Categorieën
Minneboo leest Strips

De Kennedy’s verstript

De stripmakers achter Agent Orange duiken in de geschiedenis van de Kennedy’s. Het eerste album gaat over Joseph P. Kennedy, de vader van John F. Kennedy. ‘Hij was een gewetenloze schurk.’

29 mei was de 100ste geboortedag van John F. Kennedy. Hebben stripmakers Erik Varekamp en Mick Peet nog iets speciaals gedaan? ‘Nee, zulke fans zijn we nu ook weer niet, maar JFK is natuurlijk wel een heel interessante historische figuur,’ zegt Varekamp.

Het eerste deel van De Kennedy Files heeft hij echter maar een kleine rol. Het verhaal draait om Joseph P. Kennedy, JFK’s vader.
In 1938 wil deze self made miljonair president van Amerika worden. Daarom stuurt president Roosevelt hem zo ver mogelijk weg, en benoemt hem tot ambassadeur in Londen. Terwijl Hitler Oostenrijk inlijft en Tsjecho-Slowakije bedreigt, probeert Kennedy Roosevelt ervan te overtuigen zich niet te mengen in het Europese conflict. Aldus kort de uitgangssituatie van De Kennedy Files 1: De man die president wilde worden. Een nieuwe reeks stripalbums van Erik Varekamp en Mick Peet. Eerder maakten ze onder de titel Agent Orange vijf opzienbarende verhalen over prins Bernhard.

Mick Peet en Erik Varekamp. Foto: Michael Minneboo.

Wereldheerschappij
We spreken de stripmakers op de redactie van uitgeverij Scratch Books in Amsterdam. ‘Onze vorige uitgever wilde na vijf boeken Prins Bernhard eens een strip over een Amerikaans onderwerp hebben. Hij wilde de wereld veroveren en wij eigenlijk ook wel,’ zegt Varekamp. ‘In Nederland verdien je zo weinig geld met die boeken, dat je het wel internationaal moet aanpakken. Dan kom je al snel uit op de Amerikaanse koninklijke familie: de Kennedy’s. Het eerste boek dat ik over ze las was The Dark Side of Camelot van Seymour M. Hersh, een absolute aanrader. Je houdt niet voor mogelijk wat erin staat. Het is prins Bernhard in het kwadraat! Ons viel vooral Joseph P. Kennedy op, omdat we daar niets van wisten. Hij was een gewetenloze schurk en dat is voor een verhaal natuurlijk prachtig.’

‘Door de zoon van Roosevelt wordt Joseph omschreven als de gemeenste en laagste vorm van leven die hij ooit heeft gezien,’ zegt Peet. ‘Het toeval maakte ons verhaal actueel. We schreven De Kennedy Files vlak voordat Trump president werd. Kennedy en Trump zijn beide zakenmannen die, niet gehinderd door enige kennis van politieke of diplomatieke zaken, president wilden worden. Het verhaal van de Kennedy’s is een immigrantentragedie. Een arme familie vlucht van de honger in Ierland weg naar het nieuwe Amerika. In Boston worden ze niet geaccepteerd door het WASP-establishment. Kennedy bouwt op slinkse wijze een imperium. Door allerlei dirty tricks komt hij als een van de weinigen extreem rijk uit de Wall Street crash van 1929. Zijn twee oudste zoons dingen allebei naar de goedkeuring van hun vader. De oudste zoon Joe, wil president worden maar sneuvelt in 1944. De tweede, JFK, heeft die ambitie niet, en ontpopt zich desondanks als een van de beste presidenten ooit.’

Onnozel
In De man die president wilde worden wordt Joseph Kennedy afgeschilderd als een egoïst, vrouwenverslinder en een antisemiet die het gevaar van de nazi’s volledig onderschat. Op politiek vlak lijkt hij nogal onnozel. ‘JFK heeft zijn hele leven moeten knokken tegen de erfenis van de onnozelheid van zijn vader,’ zegt Peet. ‘Er zijn overeenkomsten tussen Kennedy en Bernhard. Ze waren enorm ambitieus. Bernhard had de ambitie om rijk te blijven, daarom deed hij ook dingen die niet mochten. Zoals de Lockheed-affaire. Je kunt ze inderdaad als schurken zien, maar ze zijn vooral kleurrijke personages die zich bevonden op keerpunten in de geschiedenis. Ze hadden contact met sleutelfiguren. Dat maakt hun verhaal zo fascinerend. Uiteindelijk maken wij dit soort beeldverhalen uit pure nieuwsgierigheid: door je te concentreren op een personage of groep personages zoals de Kennedy’s, krijg je een heel ander zicht op de geschiedenis dan dat je die tot dan toe kent. Je krijg inzicht in hoe de dingen werkelijk in elkaar steken. Al was Kennedy uiteindelijk veel belangrijker voor de geschiedenis dan de prins. Kennedy liep maar in één sloot tegelijk, namelijk die hij zelf had gegraven. Bernhard in alle zeven.’

Varekamp: ‘Ik moet wel zeggen dat ik Bernhard een beter stripfiguur vind dan Joe Kennedy. Bernhard droeg allerlei malle uniformen, smokings en safaripakken. En hij had meer bloopers. Hij stortte met vliegtuigen neer en reed tegen bomen aan. Kennedy was toch meer een zakenman en ambassadeur. Saaier dus eigenlijk. God zij dank had hij heel veel kinderen die gekke dingen deden.’
Peet: ‘Die kinderen hadden inderdaad ook bloopers, maar vooral van de fatale soort. En daar moet je in een strip als deze een beetje mee uitkijken. Dat mag niet te leuk worden. Het is een serieus verhaal.’

Disclaimer
De stripmakers probeerden hun vertelling historisch zo accuraat mogelijk te maken en kregen daarbij hulp van Nigel Hamilton, auteur van JFK: Reckless Youth. Ook lazen ze ‘meters boeken’ waaronder de intensieve correspondentie die papa Kennedy met zijn kinderen onderhield. Desalniettemin begint het boek met een disclaimer dat het verhaal een satire is. ‘Ik ben geen fan van die disclaimer. Laat de Kennedy’s maar procederen. Bij ons valt niets te halen,’ zegt Varekamp.

‘Het materiaal is behoorlijk explosief omdat we dingen zeggen die mensen vaak niet welgevallen zijn. Zeker de fans niet. Dat was bij Bernhard het geval en dadelijk bij de Kennedy’s vast ook,’ licht Peet toe. ‘Je moet daarom heel nauwkeurig en precies je verhaal vertellen. Je kan niet te veel overdrijven. Wij waren er niet bij, dus soms moet je zaken zelf invullen.’

Bernhard heulde graag met de duivel. Fragment uit Agent Orange. Illustratie: Erik Varekamp.

Soms gaan dingen een eigen leven leiden. In Agent Orange vertellen de makers dat Bernhard zijn SS-uniform liet maken door Hugo Boss. ‘Dat was fantasie!’ roept Varekamp. ‘Hugo Boss was inderdaad in de jaren dertig een kleermaker, waar je ook uniformen voor de Hitlerjugend en SS kon halen. Dus hebben we ervan gemaakt dat Bernhard daar ook zijn uniformen liet maken. Het hád namelijk gekund. Het leuke is dat Annejet van der Zijl in haar boek over Bernhard deze grap als feit vermeldt.’

Omdat ze zich richten op de internationale markt, werken ze de strips uit in het Engels. De Nederlandse editie is dus een vertaling. Peet: ‘Door in het Engels te werken, blijven we dichter bij het bronmateriaal. Engels is niet onze eerste taal, dus zijn we meer afhankelijk van de dialogen zoals we ze vinden en dat is eigenlijk objectiever dan wanneer wij ze zelf verzinnen.’ Het veroveren van de wereld laat echter nog op zich wachten, al zal de reeks wel uitgegeven worden in Frankrijk en is er vanuit Duitsland en Tsjechië interesse getoond. De Amerikanen wachten af tot er meer delen uit zijn.

Bordje
Peet is in het dagelijks leven artdirector bij het Financieel Dagblad. Varekamp illustrator voor onder andere de VPRO Gids. Hoewel Varekamp de strip tekent, werken ze allebei intensief aan het scenario. In het café komen ze geregeld samen om de scenario’s te bespreken en Varekamp maakt dan ter plekke schetsen: ‘Na drie biertjes wordt het moeilijk.’
Peet: ‘Dan komt er ook een bordje tussen ons in. Op beide kanten staat er: “Niet te moeilijk doen.” Daar is Erik mee begonnen.’ Varekamp haalt het bordje uit zijn tas en zet het op tafel. Een mooie filosofie om het gesprek mee af te sluiten.

Mick Peet en Erik Varekamp. De Kennedy Files 1: De man die president wilde worden.
Scratch Books.

Geschreven voor en gepubliceerd in VPRO Gids #21 (2017).