Omdat ik woensdag Bob Murawski interview voor Schokkend Nieuws, ben ik een paar van de films aan het kijken die hij heeft gemonteerd. Voor The Hurt Locker (Kathryn Bigelow, 2008) kreeg hij samen met zijn vrouw Chris Innis die ook mee monteerde, een Oscar.
The Hurt Locker gaat over een drietal specialisten die tijdens de oorlog in Irak bommen onschadelijk maken. Een heftige, rauwe film, waarbij de waanzin en chaos van oorlog goed wordt verbeeld. Ik zou in die stressvolle situaties simpelweg niet kunnen functioneren en ik kan me voorstellen dat die soldaten grote moeite hebben met zich weer aanpassen als ze thuis komen.
Dat is precies wat het hoofdpersonage (Jeremy Renner) overkomt. Thuis, bij vrouw en kind, kan hij niet aarden. Iets wat mooi gevisualiseerd wordt in de supermarkt. Zijn vrouw vraagt of hij cornflakes wil pakken. Besluitloos staat hij in de gang waar je maarliefst uit vijftig soorten cornflakes kunt kiezen. De consumptiemaatschappij ten top. Hoeveel verschillende soorten cornflakes heb je in een beschaafde samenleving nodig?
Zelf word ik ook geregeld moedeloos van de keuzes die we hier hebben. Laatst moest ik nieuw ram-geheugen voor mijn Mac aanschaffen: twee van de vier units deden het opeens niet meer. Zoek dan maar eens uit welk merk eigenlijk het beste is. Het is nog erger als je een verzekering moet uitzoeken. De polissen zijn zo geschreven dat je ze vrijwel niet kan vergelijken. Lekker hoor, die marktwerking. Misschien is het onschadelijk maken van een bom soms toch makkelijker dan keuzes maken.
Waarom de rubriek Frames? De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren.
In House van Steve Miner zit het horrorschrijver Roger Cobb niet mee. Recent scheidde hij van zijn vrouw (Kay Lenz) nadat hun zoon plotseling van de aardbodem verdween. En nu heeft zijn tante, die hem als een surrogaat moeder opvoedde, zichzelf ook nog opgehangen.
Cobb (William Katt) besluit een tijdje in haar huis te gaan wonen, in de hoop zijn nieuwe boek op papier te krijgen en zijn zoon terug te vinden. In tegenstelling tot wat zijn uitgever wil, namelijk een nieuw horrorboek, probeert Cobb zijn herinneringen aan de Vietnamoorlog op papier te zetten.
Al snel blijkt het niet pluis te zijn in zijn ouderlijk huis, het is namelijk een spookhuis waar nare creaturen plotseling uit de kast kunnen komen. Ook vermoedt Cobb dat het huis verantwoordelijk is voor het verdwijnen van zijn zoon. Het huis blijkt ook toegang te bieden tot een helse, surrealistische wereld waar Cobbs vietnamtrauma’s verborgen zitten. Kortom, niet echt een rustige omgeving om aan een boek te werken. Tenzij je er geen bezwaar tegen hebt dat je dode tante nog eens op bezoek komt, of deze perverse vrouwpersoon:
Dit klinkt allemaal ernstig, maar eigenlijk is House van regisseur Steve Miner wat we een horrorkomedie noemen. Zelfs als Cobbs oude legermaatje Big Ben in zombiestaat voor de deur staat om wraak op hem te nemen, is de strijd tussen hen vooral grappig in plaats van eng.
House (1986) is een van die filmtitels uit de jaren tachtig die ik me is bijgebleven. Het is een film die ik altijd al eens wilde kijken. Teleurgesteld was ik allerminst, want het is een vermakelijke film, maar echte horror hoort onder je huid te gaan zitten. Dat is hier niet het geval. Sterker nog: het decor dat Vietnam moet voorstellen maar meer lijkt op een miniversie van een botanische tuin, werkt onbedoeld op de lachspieren.
Acteur George Wendt heeft een bijrol als bemoeizuchtige buurman. Die naam zegt je misschien niets, maar Norm uit Cheers waarschijnlijk wel.Verder viel het me op dat actrice Kay Lenz eigenlijk een erg brede mond heeft met bijhorende tandpasta smile. Dat vond ik dat wel weer griezelig.
Waarom de rubriek Frames? De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren. House keek ik in het kader van de weg naar Halloween.
Met een tas vol strips en goede herinneringen onder de arm kwam ik thuis zondagavond. De Stripdagen Haarlem 2014 was zeer geslaagd. Een persoonlijk getint verslag.
Omdat de programmering van Haarlem tjokvol zit, mis je altijd meer dan je ziet, om Martin Bril maar even losjes te citeren. Daar staat tegenover dat het aanbod zeer divers is en dus voor ieder wat wils te bieden heeft. Het waren voor mij drie volle dagen met rondkijken, conversaties voeren, contacten leggen en koffiedrinken. Voor een stripjournalist zijn de Stripdagen niet alleen leuk, het is ook namelijk ook hard werken. Maar wel leuk werk natuurlijk. Ik doe er altijd ideeën op voor nieuwe artikelen.
Oorlog
Zaterdagochtend kwam ik bij de bushalte bij mijn huis Jules Calis tegen. Deze jonge, sympathieke stripmaker houdt zich bezig met stripjournalistiek. Hij heeft onder andere soldaten in Afghanistan geïnterviewd. Als het meezit komt in oktober dit jaar zijn album hierover uit. Het werk van Calis was ook te zien in de expositie over de nieuwe garde, een van de twee hoofdthema’s van het festival. Het andere was de Eerste Wereldoorlog.
Het was indrukwekkend om originele pagina’s te zien van de oorlogstrip Charley’s War die in de Vishal hingen. Vrijdagmiddag sprak ik even met Pat Millsdie dit jaar speciale gast was en Charley’s War heeft geschreven. Het is altijd grappig om mensen in levende lijve tegen te komen die je eerst telefonisch hebt geïnterviewd. De tekenaar van de strip, wijlen Joe Colquhoun, maakte prachtige realistische tekeningen en wist het drama van de Eerste Wereldoorlog goed op papier te zetten. Helaas waren de pagina’s van het werk van Tardi die ernaast hingen, allemaal prints. Naar het schijnt is Tardi niet zo makkelijk in het uitlenen van zijn werk. Het panaroma dat Joe Sacco had gemaakt over de eerste dag bij de Slag van de Somme was zeer indrukwekkend. Het boekwerk heet The Great War en bestaat uit een lange, zeer gedetailleerde tekening die van links naar rechts het hele verhaal van die eerste dag vertelt.
Strips on stage
Zaterdag organiseerde de BNS de hele dag Strips on Stage in de toneelschuur. In thematische blokken van 50 minuten hielden vakmensen uit verschillende disciplines een presentatie. Het eerste blok ging over scenarioschrijven en daarin vertelden Ger Apeldoorn, Herman Roozen en Willem Ritstier wat hun schrijfmethode is. Die verschilt per persoon: Ritstier werkt veel vanuit de personages en op een vrij intuïtieve manier, terwijl Rozen serieuze schema’s maakt voordat hij gaat schrijven. Wat alle drie de heren gemeen hebben is dat ze allemaal nog veel langer hadden kunnen praten over hun vak dan de tijd die ze zaterdag hadden. Het scenario-onderdeel was helaas het enige wat ik kon bijwonen. Het is goed dat de BNS zich op een informatieve wijze manifesteert op het festival. De presentaties waren interessant voor zowel stripmakers als leken.
25 jaar Belgisch Stripcentrum Het Belgisch Stripcentrum presenteerde de plannen voor de komende tijd. Het Stripcentrum huist in Brussel en bestaat dit jaar een kwart eeuw. Daarom presenteert het centrum drie volledig nieuwe exposities, waaronder een over het ontstaan van het stripverhaal en de tentoonstelling De kunst van het beeldverhaal waarin de bezoeker kennis kan maken met het gehele creatieproces van de strip. In de expositie zijn voorbeelden van allerlei strips opgenomen. Een mooie manier om een verhaal met het archief te vertellen. Vanaf 3 juni kan de liefhebber er trouwens terecht voor de tijdelijke tentoonstelling 100 jaar strips in de Balkan: Stripverhalen in verzet, over de stripverhalen die gecreeërd worden in de landen van het vroegere Joegoslavië. In oktober wordt het jubileum goed gevierd met een flink stripfeestje. Sowieso is Brussel een bezoekje waard vanwege de meer dan veertig stripmuren die door de stad verspreid zijn. Willem De Graeve, de directeur van het Stripcentrum, lichtte het een en ander toe tijdens een snelle presentatie.
Zaterdagmiddag had ik een goed gesprek met Kurt Morissens, mijn collega uit België. Kurt is hoofdredacteur van Brabant Strip Magazineen de site Stripelmagazine. Ook is hij trouwens de publiciteitsman van Strip2000. Kurt gaat al aardig wat jaartjes mee in de stripwereld en schrijft met veel plezier en passie over het beeldverhaal. Onder het genot van enkele pintjes hebben we notities uitgewisseld.
Nieuwkomers
Dit jaar was filmblad Schokkend Nieuwsvoor het eerst op de beurs aanwezig. Slim, want tussen de stripliefhebbers zit genoeg volk dat ook houdt van genrefilms. Ik hoop van harte dat nieuwe abonnees zich hebben aangemeld voor dit fijne tijdschrift. Aan het weer zal het niet gelegen hebben, want twee dagen lang straalde de zon je tegemoet. Het was dan ook goed druk op de buitenbeurs. Ook stond Stripgidstussen de uitgevers in de Philharmonie. Het is nog een beetje een geheim wellicht, maar dit Vlaamse blad is toch echt het beste striptijdschrift van de Benelux en staat vol strips, nieuws en diepte-interviews. Koen Van Rompaey, onder andere directeur van het Stripgids festival dat elke twee jaar plaatsvindt in Turnhout, was aanwezig om mensen uitleg te geven over Stripgids.
Zondag heb ik de uitgevers en stripmakers die in de Philharmonie zaten bezocht. Het was leuk bijpraten met Rob van Bavel van Eppo, Esther Gasseling van Uitgeverij Xtra en de mensen van uitgeverij De Harmonie, die ondanks een plekje achter in de zaal veel aandacht kregen van de bezoekers. Terwijl ik met Van Bavel sprak waren enkele Eppo-tekenaars druk met tekeningen maken voor de fans, waaronder Romano Molenaar en Gerben Valkema. De rijen voor de heren leken niet korter te worden, hoeveel ze ook tekenden.
Smallpress
Ook kwam ik Henk Schouten, een van de mannen achter Stripster tegen die een flink aantal small-pressuitgaven had aangeschaft. Henk gaat ook al jaren mee in de stripwereld en heeft een voorliefde voor nieuw striptalent. Het is leuk om hem te horen praten over de nieuwe ontdekkingen die hij op de beurs had opgedaan.
Zondag sloot ik de Stripdagen af met een terrasbezoek met stripmaker Marq van Broekhoven. Marq is een fantastische ambassadeur voor het medium. Met pretoogjes deed hij zijn koffer open om zijn aanwinsten te laten zien. Albums van onder meer Peyo en de reeksen Ravian en Comanche. Van Broekhoven heeft een boek volgeschreven met columns over zijn stripliefde. Die stonden voorheen in stripblad Myx. Ik hoop van harte dat hij binnenkort de reeks teksten ergens voortzet, want de columns zijn erg vermakelijk. En dat zijn z’n albums trouwens ook.
Ambassadeurs
Terwijl Marq en ik nog een laatste drankje dronken om op een geslaagd weekend te toosten, werd de buitenbeurs afgebroken. Over de Grote Markt liep Joost Pollmann tussen de lege stands. Deze editie was de tiende en laatste waar hij als creatief directeur bij betrokken was. In de afgelopen jaren heeft hij een duidelijke stempel gedrukt op de Stripdagen Haarlem, met een focus op de grafische roman en buitenlandse stripculturen zoals de Arabische strip en de Strips uit Oost-Europa, waar een online database voor in het leven werd geroepen. In laatste drie edities werd hij bijgestaan door zakelijk directeur Thamara van Rijn. De stripdagen Haarlem 2014 was dus de definitieve afsluiting van het Pollmann-tijdperk. Wie hem gaat opvolgen als creatief directeur is nog niet bekend, maar de geruchtenmachine draait natuurlijk op volle toeren.
In feiten zijn Joost, Thamara, Willem, Koen, Marq, Henk, Kurt, de uitgevers, stripmakers, stripbladen en ondergetekende allemaal stripambassadeurs. Op onze eigen wijze en met onze eigen stokpaardjes proberen we het beeldverhaal onder de aandacht te brengen bij het publiek. Soms doen we dat op grote wijze met een enorm stripfestival midden in de stad, of door het bestieren van een stripmuseum, soms door erover te schrijven of gewoon door aan vrienden die ene strip uit te lenen die ze echt eens moeten lezen.
Toen in 2010 het eerste deel van de reeks Haas uitkwam, was de boekpresentatie in het Verzetsmuseum te Amsterdam. Ik was erbij en vond het indertijd een boeiende presentatie. Tijdens de speeches werd er tekenwerk van Fred de Heij op een scherm geprojecteerd. Heel goed, want het nauwkeurige, realistische tekenwerk van De Heij verdient het om zo goed mogelijk bestudeerd te kunnen worden. Haas #1: De weg terug werd in eerste instantie echter in het kleine graphic novel-formaat uitgegeven. Op de cover staat duidelijk vermeld dat het hier een grafische roman betreft. Ik snap heel goed dat uitgeverij Don Lawrence Collection indertijd op de trein die graphic novel heet wilde springen en dat daarom ook de chique boekpresentatie in het Verzetsmuseum plaatsvond. Maar de strip Haas is geen graphic novel. Het is een avonturenstrip en nog een verdomd goede ook.
Haas is de schuilnaam van een rooms-katholieke priester die in het Brabantse dorp Drimmelbergen anno 1942 een verzetsgroep aanstuurt. In het eerste deel probeert de groep een jong meisje en de joodse rabbijn Ben Eli terug naar Antwerpen te brengen. Ze zijn de stad ontvlucht tijdens de jodenrazzia’s van 11 september. Erg ver komt het reisgezelschap echter niet en voordat het verhaal uit is, is er heel wat bloed vergoten en heeft de rabbijn de plaats ingenomen van de rooms-katholieke priester.
In Blind vertrouwen proberen Haas en zijn mannen een stel onschuldigen uit de gevangenis van de Duitsers te laten ontsnappen. Haas komt erachter dat in de verzetsgroep Jonas enkele verraders zitten die de nazi’s op de hoogte brengen wanneer er weer een lading Joodse vluchtelingen het land uit gesmokkeld worden. In het derde deel, Biechtvader, gaan Donkersloot en Mahé naar Antwerpen om de waarheid te achterhalen en de schuldigen te straffen terwijl twee andere mannen van het verzet een locale verrader een lesje willen leren. Beide acties lopen goed uit de hand en leiden tot een spannende ontknoping.
Rob van Bavel, hoofdredacteur van het stripblad Eppo, schreef de scenario’s van Haas. Hij trakteert de lezer op een flinke dosis actie en houdt het tempo hoog. Menige actiescène had niet misstaan in een actiefilm en wellicht haalt hij daar deels zijn inspiratie vandaan (zie afbeelding hieronder). Dat de strip in de Eppo wordt voorgepubliceerd, is vooral in het eerste album te merken waarin er om de drie bladzijden een duidelijke cliffhanger in het verhaal zit. Die plotpunten verlopen in deel twee en drie al veel soepeler. Van Bavel houdt het verhaal spannend: het is telkens de vraag wanneer de Duitsers Ben Eli zullen ontmaskeren. Ondertussen dendert het verhaal van de ene onverwachte wending in de andere en blijken nazi-sympathiesanten opeens vrienden van het verzet te zijn.
Haas is een zeer vermakelijk fictieverhaal over het Nederlandse verzet tegen de Duitsers, waarbij de avonturen van het verzet allesbehalve vlekkeloos verlopen. Er vallen aan beide zijden slachtoffers en grof geweld wordt niet in de verhalen geschuwd. Vooral het personage Donkersloot is er niet vies van om voor de goede zaak zeer gewelddadig uit de hoek te komen. In de loop van de reeks begint hij zich ook steeds moordlustiger te gedragen met tot gevolg dat hij bijna iemand van de goede kant per ongeluk doodschiet.
Ik hoop dat Van Bavel in de toekomst wat dieper ingaat op het verleden van Donkersloot en Ben Eli, want daar ben ik na drie delen actie wel benieuwd naar geworden.
Wat het leesplezier van Haas verhoogt zijn de tekeningen van Fred de Heij die niet alleen erg goed is in zijn spelregie maar ook veel zorg besteed om de prachtige Hollandse decors, het verhaal speelt in de Biesbosch, goed tot hun recht te laten komen.
Haas#4: Vergelding komt uit in het weekend dat de Stripdagen Gorinchem plaatsvinden.
Rob van Bavel & Fred de Heij: Haas. Uitgeverij Don Lawrence Collection, € 7,95
Er zijn ook duurdere dossiers edities van de eerste drie albums op de markt gebracht.
Joe Sacco tekent boeiende journalistieke strips over conflictgebieden. Centraal staan persoonlijke verhalen. ‘Het gaat vooral over mensen die de dood net een stap voor blijven.
Joe Sacco (Malta, 1960) mag de vader van de journalistieke strip worden genoemd. Hij verbleef in brandhaarden als de Gazastrook, Bosnië, Irak en won prijzen met de strips die hij daarover maakte: geen oorlogsstrips vol heldendaden waarin geweld en militaire macht centraal staan en verheerlijkt worden, maar strips vol persoonlijk verhalen van de burgers die zowel de levensbeslissende momenten beschrijven als het leven van alledag.
In Moslimenclave Gorazde, dat in 2000 uitkwam maar recent pas in het Nederlands werd uitgeven, vertelt Sacco over de oorlog in voormalig Joegoslavië. Eind 1995, begin 1996 verbleef de stripmaker enkele maanden in Gorazde, een zwaar belegerde enclave waar de voornamelijk islamitische bevolking onder Servisch vuur lag. Hij interviewde tientallen bewoners die graag met iemand van buitenaf wilden praten. Journalisten werden warm onthaald, dit in tegenstelling tot Sarajevo waar men cynisch was tegenover de pers: ‘Alle media-aandacht had hun situatie niet verbeterd. Dat was heel anders in Gorazde dat al heel lang omsingeld was; de mensen hadden weinig buitenlandse gezichten gezien. Het was een goed moment om daar toen te zijn: de mensen begonnen zich te realiseren dat de oorlog echt voorbij kon zijn. Voor het eerst sinds jaren durfde men weer voorzichtig over de toekomst na te denken,’ vertelt Sacco vanuit zijn huis in Portland, Oregon.
Waarheidsgetrouwheid
Hoe onderscheidt Sacco bij de persoonlijke visies de waarheid van leugens en overdrijvingen? ‘Op basis van wat je weet van de situatie maak je een inschatting. Zodra het relaas te ongeloofwaardig wordt, voel je dat wel aan. Je bespreekt het met andere mensen die het ook hebben meegemaakt. Als de verschillende verhalen met elkaar overeenkomen, dan kun je er redelijkerwijs vanuit gaan dat het zo gebeurd is. Over het algemeen vertelden mensen mij geen spectaculaire verhalen vol heldendaden. Het gaat vooral over mensen die de dood net een stap voorblijven.’
Sacco komt zelf ook als personage in zijn strips voor. Hij verhaalt zijn ervaringen tijdens zijn verblijf in de conflictgebieden en vertelt open over zijn werkwijze.
Vervaagde herinnering
In Gaza 1956 onderzoekt de stripmaker twee Israëlische massamoorden op Palestijnse burgers die in 1956 plaatsvonden. In een hoofdstuk behandelt hij het vraagstuk van vervaagde herinnering. ‘Mensen kunnen zich dezelfde gebeurtenis op een heel andere manier herinneren. In sommige gevallen kun je die verhalen niet uit elkaar halen. Als drie mensen dezelfde gebeurtenis op een verschillende manier hebben meegemaakt, is de beste methode om alle versies te laten zien. In principe confronteer ik de lezer met de dilemma’s waar ik mee te maken heb als ik een dergelijk verhaal probeer te construeren.’
Opgroeien in de schaduw van de oorlog
Joe’s interesse in persoonlijke oorlogsverhalen begon op jonge leeftijd. Hij werd geboren op Malta, maar groeide op in Australië en Amerika. ‘Mijn ouders en de andere Europese immigranten die bij ons thuis in Australië op bezoek kwamen, hadden de Tweede Wereldoorlog overleefd en praatten daar veel over. Ik groeide min of meer op in de schaduw van die verhalen. Het idee van burgers in een oorlogssituatie heeft dus altijd in mijn gedachten gesudderd.’
Toen hij na zijn studie journalistiek geen baan kon vinden in de krantenjournalistiek viel Sacco terug op het maken van autobiografische en humorstrips, iets wat hij van jongs af aan al deed. Ondertussen begon hij te beseffen dat de Amerikaanse pers een onvolledig beeld schetsten in de berichtgeving over het Middenoosten. ‘Amerikaanse journalisten vinden zichzelf de koning van de journalistiek. Ze denken dat ze objectieve en onpartijdige reporters zijn, maar ondertussen schilderden ze Palestijnen steevast af als terroristen. Op een gegeven moment was ik erg boos over het feit dat ik verkeerd was ingelicht en uit die verontwaardiging kwam de drang voort om zelf uit te zoeken hoe de situatie in elkaar stak.’
Palestijnen en Israëliers
Sacco verbleef begin jaren negentig op de Westbank en Gaza. Het resultaat was het kloeke album Onder Palestijnen waarin de stripmaker de ervaringen van Palestijnen en Israëliërs in een sociale en politieke context zet. Hetzelfde doet hij overigens in zijn andere boeken: hij zoomt af en toe uit om de lezer van achtergrondinformatie te voorzien en het grote plaatje te tonen. Het resultaat hiervan is dat je meer inzicht krijgt in oorlogsituaties dan menig actualiteitenrubriek kan bieden.
Met de strip heeft Sacco een krachtig medium in handen om zijn ervaringen te boekstaven. ‘Zodra je een stripboek opent, trekken de beelden je direct het verhaal in. Je zit meteen in een specifieke situatie: of het nu Gorazde is of een Palestijns vluchtelingenkamp.’
Een tekenaar kiest zijn beelden heel bewust, kan elementen combineren om een geïnterpreteerde representatie van de werkelijkheid te geven. Een deel van de kracht van het medium is het feit dat het om een sequentie van beelden gaat, legt Sacco uit. ‘Een fotojournalist moet met één foto een situatie samenvatten. Een schrijver zegt bijvoorbeeld één keer dat het modderig was, maar met strip heb je acht tot twaalf plaatjes op een pagina, vaak met dezelfde elementen op de achtergrond. Je ziet bijvoorbeeld telkens weer de modder en de graffiti op de muren van een vluchtelingenkamp. Door de herhaling van de beelden dringen die details door tot je onderbewuste.’
Sacco is in de loop der jaren doelbewust meer realistischer gaan tekenen. ‘Dat dient het journalistieke karakter beter dan de cartooneske stijl die ik van nature hanteer.’
Gruweldaden
Conform de realiteit van de oorlogsituaties, zijn Sacco’s strips niet gespeend van gruweldaden. In Gorazde snijden Serviërs te Visegrad moslims de keel door en gooien ze van de brug af. ‘Ik probeer geweld spaarzaam te verbeelden. Ik ga niet doen alsof gewelddadigheid niet bestaat door het niet te tekenen, maar ik wil het zo tekenen dat het niet heroïsch of spectaculair wordt. Geweld is verachtelijk,’ vindt de stripmaker.
Voor Sacco, die bevriend raakte met Edin, de Bosniër bij wie hij logeerde en die voor hem tolkte, was het moeilijk om bepaalde scènes op papier te zetten. Zoals het moment waarin Edin en de andere bewoners een massagraf vinden met daarin de lijken van hun vrienden en buren en hen moeten herbegraven. Sacco had Edin er ter plekke al over ondervraagd, maar besefte dat hij meer informatie nodig had toen hij eenmaal weer thuis aan het tekenen was. ‘Ik wist niet precies hoe die lichamen eruit zouden zien.’ Verontschuldigend vroeg hij zijn vriend er nog eens naar, ook zocht hij contact met iemand van gerechtelijke geneeskunde. ‘Als je iets tekent moet je je echt inleven. Dat kan soms zwaar zijn.’
Voor zijn nieuwe boek reist Sacco samen met journalist Chris Hedges naar postindustriële gebieden in Amerika. Dichter bij huis maar toch een andere wereld: ‘Je waant je welhaast in de derde wereld. Het zijn verloederde plekken, achtergelaten door Amerika, met veel werkloosheid en drugsgebruikers.’ Wederom zullen persoonlijke verhalen centraal staan.
Zojuist verschenen: Moslimenclave Gorazde. Uitgeverij Xtra € 24,90 ISBN 9789077766057
Gaza 1956: In de marge van de geschiedenis Uitgeverij Atlas € 29.95 9789045017532
Gisteravond was ik uitgenodigd door de redactie van Met het oog op morgen om iets te vertellen over de stripmaker Joe Sacco. Sacco is de pionier van de stripjournalistiek: hij bezoekt brandhaarden in de wereld en maakt daar heel inzichtelijke en boeiende strips over. Zo maakte hij het boek Onder Palestijnen en Moslimenclave Gorazde – allebei verschenen bij uitgeverij Xtra.
De redactie benaderde mij omdat ik afgelopen vrijdag Sacco heb geïnterviewd voor de VPRO Gids. Dat gesprek staat er over een paar weken in.
De aflevering is hier terug te luisteren. Het onderwerp begint op 42:45. Maar check vooral ook de Belgische band Le Grand Bateau die live in de studio muziek maakte.
Close up
De aanleiding voor het thema bij Met het oog op morgen was een uitzending van Avro’s Close up: Strips gaan de strijd aan. Deze documentaire toont werk van en interviews met beroemde stripjournalisten als Joe Sacco, Marjane Satrapi (Persepolis), Joe Kubert (Fax from Sarajevo), Keji Nakazawa (Barefoot Gen) en vele anderen.
Strips gaan de strijd aan is vanavond om 22.45 (de AVRO-site zegt 23:00 uur) op Ned 2 te zien.