Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Man in Schotland

De Amerikaanse illustrator Charles Vess (Lynchburg, Virginia,1951) is gespecialiseerd in het tekenen van fantasy-verhalen, mythes en sprookjes. Striplezers kennen hem wellicht van het werk dat hij met schrijver Neil Gaiman maakte (de Sandman-reeks en Stardust). Toen Vess in september 1982 voor het eerst de hooglanden van Schotland bezocht ging er een belangrijke wens voor hem in vervulling. Dit was het landschap dat hij al jaren op papier bestudeerd had en nu wandelde hij er zelf door: een magisch landschap dat Vess in prachtige tekeningen zou vastleggen.

spirits_ot_earth_vess_4Wat heeft dit met Spider-Man te maken, vraag je je wellicht af. In de jaren tachtig heeft Vess een paar Spider-Man-verhalen getekend, ook illustreerde hij enkele covers van de verschillende Spider-Man-series én hij schreef en tekende de graphic novel Spirits of the Earth (1990). In dit verhaal bracht hij Spider-Man en zijn fascinatie voor de Schotse hooglanden samen.

Hellfire Club
In Spirits of the Earth reizen Peter Parker en zijn nieuwbakken vrouw Mary Jane af naar een klein dorpje in de Schotse Hooglanden. Mary Jane heeft van een tante namelijk een klein huisje geërfd en er moeten wat zaken worden afgehandeld. Al snel blijkt dat de kleine gemeenschap in rep en roer is vanwege een stel geestverschijningen. Deze verschijningen vallen niet toevallig samen met de plannen van een projectontwikkelaar die wil dat de bewoners hun grond verkopen.

In de herberg vernemen Peter en Mary Jane dat de kleinzoon van lord Hugh Munro is ontvoerd. Men denkt dat de feeën erachter zitten, want die willen de bewoners verdrijven. Mairi, de plaatselijke toverkol, beweert echter dat de feeën allang zijn vertrokken. Uiteraard gaat Spidey op onderzoek uit en hij komt inderdaad spoken tegen die de Schotse nacht onveilig maken. Uiteindelijk blijken dit geen ‘echte spoken’ te zijn maar hologrammen opwekt door leden van de Hellfire Club. Want in de grotten onder het kasteel van Sir Hugh blijkt een groot kristal te zitten, een krachtige bron die de Hellfire Club wil delven en inzetten om wapens van energie te voorzien die overal ter wereld ingezet kunnen worden.

spirits_ot_earth_vess_2

De ambitieuze neef van Sir Hugh, Angus, die eerder Mary Jane al probeerde aan te randen in de keuken van de herberg, heeft dit kristal ontdekt en hoopt met deze missie opgenomen te worden als lid van de huidige incarnatie van de Hellfire Club. In het verleden was een voorvader van Angus een van de oprichters van de oorspronkelijke Hellfire Club.

De grot onder het kasteel met het gigantische kirstal als het decor waarin Spider-Man het tegen de soldaten van de Hellfire Club opneemt doet heel James Bond aan. Voor het eerst sinds Spidey in Schotland is aangekomen is lijkt hij in zijn element, want eerder bleek dat hij eigenlijk niet thuishoort in de Hooglanden. Niet alleen valt dat rood-blauwe kostuum erg op in het groene landschap, met al die lage huisjes en kale heuvels kun je ook nergens lekker aan webslingeren. Je hebt daar dus weinig aan spinnenkrachten.

Frankenstein
Er is een prachtige scène waarin de dorpsbewoners de kerk uitkomen. Ze hebben zojuist vergaderd over het wel of niet verkopen van de grond aan projectontwikkelaars. Opeens verlicht een leger spookachtige ruiters de avondlucht, waardoor de bewoners Spider-Man op het dak van de kerk zien zitten. Ze denken, wat naïef wellicht maar goed, dat ze met een heuse demon te maken hebben. De bewoners jagen het Webhoofd op alsof hij het Monster van Frankenstein is. (De scène lijkt een hommage aan dit beroemde horrorverhaal te zijn, want daarin wordt het Monster ook verjaagd door een stel woedende dorpsbewoners, al dragen ze in Schotland geen brandende fakkels). Spidey springt van huis naar huis maar kan door de lage bebouwing en de lage bomen niet wegslingeren. Wanneer hij zachtjes over een kudde koeien probeert te stappen die op straat ligt te slapen, stapt hij per ongeluk op een staart. Door het geloei van dat beest weten zijn achtervolgers waar Spidey is. Onze opgejaagde held klimt in een boom waar de dorpsbewoners zich dreigend onder verzamelen om de demon te stenigen. Gelukkig weet wijze vrouw Mairi hen tot kalmte te bedaren.

spirits_ot_earth_vess_1

In Spirits of the Earth komen mijn passies voor Schotland en Spider-Man samen. Maar wat dit verhaal vooral interessant maakt is dat het Webhoofd niet in zijn natuurlijke habitat verkeert. Spider-Man hoort net zo goed bij New York als de gele taxi’s die daar het straatbeeld bepalen en functioneert anders wanneer hij geen wolkenkrabbers om zich heen heeft om aan te webslingeren of om op te muurkruipen. Dit illustreert Vess heel goed door het verhaal in de Big Apple te laten beginnen: Spidey slingert door New York en schakelt een paar tasjesdieven uit. Een clichématige scène die vooral het grote contrast tussen de twee locaties in het verhaal duidelijk moet maken, waarin Spidey dus op de ene plek thuishoort en op de andere zich als een vis uit het water voelt.

Er zijn wel meer verhalen in de loop der jaren geschreven waarin Spidey compleet uit zijn element is. Van avonturen met the Fantastic Four en Doctor Strange in andere dimensies als the Negative Zone, Spidey in space en Spidey in een voorstad van New York. Vaak zorgen deze misplaatsingen van het Webhoofd voor grappige momenten.

Overigens is Spirits of the Earth als verhaal niet geheel perfect. Je kunt op je vingers natellen dat de dorpsbewoners wel snappen dat de komst van Spider-Man en Peter Parker in het dorp geen toeval kan zijn. Ook duurt het relatief lang voordat Peter concludeert dat de spoken hologrammen zijn, vooral omdat zijn instinct hem bij de eerste confrontatie al niet waarschuwt voor gevaar. Maar goed, los daarvan is Spirits of the Earth zeker het lezen waard, alleen al vanwege de prachtige illustraties van Vess.

Categorieën
Boeken Media Video

Neil Gaiman: ‘In het digitale tijdperk moeten we zo veel mogelijk zaaien’

Neil Gaiman. Bron: Neilgaiman.com
Neil Gaiman. Bron: Neilgaiman.com

‘Wie heeft zijn favoriete schrijver ontdekt door een boekwinkel in te stappen? En wie heeft zijn favoriete schrijver ontdekt doordat iemand je erop wees, je een exemplaar gaf of omdat je zijn werk toevallig in de bibliotheek tegenkwam omdat je oog op een omslag viel? Meestal vinden we de mensen waar we het meest van houden niet door werk van ze te kopen. We komen ze toevallig tegen, we ontdekken ze… we ontdekken dat we van hun werk houden….’ Dat is even, vrij vertaald, een van de interessante opmerkingen die auteur Neil Gaiman maakte in zijn keynotespeech op de Digital Minds Conference 2013. Maakte en maakt, want dankzij deze registratie, kun je de speech in zijn geheel horen en bekijken.

Gaiman is er zelf heel tevreden over, en niet onterecht. Een speech over het boek in het digitale tijdperk, over het ontdekken van schrijvers, over hoe de industrie, de uitgevers, platenmaatschappijen, schrijvers en kunstenaars zich moeten aanpassen aan digitale vormen van publicatie, en bovenal hoe we ons geluid kenbaar maken in een wereld waarin we een overdosis aan informatie krijgen. En over een leuk twitteravontuur en een lunch met stripmaker Art Spiegelman.

Gebruikmaken van sociale media betekent volgens Gaiman dat we zo veel mogelijk zaadjes moeten zaaien. Sommigen komen uit, anderen niet. Er is geen formule voor wat werkt en wat niet. De ene keer scoor je op Twitter, dan andere keer blijven de reacties achter. Probeer alles, durf te falen.

Home taping didn’t really kill music. Music’s out there doing just fine. More of it’s actually being made than ever, but the trick is becoming to find the good stuff. And for people who make the music to figure out how to monetize what they’re doing.

Kijk maar:

Wat ik goed vind aan Gaimans speech is niet alleen dat hij interessante ideeën presenteert, maar dat hij een verhaal vertelt. Hij verschuilt zich niet achter zijn uitgetypte speech en leest deze levenloos voor. Nee, hij kijkt zijn publiek aan, neemt zijn tijd en ontvouwt het verhaal alsof hij het ter plekke in hem opkomt. Prachtig.

Tot slot nog even deze video, waarin Gaiman zijn liefde voor het boek als fysiek object duidt.

Categorieën
Bloggen Strips

Stripblog: Neil Gaiman

Sometimes, these things are hard to write. And sometimes writing them saves my life. This is one of those times I’m glad I have my blog here, and it’s still so hard to write… schrijft Neil Gaiman op zijn blog aan het begin van het memoriam voor zijn hond.

Neil Gaiman. Bron: Neilgaiman.com
Neil Gaiman. Bron: Neilgaiman.com

Ik ben dol op het blog van Neil Gaiman, onderdeel van zijn site NeilGaiman.com. Niet alleen omdat deze auteur, die zowel boeken als strips als televisie schrijft, zich prachtig weet uit te drukken, maar vooral om hoe hij blogt. Gaiman heeft nog nooit van blogregels gehoord en publiceert posts die overal over kunnen gaan. In een tekst over een nieuw boek waar hij mee bezig is,  kan hij heel gemakkelijk schakelen naar overpeinzingen over een lezing of naar een gebeurtenis uit een show die hij in Australië heeft opgevoerd deze week. En dat allemaal in één post.

Gaiman is eigenlijk een dagboekschrijver, met dit verschil dat duizenden fans dit dagboek lezen. In wezen praat hij zijn fans even bij over waar hij mee bezig is en wat hij die dag heeft meegemaakt. Soms knalt hij wat (onscherpe) foto’s in zijn blogposts. En ook beantwoordt hij wel eens binnengekomen vragen.

Soms gebruikt hij zijn blog om het verhaal van anderen naar buiten te brengen en bekenbaar te maken.

Gaiman is een nonchalante blogger. Hij denkt niet na over SEO, google keywords en weet ik veel wat. Dat hoeft hij ook niet, want zijn naam geniet bekendheid genoeg. Hij hoeft niet via Google gevonden te worden. Mensen komen vanzelf naar hem toe. Daarom kunnen zijn blogposts alle kanten op gaan. En nog steeds werkt zijn ‘journal’ als prima promotie voor zijn werk.

Het is echt een DIY blog. Waarbij grote sterren vaak hun site laten bijhouden door iemand anders, schrijft Gaiman zijn eigen blogposts. Hij knalt er soms tekst in van andere bronnen en dikwijls gebruikt hij verschillende lettertypen in een blogpost. Slordig wellicht, maar ik ben er dol op: het blog van Gaiman bruist, het lééft.

Natuurlijk hoef je niet beroemd te zijn om te bloggen als Gaiman. Wederom een mooi voorbeeld om blogregels in de wind te slaan.

Check: NeilGaiman.com.

Categorieën
Striprecensie Strips

Marvel 1602: Marvelhelden in een historisch jasje

In Marvel 1602 verplaatst Neil Gaiman bekende iconen van het Marvel universum naar het titeljaar, de tijd waarin koningin Elizabeth heerst over Engeland en waar magie, bijgeloof en wetenschap hand in hand gaan.

De oerknal van het Marvel universum zoals de superheldenliefhebber dat nu kent, vond in 1961 plaats toen Stan Lee en Jack Kirby The Fantastic Four creëerden. Dit viertal superhelden moest een antwoord zijn op The Justice League of America van concurrent DC en bood bovendien een nieuwe invalshoek op het genre: Lee bedacht helden van vlees en bloed die net zo goed met dagelijkse problemen te kampen hebben als boze buitenaardse krachten en criminelen. Al snel volgde een succesvol arsenaal aan superhelden met hetzelfde achterliggende idee.
Het einde
In Marvel 1602 verplaatst de gerenommeerde auteur Neil Gaiman bekende iconen van het Marvel universum als Spider-Man, de X-Men, Daredevil, en Dr. Doom naar het titeljaar, de tijd waarin koningin Elizabeth heerst over Engeland en waar magie, bijgeloof en wetenschap hand in hand gaan. Het einde der tijden lijkt nabij: er heersen vreemde weersomstandigheden en steeds vaker duiken er jongeren op met bovenmenselijke gaven die als duivelsgebroed verketterd worden. Als het leven van de koningin wordt bedreigd door gevleugelde handlangers van de gestoorde tiran Von Doom, is het aan inlichtingenofficieel Sir Nicholas Fury, hofmagiër Stephen Strange en hun bondgenoten om de mysterieuze oorzaak van deze gebeurtenissen te ontrafelen en het einde van de wereld te voorkomen.

Gaiman is niet de eerste de beste: zijn Sandman-reeks mag tot de klassiekers onder de comics genoemd worden; als romancier van boeken als American Gods en kinderboeken als Coraline en The Graveyard book heeft hij een stevige reputatie als het gaat om het schrijven van boeiende sciencefictionverhalen. Toch vertilt de Engelse schrijver zich aan 1602, dat door de vele dialoogscènes een log verhaal is geworden en maar langzaam op stoom komt. Gaiman zet een boeiende sfeer neer, maar voor een superheldencomic zijn de actiemomenten schaars en kortstondig.

Het idee om de overbekende iconen in een zeventiende-eeuws jasje te steken roept in beginsel nieuwsgierigheid op: hoe zien de superhelden er in deze setting uit en wat is hun rol in het geheel? Soms weet Gaiman met simpele doch leuke alternatieven te komen: The Fantastic Four hebben hun space-shuttle ingeruild voor een zeewaardig schip en zijn verder redelijk hetzelfde gebleven. Daredevil is een blinde, Ierse troubadour. Peter Parker is het hulpje van Fury, maar is in de versie van Gaiman inwisselbaar met ieder ander personage. Niets van wat Peter uniek maakt zie je in deze strip terug. Een gemiste kans.

Streepjes
Het tekenwerk van Andy Kubert werd niet geïnkt maar direct door Richard Isanove digitaal ingekleurd. Het effect hiervan is dat de lijnen veel zachter zijn. In combinatie met het gekozen kleurenpalet wordt het romantische beeld van de verhaalsetting hierdoor versterkt. Net als bij de comic Origin, waarin boeiend de oorsprong van Wolverine uit de doeken wordt gedaan, gebruikt Isanove diagonale streepjes door alle tekeningen heen om zo ‘een schilderachtig effect’ te creëren. Deze techniek wekt echter vooral irritatie op.

Marvel 1602 werd in 2003 gepubliceerd als achtdelige reeks en kreeg later enkele vervolgen. Nona Arte publiceerde dit jaar de Nederlandstalige trade paperback.

Neil Gaiman, Andy Kubert – Marvel 1602
(Nona Arte, €19,90)

Categorieën
Striprecensie Strips

Celluloid: spaatje blauw

De Engelse illustrator/stripmaker/kunstenaar Dave McKean heeft zijn strepen verdiend in de stripwereld. Iedereen die wel eens een deeltje van Neil Gaimans Sandman heeft gelezen, kent zijn intrigerende covers. Samen maakte ze ook de strip Violent Cases, waar McKean in 1987 mee doorbrak. Ook heeft hij met Grant Morrison Arkham Asylum gemaakt, vele cd-covers en de film Mirror Mask geregisseerd. Kortom, van iemand met kaliber mag je wat verwachten.

McKeans Celluloid wordt een erotische grafische roman genoemd. Het boek gaat over een vrouw die het maar niet lukt om een afspraak te maken met haar minnaar. Ze ontdekt een oude projector die geladen is met een erotische film. Ze raakt in de ban van deze film en tijdens het kijken opent een portaal naar een wereld vol met hitsige dromen en fantasieën. Ze wordt als het ware door de pornografische wereld van het celluloid opgeslokt. Wat volgt is een reeks seksscènes waarin de vrouw aan haar gerief komt. McKean citeert stijlen van verschillende kunstenaars. Van Gustav Klimt, Picasso en Salvador Dali. Iedere keer wanneer de vrouw een orgasme beleeft, schakelt McKean over in een andere stijl.

Celluloid is ook geen strip, maar eerder een kunstboek waarin de kunstenaar zijn spierballen laat zien.

Celluloid is geen porno: de platen van McKean mogen oogstrelend zijn, opwindend zijn ze niet. Als porno is dit dus een glas spa blauw: geen prikkels. Voor wat een grafische roman genoemd wordt is het verhaaltje overigens behoorlijk mager. In dat opzicht lijkt Celluloid wel weer op porno. Misschien moet McKean de volgende keer weer samenwerken met een goede scenarist, want dat zou het leesgenot ten goede komen.

Uitgeverij Silvester heeft een mooie hardcover uitgebracht, maar aangezien het verhaal tekstloos is, mag je je afvragen waarom er een Nederlandse editie van nodig was.

Celluloid raad ik vooral aan voor de McKean-fans. Liefhebbers van pornografie of grafische romans komen met andere uitgaven beter aan hun trekken.

Dave McKean – Celluloid
Uitgeverij Silvester, € 24,95
SBN: 9789058855558 (hardcover)

2vd5 sterren