Tag: Paul Stellingwerf
Zondag waren mijn vriendin Linda en ik in Hoorn, de stad waar ik opgroeide en waar Mijn vriend Spider-Man zich deels afspeelt.
Sinds 2009 mag ik dan in Amsterdam wonen, ik kom nog geregeld en graag naar Hoorn. Mijn moeder en een paar vrienden wonen er. En alle geesten en herinneringen van vroeger. En die moet je soms ook bezoeken.
Mijn moeder had een verrassing voor me: ze had het interview dat vorig jaar in het Noord-Hollands Dagblad stond, ingelijst. Nou had ik vorig jaar sowieso leuke interview-ervaringen, maar het gesprek met Jaap Stiemer is wel een van mijn favorieten. Een reden is dat ik Jaap al een tijd ken en dat de rollen nu eens omgedraaid waren. Een paar jaar geleden had ik Jaap namelijk geïnterviewd voor een vlog:
Het was een zomerse middag en we zaten niet ver van waar een scène van het boek zich afspeelt, namelijk vlak bij de Tuibrug waar ik als kind probeerde als Spider-Man tegen de muur te klimmen. We eindigden het gesprek op het dak van een strandtent aan het IJsselmeer waar een groot Spider-Man-beeld staat.
Op de bar van dezelfde tent kom je Spidey overigens ook tegen:
Ik vond het een erg lief cadeautje van mijn moeder. Zo liet ze zien dat ze trots is op het feit dat haar zoon een boek had geschreven.
Old Skool
Op weg naar de binnenstad liepen Linda en ik langs mijn oude middelbare school. Je raadt het al: ook een van de locaties uit Mijn vriend Spider-Man. Ik zag dat ze er een hele vleugel bij aan het bouwen zijn. Kennelijk hebben ze meer leerlingen dan ooit. Nu was de OSG geen verkeerde school om op te zitten – van alle scholen in Hoorn had je daar de meeste vrijheid, gok ik – maar ik ben blij dat ik nooit meer die tijd hoef over te doen. Al die uren in die suffe lokalen zitten, en iedereen die hetzelfde onderwijs kreeg voorgeschoteld. Volgens mij moet dat anders kunnen, waarbij je sterke punten gestimuleerd worden in plaats van dat iedereen maar hetzelfde moet kennen en weten.
Later die middag zat ik met Linda en Paul, die ik al sinds de middelbare school ken, bij het Filmhuis aan het IJsselmeer te genieten van een uitsmijter. Het is tegenwoordig een van mijn favoriete tentjes om af te spreken in Hoorn. Je zit er lekker rustig, buiten en je kunt over het water kijken. Kabbelend water heeft altijd een rustig gevend effect op mij. Gelukkig hebben we voor ons huis in Amsterdam een kanaal, waar ik dan ook graag naar kijk terwijl ik een koffie drink.
Onderweg naar het Westfries Museum liepen we langs het pand waar vroeger Videotheek West was gevestigd. Als tiener werkte ik daar parttime. Mijn liefde voor film was en is groot, en dus is de videotheek een prima werkplek. De videotheek zit tegenwoordig in een pandje tegenover het oude, en het oude pand was gevuld met rommel. Het is natuurlijk een verdwijnend verschijnsel.
Withoos
We sloten het bezoek af met de bezichtiging van de expositie Withoos meets Withoos. De 17e eeuwse kunstschilder Matthias Withoos was internationaal bekend. Zijn verre achterkleinzoon, de Rotterdamse fotograaf Hans Withoos (1962), maakte voor de expositie Withoos meets Withoos fotografische beeldbewerkingen geïnspireerd door het werk van zijn betovergrootvader. Dit uitgangspunt leverde vaak mooie nieuwe kunstwerken op. Ook fijn dat er een korte documentaire draaide waarin de kunstenaar aan het woord kwam en je hem aan het werk zag. Dat soort audiovisuele middelen verrijken een tentoonstelling zeer.
Zondag was een letterlijke trip down memory lane. Net als de expositie Withoos meets Withoos vermengde ik met dit bezoek nieuwe belevenissen in het decor van oude herinneringen. Goed leven is een kunst.
Lonkende boeken
Nog steeds mag ik van mezelf geen nieuwe boeken en strips kopen. Ik wil eerst de 30% ongelezen materiaal in mijn collectie grotendeels gelezen hebben. Dit valt in de praktijk echter niet mee.
Toen ik Paul dat laatst vertelde, begon hij meteen te lachen. ‘Man, dat vertel ik mezelf al twintig jaar dat ik geen nieuwe comics mag kopen voordat ik de oude gelezen heb. Lukt niet.’
Het is een mooi voornemen, wat natuurlijk lastig te vol te houden is. Zo is er recent het boek Onder de toonbank: Pornografie en Erotica in de Nederlanden bij Van Oorschot verschenen. Ik ben erg benieuwd naar dat boek. Onder andere omdat er een heel hoofdstuk over pornografische strips in staat. Bij het boek hoort ook een expositie bij die ik binnenkort wil bezoeken.
Bij de uitgeverij heb ik een recensie-exemplaar aangevraagd zodat ik het boek op dit blog kan behandelen. Zolang het voor werk is, is het natuurlijk wel geoorloofd om nieuw leeswerk in huis te halen. Als die aanvraag niet gehonoreerd wordt, zal ik waarschijnlijk toch het boek zelf kopen. Maar nu dus nog niet.
Boekwinkels
En er zijn nog een paar boeken die recent uitkwamen en die op mijn verlanglijstje staan. Voorlopig lukt het me aardig om me aan het voornemen te houden. Een nadeel ervan is echter dat ik ook boek- en stripwinkels mijd. En aangezien dat toch een paar van mijn favoriete plekken zijn, valt dat me wel zwaar.
Dinsdagmiddag waren Linda en ik dan ook bij Scheltema in het centrum van Amsterdam. Linda had wat cadeautjes nodig voor vrienden en familie. Er was uitverkoop en in de winkel stonden veel dozen vol met boeken naar me te lonken. Dat is toch een beetje alsof je iemand die dieet in de Jamin neerzit.
Ik ben dan ook maar een kopje Jasmijn-thee gaan drinken in het café op de eerste verdieping terwijl Linda verder ging met zoeken. Want door het zelfopgelegde koopverbod, voelde ik me niet happy in de boekwinkel.
Natuurlijk had ik wel nieuwe boeken willen kopen, een tas vol zelfs. Toch denk ik nu eerder na over de boeken die ik al heb en nog steeds wil lezen. Die krijgen vooralsnog voorrang op nieuw leeswerk.
Spider-Man in de Preview
Filmjournalist en hoofdredacteur van de Preview Pim Wijers was de eerste die mij interviewde over Mijn vriend Spider-Man: Superhelden, geeks en fancultuur.
Ons gesprek vond plaats in april, ruim voordat het boek af was. In die weken was ik nog koortsachtig de laatste hand aan het leggen aan de tekst en aantekeningen van de redacteur aan het doornemen. Onderstaand interview is gepubliceerd in Preview #4 (de niet-Pathé editie). Op de cover stond de cast van de Baywatch reboot.
Nieuw Gehoer reünie
Ach, noem het wat je wilt: een reünie of gewoon een gezellige borrel van Studio Nieuw Gehoer.
Hoe dan ook, vrijdagavond zaten Menno, Paul, Matt, Rob, Edrick en ondergetekende in café De Kroeg in Hilversum. Hallie Lama stond achter de bar, maar die hoorde er als lid van de studio natuurlijk ook bij.
Johan en Roos kwamen er ook gezellig bijzitten.
Waarschijnlijk ben je allang vergeten dat het bestond, maar een paar jaar geleden was Nieuw Gehoer een tekenbattle. Een tekenaar maakte een tekening en een grap, of probeerde dat althans, een volgende maakte hier een antwoord op. Ik deed toentertijd een beetje de pr van de studio en maakte een reportage toen we naar Strip Turnhout afreisden.
Lekker gelul
Een deel ervan is nog te lezen op het blog. Zo te zien zijn sommige afbeeldingen verwijderd, wat wellicht te maken heeft met het feit dat sommige mensen getekende erecties al als expliciet en dus verboden content zien. Geen idee hoe christenen met dat soort opvattingen plassen trouwens, maar goed.
Piemels werden er weer veel getekend in de Kroeg. En bier gedronken natuurlijk. En gezellig bijgepraat en even vergeten dat we allemaal een paar jaar ouder zijn geworden en bij sommige van ons de buikjes iets zijn gegroeid.
Goede tijden.
(Bijna) Tien jaar bloggen
Van de week zat ik virtueel door een oud fotomapje te bladeren en kwam ik deze guitige foto van mezelf tegen. Ik schat dat ik deze selfie in 2005 of 2006 geschoten heb.
Inmiddels heb ik minder haar op mijn hoofd, ligt die leren jas allang op een vuilnisbelt en is dat Batman T-shirt een stuk valer van kleur. Ook woon ik allang niet meer in Hoorn, maar in Amsterdam, in een fijner plus groter huis en niet alleen. Tien jaar is een lange tijd en daarin verandert veel.
27 augustus is het tien jaar geleden dat ik mijn blog Mike’s Webs startte. Mijn eerste online publicatie dateert van een paar maanden eerder, namelijk een recensie van de site Ziekehond.nl op Clickburg – een website voor webcomics die sinds een lange tijd alweer slapend is. Als je die recensie als eerste blogpost beschouwt, blog ik dus al wat langer dan tien jaar. Het is maar hoe je er tegenaan kijkt. Uiteindelijk maakt het ook niet veel uit.
Slapende blogs, het web zit er vol mee. Mike’s Webs is geïntegreerd in deze website, dus echt slapend kun je die niet noemen.
Ook ondergetekende niet, al vraag ik me wel eens af wat ik eigenlijk toe te voegen heb aan al die stemmen op het web. Het internet zit vol meningen. Vaak zijn die niet zo interessant en doorgaans slecht geïnformeerd.
Wat ook niet is veranderd in de afgelopen jaren, is mijn afkeer tegen zuurpruimerij in de reacties onder blogposts. Eigenlijk wil ik helemaal niet meer last hebben van dat soort zaken, maar toch trek ik het me nog vaak aan.
Zelf schrijf ik tegenwoordig het liefste over dingen die ik goed vind, mensen die ik bewonder en zaken waar ik een blij gevoel van krijg. Ik heb geen zin om me te concentreren op negativiteit, ook al is het mijn aard om altijd eerst het negatieve op te merken voordat het positieve mij duidelijk wordt.
Dit is een van de redenen waarom ik weinig zin heb om nog volbloed recensies te schrijven. Er komen nu eenmaal meer middelmatige en slechte strips dan goede uit. Hetzelfde gaat op voor film. Ik heb geen zin om middelmatigheid onder de aandacht te brengen of me langer dan dat het lezen kost met die boeken bezig te zijn.
Vanwege die reden schrijf ik tegenwoordig ook bijna niet meer over politiek en religie: ik vind het allebei stomme verschijnselen waar ik heel goed zonder kan, maar door een tirade tegen het geloof te publiceren kan ik echt niemand op andere gedachten brengen. Gelovige dwaallichten zullen niet opeens het ‘licht’ zien en van koers veranderen door wat ik schrijf, dus why bother?
Laatst kwam ik een stripplaatje tegen uit een Spider-Man-strip: een nachtmerrie die Peter Parker heeft voordat hij gaat trouwen met Mary Jane. ‘Mooi plaatje, daar moet ik iets mee,’ dacht ik. Totdat ik me herinnerde dat ik daar een paar jaar geleden al over geschreven had.
Deze blogger valt geregeld in de herhaling en schrijft vaak over dezelfde zaken. Dat krijg je als je over dingen schrijft die je boeien en dat niet duizenden verschillende dingen zijn. Mijn interesses zijn breed maar beperkt. Ik weet even niet hoe vaak ik al over Tim Burtons Batman heb geschreven, maar het zijn aardig wat blogposts geweest gedurende de afgelopen tien jaar. Om over Halloween of Spider-Man nog maar te zwijgen.
Aan de andere kant: wat maakt het uit? Als je ergens graag over schrijft, gewoon blijven doen, of mensen dat nu lezen of niet, want je schrijft vaak om je gedachten te ordenen of misschien om gewoon iets opnieuw te beleven. Nogmaals Batman kijken zal nog wel eens voorkomen, maar het is wellicht leuker om een mooie filmstill uit te delen…
…of een video waarin een van je geliefde films op een grappige wijze gefileerd wordt.
Bovendien heb ik al eerder over herhaling geschreven, zie ik.
Goed, ik ga weer even Netflixen, want daar valt nog wel aardig wat nieuws te ontdekken.
Wat ik leerde van mijn blogverleden
De afgelopen dagen heb ik mijn oude blog Mike’s Webs in deze site geïntegreerd. Een leerzame ervaring.
Het overzetten van een blogger blog naar een wordpress gaat op zich redelijk makkelijk met de juiste plugin. Ik gebruikte Blogger Imported Extended van Yuri Farina en die doet eigenlijk het meeste werk. Je drukt op de knop en posts, afbeeldingen en comments worden automatisch overgezet.
Blogrestauratie
Maar dan begint het echte werk pas: de layout wordt niet altijd even goed meegenomen. Nu had het template van Mike’s Webs altijd al wat problemen dus dat kan daar ook de oorzaak van zijn. Vaak vielen de witregels weg in de nieuwe layout. Dat komt de leesbaarheid van de oude stukken niet ten goede, maar om al die blogposts te gaan editen is een enorme klus.
In ieder geval was ik al bijna een dag bezig om de categorieën van de ruim 700 blogposts in orde te maken. Toen ik in 2006 begon met bloggen, had blogger namelijk alleen maar tags, maar geen categorie-tags. Omdat ik op MichaelMinneboo.nl ‘strips’ als standaard categorie heb staan, werden alle oude blogposts daaronder geschaard. Ook als ze niets met het beeldverhaal te maken hebben.
Een ander probleem: de embedcodes van Youtube en Vimeo werden niet meegenomen. Die video’s moesten dus worden opgezocht en er opnieuw in worden gezet. Voor zover ze nog online stonden. Zelf ben ik een enkele video die ik vroeger gemaakt heb kwijtgeraakt omdat ze simpelweg van Blip.tv of Google Video verwijderd zijn. Google video is er al een paar jaar geleden mee opgehouden.
Maar dat soort problemen vergeet je meteen weer, ik neem vooral positieve dingen mee van deze ervaring.
1. Je blog is je geheugen
Het was erg leuk om weer eens door die oude blogposts te bladeren. Ik was al veel vergeten, dus een hoop kwam weer terug toen ik met de artikelen bezig was. Good memories! Een blog is een archief van je verleden en een levend geheugen. Oudere blogposts hebben vooral voor de blogger veel waarde en voor mensen die met een zoekmachine op de site terechtkomen en in een specifiek onderwerp geïnteresseerd zijn. Reguliere bezoekers gaat het vooral om wat je vandaag of gisteren geplaatst hebt.
2. Bloggen gaat om het nu
Er zaten aardig wat aankondigingen en voorbeschouwingen tussen mijn blogposts. Zoals ‘ik kijk uit naar de nieuwe Iron Man-film’ of ‘binnenkort een expositie over…’ Die aankondigingen hebben maar een beperkte waarde: ze informeren de bezoeker op dat moment, maar zodra het event voorbij is, heeft zo’n blogpost minder nut. Alleen nog als onderdeel van een spoor van interesses. Recensies, interviews en achtergrondartikelen hebben op de lange termijn een grotere waarde dan aankondigingen.
3. Vroeger werkte ik meer samen
Het viel me op hoe ik de begindagen van mijn blogcarrière veel meer gastauteurs op mijn blog toeliet en zelf ook bij anderen publiceerde. Er was een interessante kruisbestuiving van bloggers. Zo had ik een tijdje de rubriek De perfecte zondag, waar bloggers een aflevering voor schreven om te vertellen hoe die perfecte zondag er voor hen uitziet. Ik denk dat dit – voor mij althans – veranderde toen personal branding een ding werd. Opeens ging het bloggen om het promoten van ‘mijn merk’ en wat ik ‘voor de klant kon betekenen’. Eigenlijk vind ik dat oude community gevoel onder bloggers erg prettig. Personal branding is onder invloed van sociale media ook te ver doorgeslagen. Ik ben er geen fan meer van.
4. Je blog is een spiegel
Het viel me ook op dat sommige typen blogposts uiteindelijk uitgroeien tot aparte categorieën of rubrieken. In 2010 begon ik met een apart fotoblog, maar eigenlijk maakte ik vanaf het begin al blogposts die daaronder vallen. Hetzelfde geldt voor de rubriek Filmframes en over Spider-Man schreef ik allang voordat ik de rubriek Spidey’s web begon. Ik denk dat je soms opeens een lijn ziet in een bepaald soort blogposts en dat het dan een rubriek wordt. Wat dat betreft blog is dus al negen jaar consistent en komen bepaalde onderwerpen telkens weer terug. Mijn blog zegt dus heel veel over wie ik ben, waar ik mee bezig ben en wat mijn bezighoudt. En eigenlijk verander ik niet zo veel in de loop van de tijd.
Dat gezegd hebbende:
5. Vroeger was ik persoonlijker
Het is waar: hoewel ik onderwerpen op een persoonlijke wijze benader, wat mijn artikelen dus een eigen stem geeft, vind ik, is het wel zo dat ik vroeger meer vertelde over wat ik meemaakte en wat er in mijn hoofd omging. Dat viel me op toen ik die oude blogposts uit 2006 en 2007 weer terug las. Tegenwoordig ben ik voorzichtiger met wat ik wel en niet in het openbaar deel.
Ik vind het fijn dat alle blogposts nu weer samen zijn. Hoewel ik vijf jaar geleden dus overstapte naar wordpress voelde het altijd raar als ik wilde linken naar een oudere blogpost en dat dit artikel op een andere site stond. Mike’s Webs is net zo goed een deel van mijn verleden als wat ik nu publiceer. Er zitten ook minder goede blogposts bij, maar ook die horen thuis in mijn verhaal.
Na deze ervaring zal ik het blog Daily Webhead ook gewoon in deze site opnemen, want dan is mijn verhaal compleet. Dat zal nog eens ruim 1100 posts toevoegen aan de ruim 2200 die nu al op deze site staan.
Tot slot, wat ik vooral weer besefte bij het doorspitten van de oude blogposts is dit: ik heb ontzettend veel lol beleefd aan het bloggen en online publiceren. En dat maakt al die energie en tijd die ik erin heb gestoken meer dan de moeite waard.
Lekker nostalgisch lezen
Toen ik nog web- en videoredacteur was bij Intermediair, was zondag mijn favoriete dag van de week. Meestal zat ik dan uren op mijn leeststoel de nieuwe stapel comics door te nemen.
Heerlijk vond ik dat: ’s ochtends rustig opstaan, douchen, ontbijten en daarna lekker aan de koffie op mijn stoel de nieuwe trade paperback van The Walking Dead lezen of de nieuwe Spider-Man of X-Men-verhalen. Meestal jaagde ik er op zo’n middag een paar trades doorheen. De fysieke wereld was dan niet groter dan mijn huiskamer, maar mijn hoofd kwam in werelden waarin superhelden en zombies de dienst uit maakten.
Op zaterdag deed ik natuurlijk de boodschappen en ’s middags zat ik dan meestal de blogstukjes voor de komende week te schrijven. Door de weeks kwam ik daar nauwelijks aan toe, dus pende ik drie, soms vier stukjes vooruit. Aan het eind van de middag was het soms koffiedrinken bij Swaf en bijpraten met de andere barflies. ’s Avonds zat ik vaak bij Paul film te kijken en gingen we daarna nog even de kroeg in. Een fijn doch routineus leventje.
Tenminste, zo kijk ik nu tegen die periode aan, maar goed, ik ben dan ook een nostalgist. Mijn hoofd verkeert vaak in een periode van een paar jaar geleden en beziet het geheel door een rooskleurige bril. Veel leed is vergeten en leuke, markante momenten voeren de boventoon. Het is een van de belangrijkste reden waarom ik oude foto’s uit die tijd op Daily Webhead wil publiceren, om even lekker in het verleden te kunnen zwelgen.
Tegenwoordig wonen vrienden niet meer om de hoek, woon ik in een nieuw huis, in een andere stad en ben ik niet langer vrijgezel.
Nu weet ik van mezelf dat ik een nostalgist ben. Niet heel zen van me, maar ik kan er niet veel aan doen. De consequentie daarvan is dat ik over een paar jaar met een roze bril naar de huidige periode zal kijken. Nu ik me daarvan bewust ben, probeer ik zoveel mogelijk in het nu te leven en te genieten van wat me overkomt. Soms doe ik alsof ik vanuit de toekomst naar het nu kijk, lekker zwelgen in het heden. Soms probeer ik dat lekkere leesgevoel van toen terug te halen door ook nu fijne leesmomenten te creëren. Lekker op de bank. Kopje koffie erbij en lezen maar. En niet alleen op zondag.
Spidey’s web: Breekpunt
Eigenlijk had ik een vrolijker stuk gepland voor de aflevering van vandaag, maar aangezien ik bijna een nervous breakdown aan het ondergaan ben, wil ik vandaag even dit kwijt: ik ben zo ontzettend klaar met de ondermaatse Spider-Man-verhalen die Dan Slott schrijft, dat ik niet langer Amazing Spider-Man zal lezen zolang de comics door Slott zijn gepend. Ik kan het simpelweg niet meer aan.
12 januari 2008 is in zekere zin een historische dag. Paul en ik zaten in de trein op weg naar Hoorn. We waren in Amsterdam geweest en stripwinkel Vandal Com-x bezocht. Die zat toen nog op de Rozengracht in Amsterdam. Daarna gingen we bij de Bijenkorf langs waar Paul zijn voorraad Nespressocupjes aanvulde.
In de trein naar huis las Paul het nieuwste nummer van Amazing Spider-Man #545. Het nummer waarin Peter Parker en Mary Jane een deal sluiten met Mephisto om het leven van Tante May te redden. In ruil voor haar leven moesten de twee geliefden hun huwelijk opgeven. Na deze deal had het huwelijk van Peter en Mary Jane, wat inmiddels 20 jaar aan verhalen had opgeleverd, volgens de redacteuren van Marvel nooit plaatsgevonden.
Het was voor Paul de druppel: hij besloot vanaf nu geen Spider-Man comic meer te lezen en voor zover ik weet, heeft hij ook geen van de comics die erna kwamen opengeslagen. Hij voelde zich, net als veel fans indertijd, ontzettend genaaid door deze retcon van Marvel.
Ik snapte dat goed, maar ben Spider-Man blijven lezen omdat ik nu eenmaal graag wilde bijhouden wat er in het leven van Peter Parker gebeurt. Ik zat Brand New Day uit, liet the Gauntlet over me heen komen en las zelfs ieder nummer van Superior Spider-Man. Knarsentandend weliswaar, maar toch…
Elke fan heeft een breekpunt en hoewel ik het me dat tijdens die treinrit niet kon voorstellen, moet ik bekennen dat ik de mijne nu heb bereikt. De druppel was voor mij Amazing Spider-Man vol. 3 #17 en wat me eindelijk het licht deed zien was een ingezonden brief van Ryan Knight uit New Port:
Vooral de boodschap van Spider-Man-redacteur Nick Lowe dat we, als het aan hem ligt, voorlopig nog niet van Slotts verhalen af zijn, deed me de moed in de schoenen zakken. Al te lang – minstens drie jaar, maar het kan langer zijn – maakt Slott mij het leven zuur met zijn gebroddel en genoeg is werkelijk genoeg. Ik hou van Spider-Man, hij is mijn favoriete fictiepersonage. En dat zal altijd zo blijven en daarom bleef ik ook lezen: ik wilde weten hoe het verder met Peter Parker gaat. Maar wat Slott schrijft heeft eigenlijk maar weinig met Peter Parker en zijn wereld te maken.
Peter is zichzelf niet meer en hij is een bijfiguur geworden in zijn eigen strip. Alle andere castleden lijken slimmer en beter te zijn dan Peter Parker. Werd hij vroeger alleen maar gezien als het lulletje van de klas maar wisten wij lezers beter, tegenwoordig is hij niet meer dan een onverantwoordelijke sukkel in de verhalen van Slott. Ondanks het feit dat hij al jaren meegaat en als superheld menigmaal heeft bewezen dat hij zijn mannetje staat, heeft Spider-Man geen idee meer hoe hij dingen aan moet pakken. Heel anders dan de Spider-Man die we kennen van Stan Lee, Roger Stern en Tom DeFalco, die zelfs als hij het moest opnemen tegen opponenten die twee maten te groot waren, toch zegevierend uit de strijd wist te komen. Vaak niet ongeschonden en alleen dankzij enorme wilskracht wist hij mensen als Firelord of the Juggernaut te verslaan. Maar Peter gaf niet op en daarom houden we van hem. Ik heb geen idee wie er in het Spider-Man-pak zit tegenwoordig, want hij lijkt op geen meter op Peter Parker.
En eigenlijk geldt dat voor alle bekende personages. Mary Jane praat niet meer als MJ bijvoorbeeld. Plots worden in elkaar gekunsteld omdat Slott nu eenmaal graag die kant op wil, en kneedt de personages zo dat ze in zijn verhaal passen. Slott bedenkt grote events die interessante verhalen kunnen opleveren, maar al die high concepts hebben tot nu toe alleen maar tot heel slappe verhalen geleid. (Hoe dat komt heeft hij recent zelf uitgelegd, maar dat is natuurlijk geen excuus.) Goed, allemaal dingen die ik al eerder heb besproken en anderen ook hebben aangekaart.
Al een paar jaar lees ik de recensies op de site Spider-Man Crawlspace en in al die tijd zijn er zelden positieve besprekingen van Slotts werk geweest. Ook de comments staan vaak vol met haat naar hem toe. Ik haat Slott niet, want ik maak graag verschil tussen iemand en het werk dat hij maakt. Maar ik zal mezelf niet langer martelen door Slotts Spider-Man-werk te lezen. Fuck it.
Bovendien begon ik de laatste tijd toch wel te hopen op een aambeeld dat opeens uit de lucht valt als Slott over straat loopt, gewoon om van hem af te zijn. Zo’n mens wil ik niet zijn.
Ja, er zijn ook mensen die Slotts werk fantastisch vinden. Dat is prima natuurlijk. Er zijn ook mensen die Jantje Smit een goede artiest vinden. Dat begrijp ik eigenlijk niet, maar Smit interesseert me geen bal dus ga ik geen moeite doen om dat te snappen. Peter Parker achterlaten in de handen van Slott vind ik moeilijker, maar ook daar heb ik helaas geen macht over. Ongetwijfeld valt de verkoop van Amazing Spider-Man Marvel niet tegen anders hadden ze Slott allang ingeruild voor iets beters. Maar daarin schuilt juist het probleem: ook de mensen die zijn werk haten, kopen het. Uit loyaliteit voor Spidey misschien of omdat ze het willen lezen zodat ze online kunnen zeggen hoe kut ze het wel niet vinden. Verkoopcijfers zeggen dus niet zo veel.
Gelukkig betekent deze beslissing niet dat ik geen Spider-Man-comics meer kan lezen. Er ligt hier nog een hele stapel die ik wil lezen en herlezen. En Gerry Conway is nu bezig aan een vijfdelig verhaal dat ik graag door zal nemen als het laatste deeltje uit is. Conway kan namelijk wel goed strips schrijven.
Argibald tekent iedere dag
Stripmakers en cartoonisten. Als je niet oppast, struikel je over ze.
Gistermiddag had ik een gezellige koffieafspraak met goede vriend en illustrator Paul Stellingwerf (die ook mijn avatar heeft getekend). Op weg naar huis kwam ik opeens Argibald tegen – ook illustrator & cartoonist. De Utrechtse kunstenaar was in Amsterdam om wat werk af te leveren bij kopers. Hij staat tegenwoordig veel op markten en doet daar goede zaken. Cartoons maakt hij wel wat minder dan vroeger, maar illustraties des te meer.
Argibald vertelde me dat hij sinds begin dit jaar iedere dag een tekening maakt die te koop zijn voor 25 euro. Geen gekke prijs voor een originele illustratie van 13X18cm inclusief passe-partout. Aan het eind van het jaar schenkt hij 20% van de opbrengst aan de voedselbank. ‘Als het uiteindelijk toch slecht gaat met opdrachtwerk, heb ik er dan zelf ook nog wat aan als ik in de rij bij de voedselbank sta,’ grapte hij.
Dat laatste moeten we maar voorkomen en dat kan: Argibalds werk staat op een facebookpagina. Mocht je interesse hebben in een originele Argibald, dan kun je mailen met argibaldi@gmail.com.
Column: Magische artefacten
Je kunt tijdens je vakantie gaan bruinbakken op een strand aan de Middellandse Zee, maar je kunt ook de voetsporen van een Hobbit nalopen in Nieuw-Zeeland of de Hogwarts Express nemen die door Schotland rijdt. Mediatoerisme heet dat: plaatsen bezoeken waar films of televisieseries zijn opgenomen.
In tegenstelling tot religieuze dwaallichten die te bedevaart naar Mekka of Lourdes trekken, weet de mediatoerist dat de verhalen en de personages die hem fascineren, fictie zijn. Maar dat maakt ze niet minder boeiend. Sterker nog, door het bezoeken van deze plekken wanen we ons ook even een held en lijkt ons leven een spannend avontuur.
Het aftasten van de grens tussen fictie en werkelijkheid vind ik eindeloos fascinerend. Daarom bezoek ik graag exposities met props uit films, zoals die over David Cronenberg in Eye. Fantastisch om vlak bij de Telepod uit The Fly te staan en alle details goed in je op te kunnen nemen. Je kunt er omheen lopen en het voorwerp van alle kanten bekijken. Maar je mag het niet aanraken. Dichtbij en toch onbereikbaar. De props, ooit aangeraakt door Acteurs en Regisseurs, zijn relikwieën en als zodanig gaat er een magische werking van ze uit. Je kunt je voorstellen dat je de deur van de Telepod opendoet en er in gaat zitten om geteleporteerd te worden.
Wanneer je voorwerpen uit films in het echt ziet, is het alsof deze via een magische daad van de fictieve wereld in de onze terecht zijn gekomen. Toch is hun aanwezigheid een paradox. Aan de ene kant maken de voorwerpen de fictieverhalen waarachtiger, want ze zijn tastbaar. Aan de andere kant maken ze vaak heel duidelijk hoe artificieel de fictiewereld is. De Telepod werkt natuurlijk niet. Het is een knap stukje handvaardigheid, maar net zo bruikbaar als je smartphone wanneer je in 1920 terecht zou komen of wanneer je anno nu gebruik wil maken van wifi in de trein.
In 2012 bezocht ik in Parijs de expositie over Tim Burton. Daar stonden drie maskers van zijn Batman-films in een vitrine. Dichter kon ik als Batman-fan niet bij Gotham City komen. Ik bekeek de maskers aandachtig: Michael Keatons hoofd had hier immers in gezeten en gezweten. Meenemen kon natuurlijk niet en zelfs foto’s nemen was ten strengste verboden. Overal stonden Franse bewakers met priemende oogjes de bezoekers in de gaten te houden. Toch waagde ik het erop en pakte zo onopvallend mogelijk mijn mobieltje om drie snelle foto’s van de maskers te schieten. Betrapt werd ik niet en triomfantelijk liep ik het filmmuseum uit. Deze anarchistische daad maakte nog geen Batman van me, maar even waande ik me in een spannend avontuur. Hoe klein ook. Ook dat is filmmagie.
Deze column is gepubliceerd in Schokkend Nieuws #109. Het is mijn laatste column voor Neerlands tofste filmblad. Ik ben trots op de 12 afleveringen die ik ervoor heb mogen schrijven en heb in het bijzonder genoten van de samenwerking met illustrator Paul Stellingwerf die iedere keer weer grappige en pakkende illustraties wist te tekenen.
Column: Dubbelganger
Hoe zou het zijn om jezelf tegen te komen? Ik bedoel dat niet overdrachtelijk, dus niet dat je na veertien dagen lang zwaar alcohol- en drugsgebruik en optioneel vreemdgaan wordt betrapt door je vriendin en je ‘out’ gaat. Nee, hoe zou het zijn als je je dubbelganger tegenkomt, iemand die precies is zoals jij?
Het hangt een beetje van de aard van het beestje af natuurlijk. De dubbelganger als negatieve versie van de held is bijvoorbeeld een opvallend veelvoorkomende uitwerking van het thema, of het nu klonen of een dubbelganger uit een parellel universum betreft.
Mijn eerste kennismaking met dit concept was een aflevering van Knight Rider waarin Michael Knight en K.I.T.T. het opnemen tegen K.A.R.R.: een levensgevaarlijk proefmodel van de wonderauto die geprogrammeerd is vooral uit eigen belang te handelen in plaats van anderen te beschermen zoals de programmering van K.I.T.T. voorschrijft. De twee auto’s zijn dus tegenpolen van elkaar. De tegenpool van de held levert doorgaans een spannende confrontatie op tussen twee evenredig grote krachten. In wezen zijn de eeneiige tegenpolen een gesimplificeerde weergave van de twee uitersten van het menselijk karakter: kiezen we als brave padvinders voor het goede of laten we ons egoïsme, dus de kwade kant onze acties bepalen en dompelen we ons onder in een hedonistische levensstijl, ten koste van anderen? Dankzij de dubbelganger zijn we getuigen van beide uitkomsten, al laat de belerende boodschap die achter het verhaal schuilt zich al raden natuurlijk.
Toeval of niet: in de laatste editie van het Imagine filmfestival zaten verdacht veel films die draaien om parallelle universa of op een andere manier je doppelgänger tegen het lijf lopen. Iedere film belicht dit uitgangspunt op een andere manier, maar het is opvallend hoeveel personages hun dubbelganger wantrouwend tegemoet treden. Dat is op zich nog niet zo vreemd, want jezelf tegenkomen heeft iets unheimisch, maar in veel gevallen wil het origineel zijn kopie zelfs de hersens in slaan.
Het buitenbeentje in +1 uitgezonderd: zij heeft eindelijk iemand heeft gevonden om mee te praten en te kussen (!) namelijk zichzelf. Haar reactie leek me dan ook het meest logisch. Niet dat ik meteen zou tongworstelen met mijn tweede ik, maar mocht ik mijn dubbelganger uit een parallel universum ooit tegen het lijf lopen, dan hoop ik op een vriendelijke conversatie en niet op een knokpartij tussen tegenpolen. Lijkt me leuk om notities uit te wisselen en misschien kan hij me ook meteen vertellen waar ik dat vintage Spider-Man-poppetje heb neergelegd dat ik al jaren niet terug kan vinden.
Deze column is gepubliceerd in Schokkend Nieuws #108.