens wel voor dat een superheld als bijvoorbeeld Spiderman te maken krijgt met een schurk die normaliter met een andere supercollega vecht en die veel meer kracht heeft dan hij.Psychologie van de schurk
Superschurken zijn niet zomaar slecht: er wordt altijd een reden gegeven voor hun gedrag. Reynolds is van mening dat misdaad niet op sociologische wijze benaderd wordt, maar dat de mythologie achter de tekst die van ‘verleiding en val door de zucht naar macht’ is. De motivatie van superschurken als de Joker, Doctor Doom, Lex Luthor en de Green Goblin komt voort uit een zucht naar macht; het zijn zogenaamde ‘gevallen’ personages. ‘All are corrupted by power, and power in the particular form of knowledge,’ schrijft Reynolds. (Reynolds 1992: 24)In de handen van de schurk is kennis een wapen en kan wetenschap uitzonderlijke krachten verschaffen. De Green Goblin is hiervan een goed voorbeeld: de formule die de verborgen kracht in de mens naar boven moet halen, zorgt dat Norman Osborn supersterk wordt. De mythologisering van wetenschappelijke kennis is een van de meest prominente thema’s van sciencefiction, en daarbij is de scheiding tussen kennis en geweten – die verbeeld wordt door de superschurken in comics – een conflict dat nooit op te lossen is: ‘A villain such as the Joker continues year after year, story after story, sabotaging the social order in an endless treadmill of destruction, which Batman struggles to control and contain’. (Reynolds 1992: 25)Net als de superheld, krijgen de meeste schurken hun krachten door een experiment dat fout gaat. De Green Goblin (Willem Dafoe) wordt slachtoffer van zijn eigen formule – behalve dat het ontploffende goedje hem supersterk maakt, verliest hij tegelijkertijd zijn realiteitszin. Hetzelfde geldt voor Dr. Octopus (Alfred Molina) in Spider-Man 2 die door een mislukt wetenschappelijk experiment de controle over zijn mechanische armen verliest. Doordat de chip die zijn geest zou moeten beschermen beschadigd wordt, beïnvloedden zijn kwaadwillende armen zijn hersenen in plaats van andersom.Tijdelijke overwinning
In de meeste gevallen wordt de schurk wel verslagen, maar is deze overwinning slechts tijdelijk: de verslagen schurk zal in de toekomst wederom zijn opwachting maken. Mocht hij permanent uitgeschakeld zijn, dan staat de volgende aflevering een nieuwe schurk klaar om toe te slaan en de sociale orde omver te werpen. De schurk wordt overigens zelden door brute kracht verslagen. Meestal vereist de overwinning een extra inspanning van de held door middel van een slimme handigheid of doorzettingsvermogen:

The moment of the extra effort, and the soul searching that is conducted to make it possible, are the key moments of most superhero narratives, and far more significant in terms of character development than all the acrobatic and artistic slugging and atomic, psychic, or electromagnetic zapping that comprises the progress of the fights themselves. (Reynolds 1992: 41)

Een kanttekening is hier wel op zijn plaats: Reynolds is wel wat snel met het stellen dat misdaad niet sociologisch gemotiveerd wordt. Niet iedere superschurk wil de wereld overheersen en als hij dat wel wil, wordt deze wens dikwijls vanuit de achtergrond van het personage gemotiveerd. Magneto’s acties komen bijvoorbeeld voort uit zelfbescherming: hij heeft zijn familie verloren in een concentratiekamp, en wil kostte wat het kost een mutantenvervolging voorkomen. Magneto ziet normale mensen als een bedreiging voor mutanten en is bereid tot het uiterste te gaan om zijn mensen te beschermen. Superschurken grijpen dus niet per definitie naar de macht om de macht; er kan van een degelijke motivatie sprake zijn die samenhangt met de achtergrond of met een eigenschap van het personage:

The villain’s motivation may be greed (the Kingpin, Lex Luthor), political fanaticism (the Red Skull), a mania for power (Doctor Doom), social engineering (the original Magneto), psychotic revenge against society for sundry personal reasons (Bullseye, the Joker) or even a metaphysical evil which presumes a Manichean view of universal order (Mr Mxyzptlk, Loki, Mephisto). (Reynolds 1992: 51)

De superschurk als vaderfiguur
In Sam Raimi’s Spider-Man komen enkele belangrijke thema’s uit het superheldengenre naar voren, namelijk het verlies van familie, de rol van vaderfiguren en gespleten persoonlijkheden. Net als in de comics, zorgt het verlies van oom Ben voor Peters motivatie om zijn spinnenkrachten in te zetten om mensen te redden. In dit opzicht is de rol van de vaderfiguur cruciaal. In de film worden bepaalde zaken echter anders verteld dan in de comics. Omdat daardoor ideologische verschillen ontstaan, is het belangrijk hier dieper op in te gaan.Peter en oom Ben: ‘atonement with the father’
De origin story van Spiderman is kenmerkend voor de origin stories van superhelden: hij krijgt zijn speciale kracht als tiener en het ontstaan van de held gaat gepaard met het verlies van de vader. Zoals al eerder is aangegeven speelt bij superhelden het verlies van de ouders een centrale rol in de wording van de held. Volgens Richard Reynolds doorlopen de superhelden het oedipale traject niet volledig omdat een confrontatie met de vader uitblijft:

The most satisfying and enduring superheroes have incorporated the familiar emotional landscape of adolescence into their developing superhero mythology. Their exploits very frequently dramatize the Oedipal conflict, or what [Joseph] Campbell refers to as the ‘Atonement with the Father’. This conflict is especially acute for the superhero. He will generally be the possessor of extraordinary physical and often mental powers, yet be unsure of his maturity and trustworthiness to use them. In any straight show-down with his father – in any trial of strength – he would clearly be triumphant. But such simplicity would be impermissible and unsatisfying as story or myth – it is never allowed to happen. Approval by the father is withheld time and again by the absence or unavailability of the father-figure. (Reynolds 1992: 61)

Reynolds verwijst in zijn tekst naar Joseph Campbells The Hero with a Thousand Faces, waarin Campbell inderdaad spreekt over ‘atonement with the father’: het goedmaken/verzoening met de vader. Dit gebeurt door een confrontatie met de vader en is voor het kind het moment van initiatie tot de wereld van de volwassene:

When the child outgrows the popular idyl of the mother breast and turns to face the world of specialized adult action, it passes, spiritually, into the sphere of the father – who becomes, for his son, the sign of the future task, and for his daughter, the future husband. Whether he knows it or not, and no matter what his position in society, the father is the initiating priest through whom the young being passes on into the larger world. And just as, formerly, the mother represented the ‘good’ and ‘evil’, so now does he, but with this complication – that there is a new element of rivalry in the picture: the son against the father for the mastery of the universe, and the daughter against the mother to be the mastered world. (Campbell 1949: 136)

Volgens Reynolds vindt dit dus niet plaats bij superhelden omdat de vaderfiguur ontbreekt: de confrontatie blijft uit en daarmee de goedkeuring van de zoon door de vader. We kunnen echter stellen dat in het geval van Spiderman hij toch de volwassen wereld in stapt, juist doordat hij zijn verantwoordelijkheden neemt. Als Spiderman de inbreker verslaat die zijn oom heeft vermoord, is dat zijn initiatiemoment. Peter kent dus geen directe confrontatie met zijn vader om, zoals Campbell het noemt, ‘de heerschappij van het universum’. Als Spiderman levert hij echter dagelijks een dergelijke strijd met superschurken. Deze schurken zijn soms te zien als alternatieve vaderfiguren. Voor ik hier nader op in ga, is het belangrijk de relatie tussen Peter en oom Ben nader te bekijken.In de film wordt de relatie tussen Peter (Tobey Maguire) en zijn oom Ben (Cliff Robertson) uitvoeriger behandeld dan in de strip. Deze veranderingen hebben tot gevolg dat de theorie van Reynolds niet opgaat. Hoewel Ben Parker maar kort aanwezig is in de film is het belangrijk dat dit personage goed wordt neergezet en dat zijn band met Peter zo duidelijk mogelijk wordt gemaakt. De dood van Ben is immers Peters motivatie om Spiderman te worden. In de strip heeft Ben drie korte scènes met Peter. In de film zien we Ben ook maar drie keer voordat hij sterft, en in die scènes wordt al het mogelijke gedaan om hem neer te zetten als een liefdevolle vaderfiguur voor Peter, die samen met zijn vrouw het beste met hem voor heeft. Wanneer Peter voor zijn doen zich steeds vreemder begint te gedragen, valt dit Ben meteen op. Hij probeert er met Peter over te praten in de auto; in deze scène vertelt Ben Peter dat grote krachten met grote verantwoordelijkheden gepaard gaan. Tijdens dit gesprek probeert hij echt te begrijpen wat er met Peter aan de hand is, maar Peter wil niet luisteren – hij denkt het allemaal beter te weten en wil geen preek van zijn oom. Ben antwoordt: ‘I don’t mean to lecture, and I don’t mean to preach, and I know I am not your father.’ Peter antwoordt boos: ‘Then stop pretending to be!’ Dit raakt Ben diep en hij staakt het gesprek. Peter heeft echter ongelijk: sinds zijn ouders omkwamen, zijn Ben en tante May (Rosemary Harris) zijn ouders.

With great power…

In deze scène wordt een klassiek conflict uitgebeeld, dat tussen de vader en het kind. Dit is het moment dat het kind zich losmaakt van zijn ouders en alles op zijn manier wil doen. Uiteindelijk zal Peter echter leren dat Ben gelijk had en dit besef zorgt ervoor dat hij zijn krachten inderdaad gebruikt om het goede te doen. De vaderfiguur fungeert hier in principe als voorbeeld – als spiegelbeeld – voor de zoon: doordat Peter de normen en waarden van Ben overneemt, wordt in Spiderman de goedheid van Ben gereflecteerd.Peter gaat in de film dus wel het conflict aan met de vader, zij het dan dat het initiatiemoment waar Joseph Campbell het over heeft, later plaatsvindt. In de film zien we echter wel de verzoening (atonement) tussen vader en zoon. In tegenstelling tot de stripversie ziet Peter oom Ben namelijk nog even voordat deze doodgaat. Peter vindt Ben op straat, waar hij is neergeschoten. Peter knielt bij hem neer. Als Ben hem herkent, glimlacht hij nog even: hij vergeeft hem de ruzie van eerder die dag. Dit moment is een belangrijke en interessante toevoeging in de film. In geen van de stripversies van de origin story ziet Peter Ben sterven. In het oorspronkelijke verhaal van Stan Lee en Steve Ditko is het Lee, de geestelijk vader van Spiderman, en niet Ben die aan het eind van het eerste verhaal zegt dat met grote krachten grote verantwoordelijkheden gepaard gaan.Osborn/Green Goblin
In Sam Raimi’s Spider-Man is Norman Osborn heel duidelijk een alternatieve vaderfiguur voor Peter. Hij biedt hem zijn hulp aan als Peter een baantje zoekt en is aanwezig op Peters diploma-uitreiking. Hier is hij letterlijk de vervanging voor Ben Parker die inmiddels gestorven is. (Dat Osborn aanwezig is omdat zijn zoon Harry ook zijn diploma krijgt maakt hierin geen verschil.) In het eindgevecht zegt Osborn ook dat hij als een vader voor Peter is geweest. ‘Be a son to me now,’ vraagt hij hem. Peter wijst Osborn uiteindelijk af als vaderfiguur en stelt heel duidelijk dat oom Ben zijn vader is: ‘I have a father. His name is Ben Parker.’ De relatie tussen Peter en Osborn is in de film anders dan in de comics: daarin wordt Norman nooit neergezet als alternatieve vaderfiguur voor Peter.In Spider-Man 2 wordt Dr. Octopus ook neergezet als een soort van vaderfiguur, hoewel dat subtieler gebeurt dan bij Osborn. De scène waarin Peter bij Dr. Octavius en diens vrouw aan de thee zit is duidelijk geschreven om een persoonlijke band tussen Peter en Doc Ock bewerkstelligen. Je zou Octopus dan ook als wetenschappelijk vader van Peter kunnen beschouwen.

Harry Osborn in de voetsporen van zijn vader.

In tegenstelling tot Peter, doorloopt Harry Osborn (James Franco) wel het gehele oedipale traject. In het begin van de film verzet hij zich tegen zijn afkomst: als Norman Harry naar school brengt, wil Harry niet dat zijn klasgenoten hem in een limousine zien zitten. In de film probeert Harry wel de goedkeuring van zijn vader te krijgen. Deze blijft uit tot het moment dat Mary Jane (Kirsten Dunst) het uitmaakt met Harry – dan verzoenen Norman en zijn zoon zich met elkaar. Op de begrafenis van Norman zweert Harry zich op Spiderman te wreken. Hij denkt dat Spiderman verantwoordelijk is voor de dood van zijn vader. Harry neemt afscheidt van Peter en loopt naar de limousine: hij heeft zich verzoend met zijn lot en stapt letterlijk in de voetsporen van Norman Osborn. In de volgende films blijkt hoeveel als Harry ook daadwerkelijk de identiteit van de Green Goblin op zich neemt.In de film worden de relaties tussen de personages, in het bijzonder die van Peter met Ben en Peter met Osborn, duidelijk naar voren gebracht. Dit gebeurt ook in andere superheldenfilms: in The Hulk (Ang Lee, 2003) speelt de vader (Nick Nolte) ook een belangrijke rol in het leven van Bruce Banner (Eric Bana). De vader vervult ook de rol van superschurk: de strijd tussen vader en zoon wordt letterlijk verbeeld als Banners vader de krachten van zijn zoon probeert te absorberen. Het vooropstellen van de relaties tussen de personages maakt duidelijk dat het in de films – net als in strips van Marvel – ook draait om de mensen áchter het masker.

Lees verder over de wereld van de superheld
Michael Minneboo
Bovenstaande tekst is een bewerking van de doctoraalscriptie Superhelden in actie: Comics op celluloid. Geschreven door Michael Minneboo, major filmstudies Vakgroep Film- en televisiewetenschappen, Universiteit van Amsterdam.Literatuur
Adatto, Kiku. Picture Perfect. The Art and Artifice of Public Image Making. New York: Basic Books, 1993.

Brooker, Will. Batman Unmasked. Analyzing a Cultural Icon. London: Continuum, 2000.

McCloud, Scott. Understanding Comics. The Invisible Art. 2e druk. New York: Paradox Press, 2000(a).

Persmap. Spider-Man. Production Information. Amsterdam: Columbia Tristar Films, 2002.

Persmap. The Hulk. Amsterdam: Universal Pictures, 2003.

Reynolds, Richard. Superheroes. A Modern Mythology. London: B.T. Batsford, 1992.

Sassienie, Paul. The Comic Book. The One Essential Guide for Comic Book Fans Everywhere. London: Ebury, 1994.

Taormina, Agatha. The Hero, the Double, and the Outsider. Images of Three Archetypes in Science Fiction. Diss. Carnegie-Mellon University, 1980. Ann Arbor: University microfilms international, 1982.

Gerelateerde artikelen
Batman op de divan

De charme van Spider-Man

Waarom Batman en de Joker niet zonder elkaar kunnen

Categorieën
Film Filmrecensie Strips

Film: Ghost Rider

Ghost Rider is nooit de interessantste held van de Marvel-stal geweest: een skelet met een brandende schedel op een helse motor die misdadigers straft. Het ziet er cool uit, maar heeft verder weinig om het lijf. Hetzelfde kan gezegd worden over de verfilming van de strip.Nicholas Cage speelt de ‘getormenteerde’ stuntrijder Johnny Blaze, die een deal sluit met Mephistopheles met zijn ziel als ruilobject. Hierdoor wordt hij gedwongen de liefde van zijn leven voorbij te rijden, maar wanneer hij Roxanne jaren later weer tegenkomt, ontbrandt het oude vuur voor haar opnieuw. Net op het moment dat Mephistopheles een beroep doet op Johnny en hem verandert in de Ghost Rider – de nachtrijder die zielen ophaalt voor de duivel. Een baan die een relatie goed in de weg kan zitten. Wat Ghost Rider vooral ontbeert is spanning. Nergens zit je op het puntje van je stoel, of zelfs maar halverwege. De schurken zijn niet bedreigend of boeiend. De romance tussen de held en het meisje is lauw, al vormt het wel een belangrijk element in de film. Niet alleen Ghost Rider is zijn ziel kwijt, het verhaal waarvan hij het middelpunt is, is al net zo zielloos. Plichtmatig worden enkele superheldenclichés doorlopen: de dood van de vader(figuur), het ontdekken en ontplooien van de krachten en het vriendinnetje dat als lokaas wordt gebruikt door de tegenstanders. Regisseur Johnson mengt wel een paar aardige grappen door het geheel en geeft daarmee een voorzichtige knipoog naar het genre.Easy rider
De scène waarin Johnny aan zijn Roxanne uitlegt dat hij niet op hun date kon verschijnen omdat hij als skelet enkele boosdoeners moest straffen, is wat dat betreft geslaagd. Welke superheld heeft dat probleem immers niet. Ook is de casting van Peter Fonda als de duivel een aardige vondst: Easy Rider meets Ghost Rider. Toch kan de film niet worden beschouwd als comedy of parodie. Daarvoor zit er weer te weinig humor in.Wat overblijft zijn prikkelende visuals: met de stunts en specialeffects zit het wel snor – het ziet er allemaal lekker uit. Diepgang moet voornamelijk komen van het decolleté van Eva Mendes die het ‘vriendinnetje van’ speelt. Mark Steven Johnson regisseerde eerder Daredevil, en leverde pas met de director’s cut een boeiende flick af. (De bioscoopversie werd verknipt door de studio – waarmee bijna alle psychologie uit het karakter werd geknipt.) Het zou natuurlijk kunnen dat voor Ghost Rider hetzelfde geldt, maar ik vermoed van niet. Deze rit kun je aan je voorbij laten gaan.