Ik forens nu een aantal maanden fulltime en kan met recht zeggen dat je de westerse mens goed leert kennen in de trein. Zoals het type Gemankeerde DJ bijvoorbeeld.
Vanmorgen bleek dat de sneltrein weer eens gehalveerd was, met tot gevolg dat het voortuig tot het balkon toe volgepropt stond. Een snelle blik op de coupés liet echter zien dat er niemand in de gangpaden stond. Toen ik dat aan de mensen op het balkon opperde, werd ik glazig aangekeken. Deze forenzen waren of erg afgestompt, of gewoon verschrikkelijk asociaal. Nu kon er niemand meer in de trein, terwijl dat niet nodig was geweest. Idols
Wanneer je wel gewoon de trein kunt zitten, kom je ongetwijfeld die ene eikel tegen die eigenlijk dj had willen worden. Het feit dat slecht functionerende koptelefoons tegenwoordig het geluid al aan beide kanten van de dopjes laat horen, houdt mensen niet tegen om de slechtste mp3’s van hun collectie ten gehore te brengen. Nog erger wanneer er geen koptelefoontjes worden gebruikt maar het geluid al krakend uit een speakertje wordt gebraakt. Toppunt is wanneer de ‘muzikanten’ in spe zelf meerappen. Ouch, en ik dacht dat programma’s als Idols en X-factor wel duidelijk hadden gemaakt dat je er zonder talent niet komt. Door dit soort mensen mag er wat mij betreft een ‘X’ worden gezet. Gelukkig is er nu een student opgestaan die het niet langer meer pikt: Alexander Klöpping. Deze Media & Cultuur-student aan de UvA is een website gestart om het geluidleed in het ov aan de kaak te stellen. Op www.fuckingirritant.nl kunnen medereizigers hun verhaal kwijt (én binnenkort tegen kostprijs een t-shirt kopen met onderstaande tekst:)Waarschuwingsborden
Helemaal origineel is dit idee overigens niet, want in Engeland liep een soortgelijke actie. Vierduizend reizigers zetten hun handtekening tegen de ‘noisecriminals’ en nog eens duizenden mensen deelden online hun ervaringen. Daarop werden er kamervragen gesteld; er hangen nu grote waarschuwingsborden in bussen en metro’s. Effect had het daar dus wel (al kun je je afvragen of de amuzikale aso’s ook daadwerkelijk kunnen lezen). Nu maar eens zien of de comments van terecht geagiteerde reizigers ook in de praktijk tot actie zullen worden omgezet. Dat worden – wellicht – gezellige tijden in de trein.
Tag: Opmerkelijk
Column: Natte vingerwerk
Soms lijkt het leven net een telsell-commercial.Al een week of twee loop ik met een of ander halfgaar virus onder de leden. Geen idee wat het is, maar er last van heb ik wel. Kilo’s fruit, een – voor mijn doen – opvallend gezond dieet en veel rust mochten geen soelaas bieden. Mijn huisarts had me telefonisch een homeopathisch middel voorgeschreven, dus ging ik vol goede hoop naar het Zorgcentrum bij mij om de hoek. Het medicijn hadden ze echter niet op voorraad. Gelukkig hadden ze wel een hoop andere goedjes die ik zou kunnen slikken om beter te worden, verzekerde de verkoopster mij. In de winkel werd een nieuwe diagnose als volgt gesteld. Ik moest de duim en wijsvinger van mijn rechterhand met kracht tegen elkaar aandrukken. De verkoopster legde in mijn linkerhand een verpakt medicijn en begon aan mijn duim en wijsvinger te trekken. Wanneer het haar lukte mijn duim en wijsvinger van elkaar te scheiden, betekende dit dat mijn lichaam aangaf dat ik het betreffende medicijn niet nodig had: mijn lijf had er geen behoefte aan. Wanneer mijn vingers stijf op elkaar bleven, betekende dit dat ik het medicijn wél nodig had om beter te worden. Toen dit bij een weerstandversterkend middel het geval was, riep de verkoopster hardop de dosering; corresponderend met de uitkomst van de vingeroefening werd ook deze moeiteloos vastgesteld. Dit was het middel wat me zeker beter zou maken. Of ik even 45 euro wilde neertellen – effect gegarandeerd. Ook een collega van de verkoopster, een aantrekkelijke jongedame die er allesbehalve ziek uitzag, vertelde me met een stralend gezicht dat ze toevallig die ochtend hetzelfde middel had ingenomen toen ze zich niet zo lekker voelde. En kijk nu, ze voelde zich weer helemaal top. En dat slechts in een paar uur. Nu had ik last van koorts en voelde het misschien daardoor alsof ik in een foute telsell-commercial was beland. Noem me sceptisch, maar ik vind het moeilijk te geloven dat de bovenbeschreven vingeroefening op vakkundige wijze kan aangeven wat je lijf wel of niet nodig heeft. Natuurlijk geeft het lichaam een hoop aan en kan het geen kwaad om goed naar ons eigen biosysteem te luisteren, maar het moet wel reëel blijven: anders kun je net zo goed een Biostabiel om je nek hangen. Toen ik even later de winkel verdwaasd verliet, had ik dan ook niets gekocht. Toch maar gewoon fruit eten en goed uitrusten bedacht ik me.
Onmogelijke televisie-uitzending
Waarom commerciële televisie het genieten van goede programma’s onmogelijk maakt.
Wie regelmatig op een commerciële omroep een televisieprogramma kijkt, zal het niet verbazen dat hij tussen de programma’s door steeds langere plaspauzes kan nemen, grotere potten koffie kan zetten of langer de hond kan gaan uitlaten. Ieder reclameblok lijkt een eeuwigheid en nog een beetje te duren.De meeste reclameblokken worden ingeleid met de boodschap: ‘Dit programma wordt medemogelijk gemaakt door X.’ Maar deze uitspraak klopt eigenlijk niet. Allereerst kunnen we stellen dat de uitzending van het betreffende programma medemogelijk gemaakt wordt door de sponsor en niet het programma zelf. De sponsor betaalt mee aan de aankoopkosten van het programma, ze produceert deze niet. Daarmee wordt niet de realisatie van de show, maar alleen aan de uitzending op die specifieke zender meebetaald.Maar eigenlijk klopt dat ook niet. Reclameblokken zijn immers verstorende elementen in een uitzending, en de boodschap van de sponsor doorbreekt, net als de rest van de commerciële content van het blok, de narratieve flow van het programma. Zit je net fijn mee te zwijmelen met een emotionele scène, of middenin een hartkloppingenveroorzakende actiescène en voordat je het weet krijg je maandverband, bier en deodorant door je neus geboord. Je wordt ruw uit het verhaal gerukt en pas na een heel lange tijd kom je weer terug in de verhaalwereld. Het is dan nog maar de vraag of je dan niet allang vergeten bent waarom je hartje zo snel ging kloppen. Dus eigenlijk moet de boodschap van de sponsor zijn: ‘De uitzending van dit programma wordt medeonmogelijk gemaakt door X’.Vernietiging van het kijkplezier
David Lynch heeft zijn gedachten hierover eens duidelijk weergegeven:
‘When you think about it, they [commercials, red.] break up the show, and people have got used to these little twelve-minute segments, then a commercial, a twelve-minute segment, then another commercial. And the commercials are very, very loud so people just “mute” them anyway. I would turn the whole set off! What are they doing to everything? They’re ruining everything with this! I don’t know how anything can work when they’re so destructive. But you’re like a voice in the wilderness.’ (Lynch on Lynch, edited by Chris Rodley, Faber and Faber 2005)
Het is geen geheim dat het commerciële omroepbonzen niet gaat om de programma’s zelf – deze zijn slechts opvulling om reclametijd te kunnen slijten. Het enige wat telt zijn kijkcijfers, want hoe hoger deze zijn, hoe beter de zendtijd verkocht wordt. Kijkers zijn consumenten en worden net zo respectloos behandeld als de programma’s zelf die telkens op andere tijden worden geprogrammeerd zodat je veel mist of iedere keer dezelfde herhaling ziet. Zelf ben ik regelmatig afgehaakt omdat het uitzendschema van een favoriete serie zodanig begon te irriteren, dat ik geen zin meer had om uit te vissen wanneer ik het vervolg van het verhaal zou kunnen volgen. Battlestar Galactica had in het midden van een seizoen een hiaat van zes maanden (!) voordat Veronica weer een paar episodes van de plank haalde. En wat te denken van Bones waar oude en nieuwe afleveringen lukraak door elkaar worden uitgezonden.
Onverwachts einde
In de States is al menig briljante serie gesneuveld omdat omroepbazen het beter dachten te weten dan de makers zelf. Aan Quantum Leap werd overhaast een einde gebreid toen het nieuwe seizoen plotseling niet door bleek te gaan. De narratieve koers van Twin Peaks werd aangepast toen de omroepgoden vonden dat de moordenaar van Laura Palmer bekend gemaakt moest worden. Lynch en Frost wilden deze McGuffin zo lang mogelijk laten voortduren. Ook werd na het einde van het tweede seizoen de stekker eruit getrokken, waardoor de liefhebbers geschokt moesten accepteren dat de slechte dubbelganger van Cooper de Zwarte Loge had verlaten. Aan de andere kant wordt het verhaal van andere series nodeloos opgerekt omdat kijkcijfers hoog blijven, zodat al het creatieve bloed allang is weggevloeid als het doek uiteindelijk valt: X-Files, Friends… en, tot op zekere hoogte, Buffy zijn hier het slachtoffer van geworden. Mogen zij allen rusten in vrede.Voor de liefhebber van goede televisieseries lijkt er daarom maar een uitweg: vergeet de televisie en kijk alles ongestoord op dvd. Probleem is alleen: voordat die worden uitgebracht, moeten de series eerst uitgezonden zijn op televisie…
Zetten films aan tot roken?
Van de week stuurde Stivoro, Stichting Volksgezondheid en Roken, een persbericht uit. Uit nieuw onderzoek zou blijken dat roken in Hollywoodfilms sterk gerelateerd is aan wereldwijde toename van roken door jongeren.Persbericht: “Nieuw onderzoek toont aan in hoeverre het roken in Amerikaanse films van invloed is op tieners in landen ver buiten de Verenigde Staten. Duits en Mexicaans onderzoek, evenals aanvullend bewijsmateriaal uit de Verenigde Staten, wijst een verband aan tussen de hoeveelheid filmbeelden waarin gerookt wordt en de kans dat tieners beginnen met roken. Een verslag in het tijdschrift Pediatrics bevestigt dat Amerikaanse films miljarden beelden waarin gerookt wordt, verspreiden onder Amerikaanse kinderen tussen de 10 en 14 jaar, juist de leeftijdsgroep die het meest vatbaar is om te experimenteren met sigaretten. Het onderzoek concludeert dat in drie van de vier onderzochte films (74%) gerookt wordt. Door te berekenen hoeveel Amerikaanse jongeren elke film bekijken en hoeveel er wordt gerookt in elke film, schatten de onderzoekers dat deze films 13,9 miljard beelden van roken hebben verspreid. Eenenzestig procent van deze beelden wordt getoond in films die geschikt zijn bevonden voor jongeren. Onderzoekers schatten dat de helft van de jongeren gaat roken door het zien van roken in films.Het Duitse onderzoek (Hanewinkel R en Sargent JD. ‘Exposure to smoking in popular contemporary movies and youth smoking in Germany’) dat deze week werd gepubliceerd in het American Journal of Preventive Medicine, onderzocht of tieners in Duitsland (waar tabaksreclame nog toegestaan is), ook beïnvloed worden door het roken op het witte doek. Dat blijkt inderdaad het geval. Na correctie voor demografische en psychosociale factoren en de invloed door media, concluderen de onderzoekers dat tieners die het meest geconfronteerd worden met het roken in films (meestal Amerikaanse blockbusters) twee keer zo vatbaar waren om te experimenteren met roken dan degenen die het minst hieraan blootgesteld worden. Recent Mexicaans onderzoek van J.F. Trasher (‘Smoking in the movies: Evidence and implications of impact among young adolescents in Mexico’) dat tot nu toe alleen nog is gepresenteerd op congressen, geeft vergelijkbare resultaten. Vijf geboden
Deze nieuwe rapporten komen zes weken nadat de Harvard School of Public Health een advies heeft uitgebracht over de tabakskwestie in opdracht van de Motion Picture Association of America (MPAA). Zij adviseert de Amerikaanse filmindustrie om “te stoppen met het afbeelden van het roken van tabak in films die toegankelijk zijn voor kinderen en jongeren.” De MPAA, die de grootste filmstudio’s vertegenwoordigt, moet hier nog publiekelijk op reageren. Het European Network for Smoking Prevention (ENSP) deed 8 mei een beroep op de filmindustrie om het roken in films in te perken door:
- te eisen van producers dat ze in de aftiteling verklaren dat mensen die betrokken zijn bij de productie van de film niet betaald worden voor het gebruik of het vertonen van tabaksproducten;
- te verbieden dat tabaksmerken herkenbaar in beeld komen;
- te verplichten dat sterke anti-rookreclames worden vertoond voor aanvang van een film waarin gerookt wordt;
- toekomstige films waarin beelden met tabaksproducten voorkomen, alleen te certificeren voor volwassenen;
- geen roken toe te staan in door de Europese Unie gefinancierde films.”
Discussie
Nu ben ik zelf geen roker en een voorstander van een rookvrije horeca (want die maatregel is voor niet-rokers een bescherming van hun gezondheid), maar ik denk toch dat bovenstaande voorstellen te ver doorschieten. Ik zie bijvoorbeeld niet in hoe item 1 mensen niet zou aanzetten om te gaan roken. Tabaksmerken niet herkenbaar in beeld brengen lijkt me ook niet echt uitkomst bieden zolang als de acteurs zelf nog rokend in beeld zijn en de laatste twee items ruiken naar pure censuur. Roken is een algemeen maatschappelijk verschijnsel en cinema reflecteert de wereld en toont dus ook rokers. Daarbij komt dat geen enkele commissie, politieke partij of andere groepering een kunstenaar iets moet kunnen opleggen. Op zich heb ik geen bezwaar tegen anti-rookreclames vóór de film – al heb ik persoonlijk helemaal geen behoefte aan reclamemeuk voordat de film begint. Alleen goede trailers graag.De getrokken conclusies gaan uit van het idee dat jongeren gaan roken omdat ze een voorbeeld nemen aan de rokende helden van het witte doek. Volgens deze redenering worden mensen ook gewelddadig door het spelen van games waarin geweld voorkomt, gaan mensen vloeken als ze naar explicit lyrics luisteren, minachten ze hun vriendin als ze naar rapclips kijken… etc. Dit soort argumenten zijn overigens van alle tijden: in de jaren vijftig werd beweerd dat jongetjes die Batmanstrips lazen homoseksueel zouden worden omdat Batman en Robin samen in een huis woonden, in kamerjassen rondliepen en verse bloemen op tafel hadden staan (Frederic Wertham, Seduction of the Innocent).Ongetwijfeld zullen zwakkere geesten kopieergedrag vertonen als ze een rokende held op het scherm zien, maar ik denk niet dat het verbieden van dat soort beelden de oplossing is. Goede opvoeding en juiste voorlichting over de gevolgen van roken wel. En laat filmmakers dan gewoon lekker hun gang gaan. Daarbij komt nog dat fictie films geen opvoedende taak hebben en ook niet in dat keurslijf geperst mogen worden. (Al kun je antirook documentaires of voorlichtingfilms als ‘wapen’ natuurlijk wel goed voorstellen.)Tot zover mijn 50 cents. Wat vind jij van deze kwestie?Lees ook (of niet:) Niet voor tere zieltjes en Thank you for smoking.
Column: Niet voor tere zieltjes
Toen ik van de week het nieuwe album van Avril Lavigne kocht, stond mij een onaangename verrassing te wachten. Bij de eerste keer draaien van dit album vol vrolijk klinkende popliedjes, leek mijn cd-speler af en toe te haperen. Ik draaide het betreffende nummer nog een keer en ontdekte dat bepaalde woorden van de tekst waren weggepoetst.
‘Wat zullen we nu krijgen?’, dacht ik. Verdomd als het niet waar was: diezelfde woorden waren ook in het booklet gecensureerd. Avril gecensureerd?! What the fuck! Een rondje googlen leerde mij dat er inderdaad twee versies van The Best Damn Thing op de markt waren gebracht: een ‘expliciete’ versie en de ‘clean’ versie. ‘Wat nou clean versie?’, dacht ik nog. Avril zingt in een liedje het woordje shit zo nu en dan, en in ‘Girlfriend’ gebruikt ze de term ‘motherfucking princess’ – op mijn exemplaar dus motherf_ing princess, en dat klonk werkelijk nergens naar.Ik hou niet van censuur. Als een artiest bepaalde uitdrukkingen wenst te gebruiken, dan moet hij of zij dat doen. Als een kunstenaar bepaalde symboliek wil gebruiken om een argument kracht bij te zetten, dan is het aan de kunstenaar om die keuze te maken.
Nu begrijp ik best dat puriteins Amerika kleine kinderzieltjes wil beschermen, en dat er dus een gecensureerde versie wordt uitgebracht om het K 3-publiek tegemoet te komen. Maar zet dat gvd dan ook gewoon op de verpakking. Een nietsvermoedende consument die niet op de hoogte is van het feit dat het werk van Avril gemutileerd is uitgebracht, weet dan dat hij een aangetaste versie mee naar huis neemt. Er wordt immers ook een sticker geplakt op de oorspronkelijke versie (je kent hem wel: Parental advisory, explicit content – standaarduitrusting voor cd’s die volgeluld worden door ‘gangsta’s’….). Doordat er op de ‘clean-version’ niets hierover staat aangeduid, wordt deze versie als de norm beschouwd. En dat klopt natuurlijk niet: de boze taalversie is de oorspronkelijke versie – want dit is de visie van de kunstenaar – en de opgeschoonde versie is de aangepaste.
We leven kennelijk in de omgekeerde wereld. Waarbij censuur de norm wordt, waarin je woorden in de mond worden gelegd, en zodra je iets anders wil bezigen, je wordt gezien als afwijkend of corrumperend. (Ik zeg: De Bond tegen het Vloeken.) Toen ik met mijn cd terugging naar de winkel was de verkoopster erg verbaasd over het feit dat er überhaupt een aangepaste versie bestond. Toen bleek nog eens dat de normale versie alleen te krijgen was in combinatie met een dvd die de prijs deed stijgen. Ja, je leest het goed: wie de oorspronkelijke versie wil bezitten moet extra betalen voor de cd. Deze kreeg ik echter zonder morren mee voor de oude prijs. Gelukkig waren er nog een paar mensen in de wereld die wel fatsoenlijk konden denken. Laten we hopen dat ze dat bij RCA, Sony/BMG, het label waar Avril haar werk uitbrengt, ook eens gaan doen.
Opmerkelijk feit: op de strong language-versie zit op de achterkant een sticker voor de Duitse markt, waarop een minimale leeftijd van zes jaar wordt aangegeven. Kijk, daar leven ze zich in ieder geval in de klant in: kinderen onder de zes verstaan natuurlijk geen Engels en hebben dan wel genoeg aan de goedkopere gecensureerde versie. Boven de zes mogen ze in Duitsland gewoon genieten van de oorspronkelijke muzikale visie van de artiest. Dat is nog eens klantvriendelijk!
Column: Koffie & Jezus
Over koffie doen verschillende geruchten de ronde – de een zegt dat het geen kwaad kan en een stimulerende werking heeft, de ander beweert dat je na een tijdje juist slaperig wordt van koffie. Ik heb het allemaal wel een keer gehoord en mijn eigen conclusies getrokken. Wanneer ik na vijf kwartier forensen eindelijk op mijn werk aan kom, ben ik, door al het lezen onderweg, weer behoorlijk duf geworden. Na het opstarten van mijn computer is de volgende stop de koffieautomaat om mezelf weer te verkwikken. Nou moet ik zeggen dat we alleen automatenkoffie tot onze beschikking hebben en dat ik in mijn leven wel beter heb geproefd. Toch, voor kantorenkoffie is het een redelijk bakkie. Ik heb een voorkeur voor cappuccino, maar drink anders mijn oppepper graag met melk en suiker. De zwarte koffie is niet op en top uit de automaat. Toch kan ik echt uitkijken naar die eerste kop in de ochtend; in het aroma ligt de belofte van een mooie dag verscholen.Na de eerste kop beginnen de radertjes in mijn hoofd weer te werken en ga ik aan de slag. In de loop van de dag wordt deze routine geregeld herhaald. Naast het beoogde effect heeft koffie ook een sociale functie. Ik ontmoet geregeld collega’s bij de automaat en soms komen daar gezellige en nuttige gesprekken uit voort. Daarbij is een rondje koffiehalen voor je collega’s een goede manier om een goede kant van jezelf te laten zien, of een goede kant te faken. Of de mythe van cafeïne nu waar is of niet, maakt eigenlijk niet zoveel uit. Als je gelooft dat iets werkt, dan werkt het negen van de tien keer ook. Het placebo-effect blijft niet beperkt tot nepmedicijnen, het geldt zowel voor koffie als voor de meeste religieuze levenshoudingen. Wat dat betreft is het vertrouwen in koffie en het geloof in Jezus gelijk aan elkaar. Als je er maar hard genoeg in gelooft, werkt alles.
Column: Goddelijke ellende
Het wel of niet geloven in een hogere macht blijkt iedere keer weer een heet hangijzer te zijn en mensen snel in een voor of tegen kamp te brengen. Wat mij betreft hadden ze de idee God zo snel mogelijk mogen vergeten.‘God is a concept, by which we measure our pain’, zong John Lennon in het nummer The Dream is Over. De uitvinding van het concept God is wat mij betreft gevaarlijker dan de uitvinding van de atoombom. Hoewel de fall-out van een atoomexplosie voor decennia grote schade aanbrengt aan een relatief beperkt gebied, brengt het geloof in een God al millennia niet te berekenen schade aan over de gehele wereld. Op zich is het geloven in iets hogers dan jezelf niet slecht. Een individu kan er veel troost en kracht uit halen. Zolang deze overtuiging een individuele bezigheid blijft. Het gaat echter mis zodra er rondom een godsidee een collectief ontstaat en mensen voorwaarden aan je overtuiging gaan stellen – het zogenaamde dogmatisch denken komt immers altijd met geboden, beperkingen en uitsluitsels. Zodra iemand claimt de ware versie van de almachtige te kennen, betekent dit automatisch dat de andere versies fout zijn. En dan begint het gelazer. Onderdrukking, uitsluiting, zelfmoordaanslagen, oorlog – allemaal in de naam van het goddelijke gelijk.Dogma
Wat dat betreft had Kevin Smith het met zijn film Dogma naar mijn idee bij het juiste eind. Smith, zelf katholiek, wil met de film uitdragen dat het soms beter is om een vermoeden of een aardig idee te hebben van iets goddelijks, zonder dit gelijk te gieten in een geloofsstructuur. Dit wordt duidelijk gemaakt in de dialoog tussen Rufus (Chris Rock), de dertiende apostel, en Bethany (Linda Fiorentino), de laatste telg uit de Jezus-familie:
Rufus: He [God, red.] still digs humanity, but it bothers Him to see the shit that gets carried out in His name – wars, bigotry, televangelism. But especially the factioning of all the religions. He said humanity took a good idea and, like always, built a belief structure on it.
Bethany: Having beliefs isn’t good?
Rufus: I think it’s better to have ideas. You can change an idea. Changing a belief is trickier. Life should malleable and progressive; working from idea to idea permits that. Beliefs anchor you to certain points and limit growth; new ideas can’t generate. Life becomes stagnant.
Alanis
Natuurlijk ontkwam Smith niet aan het probleem dat op het moment dat God daadwerkelijk een personage werd in zijn Dogma, hij het concept vaste vormen moest laten aannemen. God moest gecast worden. De hele film wordt naar God verwezen als Hij en Zij, maar uiteindelijk neemt de goddelijke aanwezigheid de vorm aan van Alanis Morissette. Je zou je een slechtere casting kunnen voorstellen dan een getalenteerde zangeres uit Canada die bovendien een esthetisch verantwoorde uitstraling heeft. Ze zet een ontwapenende god neer die niet gespeend is van een flinke dosis humor, speelsheid en compassie. (Als God werkelijk Alanis zou zijn, had ik dit stukje natuurlijk niet hoeven schrijven en had ik me graag overgeleverd aan haar genade. ;))Veel christenen in de States vonden de film natuurlijk aanstootgevend, want er was iemand anders die zijn interpretatie op ‘hun’ collectieve idee losliet. Zodra God geclaimd wordt begint immers het gedonder. Daarom zou het goed zijn als iedereen zijn god lekker voor zichzelf houdt en voor de rest niemand lastig valt met zijn visie. Tenzij die visie een goede film oplevert natuurlijk.
Lees ook (of niet): GvD!
Column: De jacht
Afgelopen maand was het Lappendag in mijn woonplaats. Deze laatste dag van de kermis heeft traditioneel twee functies: 1) mensen struinen in marathontijd de markt af naar de leukste koopjes; 2) men zuipt zich een stuk in de kraag in de kroeg en probeert dit de hele dag vol te houden. Nu staan vrouwen over het algemeen bekend om hun kledingkoopjeszucht en mannen om hun drankzucht, maar als zorgvuldig observator van deze dag kan ik je vertellen dat beide seksen zich tegoed doen aan beide afwijkingen. Het is natuurlijk aangenaam dat hier speciaal een dag voor wordt aangesteld, maar eigenlijk is dat overbodig aangezien het bijna elke dag wel ergens in de wereld koopjesjacht is. Ik maak me er zelf ook schuldig aan, al beperkt mijn aanschafgedrag zich tot boeken, cd’s en strips.
Wat een heerlijk leven leiden we eigenlijk; een leven waarin de aanschaf van een nieuw product het hart vervult met een gelukzalig gevoel en waar de aanschaf van een nieuw kleinood de illusie weet op te wekken dat alles goed is in de wereld. Al duurt dit maar voor even, meestal tot het moment dat de aandacht getrokken wordt door een ander ‘onmisbaar’ product.
Lang heb ik mij afgevraagd waar deze verkoopzucht vandaan komt. Ik zou een heel verhaal kunnen vertellen over hoe mensen tegenwoordig niet meer worden opgevoed door hun ouders, dat kinderen spullen krijgen om het gebrek aan liefde en aandacht te compenseren. Dat zal ongetwijfeld voor een deel waar zijn, maar ik schrijf een column en geen woensdagavondfilm voor RTL-4. Nee, de echte oorzaak van koopzucht is een oerdrift die we al sinds mensenheugenis in ons dragen, namelijk: De Jacht. Omdat we nu niet meer op mammoeten, dodo’s of ander wildvlees hoeven en kunnen jagen, en vrouwen verslinden op de ouderwetse manier verboden is door alle overspannen feministen, moeten we onze pijlen richten op andere trofeeën.
Recentelijk werk ik gewezen op een album van de band The White Stripes. Op MTV passeerden enkele clips van deze band en ik vond ze goed en interessant klinken. Ik raakte geobsedeerd door de dwingende ritmes en de spaarzame orkestraties van de nummers. Dit frisse geluid mocht natuurlijk niet in mijn cd-collectie ontbreken.
Toch is daar altijd (kort) een voorzichtige afweging tussen inkomsten en uitgaven, waarbij de eerste categorie de grens van de tweede bepaalt en er duidelijke keuzen gemaakt moeten worden. Een nieuwe cd is belachelijk duur in Nederland, maar de echte muziekliefhebber wil toch een origineel in handen hebben en geen gedownload – door mp3-compressie vervormt – product. Een kort bezoek aan mijn favoriete cd-winkel maakte duidelijk dat de cd mij 16 euro ging kosten. Hm, misschien waren The White Stripes toch niet zo goed, bedacht ik. Hup, op naar de winkel die altijd tweedehands cd’s verkocht voor een aardige prijs. Helaas, de cd was er (nog) niet. Nu kan je altijd het internet opduiken en de cd misschien voor een lagere prijs vinden. Maar het is natuurlijk veel spannender om stad en land af te lopen om te zien of er ergens een goedkoop exemplaar te vinden is. De Jacht was dus nog niet over.
De Jacht: er is niets opwindender dan een maagdelijke bak met cd’s af te werken, waarbij ieder nieuw doosje de gezochte cd kan bevatten. Hartkloppingen van de oplopende spanning naarmate mijn vingers door de collectie van de winkel glijden. En dan het moment van grote euforie als de cd daadwerkelijk gevonden wordt, of het gevoel van spannend afwachten als dat niet het geval is. Om vervolgens het proces in een andere winkel te herhalen. Grappig genoeg is in veel gevallen de jacht op de cd interessanter dan het uiteindelijk hebben van de cd. Als ik The White Stripes in huis haal, dan luister ik in het begin steevast vaak naar de band, om ze vervolgens tussen de andere cd’s te zetten en af en toe – wanneer mijn hoofd ernaar staat – de cd weer op te zetten. Toch zal dan de euforie van de aanschaf en de lichtzinnige stress die ik voelde tijdens het zoeken naar de cd allang vergeten zijn. Zoals zoveel dingen in het leven is de-jacht-naar veel interessanter dan het uiteindelijke bereiken van het doel.
Nu rijst toch de vraag wat ik met mijn leven moet doen als ik eenmaal rijk ben en het niet meer uitmaakt hoeveel iets kost… Misschien moet ik dan maar heel veel bier gaan drinken.