In deze aflevering van Spidey’s web vieren we kerst alvast met een old school kerstkransje getekend door niemand minder dan John Romita Sr., nog altijd een van de beste Spidey-tekenaars ooit.
Deze illustratie maakte hij in 2008:
Deze illustratie maakte hij in 2008:
Misschien komt het door de prachtige stripmuren die ik recent in Brussel zag, maar mijn oog valt de laatste dagen wat meer voorgevels en buitenmuren van panden. Toen ik zaterdag de trein uitkwam om naar Stripfestival Breda te lopen, zag ik deze Spider-Man muur:
De illustratie is gemaakt door Mark Bagley, die heel veel Spider-Man comics heeft getekend. Hij had een aanzienlijke run in Amazing Spider-Man, maar de meeste lezers kennen zijn werk waarschijnlijk van Ultimate Spider-Man waar hij nummer 1 t/m 111 achter elkaar tekende. Later deed hij nog een paar nummers van deze reeks.
Hoewel het expressief is en hij in actie een aardige Spider-Man neerzet, ben ik nooit echt een groot fan geweest van Bagleys werk. Vooral in de vroege nummers van Ultimate Spider-Man recyclede hij zijn eigen plaatjes, dikwijls op dezelfde pagina in dialoogscènes. Ik heb dat altijd een cheap shot gevonden, saai om naar te kijken en bovendien een gemiste kans: juist in lange dialoogscènes kunnen kleine nuances in gezichtsexpressies een wereld van verschil maken. Bekijk deze pagina maar eens uit Ultimate Spider-Man #8. De scene waarin Peter voor het eerst foto’s verkoopt aan J. Jonah Jameson:
In Ultimate Spider-Man #13 vertelt Peter aan Mary Jane dat hij Spider-Man is. In deze pagina is de opbouw naar de grote onthulling. Maar liefst drie keer dezelfde tekening van Mary Jane…. Pfffff… lang leve photoshop moet Bagley gedacht hebben. Zo is het makkelijker een deadline halen. De rest van de comic is niet veel beter.
Dat gezegd hebbende, de losstaande tekeningen van Spidey van Bagley zijn meer de moeite waard, zoals de afbeelding die op de muur in de Meerten Verhoffstraat. Misschien moet hij zich beperken tot covers en pin-ups.
In Amazing Spider-Man #46 (maart 1967) is Peter net gaan studeren aan de Empire State University. Zijn studiegenoot en nieuwe beste vriend Harry Osborn vraagt of Peter zijn huisgenoot wil worden. Peter denkt eerst dat hij de huur niet kan betalen, maar het mooie is dat Harry’s vader die voor zijn rekening neemt. Hoe ironisch: the Green Goblin betaalt de huur voor Spider-Man.
Peter wil eerst nog even overleggen met Tante May, hij is immers haar laatste familielid. Als hij haar ophaalt van het zojuist gebouwde Penn Station, heeft Tante May zelf ook iets te vertellen aan Peter. Ze wil namelijk bij Tante Anna Watson intrekken, want die voelt zich eenzaam nu Mary Jane uit huis is, maar is bang dat ze Peter in de steek laat. ‘I know how DEPENDENT you are upon me, dear, and…’ Hier toont Lee hoe de verhoudingen tussen May en Peter liggen: de een maakt zich altijd zo veel zorgen over de ander, terwijl ze het beiden ook alleen zullen redden. Het is dat het zo’n aardige vrouw is met het hart op de goede plek, anders zou ik Tante May als ziekelijk bezorgd bestempelen.
Wanneer de grote dag eindelijk is aangebroken, nemen May en Peter afscheid van elkaar. Ik moet toegeven dat de tekst van Lee nogal dik aangezet is, het lijkt verdorie wel alsof Peter naar de andere kant van de planeet gaat verhuizen in plaats van Forest Hills naar Manhattan. Maar goed, zo is die relatie tussen May en Peter nu eenmaal. Zie je hoeveel tekst Stan Lee in de stripplaatjes weet te proppen? Het lijkt wel een Kuifje-strip!
Het is sowieso een aflevering waar veel in gebeurt. Spider-Man ontmoet voor het eerst schurk the Shocker die de lezer ook tussendoor zijn oorsprong uit de doeken doet. Er zitten nog scènes in het verhaal waarin Peter met MJ uit gaat en merkt dat hij Gwen Stacy toch ook een lekker ding vindt. Journalist Frederick Foswell, vermond als Patch, achtervolgt Peter om erachter te komen hoe het toch komt dat de tiener altijd foto’s van Spider-Man kan maken en weet bijna te ontdekken dat Peter en Spidey dezelfde persoon zijn. Kortom, veel boeiend leeswaar voor je geld. En de tekeningen van John Romita Sr zijn ook om te smullen. Zijn grafische kunsten blijven overeind staan in al het tekstgeweld van Lee.
Op kamers
Zelf ging ik op mijn achttiende het huis uit, een paar maanden nadat ik mijn middelbareschooldiploma had gehaald. Ik dacht het meteen goed aan te pakken en nam het vliegtuig naar de Verenigde Staten om daar een tijdje te wonen. Niks op kamers om de hoek voor mij dus. Dat kwam later, toen ik weer terug was in Nederland en ging studeren aan de kunstacademie. Toen heb ik overigens ook nog een tijd in huis gewoond met mijn toenmalige beste vriend. En daarna nog een tijdje bij mijn oma, omdat ik geen huis in Hoorn kon krijgen. Maar goed, daar houdt de overeenkomst tussen Peter Parker en mij wel weer mee op.
Hoe was dat eigenlijk voor jou om je ouderlijk huis te verlaten?
Vorige week schreef ik al iets over het huwelijk tussen Peter Parker en Mary Jane Watson, Maar daar valt nog veel meer over te vertellen, zoals over de twijfel waar Peter mee worstelt voordat hij met Mary Jane gaat trouwen.
In Amazing Spider-Man annual #21 (1987) lezen we dat voordat het verliefde paar het ja-woord uitroept, er heel wat twijfel speelt bij Peter en Mary Jane. Een van de rijke vrienden van MJ, Bruce, probeert haar zelf te schakelen en over te halen niet met Peter te trouwen. Peter moet erg veel aan Gwen denken en hoe zij om het leven kwam doordat hij Spider-Man is. Kan hij Mary Jane wel genoeg beschermen? Moet hij haar wel aan een dergelijk gevaarlijk leven blootstellen?
Die angst haar te verliezen leidt tot een nachtmerrie op de avond voor de ceremonie. In de kerk waar ze trouwen zijn het niet Peters vrienden die getuige zijn, maar de collega superhelden en de schurken waar Spidey vaak mee te maken krijgt. Doctor Octopus speelt, als een soort maniakale versie van Elton John, op het kerkorgel. Ook Oom Ben én Gwen Stacy komen langs. Want tja, dat kan nu eenmaal in dromen.
De ceremonie loopt spaak op het moment dat de dominee vraagt of er nog iemand bezwaar heeft tegen dit huwelijk. Prompt komen de schurken in actie en schakelen de superhelden uit. Dan richten ze zich op Mary Jane. Spider-Man doet zijn best, maar zijn geliefde beschermen tegen al zijn tegenstanders is te veel gevraagd. Zelfs in een droom.
Amazing Spider-Man annual #21. Plot: Jim Shooter. Tekst: David Michelinie. Tekeningen: Paul Ryan. Inkt: Vince Colletta.
Recent plaatste het leuke blog Marvel Comics of the 1980s onderstaande originele tekeningen van Ron Lim, geïnkt door meester John Romita Sr. Oorspronkelijk waren deze bedoeld voor de tradepaperback waarin het verhaal waar Peter Mary Jane ten huwelijk vraagt en de vertelling waarin dit huwelijk plaatsvindt zijn opgenomen. Voor zover we hebben kunnen nagaan zijn de illustraties nooit gebruikt, want de bestaande uitgaven hebben andere covers.
Dat maakt het delen van het grafische werk des te leuker. Vooral de achtercover vind ik tof, waarin we enkele trouwfoto’s zien van de plechtigheid en daarna. Vooral Doctor Octopus als wedding cake crasher vind ik erg geslaagd – al is dat een scène die niet in het verhaal voorkomt. Uiteraard waren geen van Spidey’s collega’s op de plechtigheid aanwezig, want het zijn immers Peter Parker en Mary Jane die in de echt werden verbonden. (De schurken en supercollega’s van Spidey komen wel in een droomsequentie in het verhaal voor.)
Dit is de cover die uiteindelijk in de trade is gebruikt:
En dit zijn de covers van Romita Sr. van de annual waarin het stel daadwerkelijk trouwde. De variant waarop Mary Jane met Spider-Man trouwt was tevens de voorkant van de Nederlandse uitgave van Juniorpress:
Voor het verhaal over de huwelijksreis maakte Romita deze grappige cover:
Over het huwelijk van Peter en Mary Jane valt nog veel meer te vertellen, maar dat doen we weer een andere keer.
Dit stripplaatje sluit Amazing Spider-Man #178 (coverdatum maart 1978) af. Ik vind het een prachtige cliffhanger, want alles is netjes in één frame verpakt. Terwijl Tante May hoognodig geopereerd moet worden, de arme schat heeft in korte tijd twee hartaanvallen gehad, wacht het operatieteam op toestemming van een familielid. Dat is natuurlijk haar neefje Peter Parker, maar zoals je door het raam kunt zien, heeft die op dit moment heel andere dingen aan z’n hoofd. Op weg naar het ziekenhuis werd hij onderschept door the Green Goblin.
Dit keer zit overigens niet Norman Osborn achter het masker van de Goblin, want die is dood. (Tenminste, toen nog wel.) Het is ook niet Harry Osborn, zoals Peter vermoedt, maar Bart Hamilton, de psychiater die de opdracht heeft Harry te genezen van zijn criminele gekte. Je zou kunnen zeggen dat Hamilton er nogal onorthodoxe methoden op na houdt om zijn patiënt te genezen, maar in werkelijkheid denkt Hamilton een betere criminele superschurk te zijn dan Harry of Norman Osborn. Een psychiater die ze zelf niet helemaal geestelijk op een rijtje heeft, wie had dat kunnen denken?
Hoe dan ook, in een stripplaatje is duidelijk hoeveel het leven van een superheld soms op een aflevering uit een soap lijkt. Met dank aan schrijver Len Wein, tekenaar Ross Andru en inktwerk van Jim Mooney.
Of mag Stella zich gelukkig prijzen dat ze eindelijk eens de lippen mag roeren van een intelligente kerel? Het is maar hoe je het bekijkt.
In strips kunnen alle dromen waar gemaakt worden en daarom roept deze grappige tekening gemaakt op de Stripdagen Haarlem bij mij de vraag op met welk strippersonage ik eens zou willen tongworstelen. Wat de dames van S1ngle betreft is het antwoord voor mij niet moeilijk, dat moet Fatima zijn, ook al wordt de aantrekkelijke, neurotische blondine met maar één oog getekend door Kolk. (Je kunt immers niet alles hebben.)
Als we het stripuniversum wat groter maken, dan dient een groot aantal kandidaten zich aan. Mary Jane Watson is tegenwoordig weer vrijgezel om maar meteen een mooie stripbabe te noemen. Dat striplezers wel eens warmbloedig van strippersonages dromen bewijzen de vele beurs- en opdrachttekeningen die op het web opduiken waarin personages bloot of half bloot zijn afgebeeld. In ieder geval heel anders dan dat je ze doorgaans op de strippagina’s tegenkomt.
Is dat Fanny Kiekeboe, Franka, Roodhaar of toch ook een van de S1ngle-dames? Dezelfde vraag stel ik natuurlijk aan de vrouwelijke striplezers….
Update
Direct nadat ik de link van deze blogpost geplaatst had op Facebook, begonnen mensen met het beantwoorden van de vraag. Heel tof natuurlijk, maar als je geen FB hebt, kun je deze antwoorden niet zien. Daarom heb ik besloten om de reacties ook zoveel mogelijk hier te plakken. Laat je erdoor inspireren, zou ik zeggen.
Waarom is een erg lang verhaal: huisbaas Jonathon Caesar ontvoerde kort geleden Mary Jane in de hoop haar te overtuigen om met hem te trouwen. Ze wist te ontsnappen, min of meer met de hulp van Spidey. Hoewel Caesar in de bak zit, kan hij nog steeds advocaten voor hem laten werken. Als wraak laat hij de Parkers uit hun appartement in de Bedford Toren zetten. Nou ja, zo lang verhaal is het dus toch niet.
Tante May biedt meteen haar huis aan, maar Peter vindt het een naar idee om na jaren op zichzelf gewoond te hebben, weer bij zijn (surrogaat) moeder in te moeten trekken. En wie kan hem dat kwalijk nemen?
Hoe dan ook, terwijl Peter op zoek gaat naar een nieuw onderkomen, plant een medewerker van het warenhuis Herdling’s zijn eigen wraak. Al 23 Kerstmissen moet hij overwerken van zijn baas, Howell Thurston III en dat zonder overuren betaald te krijgen. Hij heeft schoon genoeg om voor Mr. Scrooge te werken en dus laat hij het geldtransport van het warenhuis stelen door enkele handlangers. Dit loopt echter mis, en om er met het geld vandoor te kunnen gaan, gijzelen de mannen de arme sloeber die is ingehuurd om als Kerstman op te treden.
Pech voor de dieven: wanneer ze achtervolgt worden door de politie besluiten ze via het kerkhof te rijden. Daar is Peter Parker om een bezoek te brengen aan het graf van Oom Ben. Met frisse tegenzin hijst hij zich in zijn Spidey kostuum om de snoodaards tegen te houden. Opvallend genoeg blijft het geweld bij het uitschakelen buiten beeld:
Kennelijk wilden schrijver David Michelinie en tekenaar Todd McFarlane een zo geweldvrij mogelijke kerstaflevering maken.
De enige klap die we wel uitgevoerd zien worden is de knal die de Kerstman uitdeelt:
Spider-Man heeft dus even de Kerstman als sidekick.
Als Peter zich weer aan het omkleden is op het kerkhof, ziet hij May bij het graf van Ben staan. Peter beseft dat May er altijd voor hem geweest is en dat bij haar intrekken zijn tante het gevoel zal geven dat ze haar kinderen nog steeds kan helpen in tijden van nood. Hij schuift zijn ego opzij en zegt maar al te graag weer bij zijn tante te komen logeren. En zo wordt het (wederom) toch nog een gezellige kerst in het huis van de Parkers.
Merry Christmas, Mr. Parker!
De running gag in dit nummer is dat Peter verschillende vrienden spreekt in de hoop uitgenodigd te worden met kerst. Iedere keer wordt het gesprek halverwege onderbroken en gaat Peter weer verder. Hierdoor krijgt men niet de kans de sympathieke jongeman uit te nodigen om aan de kersttafel aan te schuiven.
Zo spreekt Peter Robbie Robertson op de redactie van The Bugle. Joe vertelt dat zijn zoon Randy een paar dagen komt logeren. Kate Cushing onderbreekt het gesprek eventjes om te zeggen dat ze gek wordt van Jameson, die haar de hele tijd lastig valt en op haar vingers kijkt. Als Joe zich omdraait om Peter uit te nodigen voor de kerst is de freelance fotograaf alweer weg. Ook een telefoontje met Harry Osborn loopt in de soep: Harry heeft zijn huilende zoon op schoot, dus echt praten lukt niet.
(Zeer herkenbaar overigens: het blijkt in de praktijk inderdaad heel moeilijk om af te spreken met vrienden die kinderen hebben, maar dat even terzijde.)
En als Peter Tante May aan de telefoon heeft, kookt de pan op het vuur over voordat ze haar neef kan uitnodigen. En zo gaat het nog even door. Peter wil zich niet opdringen bij zijn vrienden en iedereen lijkt al plannen met familieleden te hebben.
Uiteindelijk zorgt Peter voor zijn eigen bezoek, want deze vriend zal hem nooit in de steek laten:
Evil Santa
Een tweede plotlijn in dit verhaal van Peter David is niemand minder dan de kerstman. Of eigenlijk: een oplichter verkleed als de kerstman die in het warenhuis kinderen ontvangt en hun verlanglijstjes aanneemt. Ondertussen hoort hij de kinderen uit over wat er nog meer in huis staat. Als dat interessante spullen zijn, komt de kerstman even langs om die spullen te stelen.
Dom alleen dat hij ook bij de buurmeisjes van Peter Parker inbreekt waardoor een confrontatie met Spider-Man niet te vermijden is. De kerstman wordt namelijk betrapt door buurvrouw Bambie en als hij zijn wapen trekt, gaat Peters instinkt af. Hij stormt het huis binnen als Spider-Man.
De ‘kerstman’ slaat op de vlucht slaat en rent het dak op. Daar staat hij oog in oog met de echte kerstman. (Hé, dit is het Marvel universum, als daar een Noorse god als Thor kan rondlopen, denk je dan echt dat de Kerstman niet kan bestaan?)
De kerstman dwingt de oplichter zijn leven te beteren. De inbreker staat de volgende dag als kerstman de gestolen waar aan mensen uit te delen. En passant heeft hij nog een boodschap voor Peter van Santa Claus dat hij zijn tante moet bellen. En zo komt het voor Parker toch nog goed deze kerst, die hij gezellig doorbrengt met May, Anna Watson en Mary Jane. Wordt het toch nog knus en gezellig.
De volgende aflevering van Spidey’s web blijven we nog even in de kerstsfeer als Spider-Man en de Kerstman de krachten bundelen om een stel boeven uit te schakelen. Ondertussen wil ik jullie de cover van bovenstaande comic niet onthouden. Deze werd overigens niet gebruikt in de Nederlandse uitgave van Peter Parker. Wellicht was dat omdat dit nummer, namelijk Peter Parker #37 niet met kerst uitkwam maar ergens halverwege het jaar.
Kun je je de Chippendales nog herinneren? Gespierde mannelijke strippers die vrouwenharten sneller doen kloppen. Ze kwamen op in de jaren tachtig en schijnen tegenwoordig nog steeds Las Vegas onveilig te maken.
Ik heb er niet veel mee, met die Chippendales. Vrouwen mogen dan terecht klagen dat ze niet aan het ideaalbeeld kunnen voldoen dat door de media en de modewereld gepropagandeerd wordt, hetzelfde geldt net zo goed voor de ideaalbeelden die van mannen in onze wereld overheersen. Daar kan 99% van de mannelijke bevolking ook niet aan kan voldoen. Er zijn maar weinig mannen die met de lichamen van de Chippendales kunnen concurreren. Superhelden natuurlijk wel.
Peter Parker mag dan het gespierde lichaam van een Chippendale hebben, hij is te preuts om ooit als mannelijke stripper zijn geld te verdienen. Die ene keer dat hij zich door de Chippendales liet ‘inspireren’ liep zijn ‘act’ met een sisser af:
In deze scène probeert Peter extra romantisch te zijn voor zijn kersverse vrouw Mary Jane. Pech voor hem dat haar make-updame een hapje komt mee-eten die dag. De scène is afkomstig uit Amazing Spider-Man #298. Het is de eerste Spidey-comic getekend door Todd McFarlane. Dat niet alleen: de Nederlandse editie is ook de eerste Spidey-comic die ik kocht om te beginnen met verzamelen. Hij kwam hier uit juli 1988, toen zat ik nog op de basisschool. Al een paar jaar kocht ik zo nu en dan comics bij ’t Gele Teken in Hoorn, maar vanaf De spektakulaire Spiderman #104 kocht ik iedere maand alle series rondom Peter Parker. Al snel via een abonnement bij Juniorpress, want dat was wel zo makkelijk. Het verhaal waarin Spidey het opneemt tegen de huurmoordenaar Chance, is een mooi begin van een verzameling. Chance gokt graag op de goede afloop van de klussen die hij aanneemt met als inzet zijn honoranium. Een echte gokker dus, die zich prima zal thuisvoelen in Las Vegas. Al betwijfel ik of hij de show van de Chippendales zou bezoeken.
Tekst: David Michelinie. Tekeningen: Todd McFarlane. Inkt: Bob McCleod.
Samen met schrijver Jeph Loeb maakte Sale een reeks superheldenverhalen die een geheel eigen sfeer hebben. Ze maakten boeiende Batman-verhalen als The Long Halloween en het vervolg Dark Victory die zijn doordrenkt met nostalgie en tegelijkertijd heel eigentijds aanvoelen. Sales tekenstijl voelt retro aan. Wie zijn tekeningen goed bestudeert, herkent hierin de hand van een meesterlijk verteller.
Loeb en Sale maakten samen de zesdelige miniserie Spider-Man: Blue die in 2002 en 2003 in losse comics verscheen en later als trade. In dit verhaal is Peter Parker zelf de verteller. Hij spreekt in een reeks van cassettetapes het verhaal in van hoe Gwen Stacy en hij met elkaar verkering kregen. Dat ging allemaal niet zo makkelijk, want hoewel zowel Gwen als Mary Jane interesse in de niet onaantrekkelijke boekenwurm toonden, stonden Spider-Mans gevechten met verschillende schurken in de weg van het liefdesgeluk. In eerste instantie is The Green Goblin de vijand, maar die loopt tijdens een gevecht met Spidey geheugenverlies op. (Dat heb je kunnen lezen in deze aflevering van Spidey’s web.) Ondertussen worden Peter en Harry Osborn, de zoon van de goblin, steeds betere vrienden en gaan een appartement in de stad delen.
Spider-Man: Blue grijpt terug naar de late tienerjaren van Peter Parker die oorspronkelijk verteld werden door Stan Lee, Steve Ditko en John Romita Sr. Dankzij de voice-over van Peter krijgen deze oude verhalen een nieuwe dimensie. En dankzij het prachtige tekenwerk van Sale wordt deze oude geschiedenis gepresenteerd alsof ze vandaag de dag plaatsvindt terwijl er tevens een retrosfeertje omheen hangt.
Ieder deeltje toont na de openingspagina van de comic, de splashpage, een spread: een plaatje dat twee pagina’s bestrijkt. Deze spreads zijn van een ongekende schoonheid. De bovenste afbeelding in deze blogpost is de spread van #2. Hoewel gedetailleerd, kennen de illustraties van Sale ook grote kleurvlakken waardoor het oog gemakkelijk de informatie tot zich neemt.
Ook kent het werk van Sale mooi gebruik van diepteperspectief wat de tekeningen dynamisch maakt. Vooral bij de actiesequenties komt dat goed uit de verf:
In deeltje #4 vecht Spidey tegen een gangster die het pak van The Vulture gestolen heeft. Sale toont het gevecht waarin ons Webhoofd het onderspit delft door een reeks platen waarin onze held opbokst tegen de grote vleugels. Keer op keer krijgt Spidey klappen van ze totdat hij tegen een grote kerkklok aangeknald wordt. Pas daarna zien we de nieuwe Vulture van top tot teen. Een knap staaltje visuele vertelling waarbij goed duidelijk gemaakt wordt hoe hard die enorme vleugels eigenlijk aankomen als je erdoor geraakt wordt. Je moet niet vergeten dat de vaste Spider-Man-lezers the Vulture al jaren kennen en dat hij net als schurken als Kraven of Doctor Octopus eigenlijk een beetje sleets is geworden. Door de kracht van de vleugels te benadrukken op een visuele wijze is Sale in staat om de sleetse schurk weer opnieuw dreigend over te laten komen.
Wat ook opvalt is dat Sale relatief grote platen gebruikt om zijn verhaal te vertellen. Zijn stripplaatjes zijn vaak paginabreed. Dat geeft zijn werk een ‘cinematografishe’ kwaliteit. Hij kiest ook de juiste keyframes om zijn verhaal in relatief weinig afbeeldingen te maken. Toch heb je het gevoel dat je niets mist van de vertelling.
Het enige minpuntje aan Sales interpretatie van Spider-Man vind ik dat hij de held iets te gespierd tekent. Spidey hoort een slanker te zijn en niet het lijf te hebben als bijvoorbeeld Captain America of Thor.
Toch zijn zoals gezegd de gevechten voornamelijk een afleiding van de rode draad in het verhaal, namelijk hoe Peter en Gwen eindelijk bij elkaar komen. Spider-Man: Blue eindigt dan ook op het moment dat ze elkaar voor het eerst kussen en hun relatie begint. Een korte epiloog, waarbij we Peter op de zolder van het huis van Tante May zien terwijl hij zijn laatste tapeje aan Gwen inspreekt en waarin blijkt dat Mary Jane al een tijdje meeluistert, maakt het verhaal af. Peter sprak de tapes dus in als een soort liefdesbrief aan zijn verloren liefde Gwen. En ook al heeft hij op dat moment in Mary Jane de liefde van zijn leven gevonden, Gwen zal altijd een speciale plek in zijn hart houden.
Loeb en Sale hebben een hele reeks van dit soort mini-series gemaakt, allemaal getiteld naar een bepaalde kleur: Daredevil: Yellow (2002), Hulk: Grey (2004) en Captain America: White (2008).
Lang voordat New York volstond met ketens als Starbucks, hingen tieners en studenten graag rond in de vele koffiehuizen die Greenwich Village in de jaren vijftig en zestig rijk was. Vooral de cultuur van de Beatniks bloeide daar op, want in veel van de koffiehuizen traden volkzangers op en lazen poëten hun werk voor.
The Coffee Bean werd door Stan Lee en John Romita Sr. geïntroduceerd in Amazing Spider-Man #53 (Oktober 1967). Het was de hangplek in de East Village voor studenten van de Empire State University, waar Parker, Harry Osborn, Flash Thompson, Mary Jane en Gwen Stacy toen studeerden.
In bovenstaande afbeelding zitten Anna Watson en May Parker voor hun doen zeer modern taalgebruik uit te slaan. Zij kwamen overigens ook wel eens een kopje koffie in the Coffee Bean drinken. In ASM #53 komen ze langs om Peter te vertellen dat May kamers gaat verhuren. Peter waarschuwt haar nog dat ze wel moet oppassen aan wie ze de kamer verhuurd. ‘Maak je geen zorgen, ik vraag natuurlijk om goede referenties’, stelt ze naar neef gerust. Niet veel later is Otto Octavius, ook wel bekend als superschurk Doctor Octopus, haar eerste huurder. Toen Peter daar achterkwam heeft hij zich vast in z’n koffie verslikt.
Saillant detail: Thompson draagt een uniform omdat hij toentertijd in het leger diende. Hij heeft gevochten in Vietnam. Omdat de doorlopende tijd een probleem is in het Marvel Universum en de personages in principe niet veel ouder worden, diende Thompson later in de Irak-oorlog. De dingen veranderen, maar ergens ook weer niet.
Zo zullen studenten nu gewoon rondhangen in de Starbucks. Overigens was Harry Osborn (in in het plaatje draagt hij een bruin pak en groene strik) na Brand New Day een tijdje de eigenaar van een koffieketen genaamd the Coffee Bean die is gebaseerd op hun oude hangplek.
In mijn studententijd zat ik graag in het Crea Café van de UvA. Een fijne plek bij de Oudemanhuispoort om met medestudenten te praten, koffie te drinken en te studeren. Tegenwoordig zit Crea in de Roetersstraat. Maar goed, in studentenkoffiehuizen kom ik eigenlijk niet meer tegenwoordig. Mijn favoriete hangplekken zijn nu: De Balie aan het Leidseplein, het Ketelhuis op het Westergasfabriekterrein en soms zit ik met Linda in de Smoeshaan.
En heb jij nog een favoriet koffietent? Zo ja, welke en waarom deze?