‘Letteren komt hier op neer: je moet binnen meestal heel korte tijd met weinig materiaal voor weinig geld zo netjes mogelijk een boek naar de drukker brengen. Het is geen kunst, het is een ambacht,’ aldus Frits Jonker (1959), handletteraar van beeldverhalen. Van 1978 tot 2000 was Jonker hier fulltime mee bezig. ‘In de hoogtijdagen van de strip werden veel Franse albums meteen in het Nederlands uitgegeven dus driekwart van wat ik deed waren vertalingen. Ik deed bijna alle series wel, behalve Lucky Luke en Asterix.’
Ook al lettert hij nu nog iedere aflevering van strips als Claire en Willems Wereld, graphic novels zoals De Aanslag van Milan Hulsing en In the Pines van Erik Kriek, tegenwoordig verdient Jonker zijn brood als huisschilder, want het merendeel van de strips wordt digitaal geletterd. Toen in 2000 bleek dat de mensen die Jonkers werk digitaliseerden drie keer zoveel per pagina betaald kregen dan hij, legde hij zijn pen neer.
Lastige ballons
‘Tegenwoordig word ik vaak niet meer gevraagd om hele albums te letteren, maar vooral voor de lastige ballons met vette uitroepingen en onomatopeeën, de geluidseffecten. Ook schrijf ik tekst die in de tekeningen staat en die vertaald is, zoals opschriften van winkels, artikelen en krantenkoppen of naambordjes.
Het beeldverhaal Wol van Aart Taminiau letterde Jonker wel van kaft tot kaft. ‘Dat was leuk omdat ik betrokken werd bij het letterproces voordat het boek af was. De tekst was er nog niet helemaal en Aart moest zelfs nog een deel tekenen. Omdat hij geen idee had hoe hij het boek geletterd wilde hebben, heb ik op basis van een paar pagina’s – waar de minst en de meeste ruimte was voor de lettering – zitten puzzelen om te zien wat het mooiste zou passen. Je kunt namelijk niet zomaar een mooie lettering bedenken, want dan blijkt deze opeens op pagina dertien niet meer te passen qua ruimte. Als je eenmaal iets gekozen hebt, kun je altijd wel een beetje smokkelen door af en toe de letters bijvoorbeeld 20 procent kleiner te maken. Dat zie je net niet, je leest die boeken immers niet met een loep.’
Wat beschouwt Jonker als een goed geletterde strip? ‘Ik ben snel tevreden. Als het met liefde en aandacht gedaan is, dan mag het van mij aan alle kanten rammelen. Ik hou meer van charme dan van perfectie. Perfectie is altijd doods. Al is letteren met de computer lekker snel en makkelijk, handlettering vind ik altijd mooier. Machines zijn zielloos.’
Regels
Volgens Jonker zijn er een paar belangrijke regels voor goede lettering. Zo moet er altijd voldoende lucht zitten tussen de tekst en de rand van de ballon. Ook moet de tekst goed gecentreerd zijn. ‘Als dat niet het geval is, zie je dat meteen! De spatiering tussen de letters moet regelmatig zijn en de interlinie mooi. Het is heel belangrijk dat je een letterdikte kiest die je als harmonisch ervaart. Als je te dun of te dik schrijft, valt dat al op voordat je gaat lezen. Als je dat goed kiest, maakt het handschrift niet veel uit.’
In de Verenigde Staten bepalen letteraars vaak de positie en de vorm van de tekstballons voordat de tekeningen worden geïnkt. Zij kunnen zo een totaalbeeld creëren waarin de tekst een organisch geheel vormt met de tekeningen. ‘Het lettertype dat ze in Amerikaanse comics gebruiken is ideaal: goed leesbaar en snel te schrijven. Die letters zijn altijd een beetje vierkant, zodat ze evenveel ruimte innemen. Hierdoor is er een perfecte balans tussen het wit en het zwart.’
Twee Pistolen Kid
Jonkers liefde voor de strip en letteren begon op jonge leeftijd. ‘Thuis hadden we Donald Duck en veel stripachtige reclameboekjes want mijn vader werkte bij een kruideniersbedrijf. Toen ik jaar of acht was ging ik met mijn moeder mee naar de oogarts. In het Amstelstation stond zo’n tijdschriftenmolen vol met comics en ik mocht toen een strip kopen. Ik koos voor de Twee Pistolen Kid. Er ging voor mij een wereld open, die strip leek echt uit een andere dimensie te komen. Er was een leven voordat ik ontdekte dat dit bestond en een leven erna.’
Eigenlijk wilde Jonker daarna striptekenaar worden en als tiener stuurde hij zijn werk naar amateurbladen. Har van Fulpen, de man achter uitgeverij Drukwerk, stuurde hem een briefje dat hij het tekenwerk niet interessant vond, maar bood Frits wel een baan aan als letteraar. ‘Ik letterde een boek voor hem en besefte toen dat ik letteren honderd keer leuker vond dan tekenen.’
Ontzettend puzzelen
‘Wat ik zo tof vind aan letteren? Ten eerste vind ik het gewoon heel erg leuk om een pen in mijn handen te hebben. Ten tweede hield ik ontzettend van strips. Eigenlijk was ik de meest intensieve striplezer van Nederland, want ik las een album wel twintig keer als ik die letterde. Ook vind het heel prettig om monomaan werk te doen. Dat heb ik nu ook met huizen schilderen. Als ik dertig deuren moet schilderen, denk ik bij de laatste nog “En nu ga ik het heel mooi doen!” Bij letteren had ik vaak dat ik de foutjes uit het vorige boek niet meer wilde maken bij het nieuwe. Maar goed, dan loop je weer tegen andere problemen aan.
Bij letteren is het grootste probleem dat de tekst vaak niet in de ballons past, omdat je in het Nederlands vaak meer woorden nodig hebt om hetzelfde te zeggen dan in het Engels. Daarom zijn vertalingen vaak te lang. Het is ontzettend puzzelen om al die woorden er mooi in te krijgen, want ballons zijn zelden mooi rond. Ik wil ook zo min mogelijk woorden afbreken.’
Jonker houdt wel van een uitdaging: ‘Bij een strip waren per ongeluk vier ballons niet geletterd. Ik heb toen twee dagen lang die ballons rechtstreeks in alle vijfhonderd albums zitten letteren. Dat soort dingen vond ik erg leuk om te doen. Ook heb ik voor Casterman een Kuifje-album in het Russisch geletterd, maar ik had dus geen idee wat daar stond of welke letters het waren. Dan zie je meteen hoe ambachtelijk het werk is: in een paar dagen kun je jezelf een aantal symbooltjes of lettertjes aanleren en die schrijf je gewoon.’
Lelijk
‘Ik vind het moeilijk als ik bewust lelijk moet letteren, zoals Kunnen we het niet over iets leukers hebben van Roz Chast. Chasts handschrift was heel slordig en mijn lettering werd in eerste instantie afgekeurd omdat die toch iets te netjes was. Uiteindelijk kreeg ik hem slordig genoeg. Dat doet me dan pijn in het hart, want je maakt dan 228 pagina’s met schots en scheve letters. En ik moest oppassen dat ik niet halverwege te netjes ging werken.’
Trend
Tegenwoordig lijkt letteren met de hand een trend te zijn. Er zijn verschillende boeken uitgekomen waarin dit ambacht geleerd wordt. Jonker: ‘Er zijn meerdere dingen die dit verklaren, denk ik. Er is een enorme belangstelling voor wat vintage genoemd wordt, dus alles wat een beetje ruikt naar oud en ambachtelijkheid. We zitten in een tijd waarin mensen het ambachtelijke missen. Jonge mensen zitten bijna alleen maar achter een computer en houden nooit meer een pen vast terwijl de mens toch een behoefte heeft aan fysieke bezigheden als schrijven.’
Blogger
Behalve letteraar en huisschilder is Jonker ook verzamelaar, graficus, auteur en publicist van zines. Ook houdt hij al tien jaar een zeer inspirerend blog bij genaamd ShowCase. Frits toont daarop zijn grafische werk en schrijft onder andere over zijn verzamelingen. Jonker: ‘Ik verzamel dingen die mensen eigenlijk niet beschouwen als verzamelwaardig. Een verzameling is pas interessant als je er iets mee doet en anderen duidelijk maakt waarom je die zo mooi vindt, bijvoorbeeld door er over te bloggen.’ In 2005 begon Frits met het schrijven van de papieren versie van zijn blog: strookjes handgeletterd papier die hij rondstuurde naar vrienden en kennissen. Deze strookjes werden in 2012 verzameld in het boek ShowCase dat door uitgeverij Xtra is uitgebracht.
Eindelijk erkenning
Op 5 maart krijgt Jonker op de Stripdagen in Rijswijk de P. Hans Frankfurtherprijs voor bijzondere verdiensten. Eindelijk erkenning dus voor het handletteren. ‘Vroeger interesseerde het niemand wie er letterde, mijn naam werd meestal niet eens in het album vermeld. Nu krijg ik heel veel respect voor het feit dat ik zoveel gedaan heb. Ik heb nog nooit zo hard nagedacht en geschreven over lettering sinds ik het niet meer regulier doe. Vroeger had ik daar de tijd niet voor.’
Alle handlettering: Frits Jonker.
Dit interview is gepubliceerd in VPRO Gids #2 (2017).