Wanneer ik mensen boven de vijfenveertig ontmoet, word me nog wel eens gevraagd of ik familie van wielrenner Gaby Minneboo ben. Volgens mij is hij een neef van mijn opa, maar zeker weten doe ik het niet, is dan meestal mijn antwoord. In wielrennen ben ik nooit geïnteresseerd geweest en de Tour de France zie ik toch vooral als een opeenhoping van dopingschandalen. Die wedstrijd draait in mijn ogen meer om grote financiële belangen en niet om sportiviteit. Daarom sloeg ik dan ook aarzelend Jan Cleijnes Helden van de Tour open.
Met de striproman Helden van de Tour brengt Jan Cleijne ter gelegenheid van de honderdste Tour de France, die dit jaar gereden wordt, een eerbetoon aan de helden en gevallen helden uit de wielergeschiedenis. Zoals, Lucien Buysse, Fausto Coppi, Jacques Anquetil, Eddy Merckx en natuurlijk Joop Zoetemelk. Cleijne gaat daarbij niet de zwarte bladzijden uit de weg. Er is ook een hoofdstuk gewijd aan dopingschandalen zoals rond Lance Armstrong.
En het begon allemaal zo romantisch in 1903, toen Herni Desgrange een wielerwedstrijd bedacht. Desgrange was de hoofdredacteur van het tijdschrift L’Auto en hoopte met de Tour de France de verkoop ervan op te krikken. Op 1 juli dat jaar werd de allereerste etappe van de allereerste Tour de France gereden, een rit van Parijs naar Lyon, maar liefst 467 kilometer lang. Cleijne brengt die eerste dagen van de Tour prachtig in beeld, als waren zijn stripplaatjes stills uit een oude film. Eigenlijk is het hele boek prachtig getekend en bovenal: meeslepend. Omdat ik niet weet wie welke tour heeft gewonnen, zijn de verbeeldde strijdtaferelen tussen de favoriete rijders uit de verschillende tijdperken extra spannend om te lezen. En Cleijne bedient zich geregeld van aantrekkelijke visuele metaforen om zijn verhaal te vertellen:
Overigens ziet Cleijne de toekomst van de Tour positief in en eindigt met een hoofdstuk waarin hij hoopt dat de Tour in de toekomst niet meer zal draaien om wie de technisch beste fiets kan te betalen of wie de beste doping gebruikt, maar om een eerlijke strijd tussen sporters.
Jan Cleijne (1977) is striptekenaar, illustrator en amateur wielrenner. Zijn passie voor de sport mag dus voor zichzelf spreken. Gelukkig heeft hij dankzij zijn vakmanschap die passie weten te gieten in een onderhoudende striproman.
Kortom, een Tour-liefhebber ben ik nog steeds niet, maar ik heb me goed vermaakt met Helden van de Tour. Ik raad iedere wielerliefhebber dit boek dan ook aan.
De boekpresentatie vindt vrijdag 31 mei plaats in Lambiek te Amsterdam om 16.30 uur. Zaterdag 15 juni signeert Cleijne het boek in De Bijenkorf Amsterdam vanaf 16 uur.
Ardalén van de Spaanse stripauteur Miguelanxo Prado is een poëtische striproman die je eigenlijk heel langzaam moet lezen. De prachtige illustraties van Prado, die architectuur studeerde, romans schreef en schilderde voordat hij aan strips begon, zijn een lust voor het oog en alleen daarom al de aanschaf waard.
Ardalén gaat over Sabela Rego Llamas die op zoek is naar informatie over haar grootvader. Dit zwarte schaap van de familie verliet in de jaren vijftig Spanje om zijn geluk te beproeven in Cuba. Sabela reist af naar zijn geboortedorp in de hoop sporen van hem terug te vinden. Daar ontmoet ze Fidel die zegt nog met haar grootvader gevaren te hebben. Maar Fidels geheugen is slecht en zeer onbetrouwbaar. Bovendien ziet hij ze af en toe letterlijk vliegen: walvissen die boven het bos uitvliegen. Dat niet alleen: Fidel wordt ook geregeld bezocht door spoken uit het verleden. Wat gedurende de interviews die Sabela met hem voert een steeds belangrijker vraag wordt: wiens verleden herinnert Fidel zich eigenlijk?
Ardalén draait om enkele interessante thema’s, zoals hoe belangrijk onze afkomst is, maar bovenal: in hoeverre bepalen onze herinneringen wie we zijn? Het geheugen is geen objectief en onveranderlijk register. Hoeveel waarheid vinden we daarin terug, vooral als de geest waar het geheugen in huist troebel is? Daarnaast is Ardalén een mooie studie van een kleine dorpsgemeenschap, waarvan de grote intrigant ook maar een eenzame ziel blijkt te zijn.
Prado vertelt zijn verhaal in een lekker traag tempo en voert tussen de hoofdstukken door fictieve documenten en semi-wetenschappelijke teksten over de werking van het geheugen en walvissen op. Op die manier biedt hij de lezer extra puzzelstukjes. Heel aardig, alleen onderbreken die pagina’s tekst wel de flow van het verhaal. Wellicht was het voor de leesbaarheid beter geweest als die teksten achter in het boek hadden gestaan.
De vertelling komt voort uit een reeks oceaanschilderijen die Prado aan het begin van de eenentwintigste eeuw maakte. Het verhaal van de schilder van deze doeken verwerkte hij tot de animatie De profundis, waar hij later weer een strip van maakte. Een ander verhaal dat uit de schilderijen voortvloeide was dat van de schipbreukeling die nooit van het vasteland is afgeweest. Dat werd Ardalén.
Ik zie het uitgegeven stripaanbod graag als een rivier van stromend papier. Zo nu en dan steekt er boven die stroom een eilandje uit waar je even op kunt uitrusten en je kunt verwonderen. Bovengenoemde boeken zijn die eilanden. Ze maken indruk en verleggen de koers van de stroming enigszins, omdat ze goede voorbeelden zijn voor andere stripmakers en hen hopelijk inspireren.
Oké, nu even tot de kern van de zaak. Lex Reitsma maakte een korte documentaire over de totstandkoming van Typex’ Rembrandt. Deze werd vertoond tijdens de boekpresentatie en als onderdeel van Avro’s Kunstuur. Gelukkig staat hij ook gewoon online.
Helaas wel in de lage kwaliteit waarin de publieke omroep haar content aanbiedt. Ik bedoel, verdomme, zelfs op YouTube kun je gewoon HD video bekijken, maar als je de silverlight player al aan de praat krijgt en het beeld op volledige grootte zet, zie je vooral wazig beeld. Je hoeft geen bril te dragen: de videokwaliteit vanuit Hilversum is gewoon zo laag.
Een beetje jaloers ben ik overigens wel op Reitsma: ik had graag een mooie docu gedraaid over de totstandkoming van dit boek. Ik zou sowieso graag voor de publieke omroep een reeks video-interviews opnemen met stripmakers.
Beroemde Nederlandse schilders waar een strip over gemaakt is, het lijkt een trend te zijn op dit moment. Vincent van Gogh en Rembrandt van Rijn zijn daarin koplopers, al zijn er ook plannen voor een strip over respectievelijk Mondriaan en Jeroen Bosch heb ik vernomen. Vorig jaar verraste Barbara Stok vriend en vijand met een prachtige psychologische roman over Van Gogh. Bijna tegelijkertijd kwam Vincent van Gogh: De vroege jaren uit van Teun Berserik.
De vroege jaren behandelt de beginjaren van Van Gogh als schilder. In die tijd verbleef hij in Den Haag en kreeg hij zijn eerste schilderlessen van zijn neef Anton Mauve. Van Gogh krijgt een affaire met een van zijn modellen. Sien had al een dochtertje maar is zwanger van een tweede kind. Van Gogh neemt Sien en kinderen in huis. Ondertussen probeert hij zich met veel moeite te bekwamen in het schildersvak.
Als kunstenaar wordt Van Gogh in die tijd niet serieus genomen. Niet door Mauve, niet door diens collega’s van de Haagse school. Ook zijn familie ziet Vincents ambities als kunstenaar als de zoveelste bevlieging. Eerder was Van Gogh al kunsthandelaar, onderwijzer en hulppredikant.
Teun Berserik is schilder en illustrator en leverde mooi grafisch werk af voor Vincent van Gogh, De vroege jaren. De gedetailleerde potloodtekeningen zijn sfeervol met aquarel afgewerkt. Daarmee geeft hij een mooie impressie van hoe Den Haag anno 1881 eruitzag.
Lastig mannetje
Als hoofdfiguur is Vincent van Gogh eigenlijk niet zo aantrekkelijk. Hij blijkt een koppige vent te zijn met hoogdravende ideeën over het kunstenaarsschap die nog niet worden ondersteund door wat hij laat zien op grafisch vlak. Van Gogh weigert te luisteren naar de wijze raad van Mauve om vooral ook onderwerpen te schilderen die goed verkopen zodat hij iets met zijn kunst kan verdienen. In plaats daarvan leeft Van Gogh constant op de zak van zijn broer Theo die hem geld overmaakt om te kunnen overleven. Geld dat Van Gogh vervolgens makkelijk weer uitgeeft. Van Gogh leeft met een romantisch beeld van wat een kunstenaar moet zijn en refereert constant naar zijn helden. Met zijn zelfingenomen houding en uitgesproken mening jaagt hij al snel anderen in het harnas. Ook deze lezer had na een tijdje wel genoeg van Van Gogh als hoofdpersonage. Hij wekt weinig empathie op.
Droog Het is vooral voor de liefhebbers van Van Gogh interessant om De vroege jaren te lezen. Berserik heeft veel aandacht voor de techniek van het schilderen. We zien hoe Vincent leert om te gaan met bepaalde materialen en hoe hij vecht met perspectief. De kunstliefhebber pikt zo nu en dan nog goede tips op over het schilderen van aquarellen bijvoorbeeld en over het er toentertijd in een de kunsthandel aan toe ging. Toch mist het verhaal een drijvende kracht. Leuk dat men gekozen heeft om de vroege periode van Van Gogh te belichten, maar het verhaal blijft erg anekdotisch en riekt mijns inziens te veel naar een droge, educatieve strip. De vertelling komt niet echt tot leven. Als de schilder in wording Den Haag heeft verlaten, heb je als lezer het gevoel het punt van het verhaal gemist te hebben. Het boek is zomaar uit zonder dat het verhaal ergens naartoe heeft gewerkt.
De kroning, Wim-Lex en liedjes daaromtrent: ik wil er als republikein en antimonarchist niets over horen. Dat is lastig, want al weken gaan de media over de aanstaande troonwisseling. Gelukkig zijn Twitter-filters makkelijk ingesteld. Dat scheelt een hoop onzininfo. Natuurlijk spelen uitgevers ook gretig in op dit onderwerp: de winkels liggen vol met boeken over de duurste uitkeringsfamilie van Nederland en verwante zaken.
Koninklijke Eppo
Ook in de stripwereld ontkomen we niet aan de onzin van het huis van Oranje: Eppo #8 is een heus themanummer en feliciteert de aanstaande Prins Pils met zijn koningsschap. ‘Weliswaar met een knipoog, maar desondanks niet minder gemeend,’ schrijft Rob van Bavel in zijn voorwoord. Nu moet ik zeggen dat het erg meevalt: er verwijzen maar een paar strips in Eppo naar het huis van Oranje: Trix van Mars Gremmen die ook de cover tekende, stripfiguur Eppo vaart mee met de kroningsboot en Elsje roept zichzelf uit tot koningin. Verder wordt er in een variaspread uit de doeken gedaan wat voor speciale illustraties er zijn gemaakt naar aanleiding van de aanstaande dertigste april. Deze Eppo is ook voor een antimonarchist als ik eigenlijk wel te doen.
100 Heinz Hoogtepunten Uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij pakt uit met een nieuw deel uit de reeks 100 Heinz hoogtepunten: Niks mis met de koning. Deze reeks verzamelt thematisch oude afleveringen van de humorstrip Heinz. Eerder kwamen al Niks mis met koken, Niks mis met voetbal, Niks mis met kinderen, Niks mis met golfen en Niks mis met klussen uit. Ik kies ervoor de titel van de nieuwste uitgave vooral ironisch te lezen, want er is natuurlijk Niks goeds aan een monarchie, maar daar heb ik eerder al over geschreven.
De stripjes zijn in zwart-wit afgedrukt. De cover is natuurlijk wel in knaloranje. De deeltjes zijn leuk om cadeau te doen, want echte Heinz-fans kopen natuurlijk de luxe uitgaven in de reeks Heinz van H tot Z.
In Niks mis met de koning kroont Heinz de kat zichzelf tot de koning van het bos, ontmoet hij de koning der klungelaars en de koning van de woordgrappen, schrijft hij een brief aan de koningin over de Heinzzakproblematiek en wordt hij door de aap naar de middeleeuwen geflitst waar hij Lamme de Dove ontmoet en door Koning Hendrik de Vierde cadeau wordt gedaan aan diens zoon Rodolfo de Tweede. Kortom, heerlijk ouderwets droge Heinz-humor zoals in deze strip:
In de strips van René Windig en Eddie de Jong is die koning eigenlijk maar bijzaak. Laten we hem vooral ook zo blijven zien in de Lage Landen.
Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.
Maandag interview ik stripmaker/illustrator Typex over zijn aanstaande striproman over schilder Rembrandt van Rijn. Deze zal 4 april bij Oog & Blik/De Bezige Bij verschijnen.
Op dit moment ben ik een digitale versie van dit boek aan het lezen. Inhoudelijk zal ik er nog niets over zeggen, alleen dat het op visueel vlak overdonderend mooi is geworden.
Het boekwerk maakt een hoop vragen bij me los, toch nodig ik graag de bezoekers van dit blog uit om ook een vraag in te sturen. Heb jij ook een vraag aan Typex? Stuur deze dan in via het contactformulier. Wellicht neem ik deze mee in het interview. En is er in het artikel dan geen plaats voor het antwoord, dan zal ik deze toch zeker op mijn blog publiceren.
Felicitaties voor Uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij, Yann, Olivier Schwartz, Teun Berserik, Hein de Kort, Gerben Valkema en Michiel van de Vijver. Zij hebben namelijk dit weekend de Stripschappenningen 2013 gewonnen.
Op zaterdag 9 maart werden de winnaars van de Stripschappenningen voor Album van het jaar 2012 bekendgemaakt tijdens de feestelijke prijsuitreiking op De Stripdagen in Gorinchem. (Zie voor de lijst van genomineerden hier.)
De Stripschappenning voor Album van het jaar 2012 in de Categorie Nederlands Jeugd ging naar Joep en Kik van Michiel van de Vijver en Gerben Valkema.
Uit het juryrapport:
Met hun serie Kijk en Lees geven Michiel van de Vijver en Gerben Valkema kinderen die achterblijven in de AVI leesmethode een mogelijkheid om te blijven lezen zonder zich te vervelen met saaie boekjes op het laagste niveau. Bovendien hebben ze de serie ook nog eens zelf uitgegeven! De commissie is blij dat deze prijs tegenwoordig in maart wordt uitgereikt, want dat betekent dat hij op tijd komt om scholen en ouders ertoe aan te zetten om deze boekjes na de zomer in ieder klaslokaal beschikbaar te maken. Doe het niet voor de auteurs, maar doe het voor de kinderen.”
De Stripschappenning voor Album van het jaar 2012 in de Categorie Nederlands Avontuur en Vermaak ging naar Het jaar van Hein 2012 van Hein de Kort.
Het juryrapport laat duidelijk zien dat de sympathie van de Stripschapprijs-jury bij avonturen-albums ligt: ‘[S]trips als Franka, Hel, Storm, De Ruijter, Plunk!, Snippers, Agent 327 en deze drie nominaties horen eigenlijk thuis in iedere boek en tijdschriftenhandel, zoals dat in Frankrijk en België wel het geval is. De commissie wil dit jaar speciaal de langere verhalen in het zonnetje zetten, gezien de hoeveelheid werk en toewijding die dit genre van de makers vraagt. Van iedere avonturenstrip kun je in feite zeggen dat het een wonder is dat die er überhaupt nog is.’
Toch koos de jury dit jaar voor een cartoonbundel in de categorie Nederlands Avontuur en Vermaak: ‘Maar de prijs gaat dit jaar toch naar een komisch album, van een tekenaar die alweer langer meeloopt dan hij zelf zal willen toegeven. Dagelijks tekent hij grappige strips en cartoons, die hij één keer per jaar bundelt.’
Een beetje gek eigenlijk na dat lange verhaal over de avonturen-strip, vooral omdat de jury haar oordeel niet verder motiveert. Ik had wel graag willen horen wat de jury zo aantrekt aan de cartoons van De Kort. Niet dat ik De Kort geen terechte winnaar vind, want ik kan erg om zijn werk lachen, maar het is altijd interessant om te horen waarom een jury het ene album boven het andere verkiest. En in dit geval waarom January Jones 5: De hoorns van de stier en De Vries 2: Vuurdoop naast de pot pisten. Zeker in een het geval van de categorie Nederlands Avontuur en Vermaak, waarvan ik me afvraag of je humorstrips als die van De Kort (of bijvoorbeeld Esther Verkest) en avonturenstrips in één categorie moet stoppen, omdat het wel heel erg appels met moorkoppen vergelijken is.
De Stripschappenning voor Album van het jaar 2012 in de Categorie Nederlands Literair ging naar Vincent van Gogh – De vroege jaren van Teun Berserik.
Juryrapport:
‘In deze categorie staan dit jaar drie albums genomineerd van Uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij. De commissie brengt het liever zelf onder de aandacht, voordat iemand anders er over begint. Natuurlijk zijn er ook andere uitgeverijen die zich op het vlak van de zogenaamde grafische roman begeven. Maar die beperken zich vaak tot vertalingen. In ieder geval is de output van Oog & Blik/De Bezige Bij zodanig dat het voor veel tekenaars de ‘first port of call’ is. De autobiografische strips van Michiel van der Pol vielen al eerder in de prijzen en zijn altijd goed voor een paar uur hoogwaardig tijdverdrijf. Teun Berseriks verstripping van twee onbekende jaren uit het leven van Vincent van Gogh geeft een verrassende kijk op Nederlands meest verstripte schilder. En de sfeervolle horror van H. P. Lovecraft is door Erik Kriek zo intens verstript, dat je bijna niet gelooft dat het een oorspronkelijk Nederlands album is. Drie topalbums, die alledrie goed in de smaak vielen. Maar de prijs gaat dit jaar naar het album dat de leden van de commissie meenam op een onverwachte reis. Door zich te richten op een relatief korte periode uit het leven van een getormenteerde schilder die iedereen denkt te kennen, weet de auteur de lezer mee te nemen in het hoofd van deze schilder om zo zelf tot eigen conclusies te komen. Dat het daarnaast ook nog een goed verteld en uitmuntend geresearched boek is waaraan de auteur drie jaar heeft gewerkt, maakt de keuze uiteindelijk onvermijdelijk.’
Tot slot:
De Stripschappenning voor Album van het jaar 2012 in de Categorie Buitenlands ging naar Gringos Locos van Yann en Olivier Schwartz.
De Stripschappenning voor Album van het jaar 2012 in de Categorie Productie ging naar Uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij voor Arzak – Landmeter.
De commissie van de Stripschapprijzen bestond in 2012 uit de volgende leden:
Eric Heuvel: winnaar van de Stripschapprijs 2012
Jeroen Thijssen: publicist en schrijver van het boek De ronde van Gallië
Hans Hoekstra: redacteur van Het Parool
Ruben Eg: recensent van Metro
Harry Huyser: stripwinkelier te Hoorn (waar ik in mijn jeugd zo’n beetje al mijn zakgeld heb uitgegeven)
Dinie de Zeeuw: lid van Het Stripschap en daarmee de stem van de striplezer
De commissie stond dit jaar wederom onder voorzitterschap van tekstschrijver en eindredacteur van Eppo, Ger Apeldoorn.
In wezen kan een jury het natuurlijk nooit goed doen. Iedereen heeft zo zijn eigen voorkeuren van beste albums, cartoonbundels etc. Zelf had ik graag het boek van Kriek zien winnen, alleen al omdat het een uniek werk is dat we niet vaak in de Nederlandse strip zien. Ook had ik een nominatie van Barbara Stoks Vincentwel zien zitten in de categorie Nederlands Literair, want Stok heeft over de laatste twee jaar van Van Gogh toch een zeer boeiende psychologische striproman gemaakt.
Laat gerust in het commentformulier horen welke strip van het afgelopen jaar jou zo geraakt heeft. En misschien ben je het wel helemaal met de Stripschap-jury eens en wil je dat even kwijt.
Het Stripschap heeft de nominaties voor de albums van het jaar bekend gemaakt en wereldkundig gemaakt wie dit jaar de P. Hans Frankfurtherprijs en de Bulletje en Boonestaak Schaal krijgen.
Daar gaan we even kort:
Comic House krijgt de P. Hans Frankfurtherprijs 2013. Recent publiceerde ik toevallig het bericht dat dit agentschap, dat een groot deel van de Nederlandse stripmakers onder zijn hoede heeft, een tweede vestiging opent in Amsterdam.
De Stripschapsjury laat weten:
Maar Comic House is meer dan een agent. Onder de bezielende leiding van Hans Buying en Miriam van Velthoven is Comic House vooral ook een ‘packager’, een studio die opdrachtgevers van ideeën voorziet en indien nodig ook de productie van het benodigde materiaal verzorgt. Strip en tekenfilm zijn het uitgangspunt en meestal ook de vorm, maar ze draaien hun hand ook niet om voor een doos met tissues, games of een geinig bedrukte bouwplaat.
De Bulletje en Boonestaak Schaal 2013 is voor Richard’s Studio:
Met de Bulletje en Boonestaak Schaal 2013 brengt Het Stripschap een eerbetoon aan de meest legendarische letterstudio die Nederland ooit heeft gekend en die in Nederland tot een revolutie in het handletteren van strips heeft geleid, Richard’s Studio in Amsterdam, beter bekend als Studio Pakker.
De studio sloot zijn deuren in 2002.
De albumnominaties voor Album van het jaar 2012 laat een lange lijst zien van vijf categorieën. Zie voor de hele lijst de site van het Stripschap, hier noem ik alleen even de categorieën Nederlands Avontuur en Vermaak en Nederlands Literair:
In de categorie Nederlands Avontuur en Vermaak zijn genomineerd:
Het jaar van Hein 4: 2012
Hein de Kort, uitgeverij L
Jaarlijkse bundeling van het verspreide werk van Nederlands grappigste
gagschrijver.
January Jones 5: De hoorns van de stier
Martin Lodewijk (tekst) en Eric Heuvel (tekeningen), uitgeverij Don Lawrence
Collection
Na twintig jaar afwezigheid is Miss Jones weer helemaal terug en alleen maar beter
geworden.
De Vries 2: Vuurdoop
Sytse Algera (tekst) en Patrick Van Oppen (tekeningen), uitgeverij Don Lawrence
Collection
Schaamteloze actiestrip die de harde Nederlandse actualiteit niet uit de weg gaat.
In de categorie Nederlands Literair zijn genomineerd:
Het onzienbare en andere verhalen
Erik Kriek (naar verhalen van H.P. Lovecraft), uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij
Als er iemand in staat is om onuitgesproken horror in beeld te brengen dan is het
Erik Kriek wel.
Scherpschutters
Michiel van de Pol, uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij
Het gevoelige verhaal over een dwingende vader en zijn epileptische zoon.
Vincent van Gogh – De vroege jaren
Teun Berserik, uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij
Een belangrijke episode uit het leven van de vaak verstripte schilder op verbluffende
manier tot leven gebracht.
Dat Kriek en Van de Pol zijn genomineerd staat buiten kijf natuurlijk, want ze maakten allebei een prachtig album. Hadden deze titels ontbroken in de lijst, dan had de jury serieus op haar hoofd moeten krabbelen. Misschien moet ze dat evengoed doen, want Barbara’s Stok boek over Vincent van Gogh ontbreekt in het lijstje. Naast dat van Kriek is Vincent toch een van de interessantste strips die vorig jaar zijn verschenen.
Uitgeverij Oog & Blik/De Bezige Bij zal in haar nopjes zijn met maar liefst drie nominaties, evenals uitgeverij Don Lawrence
Collection met twee .
De uitreiking vindt zoals vorig jaar weer plaats op de eerste dag van de Stripdagen Gorinchem te Gorinchem, op zaterdag 9 maart om 17.30 uur. Mensen die met het openbaar vervoer komen en de uitreiking willen bijwonen, hebben pech, net zoals bij de vorige edities, want de laatste pendelbus van de dag gaat richting het station om 17.45.
Syd gaat bij een hoer op bezoek terwijl zijn vriend Roger met een eikel op zijn hoofd buiten blijft wachten. De Engelse jongens zijn op bezoek in Amsterdam voor een voetbalwedstrijd en daar hoort een bezoek aan de rosse buurt en het eten van paddo’s bij. Tot zover de clichés, want Guido van DrielsGasten gaat dieper dan het doorgaans oppervlakkige gedrag van voetbalsupporters in de openbare ruimte.
Syd is namelijk niet alleen naar Amsterdam gekomen om een wedstrijd bij te wonen, maar ook om de laatste dag van zijn tweelingbroer, die in het IJ verdronken is, na te lopen. Hun relatie was niet geheel vlekkeloos. Zijn maatje Roger is steenrijk, want hij heeft net de loterij gewonnen. Maar hij gaat gebukt onder een schuldgevoel.
Tijdens het lezen van deze knappe striproman kon ik me niet aan het idee ontrekken dat ik naar een storyboard voor een nog niet gemaakte film zat te kijken: Van Driel gebruikt, op een enkele uitzondering na, constant kaders van dezelfde grootte in de beeldverhouding van het filmkader. De bladspiegel lijkt zo veel op dat van een storyboard.
Wie de plaatjes goed bekijkt, ziet dat Van Driel veel aandacht heeft besteed aan het getrouw weergeven van het decor: je zou de route van Syd en Roger door Amsterdam makkelijk in het echt kunnen volgen.
Guido van Driel. Gasten Oog & Blik/De Bezige Bij € 19,90 ISBN 9789054923169
Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.
Ik denk niet dat ik ooit een voet zal zetten in Jeruzalem of de Gazastrook. Ik geloof niet in heilige grond, dus als niet-gelovige hecht ik weinig waarde aan alle religieuze episodes die in dat gebied zouden hebben plaatsgevonden, maar bovenal hou ik niet van brandhaarden als vakantiebestemming. En hoewel ik allang niet meer snap hoe het allemaal zo ver is gekomen in die regio – jij wel? – snap ik wel dat de rapen daar al een tijdje heel erg gaar zijn. Dankzij de Canadese stripmaker/animator Guy Delisle (Québec, 1966) weet ik wel een beetje hoe het dagelijks leven er daar aan toe gaat.
Delisle verbleef een jaar in Jeruzalem met zijn gezin. Zijn vrouw werkt voor Artsen Zonder Grenzen. In Jeruzalem, een vuistdikke striproman, doet Delisle in dagboekvorm verslag van zijn verblijf. Hij maakte op deze manier al eerder prachtige strips over Birma en Shenzhen. We kijken door de ogen van de buitenstaander, want dat is Delisle net zo goed als de lezer, naar een stad die verdeeld is en bevolkt wordt door verschillende groepen mensen die elkaar het daglicht niet in de ogen gunnen. Is religie niet iets prachtigs?
Hebron De Westelijke Jordaanoever is een gekkenhuis bestaande uit verschillende steden en wijken. Zoals de stad Hebron die Delisle bezoekt op verzoek van Artsen Zonder Grenzen om in een stripreportage te laten zien wat ze daar allemaal doen. Hebron ligt op de westoever, een grote stad van 130.000 inwoners. Te midden van de Palestijnen wonen zo’n vierhonderd joodse kolonisten die door een groot aantal soldaten worden beschermd. In bepaalde straten mogen alleen de kolonisten wonen. In de oude stad wonen aan de ene kant van de straat de Palestijnen en aan de andere kant de kolonisten. Boven de straat hangt een groot net omdat de kolonisten vroeger projectielen naar de Palestijnen beneden op straat gooien. Delisle toont ons het net dat met allerlei viezigheden vol ligt.
Delisle wandelt door de stad, verbaast zich net als ik over allerlei zaken. Soms ziet hij zo veel overeenkomsten in gewoonten dat je makkelijk kunt concluderen dat de volken die elkaar na het leven staan, eigenlijk niet zo veel van elkaar verschillen.
Gedurende het album zien we Guy op verschillende plekken schetsen maken. Helaas zijn geen van die tekeningen in het album opgenomen. Voor Jeruzalem won de stripmaker vorig jaar in Angoulême de prijs voor het beste album.
Zie hier een preview van zes pagina’s.
Guy Delisle. Jeruzalem.
Oog & Blik/De Bezige Bij. € 24,90
ISBN978-90-549-2343-5
Daarom Minneboo leest:
Maandelijks krijg ik van veel uitgeverijen stapels strips toegestuurd. Daar zit veel moois tussen, maar niet alles is geschikt voor de bladen en opdrachtgevers waar ik voor schrijf. Toch wil ik deze uitgaven onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen. Verwacht vooral veel recent verschenen strips, met zo nu en dan een album dat ik op dit moment lees en waar ik iets over kwijt wil.
Floor de Goede maakte een semi-autobiografische striproman over het missen van je geliefde. Soms laat de stripmaker cruciale details buiten beeld, waardoor zaken voor interpretatie vatbaar blijven.
Floor de Goede (Amsterdam, 1980) heeft een zeer aansprekende, levendige tekenstijl: hij tekent cartooneske koppen, maar zijn personages gaan dieper dan een Kuifje of Donald Duck. Floors personages bestaan echt. In 2004 begon De Goede met zijn semi-autobiografische strip Flo op DoYouKnowFlo.nl: iedere dag een humoristisch strookje waarin zijn leven met vriend Bas centraal staat. De striproman Dansen op de vulkaan (de titel heeft niets met het liedje van de Dijk te maken) is het vervolg daarop. ‘Ik hoop natuurlijk dat mensen die de daily niet kennen ook dit boek gaan lezen, daarom wilde ik het verhaal zo toegankelijk mogelijk maken. Voor de mensen die mijn dagboekstrip volgen zie ik deze graphic novel als de grote film van de serie. Flo the Movie dus. Die vaste lezers weten al wat er in de strip is gebeurd en krijgen nu het grote verhaal van wat zich tussendoor heeft afgespeeld. Ik behandel namelijk drie heftige fasen in mijn relatie met Bas. Het boek gaat over gemis in een relatie en de verschillende stadia daarvan,’ vertelt de stripmaker in zijn huiskamer annex werkkamer in Amsterdam.
Relatieperikelen
In het eerste hoofdstuk reist Floor met journalist Sander naar de Eolische eilanden om een fotoreportage te maken en mist hij zijn vriend enorm, terwijl hij in het tweede hoofdstuk vertelt over hoe hij een paar jaar later verliefd raakt op een ander. In het derde stuk is hun relatie weer zo stabiel dat Flo de verleidingen van de New Yorkse gayscene kan weerstaan. Of toch niet? Soms laat de stripmaker cruciale details plagerig buiten beeld, waardoor zaken voor interpretatie vatbaar blijven.
Je speelt volgens mij graag met wat waargebeurd is en wat niet.
‘Dat klopt. Ik vertel dingen in het verhaal die niet iedereen al weet, dus laat ik het graag in het midden. Vooral de periode in het tweede hoofdstuk was een heel bedrukte periode, Bas en ik spraken toen niet veel uit. Voor mij was het fijn om dat er nu allemaal eens uit te gooien.’
Hoe was het voor Bas om terug te lezen?
‘Bij dit boek heb ik hem gevraagd of hij het echt oké vond om dit te doen. Voor hem was het tweede hoofdstuk heftig om te lezen, maar hij vond ook wel dat ik dit moest maken. Overigens heb ik veel dingen niet verteld, weggelaten en veranderd. En nee, ik ga niet zeggen wat er precies heeft plaatsgevonden.’
Je beeldt jezelf schattig af, maar je stripfiguurtje is wel een ongelooflijk chagrijnig mannetje. Ben je in het echt ook zo?
‘Ja. Ik ben heel erg negatief ingesteld, al wil ik dat helemaal niet zijn. Misschien is het een soort verdedigingsmechanisme van me. Ik bekijk de dingen altijd eerst van de zwarte kant en dan valt het uiteindelijk allemaal wel weer mee. Dat is beter dan me ergens op te verheugen en dat het dan tegen blijkt te vallen. Grappig: eerst was ik bang dat ik mijn reisgenoot Sander te naar zou afbeelden. Eigenlijk is mijn personage net zo erg, zo niet erger dan hij. In het begin denk je dat die Sander een verschrikkelijke figuur is, maar je gaat hem juist steeds beter snappen en sympathieker vinden dan Flo. Wat dat betreft heb ik dankzij dit boek veel over mezelf geleerd.’
Hoe zit dat met Bas? Je komt in dit boek niet zo heel veel over je vriend te weten.
‘Ik kan de stripwereld en mijn echte wereld eigenlijk niet meer van elkaar scheiden. Ik zeg altijd dat de stripflo een personage is, maar eigenlijk kan ik die niet meer los van mezelf zien. Ik kan in mijn ogen dus niet voor Bas spreken, of iets vanuit zijn oogpunt laten zien. Al probeer ik dat wel in de epiloog, waarin ik toon hoe Bas al die gebeurtenissen in het boek heeft ervaren. Dan maak ik meer een personage van hem.’
Werkt het genre van autobiografie niet te beperkend voor je op die manier?
‘Nee, vind ik niet. Ik maakte ook de strip Zusje van… voor Tina. In die strip zitten alleen verzonnen personages. Op een gegeven moment leer ik ze kennen. Die kennis werpt al grenzen op met wat ik met die personages wel en niet kan doen. En dat geldt net zo goed voor Flo, Bas en andere figuren.’
We kennen genoeg voorbeelden van relnichten uit de media. Jij laat in je strips homoseksuele relaties juist als iets vanzelfsprekends zien. Vind je dat je daarin een voorbeeldfunctie hebt?
‘Ik heb vaak gehoord dat men het emanciperend vind. Daarvoor doe ik het niet, maar ik vind het wel fijn dat men dat zo ziet. Mijn strips staan bijvoorbeeld ook in Stripped: The story of gay comics, een bloemlezing van strips over en voor homo’s. Toen ik die doorbladerde zag ik er alleen maar pornostrips in staan. Mannen met grote pikken, dat soort dingen. Daar schrok ik toen wel van. In eerste instantie dacht ik dat mijn werk daar helemaal niet in thuis hoorde. Maar toen bedacht ik me dat het juist wel goed was dat mijn strips daartussen staan, want ze vormen een sterk contrast met die andere strips en laten dus zien dat het zo ook kan.’
Dansen op de vulkaan (Oog & Blik/ De Bezige Bij) ligt reeds in de winkel.
Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #3 (2013).
De fans van Floor de Goede hebben er lang op moeten wachten, maar 4 januari ligt zijn eerste striproman in de winkels: Dansen op de vulkaan. Dat leek me een mooie gelegenheid om hem te interviewen voor de VPRO Gids. Na het gesprek namen we nog een vlog op waarin de sympathieke stripmaker enkele bladzijden uit zijn schetsboek laat zien.
Kijktip: Zet de video via het tandwieltje rechtsonder op HD (720p) en zet de player op schermvullend, dan kun je de dunne potloodlijnen van het schetsboek het beste zien.
Als Flo voor het eerst op reis is zonder zijn vriend Bas, is hij met niets anders bezig dan met de heimwee naar de ander en ziet hij al het moois om hem heen niet. Maar is er na zoveel jaar samen zijn nog wel afstand nodig om elkaar te missen? Dansen op de vulkaan is een semi-autobiografisch verhaal over de pijnlijke, maar herkenbare kanten van de liefde. We weten allemaal dat een lange relatie vele stadia kent; nog nooit eerder bracht iemand al die facetten van de liefde zo mooi in beeld als Floor de Goede.