Categorieën
Strips

Stripdagen Haarlem 2008: Voorpret

Op 6, 7 en 8 juni 2008 wordt de eerstvolgende editie van de Stripdagen Haarlem georganiseerd in Haarlem en omgeving. Op circa 50 locaties zijn op 6-8 juni 2008 weer tentoonstellingen, beurzen, optredens, lezingen en allerlei andere activiteiten rond strips, popcultuur, beeldende kunst en gerelateerde zaken. Wat mij betreft biedt het programma dit jaar veel interessant stripplezier. Ik bezoek de Stripdagen Haarlem (die tweejaarlijks plaatsvinden) al jaren met veel plezier. De vorige editie was ik daar als een van de juryleden van de Clickies – de originele prijs voor webcomics die inmiddels zo goed als ten grave is gedragen. Dit jaar ben ik er onder andere in de functie als journalist en natuurlijk als pr-hoer voor stripcollectief Nieuw Gehoer. Uiteindelijk ben ik dat weekend vooral in Haarlem voor de lol. Want dat is wat mij betreft toch de kernwaarde van een stripbeurs: het is er vooral leuk toeven. Programma
Wat hebben de stripdagen dit jaar voor de bezoekers in petto? Check voor het volledige verhaal het programmaoverzicht op hun site. Waar ik vooral zin in heb is de documentaire Graphic Novel, van de VPRO uit 2003 over Eisner, Spiegelman, Craig Thompson en Dominique Goblet. Te zien op zaterdag 7 juni om 12.30 in de Philharmonie. Op zondag is deze om 14 uur te zien. Edith Kuyvenhoven promoot haar stripje over cavia Elp op ludieke wijze door een caviarace. Vrijdagmiddag is er een bijeenkomst over het gebruik van strips in reclames: De Creatieve Marktplaats Haarlem.Russische strips
Aangezien ik niet zo heel veel weet van strips uit Rusland, kan het geen kwaad een kijkje te nemen bij de presentatie van Dimitry Lakovlev. Lakovlev is organisator van het stripfestival van St. Petersburg, ’Boomfest’ geheten. Op uitnodiging van Stichting Beeldverhaal Nederland komt hij in boekhandel Athenaeum aan de Gedempte Oudegracht een presentatie geven over de onbekende, Russische strip. Op zaterdag 7 juni om 17.00 uur. In samenwerking met Pegasus uit Amsterdam, die relevante literatuur uit Rusland zal tonen.
Strippraatjes
Tot slot gaat journalist Jeroen Mirck op de interviewstoel zitten om stripmakers Floor de Goede, Randall C (winnaar VPRO Debuutprijs 2008), Maaike Hartjes & Mark Hendriks (Hongkong Dagboek), Len Munnik (cartoonist voor o.a. Opzij) en niemand minder dan Hanco Kolk (S1ngle, Meccano, Gilles de Geus) te interviewen. Hij schreef er een voorbeschouwing, met een de wat ongelukkig gekozen titel ‘Cartoonrellen op Stripdagen Haarlem‘, over. Vooral de interviews met Flo en met Hanco Kolk lijken me boeiende gesprekken. Kolk maakte met zijn reeks Meccano een van de meest interessante stripreeksen van de Lage Landen. En de (bijna) daily’s van Flo zijn vaak scherp en erg grappig.
En tja, dat die Smurfen 50 jaar oud zijn en een expo hebben en dat Michel Valiant ook een halve eeuw wordt dit jaar, dat geloof ik allemaal wel. Na een paar weken boodschappen doen bij de Albert Heijn kan ik geen Smurfen meer zien. Bijzondere uitgaven
Een vol programma of niet, ervaring wijst uit dat ik de eerste dag waarschijnlijk vooral bij de smallpress rondhang en lol trap met de Nieuwe Hoeren en andere collega’s. Over de Nieuwe Hoeren gesproken (let op, hier komt een schaamteloze plug:) Hallie Lama presenteert deze stripdagen maar liefst twee smallpressuitgaven: De Olijke Paling en Walhallie Boekje Drie. Die mag je natuurlijk niet laten liggen. Ook zal Zeke de Hondt een mooie uitgave van zijn cartoons verkopen. Menno Kooistra publiceert een mix van zijn beste werk sinds 2004 in MennoMix. En Mattt Baay brengt met zijn Bunbun-comic sex & geweld in Zuper Violence, Zuper Sex and Zuper Bunbuns en Violence, Sex and Bunbuns in
Color. Voor een voedzame stripmaaltijd moet je dus bij de stand van Nieuw Gehoer zijn.Eppo
Ook in Haarlem dit jaar zullen de mensen van stripblad Eppo aanwezig zijn op de Grote Markt en de Philharmonie om informatie te verschaffen over de nieuwe jaargang. Ja, je leest het goed: de Eppo komt terug. In 2009 zal in ieder geval een jaargang van 25 deeltjes verschijnen.In de jaren zeventig en tachtig was Eppo het grootste en meest toonaangevende stripblad van Nederland. Nu, ruim twintig jaar na het verdwijnen van Eppo, heeft uitgeverij Don Lawrence Collection het initiatief genomen om het blad geheel in haar oorspronkelijke vorm weer terug te brengen. Op dit moment zijn Henk Kuijpers (Franka), Martin Lodewijk (Agent 327), Carry Brugman (De Partners) en Romano Molenaar en Jorg de Vos (Storm) druk bezig om deze nieuwe verhalen te schrijven en tekenen. Verder hebben Dick Matena, Jean-Marc van Tol, Gerard Leever, Hans van Oudenaarde, Mark Retera, Toon van Driel, Minck Oosterveer, Uco Egmond, Robert van der Kroft, Willem Ritstier, Pieter Hogenbirk en Eric Heuvel zich ook al aan het blad verbonden.Anyway, zie je in Haarlem!
Lees ook:

Categorieën
Mike's notities

High school blues

Nu mijn zusje midden in de eindexamenperiode zit, vraag ik me af wat er is gebeurd met al die kennis die ik heb vergaard gedurende die lange lesuren op de middelbare school. Ik prijs me gelukkig met het feit dat ik me nog maar weinig kan herinneren van het klasbezoek zelf. Het idee dat je oneindig lang naar een docent moet luisteren die iets vertelt, is een gedachte die mij niet direct kan bekoren. Ik herinner me geschiedenislessen waarin ik pagina’s vol schreef met gedicteerde feiten die nooit relevant leken te zijn voor mijn eigen leven. Ik herinner me momenten van paniek waarin de gepresenteerde nieuwe wiskundeformule een onoplosbaar mysterie leek. Gelukkig waren er ook de lessen Engels waarin we het filmoeuvre van Monty Python voorgeschoteld kregen en lessen kunstgeschiedenis waar mijn passie voor beeldanalyse zachtjes werd aangewakkerd. Veel van de dingen die ik toen in mijn hoofd heb gestamd, zijn verloren gegaan. Kennis is vooral vergeten omdat ik er daarna niets meer mee heb gedaan. Want wat je niet gebruikt, zakt weg in het zwarte gat in de hersenen waarin alle nutteloze data verdwijne. Over het algemeen was het lesgedeelte van de middelbare school geen pretje. De buitenschoolse activiteiten vormden wat dat betreft een mooi contrast. Samen met vrienden in de kroeg, gezellige pauzes, bij elkaar thuis rondhangen, feestjes, video’s kopiëren met m’n beste vriend, culturele avonden organiseren, een schoolkrant vol schrijven…

De laatste dag
De morgen van de uitslag van het eindexamen kreeg iedereen die gezakt was voor twaalf uur een telefoontje. Ik kon niet wachten en was om half elf al op school om de uitslag te vernemen. Het idee om het laatste jaar vwo over te moeten doen had inmiddels nachtmerrieachtige proporties gekregen. Marloes kwam op me afgerend om te vragen of ik geslaagd was. Ik wist nog van niets. Ik liep met haar en beste vriend A. richting het hoofdgebouw. Onderweg kwamen we Esther H. tegen. Zij was geslaagd, en zei dat ik dat ook was. Goed om te horen, maar ik moest het toch even zelf zien. Bij de administratie lag de lijst met uitslagen. De woorden van Esther bleken waar: ik kon na zes jaar m’n middelbare schoolcarrière afsluiten. De rest van de dag bleef ik op school hangen om vrienden en klasgenoten te feliciteren met hun resultaten. Een enkeling had nog een herkansing te doen. In de avond bij Esther H. en vrienden feestgevierd en dat later voortgezet in de kroeg. Een uitbundige sfeer. Gedronken en met veel mensen gepraat over De Toekomst die dankzij de geslaagde uitslag toegankelijk was geworden. Thomas en ik feliciteerden elkaar wel vijftig keer die avond. Toen de kroeg werd gesloten, wilde niemand echt weg. Net als bij een goed boek, wil je het lezen van de laatste bladzijde zo lang mogelijk uitstellen. Met enkele vrienden fietste ik richting huis. De meeste mensen van toen zijn in de nacht der vergetelheid verdwenen. Een paar ervan zie ik nu nog. Maar de hechte sociale groep waar ik toen deel van uit maakte, raakte al snel onthecht.
That’s the way the cookie crumbles.

Overgangsritueel
In Amerikaanse tienerseries zie je zelden iemand echt in de boeken zitten. De kern van de series draait om de sociale wereld rondom de lessen. De hartstocht, de pijn, relaties, familieperikelen… de bouwstenen waaruit het dagelijks leven bestaat. Het is niet voor niets dat als de camera een blik werpt in het klaslokaal, het niet lang duurt voordat de bel gaat om het lesuur uit te luiden. Studerende en luisterende mensen bieden immers een saai beeld. Het eindexamen gaat dan ook niet om cijfers. (Sindsdien is er nooit meer naar de behaalde cijfers gevraagd.) Het eindexamen is een overgangsritueel. Een test die je moet doormaken om je te harden voor wat erna komt. Misschien dat ik daarom zo verdomd weinig kan herinneren van lange uren in het klaslokaal en de eindeloze huiswerkuren. (Niet dat je mij daarover hoort klagen. 🙂 )

Categorieën
Fotoblog

De eeuwige forens: Rozige rails

Donderdagavond, 18:30Over het algemeen ben ik geen fan van het Noord-Hollandse landschap. Ik heb het niet op boerderijen en weilanden vol koeien. (Op weilanden zonder koeien trouwens ook niet.) De geur van opgewarmde mest in de zomer is al helemaal niet aan mij besteed. Maar nu ik in een rustige coupé zit, aan het einde van een lange werkdag, bij de geboorte van de avond, terwijl buiten de dalende zon het decor van een magische gloed voorziet, kan ik me wel berusten in het landschap. Het treinvenster lijkt de omlijsting van een levend schilderij te zijn. Het enigzins bevlekte raam (nothing is perfect) biedt een romantisch vergezicht dat constant verandert. Mijn anonieme reisgenote op de bank naast mij ligt te snoozen, als een loome kat in de avondzon. Haar bewuste gedachten ver weg. Ik zit aanhoudend en weemoedig te peinzen. En…Wacht even…Wat een pretentieus gelul eigenlijk. Beetje romantisch neuzelen over Hollandsche landschappen. Het treinreizen verheerlijken nu je toevallig eens rustig kan zitten, het voertuig op tijd rijdt en er geen beren op de rails liggen. Ondertussen is het benauwd en klam in de coupé omdat hij de hele dag door de hitte van de zon moest klieven. En ondertussen komt er een verstikkende stank uit de wc, een geur die niet onderdoet voor de mesthopen op de weilanden.
Ik zal wel een zonnesteek hebben opgelopen. Gelukkig ben ik bijna thuis zodat ik koud kan douchen en me diep schamend achter de televisie kan verbergen. Mest blijft immers gewoon shit.

Categorieën
Film Media

Terug naar Sunnydale: Buffy is back!

Ken: ‘You’ve got guts. I think I’d like to slice you open, and play with them!’
Uit: BtvS 3.1 “Anne”

Bovenstaande titel slaat niet op het feit dat er een nieuwe speelfilm van Buffy The Vampire Slayer aankomt. Dat is helaas niet het geval. De titel geeft het jubilerende gevoel weer dat ik ervaar sinds de dvd van het derde seizoen van deze fantastische televisieserie in dvd-speler draait. Zoals vampiers maar al te goed weten: het bloed kruipt waar het niet gaan kan. (Heb je geen idee wie Buffy is of wil je je geheugen wat opfrissen, lees dan dit introductieartikel.)Once upon a Buffy
Wat Amerikaanse televisie betreft waren er in de jaren negentig van de vorige eeuw maar drie series echt de moeite van het kijken waard. Eind jaren tachtig, begin negentig, was dat Quantum Leap. Halverwege de 90’s kregen we het aan de stok met aliens in The X-Files en vanaf 1997 was asskick-televisie volledig in handen van Buffy the Vampire Slayer en haar vrienden. Cult op zijn best. Buffy kwam bij mij in de picture toen ik bezig was met de studie filmwetenschap. Al snel ontmoette ik wat studiegenoten die ook volledig op de hoogte waren van de Buffyverse. En dat schept natuurlijk een band en een gevoel van community. Ik heb indertijd alle seizoenen nauwgezet gevolgd. Met studiegenoten keek ik soms in marathonsessies vele afleveringen achter elkaar. Twee studiegenoten schreven zelfs een scriptie over sterke vrouwrolmodellen waarvan Buffy een van de casestudies was. BtvS kwam in een voor mij tumultueuze tijd op de buis. Het studentenleven, werk en liefdes zijn verbonden aan de serie. Evenals een paar opvallende cd’s in mijn collectie: doordat de producers alternatieve bandjes uit de States uitzochten voor de soundtrack, bood de serie een venster op een geheel nieuw geluid. Nog meer dan een serie als The X-Files, bevatte ieder seizoen een rode draad. Afleveringen stonden op zichzelf, maar daarnaast werd iedere episode de hoofdplot een stapje verder gebracht. Het hoofdverhaal is de geschiedenis van de Slayer en haar vrienden en hoe deze karakters zich ontwikkelen van eigenzinnige tieners naar volwassen en verantwoordelijke twintigers. Ook kende ieder seizoen een Groot Gevaar dat geneutraliseerd moest worden. Doordat een seizoen van 22 afleveringen één meeslepend verhaal vertelt, geeft het in een korte periode bekijken van de episodes je het gevoel dat je naar een lange film zit te kijken. BtvS is wat mij betreft dan ook een cinematografische ervaring in een televisie format. Het derde seizoen
Seizoen drie is een van de beste seizoenen van de serie die zeven jaar duurde. De eerste drie seizoenen vind ik nog steeds het beste en omvatten het hart van de serie. In het eerste seizoen wordt de wereld van Buffy geïntroduceerd. In het tweede wordt deze verfijnd en komt er vaart in het verhaal. In het derde seizoen komen de middelbare schooljaren van Buffy volledig tot bloei. (En tot een explosief einde.)
In veel opzichten is de derde reeks een pay-off van zaken die in het jaar ervoor in beweging zijn gebracht: Angel werd in de climax door Buffy neergestoken en naar een helse dimensie verbannen, Kendra (de tweede Slayer) werd vermoord, waarmee de weg openstond voor een nieuwe Slayer: Faith. Buffy’s moeder is er achtergekomen dat haar dochter een soort van superheld is en er nachtelijke activiteiten op nahoudt. In het derde seizoen worden de strubbelingen in het gezin Summers uitvoerig behandeld. Ook komt Spike weer terug naar Sunnydale en krijgen de slayers te maken met een nieuwe watcher. De rivaliteit tussen Faith en Buffy komt tot een climax. Als Faith de kant van The Big Bad kiest komen de twee superchicks tegenover elkaar te staan. Ondertussen maken Willow en Xander ook belangrijke veranderingen door. Er gebeurt immers veel met je als je op de middelbare school zit – zeker als die school staat op een van de poorten die naar de hel leiden.
Kortom, er staat genoeg te gebeuren in het derde jaar. Ik kan niet wachten met kijken. Lees ook:

Categorieën
Fotoblog

De eeuwige forens: Zomers perron

Woensdagochtend, 8:45

Soms is het niet erg om te wachten op de trein. ’s Ochtends in het meizonnetje, gemoedelijk met mijn medereizigers… opwarmend, ontspannend. De Pers scannend door mijn zonnebril; ach, het wereldnieuws kan ook wel even wachten. Nog even niet denken aan kantoor, nog even niet het geluid van de printer of een zoemende telefoon. Even zitten in het nu. Het duurt maar kort. Daar is de trein al.

Categorieën
Bloggen

Weblog: Hyves versus Blogger

No more Hyves, part deuxEnkele maanden geleden schreef ik een column over het opzeggen van mijn Hyves-account. Een van de lezers die recent op het stukje reageerde, vroeg zich af waarom iemand überhaupt de behoefte zou hebben om een lading persoonlijke gegevens op het internet te plaatsen in een profielpagina van Hyves. Een goede vraag die wat mij betreft sociologisch uitgezocht mag worden. In een reactie op een recente column vroeg iemand zich af waarom ik wel blog bij Google, maar het vervelend vind om mijn gegevens af te geven aan Hyves. Daar heb ik wel een antwoord op.
Voor mij zijn Hyven en Bloggen twee heel verschillende dingen. En wel hierom:1. Ik bepaal zelf bij het bloggen welke privé-gegevens ik prijsgeef. Lezers van dit blog zullen weten dat het merendeel van de posts gaan om media, strips en films. De stukjes hebben dikwijls een persoonlijke insteek, het zijn dan ook vaak recensies of observaties. Daar ben je filmwetenschapper voor. Posts die meer over de persoonlijke levenssfeer gaan geven eigenlijk niet zo veel prijs en zijn vaak in een verhalende vorm gegoten. Ze zijn waarheidsgetrouw, dat wel, maar strikt gedoseerd. Natuurlijk kun je op Hyves zelf ook bepalen wat je wel en niet prijsgeeft, maar het is wel de bedoeling zoveel mogelijk van jezelf te laten zien. En alles achter een slotje verbergen, een pseudoniem nemen: het kan allemaal, maar gaat in tegen het principe van Hyves om alles te delen met je vrienden. 2. Ik kan me niet vinden in de cultus van het zoveel mogelijk vrienden verzamelen. Of zoveel mogelijk connecties met anderen te tonen. Dit sociaalexhibitionisme is niet meer dan een populariteitswedstrijd en ik zit niet meer op de middelbare school.3. Het is waar dat Google heel veel gegevens verzamelt, gegevens die wellicht commercieel interessant voor ze zijn. Maar aan mijn blog verdienen ze geen cent. (Ik ook niet trouwens, maar daar doe ik het ook niet voor.) Ik heb geen banners op mijn pagina staan, geen Google-ads of andere commerciële tie-ins. En de gegevens die ik prijsgeef aan Google zijn zoals gezegd strak geregisseerd. (Wat ze met de gegevens van mijn zoekacties doen is een andere kwestie.) Op Hyves is iedere profielhouder een potentiële gouden kip voor de beheerders van Hyves. Iedereen die op zijn Hyves-pagina aangeeft welke merken hij adoreert is een potentiële klant die benaderd kan worden. In de marketingwereld zijn gegevens van mensen goud waard en worden profielen, cv-databases, etc. voor veel geld verkocht. Iedere Hyver maakt het netwerk méér waard. Als het geheel wordt verkocht aan een andere partij, steken Spanjar en zijn posse veel geld in hun zak. Dat is natuurlijk slim zakendoen en dat kun je ze niet kwalijk nemen. Alleen wil ik daar geen deel van uitmaken. 4. Bloggen is voor mij vrijheid. Ik kan zelf de pagina opmaken zoals ik hem wil hebben en het template aanpassen waar ik wil. Voor zover ik weet is Hyves nogal beperkt. Bovendien ziet bijna alles op Hyves eruit alsof het bestemd is voor kinderen uit groep vier. En Blogger is niet traag.Het evangelie van Hyves in boekvorm
Recent las ik het boekje Hyves van Eva Kol. Kol werkte eerst als stagiair bij Hyves en was later ook medewerker. Het boekje is een bewerking van haar scriptie. In Kols boekje zijn weinig kritische noten te vinden, het lijkt wel of ze de Blijde Boodschap verkondigt. Het glas is altijd halfvol. Als er beschreven wordt dat Hyves te kampen heeft met traagheid, wordt er opgemerkt dat het vroeger veel erger was. Waar dus niet mee gezegd is dat Hyves nu niet meer traag is, alleen minder traag dan eerst. De toon van het boekje werkt aanstekelijk. Halverwege had ik bijna de neiging om een nieuw profiel aan te maken. Kol plaats Hyves wijselijk wel in de bredere context van het fenomeen social networks. Maar goed, dat mag je dan ook verwachten van een communicatiewetenschapper. Tot slot moet iedereen natuurlijk doen waar hij zelf zin in heeft. Het hebben van een Hyves-profiel heeft veel voordelen. Al is het alleen maar dat vijf miljoen Nederlanders zich hebben aangesloten bij dat netwerk. Dat zijn een hoop potentiële lezers, geliefden, vijanden en spammers en stalkers. Dus, voor de Hyves-adepten die vinden dat non-liefhebbers van de netwerkmaffia niet moeten zeuren en dan maar gewoon geen profiel moeten aanmaken (ik parafraseer nu even een van de reacties op het vorige stukje): ga lekker je gang met je te uiten op Hyves of waar dan ook, dan doe ik dat fijn op mijn eigen blog.Wat mij betreft genoeg geneuzeld over Hyves.Update:

Lees ook (of vooral niet):

Categorieën
Mike's notities

Column: Lot, toeval en/of karma

Met haastige hartslag ren ik de roltrap op. De sneltrein staat op het punt van vertrekken en ik verdom het ook deze te missen. Het is vrijdagavond, ik ben moe en wil naar huis. Bovengekomen zie ik hoe mijn medeforenzen zichzelf in de trein proppen. Misschien een idee om mensen eerst allemaal uit te laten stappen? De dikke achterwerken schudden bij het instappen van ‘nee’. Ach, when in Rome, denk ik, terwijl ik mezelf tussen het natte klamme vlees wurm. Gehaald. Nu nog een zitplaats in deze veekar zien te vinden. In loop langs volle banken, grote voeten en bagage als ik twee treinstellen verder een unieke lege zitplaats vind. Mazzel. Met een gevoel van licht geluk zet ik mezelf neer en pak het boek over Andy Warhol uit mijn tas. Drie kwartier te gaan en ik heb geen zin om te staren naar de vermoeide gelaten van mijn collega-reizigers. Er zit namelijk niets tussen van eind twintig, met sprekende ogen en volle lippen. Dus waarom zou ik.De trein schokt en zucht als een oude bejaarde die in beweging komt. Maar deze bejaarde is in de war en rijdt de verkeerde richting uit. Ik kijk uit het raam en zie het oude PTT-gebouw voorbij rijden. Ik zit in de verkeerde trein. Geen idee waar naartoe. ‘Kaartjes alstublieft.’Met het schaamrood op de kaken beken ik aan de geuniformde kaartenknipper dat ik per ongeluk in de verkeerde trein ben gestapt. Vanonder de pet komen staren twee starre ogen me aan. Natuurlijk, per ongeluk, denk ik. Wie gaat er voor zijn lol in de verkeerde trein naar… Waar naartoe? Naar Nijmegen zitten. ‘Uitstappen op Amstel, kaartje kopen naar centraal’, zegt de kaartenknipper terwijl hij zijn naam eer aan doet. En ik voel me weer vier jaar oud en sta met gebogen hoofd voor juffrouw Hetty die voorzichtig de twee potloden uit mijn neusgaten probeert te trekken. ‘Niet meer doen hè?’
‘Nee, juffrouw Hetty.’Als de trein halt houdt, stap ik snel de anonimiteit in. Niemand die weet waarom ik hier op dit perron sta. Ik houd mijn nieuw gekochte kaartje in de hand alsof ik bang ben hem te verliezen en wacht op de trein naar Amsterdam Centraal. Ach, zo kom je nog eens ergens. Misschien moeten we allemaal een keer de verkeerde trein nemen. Wie weet waar je eindigt. Er loopt een meisje met een slank figuur langs me. Ze draagt een grote blauwe tas en een pakketje in cadeaupapier om haar arm. Ze ziet me niet staan, wat me alle tijd geeft haar te observeren. Maar tegen de tijd dat het grote gele monster aan komt rijden, ben ik haar allang uit het oog verloren. Het heeft geen zin om een plaatsje in de coupé te zoeken, moet toch immers zo uitstappen. Het meisje van zojuist zit alleen op het balkon in een tweezitter. ‘Mazzel’, denk ik. Ik plof naast haar neer en ze kijkt nieuwsgierig naar me op. ‘Hoi,’ zeg ik.
‘Hoi,’ antwoordt ze. Daarna blijft ze me aankijken, alsof ze nog iets verwacht. Een verklaring voor waarom ik naast haar ben ga zitten. ‘Ik had de verkeerde trein gepakt,’ probeer ik uit te leggen.
‘Oh, grappig.’
‘Ja. Grappig,’ ratel ik. De automatische piloot klikt aan.
‘En wat doe jij?’ vraag ik.
Ze vertelt dat ze sinds een maand voor een reisbureau werkt. Ze heeft toerisme gestudeerd omdat ze niet zo heel goed weet wat ze wilde gaan doen. Maar zie hield van reizen, dus vandaar. Het meisje beantwoordt mijn vragen alsof dit derdegraadsverhoor de normaalste zaak van de wereld is. Ze heeft een zachte stem. Met haar mooie lippen articuleert ze ieder woord. Wanneer Amsterdam Centraal in zicht komt, vraagt ze wat ik doe. We lopen samen naar de centrale hal. Opeens moet ik denken aan het gesprek wat vriend P. en ik laatst hadden. Over karma en vrouwen. Ben ik in de verkeerde trein gestapt zodat het lot me op het goede spoor zou zetten? Omdat ik dit meisje móest ontmoeten? Of is het allemaal gewoon toeval? Hoe dan ook, daar staan we dan. Onderaan de roltrap zullen onze wegen scheiden. Tenzij ik iets zeg. Maar wát? Ik zeg niets bijzonders. Zij ook niet trouwens. Gewoon ordinaire beleefdheden ter afscheid van een gesprek tussen vreemden. We lopen allebei een andere kant uit. Voorgoed? Thuis check ik haar profiel op Hyves. Ik gebruik daarvoor de inlogcode van vriend P.: ik heb zelf namelijk geen pagina bij de virtuele netwerkmaffia. (Wil je echt weten waarom, lees dan deze column.) Ik check haar relatiestatus: bezet. Niks lot, maar toeval. Of toch karma?Meer in de rubriek De Eeuwige Forens.

Categorieën
Mike's notities

Springlevend

Nog niet dood, part deux

‘The key isn’t winning… or losing. It’s making the attempt. I may never be what I ought to be, want to be… but how will I know unless I try? Sure, it’s scary, but what’s the alternative? Stagnation… a safer, more terrible form of death. Not of the body, but of the spirit. An animal knows what it is. And accepts it. A man may know what he is… but he questions. He dreams. He strives. Changes. Grows.’
Christopher Claremont, Wolverine (1982).

Jeugdzonden
Een paar dagen geleden kwam ik Miss Z. tegen. Een oude vriendin die ik al jaren niet meer had gezien. Verwaterd contact. Ik moest dan ook twee keer kijken voor ik de vriendelijke moeder van midden dertig met het jonge meisje in het kinderzitje op haar fietsstuur herkende als Miss Z. Niet dat ze echt veel was veranderd. Hoewel: de vrolijke vrije geest die ik kende was moeder geworden en verantwoordelijk voor het opvoeden van een kleine spruit. Het vrolijke kind keek me nieuwsgierig door haar brilglazen aan terwijl ik met haar moeder sprak over wat ze allemaal had uitgespookt in de afgelopen tig jaar. En of ze nog steeds met D. omging. Tien jaar geleden had ik een korte film gemaakt met de naam De Schilder. D. speelde de gelijknamige detective die zijn naam had gekregen vanwege het feit dat ‘als hij met je klaar was, je over de hele straat was uitgesmeerd.’ Een van de cinematografische jeugdzonden uit mijn begintijd aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. ‘En ben je nu al een beroemd filmregisseur?’ vroeg Miss Z. ‘Still working on it…’ grapte ik. Het leek misschien dat in de afgelopen tien jaar niet veel van mijn plannen terecht was gekomen – ik woon zelfs nog in hetzelfde huis als toen – toch was mijn wereld danig veranderd en sinds de HKU was er heel wat gebeurd. Goed, de eerste grote speelfilm moest ik nog draaien, maar ondertussen heb ik wel een paar leuke producties op mijn naam staan. Focus
Toch zette deze korte maar gezellige ontmoeting me aan het denken. Ik ben de laatste tijd meer gefocust op de dingen die ik belangrijk vind. Daarbij heb ik rust gevonden om andere zaken als ondergeschikt te beschouwen, me daar minder druk om te maken. Levenstijd is schaars en moet daarom grotendeels nuttig besteed worden, vind ik. Geduld en doorzettingsvermogen zijn twee eigenschappen die in symbiose een sterke levenskracht kunnen zijn.
Koninginnenacht zit ik samen met wat vrienden in mijn stamkroeg. Om 12 uur drinken we op mijn gezondheid. Weer een jaartje op de teller. Vriend Paul vraagt wat me plannen zijn voor het komende levensjaar: een nieuwe leukere baan staat hoog op het lijstje; een paar goede videoprojecten maken, Project Manic af schrijven en me richten op publiceren van teksten. Dat leek me wel weer ambitieus genoeg voor één jaar. Niet vragen maar doen
Een paar uur later zit ik aan de bar, om mij heen veel tieners en twintigers. Ik spreek die avond met een lange blondine van 17, een Jonge Bekende van begin 20 en een meisje van 22. Geen idee hoe het komt, maar ieder gesprek loopt uit op het vergelijken van levensfilosofieën. Ze proberen allemaal op hun eigen manier hun identiteit vast te stellen en de zin van het leven te bespreken: Waarom Zijn We Hier? Wie Ben ik? En Wat Hierna? De laatste twee antwoorden heb ik voor mezelf al eerder bedacht. De eerste, de grote Waarom Zijn Wij Hier-vraag beantwoord ik voorlopig met de tegenvraag ‘Waarom niet?’. Met de laatste slok bier spoel ik alle zwaarmoedigheid die bij het filosoferen komt kijken, weg en stap rond half drie de avondlucht in. De tijd van levensvragen is voorbij. De tijd van actie en streven naar is aangebroken.
Lees ook: Nog niet dood

Categorieën
Bloggen

Schrijfblog: Waarom bloggen?

Diep in mij zit het schrijfbeest. Het wil zich uiten. Móet zich uiten. Maar is dat de enige reden dat ik blog?

Schrijven doe ik al van kinds af aan. Vroeger had ik een grote typemachine waarop ik menig vel papier vol tikte. Veel verhalen. Vooral veel onafgemaakte verhalen tikte ik op het papier. Een paar schoolkranten en fanblaadjes verder en ik begon van het schrijven mijn werk te maken. Eerst als student: dikke werkstukken over film werden opgevolgd door een dikke scriptie over stripverfilmingen. En intussen en erna schrijf ik scripts, gedichten, dagboeken en freelance opdrachten.

In 2006 startte ik dit blog: ik had ideeën voor artikelen die ik niet bij een opdrachtgever kwijt kon maar wel wilde schrijven. Schrijven zonder publiek is voor mij alleen geschikt als oefening. Dus publiceren op het web, voor specifiek geïnteresseerden of googlers. Inmiddels is Mike’s Webs voor mij meer geworden dan een plek om artikeltjes te plaatsen. Bloggen werkt verslavend. Sinds ik fulltime werk voor een uitgeverij is het bloggen er dan ook niet minder op geworden. Toch stel ik mezelf geregeld de vraag waarom ik blog.

1. Ik blog dus in besta: het weblog biedt een platform om anderen mijn teksten te laten lezen. Een mogelijkheid om mijn gedachten uit te zenden. Geldingsdrang speelt een rol, want wie vindt het nu niet leuk om gelezen te worden?

2. Schrijfoefening: schrijven is net als topsport – je moet het bijhouden om beter te worden en je spieren soepel te houden.

3. Wederhoor: het leukste van bloggen zijn de reacties die op je stukjes komen. Ik heb het dan niet over de zure, vaak niet-belezen reacties waar duidelijk uit af te lezen is dat de reageerder niet meer heeft gelezen dan de titel van de post. Het zijn juist de inhoudelijke reacties van mensen die een ervaring delen of hun mening geven. Daarbij staat reageren of niet reageren iedereen vrij. Niets is verplicht, wat me brengt op punt vier:

4. Speelsheid: het web staat vol met regels voor het bloggen. Wat je moet doen om je statistieken te verbeteren, wat een goede post is, etc. Dit zijn vaak goede tips, maar het mooie van bloggen is voor mij de vrijheid om te publiceren wat je wilt. Ga je helemaal uit je dak van je katten, dan zet je een filmpje over die viervoeters op je blog. Heb je een voorkeur voor oude rockplaten, dan schrijf je daar lekker een stukje over. Soms ben ik zo enthousiast over iets (film, boek, cd, ontmoeting) dat ik dat enthousiasme met de wereld wil delen. En als ik zin heb om vage cartoons online te zetten, dan kan dat ook gewoon. Het digitale podium biedt ruimte om te experimenteren met vorm en inhoud.

5. Community: ik heb veel aardigheid in het lezen van en reageren op andermans blogs. Het is leuk om vaste lezers te hebben die terugkomen om je nieuwe posts te lezen. Er ontstaat zo een community die soms alleen bestaat uit wederzijdse reacties, maar soms ook leidt tot echte ontmoetingen. Mensen die je anders misschien niet had ontmoet of had gesproken. Bloggen, en het interpret in het bijzonder, brengt mensen bij elkaar.

En waarom blog jij? Voor wie blog jij? En wat betekent bloggen voor jou?

Categorieën
Mike's notities

Column: Dag Jacqueline!

Ik zit in de Zuidtangent die door het opengebroken Haarlem dendert. De zuchtende bus blijkt een voorbode van een zware dag. Zwaarmoedigheid drukt mijn schouders.Verveeld kijk ik uit het raam. Er loopt een slank meisje over straat, ze heeft opvallend lang witblond haar. Het zou toch niet? Ik kijk nog eens goed. Verrek: het is Jacqueline Govaert – de warme stem van Krezip. Ze kijkt wat chagrijnig; houdt haar paraplu stevig vast. Ik wist dat ze in Haarlem woonde, maar dit is de eerste keer dat ik haar in het wild op straat zie lopen. Even denk ik terug aan het jubileumconcert in december – mooie avond was dat. Terwijl Jacqueline door de voortrijdende bus steeds kleiner wordt, groeit er een glimlach op mijn gezicht. Ik voel me een stuk beter dan zojuist. Dag Jacqueline. En bedankt!

Categorieën
Mike's notities

Het sollicitatiegesprek: Wie de schoen past…

De telefoon gaat. Ik ben uitgenodigd voor het sollicitatiegesprek bij een grote uitgeverij. Nog een paar dagen de tijd om een passende garderobe aan te meten. Aangezien het gaat om een journalistieke functie hoef ik niet in het pak. Gelukkig maar, ik heb geen pak en niet zonder reden. Een stropdas staat me niet. Bovendien passen de functies die het dragen van een pak vereisen ook niet goed bij me. Een colbertje daarentegen wel, dus die kan ik zo uit de kast halen. Net als een bijpassende broek.Mijn tevredenheid maakt plaats voor zorg op het moment dat ik mijn ogen naar beneden richt. Die schoenen kunnen eigenlijk niet. Ik kan moeilijk op mijn gympen binnenwandelen. En bellen naar de secretaresse om te vragen wat de mensen daar dragen lijkt me een beetje stom overkomen. Dan maar schoenen kopen. Bah, ik háát schoenen kopen. Winkel in, winkel uit. Uitzoeken, passen, afkeuren. Te groot, te klein, verkeerde kleur, te duur, te stom. Er is altijd wel een reden om ze niet te nemen. Maar de tijd dringt: morgen heb ik het gesprek al. Bovendien heb ik meer te doen dan alleen shoppen voor schoeisel. Dan maar minder kritisch. In de uitverkoop vind ik een paar naar Italiaans model. Met van die punten. Gatverdamme. Ik zou er niet eens in begraven willen worden, maar zie geen andere keus. Ze zitten redelijk, maar lopen niet echt lekker. Toch maar meenemen. Thuis test ik mijn nieuwe stappers op het tapijt, maar de tijd ombreekt om ze echt in te lopen. De volgende dag zitten de namaak Italianen in mijn schoudertas. Onderweg lees ik me in over de functie waarna ik solliciteer. Het is goed dat ik al bekend ben met het blad. Dat scheelt veel. Voor het gebouw van de uitgever verwissel ik van schoenen. Een beetje ongemakkelijk loop ik het pand binnen. De receptionist vraagt of ik even wil wachten. Ik staar naar de schoenpunten. Ze glimmen in het zonlicht en trekken veel te veel aandacht naar zich toe. Mijn toekomstige werkgever loopt me tegemoet. De eerste indruk is heel belangrijk bij een sollicitatiegesprek. Bij het opstaan trek ik mijn jasje recht. Ik schut met een semi-droge hand. Hij vraagt of ik hem wil volgen. Terwijl ik dat doe, kan ik niet laten even naar zijn schoenen te kijken. Hij draagt een stel afgetrapte Adidas. Balen. Die had ik ook nog wel liggen.Deze tekst schreef ik recent voor het weblog van IntermediairForward.nl. De gebeurtenissen beschreven in de tekst zijn enkele jaren geleden gebeurd, maar dat mag de pret niet drukken wat mij betreft.

Categorieën
Boeken Mike's notities

Schrijfblog: Schrijvers zijn asociaal

Terwijl ik de Schone Schrijfster door de lens van mijn camera aankeek en haar scherp stelde, zat zij op de bank in de woonkamer. Zo schreef ze altijd: zij op de bank, de laptop op de salontafel voor haar. Haar debuutroman Bemint eert gij begint was op die plek ook tot stand gekomen. Ik interviewde de Schone Schrijfster over haar nieuwe romanvoor een korte teaservideo op het web. (De video komt binnenkort online, red.)Ze vertelde dat een schrijver zich eigenlijk asociaal moet gedragen om aan het werk te kunnen. ‘Als ik een afspraak heb later op de dag, kom ik daarvoor nooit aan schrijven toe. Ik moet me volledig kunnen concentreren op de tekst. Daar mag niets tussenkomen. Heel slecht voor je sociale leven,’ zei ze. Daarom werkte ze vooral ’s nachts, in de rust en bescherming van de duisternis. Bouwstenen
Logisch dat er bijna niets meer dan korte blogteksten en artikelen uit mijn vingers waren gekomen in de afgelopen jaren. Sinds ik een 9 tot 5-functie vervulde als webredacteur, waren alle grote schrijfplannen blijven liggen. Recent besloot ik daar verandering in te brengen, door Project Manic uit de la te halen. (Zie het eerdere schrijfblog). Toch werkt het voor mij beter om een paar maanden aan een project te kunnen werken en mezelf figuurlijk onder te dompelen in de verhaalwereld die ik beschrijf. De dagelijkse wereld zit de fictie maar in de weg en biedt tegelijkertijd de bouwstenen voor die verhalen. Een paradoxale situatie, ware het niet dat je afzonderen van de wereld het juiste perspectief kan bieden om die bouwstenen op de goede plaats te krijgen en in de juiste vorm te gieten. Schrijvende kroegtijger
Dat geldt overigens niet voor alle schrijvers. Ilja Pfeiffer schrijft bijvoorbeeld in zijn stamkroeg. Daarbij werkt hij aan verschillende teksten tegelijk. Maar goed, hij is dan ook dichter, romancier, essayist, criticus en polemist. Soms vind ik het ook prettig om juist de drukte op te zoeken in een café of eetgelegenheid. Doordat het daar zo rumoerig is, word ik gedwongen mij extra te concentreren op de tekst. Dat kan soms heel goed uitpakken. Al ben ik het meest productief in afzondering, net als de Schone Schrijfster. Veel schrijvers schuilen overigens om aan hun oeuvre te werken. Afzondering gecombineerd met een gedisciplineerd leven. Schrijver Ian Fleming schreef zijn James Bond-boeken altijd volgens een vast stramien: in na het ontbijt schreef hij een paar uur, daarna ging hij snorkelen, lunchen en slapen. Na het middagdutje zat hij achter zijn typemachine tot het diner. Terwijl Fleming bezig was met de eerste versie las hij nooit iets terug. Dat deed hij pas als hij de laatste punt van die versie op papier had gezet. Fleming schreef wel in afzondering: in zijn vakantiehuis Goldeneye op Jamaica, om het koude Engelse winterweer te vermijden. Ieder zijn eigen plek om te schrijven. Ieder zijn eigen plek om te publiceren. In officiële uitgaven, smallpress of interpret. Maar voor het zover is, moeten er heel wat woorden op papier worden gezet. Laat ik de agenda daarom de komende tijd maar zo leeg mogelijk houden.

Vraag: Waar schrijf jij het liefst?
Lees ook het interview met Ilja Pfeiffer over zijn avonturen als vrouw op Second Life.

Meer Schone Schrijfster.