Je kunt niet van Nicholas de Crécy zeggen dat hij een luie stripmaker is. De worstelrepubliek, zojuist in Nederlandse vertaling bij Scratch verschenen, is een verhaal van 224 pagina’s. En wat een verhaal!
De kleine pianohandelaar Mario is een vreemde eend in de bijt. In tegenstelling tot de rest van de familie heeft hij niets met hun maffiazaken te maken en runt op een rustige wijze de pianowinkel die hij van zijn ouders erfde. Zijn familie wordt gerund door zijn neefje, een grofgebekte baby. Dat is niet het enige opmerkelijke in de wereld die De Crécy schetst: Mario’s beste vriend is een zwijgende pinguïn die altijd op de piano speelt en het muziekinstrument door zijn klanken in beweging brengt. Als Mario wordt verraden door zijn neef en moet rennen voor zijn leven en probeert de kogels van een hoofd op een cybernetische constructie te ontwijken, krijgen ze hulp van een groep spoken en andere creaturen. Pruik is een wandelende pruik met een oog die bestaat uit het verzamelde haar van alle ongelukkige vrouwen. De mislukte wielrenner heeft lange, elastieke armen. En prinses. Zij ziet eruit als een klassiek witlakenspook en in haar lijf hopen alle ziekten van de wereld zich op. Deze creaturen en hun vreemde krachten komen goed van pas als de handlangers van de familie, een groep worstelaars, het tegen Mario en zijn vrienden opnemen.
Vreemde wezens en surrealistische taferelen zijn we wel van De Crécy gewend. Eerder maakte hij Dagboek van een spook en IJstijd. In dit laatste album lopen welbespraakte,genetisch gemanipuleerde honden rond.
Euro-manga?
De Franse stripmaker maakte De worstelrepubliek in opdracht van het Japanse blad Ultra Jump waar het in delen werd voorgepubliceerd. Een unieke kans om een manga-achtige strip te maken. ‘Tot dan toe waren de Japanners vooral exporteurs van hun eigen manga’s geweest. Ik kreeg nu de kans de verhoudingen om te keren en te laten zien waartoe de Franse strip in staat is. Het is natuurlijk maar een experiment op bescheiden schaal, maar het geeft wel aan dat Japan zich meer openstelt voor invloeden van buitenaf,’ vertelt De Crécy in het nawoord. Hoewel het een relatief dik boek betreft, blijft De Crécy dicht bij de tekenstijl die we van hem gewend zijn. Hij heeft dus niet echt gebruik gemaakt van de grammatica van de manga-strip. Niet dat dit erg is. Inhoudelijk heeft De Crécy wel rekening gehouden met de Japanse cultuur door gebruik te maken van de shinto-mythologie van geesten en godheden en door de maffia een prominente rol in het verhaal te geven. De yakuza is namelijk groot in Japan. Toch, als het niet vermeld stond in het nawoord, had ik De worstelrepubliek nooit met manga geassocieerd.
De spoken en geesten die aan de kant van Mario staan, fungeren als spiegelbeeld voor de worstelaars in dienst van de maffia. Het is zwakheid versus kracht en het is verrassend om te lezen hoe zwakheid uiteindelijk zegevierend uit een strijd kan komen. Toch stemde het einde van het boek mij bedroefd. De Crécy biedt een hoofdpersonage dat schijnbaar niets van zijn ervaringen leert, noch een afgerond einde, wat een onaf gevoel geeft.
Toch heb ik me vermaakt met deze striproman. Ik kan namelijk erg genieten van de vrolijke kolder die De Crécy de lezer voorschotelt. De zwart-wittekeningen, in een krasserige snelle stijl, zijn lekker dynamisch en geven het verhaal vaart. Daarbij zijn de spookachtige creaturen leuk ontworpen en vermakelijk om in actie te zien. Dat alles compenseert wat mij betreft een gebrek aan diepgang.
Kortom, De worstelrepubliek is prima leesvoer voor wie eens zin heeft in iets anders.
Nicholas De Crécy. De worstelrepubliek.
Uitgeverij Scratch, € 24,90. Er is ook een luxe-editie van €49,90