Een van de charmes van een filmfestival is dat je samen met je vrienden een reeks films gaat kijken om die daarna in het festivalcafé te bespreken. Nu was ik niet zo te spreken over de Bollywood-film No Smoking, (zie mijn recensie over deze flick) maar mijn twee mede festivalbezoekers, de stripmakers Paul Stellingwerf en Matt Baay, dachten daar anders over.
Na No Smoking vond dan ook de volgende conversatie plaats:
Matt: Ik vond hem mysterieus, leuk en niet voorspelbaar. Ik vond hem goed, een aanrader!
Mike: Ja? Vond je hem niet te lang?
Matt: Het was een zit, maar dat geeft niet.
Mike: En Paul, wat vond jij ervan dan?
Paul: Ik vond hem gewoon leuk, vermakelijk.
Mike: Ik had echt zoiets van halverwege de film, gaat dit nog lang duren…?
Matt: Ik heb hem ‘een goed’ gegeven.
Paul: Ik ook.
Mike: Echt? Jullie hebben allebei ‘een goed’ gegeven…. Ik heb hem een ‘ZoZo’ gegeven
Paul: Het zag er gelikt uit, het sfeertje was cool…
Matt: En mooie specialeffects ook!
Mike: “Het sfeertje was cool.” Hmmm, en je vond hem niet te lang duren?
Paul: Nou, ik vond hem wel iets aan de lange kant, laat ik het zo zeggen.
Mike: En je houdt wel van Bollywood-muziek?
Paul: (Met ironische blik) Fantastisch!
Mike: Je inner gay person is er wel door losgekomen?
Matt: Er zat muziek in!
Mike: Ja, het was een soort Mamma Mia, maar dan voor rokers.
Matt: Ja. “Oebe oebe dade!!!”
Paul lacht.
Matt: Ik moet zeggen, ik kreeg wel zin in een sigaretje halverwege de film.
Paul en Mike lachen.
Matt nu ook.
Mike: Halverwege snapte ik er niets meer van. Waar zijn we nu? Of is het weer een nieuwe droom? En hoe zat het met die nazi’s?
Paul: Dat was wel fucked up, ja.
Matt: Ja, maar dat verklaarde hij zelf. Het was gewoon zo’n mind trip waar niemand naartoe wilde, als laatste redmiddel om iemand te laten stoppen met roken. Eerst dwing je iemand en als dat niet werkt, ga je gewoon nog verder. Dat zei hij in het gesprek.
Paul: Ja, je moet gewoon opletten. Bollywood voor dummies eigenlijk. Het komt nog een keer terug.
Mike: De film boeide me te weinig om het allemaal te blijven volgen.
Matt: En dat vrouwtje was ook lekker!
Daar waren we het dan wel weer over eens. Inmiddels was het tijd voor de volgende film.
Met gepaste trots (en het schaamrood op de wangen) presenteert Mike’s Webs vandaag Nieuw Gehoer On Tour. Een videoreportage over de mannen van Studio Nieuw Gehoer in Turnhout.
De flick wordt in verschillende formats aangeboden. Hieronder de versie op Blip.tv. Mocht die niet in je browser werken, dan kun je deze link naar de hogere resolutieversie op blip.tv even proberen. En anders klik je door naar de kleinere (en minder mooie versie op YouTube.) Commentaar en lofuitingen zijn altijd welkom.
Deze maand is het beruchte witte konijn Bunbun drie jaar oud en dat moet gevierd worden. Een interview met Mattt Baaij, de geestelijk vader van Bunbun. Mattt Baaij (28) studeerde vormgeving aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Tegenwoordig is hij fulltime freelancer. Hij maakt illustraties en animaties. Mattt staat in de stripwereld vooral bekend om de animaties en strips met Bunbun, een groot wit konijn, in de hoofdrol. Voor de website IntermediairForward.nl maakt hij sinds begin dit jaar iedere maand een animatie over Bunbun als starter.
Wie of wat is Bunbun?
‘Bunbun is een uit de hand gelopen hersenspinsel van mij dat een eigen leven is gaan leiden. Het is ontstaan als een sticker. Een studiegenoot was in die tijd flink aan het stickeren. Ik vroeg me af of dit leuk was om te doen. Ik had iets nodig om op een zwart-witsticker te tekenen en heb altijd iets gehad met konijnen, dus een konijn leek me wel leuk.’
‘Eerst ben ik gaan schetsen met de hand, daarna heb ik Bunbun in flash getekend, daar was ik toen al veel mee bezig. (Flash is een software waarmee relatief snel een animatie mee te maken is, red.) Iemand gaf me de tip om ze te printen. Aangezien er 25 stickers op een vel zaten, heb ik Bunbun toen in 25 verschillende poses getekend.’
‘Toen ben ik flink gaan rondplakken. Als je dan de volgende dag weer langs je stickers loopt, dan zie je hoe dingen zijn veranderd. Mensen hebben ze weggehaald, of er zijn weer andere stickers bijgeplakt. Het bleek inderdaad leuk om te doen, dat stickeren.’Mattt Baay aan het werk op een stripbeurs.
Waar komt die fascinatie met konijnen vandaan?
‘Tja, da’s een goeie. Ik ben opgegroeid met Nijntje. Dat had wel wat invloed. Maar het meest bepalende moment is geweest toen ik achttien was. Ik kwam vaak in dezelfde uitgaansgelegenheid en liep een leuk meisje tegen het lijf waar ik verliefd op werd. We hebben toen een keer gezoend.”Ik heb toen een knuffel voor haar gekocht – een konijntje. Ik droeg het diertje in de borstzak van mijn jas voor het geval ik haar weer tegenkwam. Weken liep ik met dat ding rond. Toen ik haar uiteindelijk weer zag, bleek dat ons gezoen allemaal niet zo veel betekend had.’
‘Dat cadeau heb ik niet meer uit mijn jas gehaald. Iedere keer als ik mijn jas aandeed, klopte ik op het beestje, van ‘zo, dat is mijn jas’. Ik heb toen ruim een jaar met die fluffy bunny in mijn borstzak rondgelopen.”Toen ik met een stel vrienden naar Australië ging, nam ik mijn konijn mee. Ik haalde hem toen voor het eerst uit de verpakking; hij bleek aardig verfrommeld te zijn. Ik hing het konijn aan mijn rugzak. Onderweg heb ik veel schetsen gemaakt. Iedere keer als ik niet wist wat ik moest gaan tekenen, heb ik een schets van dat konijn gemaakt. Uiteindelijk is dat konijn dus de vader van de Bunbuns geworden.’
Kun je verklaren waarom veel tekenfilmfiguurtjes dieren zijn?
‘Het zijn altijd lieve beestjes: konijnen, hondjes of katten. Sommige dingen zijn nu eenmaal leuk om te tekenen. Niemand maakt een cartoon over een hangbuikzwijn, want die zijn saai. Ook mensen zijn saai, die zie je immers iedere dag. Maar beesten mensendingen laten doen is altijd leuk.’
Hoe maak je een animatie?
‘Het begint met een idee. Dat kan een verhaal, een grap of iets zijn dat cool is om te tekenen. Eerst maak ik een stel schetsen, een slecht stripje zeg maar. Dat werk ik dan weer uit, kijk waar de camera moet staan, etc.”Dan begint het animeren. Er kan dan nog van alles bij verzonnen worden, het luistert bij mij allemaal niet zo nauw. Soms zit je vast aan een bepaalde timing, als ik in opdracht werk, maar anders laat ik de timing afhangen van het verhaal. Animeren is eigenlijk saai werk dat je achter je pc doet. Je moet alles immers beeldje voor beeldje tekenen. Over een animatie van 45 seconden doe ik ongeveer vijf werkdagen.’
Flash-animatie biedt natuurlijk de mogelijkheid om dingen te hergebruiken.
‘Ja, dat is zo. In theorie is dat goed, want dat scheelt werk. Maar je wordt steeds beter en je wilt een steeds hogere kwaliteit halen. Als ik dan iets opnieuw wil gebruiken, een loopje bijvoorbeeld, dan moet ik die toch weer bijwerken om het aan mijn nieuwe kwaliteitseisen te laten voldoen.’ Wanneer werk je?
‘Ik ben eigenlijk een nachtmens. Meestal begin ik pas tegen de avond in mijn werkritme te komen. Het wordt dus vaak nachtwerk. ’s Nachts werken geeft weinig afleiding. Je zit dan in een lekkere roes, je bent wel moe en krijgt daardoor een soort van tunnelvisie zodat je helemaal in het werk opgaat.’Mattt studeerde vier jaar illustratie aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.
‘In het tweede jaar ontdekte ik animatie. Ik wilde graag eerst illustratie studeren, omdat die manier van naar beeld kijken erg interessant is. Eerst leren mooie plaatjes maken, en daarna pas hoe je ze moet laten bewegen.’
MTV
In 2004 deed Mattt mee aan een animatiewedstrijd van MTV, waarvoor korte Idents gemaakt moesten worden. Idents zijn korte filmpjes die een imago neerzetten. Een soort van korte, pakkende reclamefilmpjes dus.
‘Ik heb er in een week drie gemaakt, waarvan er eentje is uitgezonden. Toen ging het opeens bij mij jeuken en ben ik animaties voor websites gaan maken.’
Heeft de wedstrijd van MTV je nog iets opgeleverd?
‘Ja, ik kreeg drie sms’jes van vrienden die het hadden gezien. (lacht) Ook heb ik nu een grote opdracht binnengehaald bij een multimediabedrijf in Amsterdam. Die willen content voor plasmaschermen die in uitgaansgelegenheden hangen. Ze hebben de dvd van MTV met mijn animatie gezien en hebben toen contact opgenomen. Ik ga vijf animaties voor ze maken. En ze betalen zelfs voorschotten. Dat heb ik nog nooit meegemaakt.’Freelancer
Mattt is fulltime freelancer en heeft zijn eigen bedrijf Illumatie.
‘80% van mijn werk bestaat uit het maken van animaties. Daarnaast maak ik illustraties en webcomics voor de afwisseling.’Naast vrij werk, maakt Mattt ook Bunbun-animaties voor opdrachtgevers. Een ervan is IntermediairForward, waar hij iedere maand een aflevering ‘Bunbun Gaat Forward’ voor maakt. Scripts schrijft hij samen met Michael Minneboo, Bart van Oort maakt de soundtrack.
Is het lastig om Bunbun aan te passen aan andere formats, zoals die van IntermediairFoward.nl?
‘Elke klus die ik met Bunbun kan doen, vind ik leuk. Deze producties worden onderdeel van het Bunbun op de kaart zetten. Uiteindelijk streven we naar world domination. Het einddoel is kleine Aziatische meisjes met Bunbun ondergoed.’
Denk je dat je ooit genoeg van Bunbun krijgt?
‘Als het moment komt, dan komt het. Maar voorlopig nog niet. Het is eigenlijk een uit de hand gelopen geintje. Ernaast doe ik klussen die niets met Bunbun te maken hebben. Maar van Bunbun word ik nog altijd vrolijk.’
Animaties
Tot nu toe zijn de volgende animaties op IntermediairForward.nl verschenen:
Wat krijg je als je een stel melige cartoonisten op een site stopt die op elkaars stripjes reageren? Precies: Nieuw Gehoer. Een samenwerkingsproject van Soff, Thijs, Mattt, Hallie Lama, Erwin, Roel Schuit, Zeke en Menno – allemaal geen onbekenden in het stripwereldje. Meligheid, strakke tekeningen en een soapachtige verhaallijn zijn de hoofdkenmerken van deze vreemde doch voedzame stripmaaltijd die onregelmatig wordt opgediend. De hoofdpersonages in deze strip zijn niet de minsten: God, de Duivel, Jezus (die altijd jeuk heeft aan zijn kruis), een Transformer, Sinterklaas en Trui. Het verhaal begon met het overlijden van Menno’s vaste figuurtje Trui, maar al snel nam de Duivel het roer over om aan wereld dominatie te werken. Ook schijnt hij op een bepaalde manier achter het broeikaseffect te zitten. Maar eigenlijk is dit ook maar een subplot: het verhaal is chaotisch en springt alle kanten op. Het valt niet samen te vatten tot een logisch geheel, hoewel Hallie Lama wel een poging heeft gedaan: Tekenbattle Nieuw Gehoer is een zogenaamde tekenbattle. Omdat de ene tekenaar op de ander reageert, gaat het verhaal alle kanten op en blijft het ‘fris’. Wanneer Hallie een drol met een hoedje introduceert, wordt dit figuurtje gretig overgenomen door de anderen en geïntegreerd in het universum van Nieuw Gehoer. De grap escaleert echter al snel, wanneer de drol met een Jezus-masker van papier-maché de Goddelijke Vader wil bezoeken.Wie dit niet grappig vindt kan de website beter overslaan. Wie dit soort meligheid goed kan waarderen, zoals deze recensent, zit bij Nieuw Gehoer goed, want echt beter dan dit wordt het niet. De site sluit dus prima aan bij het werk van de individuele deelnemers, waar poep en plasgrappen en andere verstripte grofheden en meligheid regelmatig de revue passeren. (Het is altijd fijn als het cliché van de seksueel gefrustreerde 20+ striptekenaar in stand wordt gehouden met humoristisch werk.) Los van het hoge grapgehalte, is de site natuurlijk een mooie manier om kennis te maken met de verschillende tekenstijlen van de tekenaars die schijnbaar alles uit de kast halen om een zo goed mogelijk antwoord op de vorige grap te verzinnen. Daarbij is een battle een creatieve manier om met het democratisch beginsel, dat iedereen zijn stem kan laten horen op het internet, om te gaan. Al blijft het aantal comments van de bezoekers ver achter op de reacties van de makers zelf. Oud Gehoer Nieuw Gehoer werd een tijd geleden gestart door Menno Kooistra en Erwin Steenbergen, onder de naam Oud Gehoer. Menno zegt hierover:
‘Het [project, red] bloedde dood en toen kwam Mattt Baay met het voorstel de boel nieuw leven in te blazen en er een soort van “tekentopic” van Clickburg van te maken. Zo geschiedde. Samen met die andere tekenheld, Hallie Lama, begonnen we de site die we op de Blogger-ruimte gooiden. We nodigden enkele tekenaars erbij uit, tot we kwamen op dit fijne clubje tekenaars. Binnenkort beginnen we weer met het aantrekken van nieuwe tekenaars. Want: hoe meer mensen, hoe leuker de tekenbattle.’
Het geheel is te bekijken op een blogspot-pagina en dat is eigenlijk het enige wat een beetje jammer is. Niet dat er voor elk gelegenheidsproject meteen een nieuwe website met een eigen url aangemaakt moet worden, maar omdat de nieuwste toevoeging altijd bovenaan staat, moet de archieflezer altijd eerst naar beneden scrollen om het verhaal te kunnen lezen. Afgezien daarvan geeft een blogpagina natuurlijk alle tekenaars de kans makkelijk hun werk te uploaden. Mijn goede voornemen voor dit jaar is om de site regelmatig te bezoeken om te zien welke gedachtekronkels het verhaal nog opgaat. Zie voor de laatste update http://nieuwgehoer.blogspot.com.Meer webcomicreviews op Clickburg.nl