Categorieën
Mike's notities

Couleur locale: Edinburgh (2)

City of the DeadIn je eigen land of stad ga je alleen naar het kerkhof als je afscheid van iemand neemt, of wanneer je vrienden of familie bezoekt. De kerkhoven in Edinburgh zijn niet te vergelijken met de moderne rustplaatsen in Nederland. De graven zijn van een gotische schoonheid; de kerkoven zijn pittoresk en oud. Hier ligt veel geschiedenis begraven (over oude lijken gesproken). Het verleden is hier bijna tastbaar, inleefbaar op deze stille plaatsen. Wie een van de begraafplaatsen bezoekt, waant zich in een spookachtig verleden. En dat is onweerstaanbaar voor iemand die een interesse heeft in gotische spookverhalen, zoals ik. Mijn eerste avond in Edinburgh bezoek ik de City of the Dead Tour. Deze begint vanaf St. Giles Cathedral: de perfecte startplaats voor iedere Buffy-fan. Onze gids heet Ari. Ze draagt een lange leren jas, is ongeveer 1.70 lang en heeft een vetbuikje waarvan de navel regelmatig onder haar zwarte truitje vandaan gluurt. Haar lange bruine krullen hangen over haar schouders en complementeren haar expressieve, ietwat grove gezicht. Ari schrijft toneelstukken. Volgend jaar wordt haar eerste stuk op de planken opgevoerd, vertrouwt ze me aan het begin van de tour toe. Dat het theater in haar bloed zit, wordt meteen duidelijk in haar presentatie.

Onze gids in de Stad der Doden.

Ari vertelt met veel energie en passie over de geestige geschiedenis van Schotland. Ze vertelt hoe de Romeinen niet bestand waren tegen de Schotten en laat mij met twee andere mensen uit de groep voor die ‘rare jongens’ spelen. Samen met een fragiel meisje bestormt ze ons drietal, waarna ze de middelste en mij zogenaamd doodsteekt. Het knappe meisje links van mij blijft in eerste instantie ongedeerd, maar zal bezwijken van angst verzekert Ari ons. Poltergeist
De tocht brengt ons in Greyfriar’s Cemetery, waar de Mackenzie Poltergeist de bezoekers zou terroriseren. Het kerkhof gaat gehuld in duisternis, we zien geen hand voor ogen. Niet moeilijk om hier je nek te breken of om een tombe of boomtak aan te zien voor een paranormaal verschijnsel.Ari laat ons binnen in het deel van het kerkhof dat officieel voor het publiek is afgesloten – the Covenanters’ Prison. Hier was vroeger een concentratiekamp waar 1200 presbyterianen gevangen werden gehouden door episcopaatlianen. De gevangen werden daar vastgehouden voor maar liefst vijf maanden. In de kou en de regen, zonder dak boven het hoofd. Ze sliepen op de koude moddergrond. Wie ’s nachts bewoog, werd doodgeschoten door een van de vele sluipschutters. Uiteindelijk zouden slechts 250 gevangen levend het terrein verlaten. De rest was dood of wist te ontsnappen door de bewakers om te kopen. Een gezellige boel was het daar in de zeventiende eeuw. Godsdienstoorlogen zijn van alle tijden.

Een van de vele kerkhoven in Edinburgh.

Greyfriars ligt vol met dat soort verhalen. Ten tijde van de pest was er niet genoeg ruimte om iedereen te bergen. Arme mensen werden letterlijk op een hoop gegooid. Wanneer het hard regent komt er nog wel eens een bot boven de grond. George Mackenzie maakte grootscheepse jacht op de presbyterianen en kreeg al snel de bijnaam Bloody Mackenzie. Hij ligt begraven op Greyfriar’s en zou sinds enkele jaren bezoekers lastig vallen.Non-geest
Tijdens het verhaal van Ari hoor ik geschuifel achter me. Ik draai me om, maar zie niets anders dan de opening van een mausoleum. Een groot zwart vlak; er is weinig licht dus mijn ogen nemen voornamelijk dansend ruis in het donker waar. Ari leidt ons in de behekste tombe die The Black Mausoleum wordt genoemd en houdt een kaars in haar hand. Overigens is dit niet de tombe waar Mackenzie ligt, maar wel waar hij volgens de verhalen zou spoken. Mensen zouden zich plotseling misselijk kunnen voelen, een onaangename geur kunnen ruiken of zelfs flauwvallen. Anderen komen thuis met vreemde plekken op hun lichaam. Ik kijk om me heen maar zie niets dan de 59 andere groepsgenoten. Het is wel een bedompte ruimte en echt aangenaam ruikt het er niet. Maar ja, wat verwacht je anders van een mausoleum in een kerkhof gevuld met toeristen. Ik voel niets van mr. Mackenzie – nog geen zuchtje wind. Na een tijdje krijg ik wel wat jeuk. Tijd om te gaan lijkt me. Een als spook verkleedde collega van Ari springt uit de duisternis te voorschijn en luidt het einde van de tour in.Terwijl de anderen richting het publieke gedeelte van het kerkhof lopen, loop ik voorzichtig naar het mausoleum waar ik eerder iets meende te horen. Nu hoor ik vooral mijn hart in mijn hoofd kloppen. Snel werp ik een blik in het mausoleum. Ik zie niets. Of toch – in de hoek links van mij dansen de schaduwen op de muur. Maar geen geest te zien wat mij betreft. Psychosomatisch
Aan het einde van de eerste dag gloeien mijn voeten van vermoeidheid. Toch heb ik al wandelend een aardige indruk van Edinburgh gekregen. In mijn hotelkamer lees ik in het boek The Ghost That Hunted Itself over Mackenzie’s poltergeist en het ontstaan van de City of the Dead-tour. Saillant detail is dat mensen pas met de effecten van de poltergeist te maken kregen nadat men in 1998 met deze tour is begonnen. De effecten zijn dus toch psychosomatisch. Gerustgesteld doe ik het licht uit.Wordt vervolgdLees ook Deel 1: Girls, Ghosts and Warhols.Geestig filmpje
Sommige mensen gaan tijdens een ghosttour helemaal op in de sfeer van het verhaal:

Categorieën
Mike's notities Strips

Intermezzo

Een warme cappuccino staat links van mij. Lou Reed draait in de cd-speler. Dit is het laatste weekend van mijn drie weken vakantie. Mijn eerste echte vakantie in een lange tijd. Ik had allerlei plannen. Allemaal dingen die waren blijven liggen en om aandacht vroegen. Nieuwe kleren kopen, achter enkele laatbetalers aan, een nieuwe telefoon regelen… Dat soort zaken. Maar zoals John Lennon al zei ‘Life is what happens while you’re busy making other plans…’. (Hm, ik vraag me af op hoeveel blogs op deze wereld dit citaat al is aangehaald.) Drie weken later blijkt dat er weinig van die plannen terecht is gekomen. Ach, afwijken van de geplande paden is ook wel eens lekker.In mij schuilt een Big Lebowski en die heeft de afgelopen tijd de ruimte gekregen.Edinburgh was een fantastische ervaring (de komende week de tweede aflevering van de limitedserie Colour locale.) En ik ben verslaafd geraakt aan Californication – de televisieserie, niet het liedje, al is wat mij betreft niets mis met de Red Hot Chili Peppers. (Een recensie van deze comedy serie volgt ook volgende week. En nu ik toch aan het pitchen ben: vanaf volgend weekend de reeks De Perfecte Zondag waarin gastbloggers hun perfecte zondag beschrijven.) Wat verder gedaan de afgelopen tijd? Beetje gestruind op de Stripdagen en verder een paar gezellige vrienden gezien. Ook weer eens tijd gehad om lekker te schrijven, films te kijken en geestelijk wat orde op zaken te stellen. De tijd goed besteed – voor een slacker.Volgende week weer werken. Ik zie er tegenop. Niet tegen het werk op zich, maar tegen de Ov-Hell waar ik me iedere dag weer in zal bevinden. Duffe koppen, lange vertraging, koude perrons, een kudde die in & uit de trein stapt. Drie uur per dag. Iedere dag.Maar nu nog niet. Nu is het weekend. Ik denk dat ik maar eens ga duiken in de deeltjes van Marvel Civil War die zojuist in mijn brievenbus zijn afgeleverd. En verder ziet het ernaar uit dat dit een van de laatste mooie zaterdagen van het jaar gaat worden. Tijd om daar eens van te gaan genieten.

Categorieën
Strips

Couleur locale: Edinburgh (1)

Girls, Ghosts & WarholsIn de laatste week van september heb ik vijf dagen in Edinburgh doorgebracht. Op zoek naar Schotten, geesten en frisse lucht. De komende tijd op Mike’s Webs daarom een reeks afleveringen van de nieuwe limited serie Couleur locale.
Als de wielen van de Easyjet de vaste grond in Schotland raken, houdt het meisje naast me nog krampachtig haar handen vast. Marie is bang om te vliegen en heeft de afgelopen tachtig minuten ook niet veel bewogen. Zij is nu weer terug in haar geliefde Schotland. Terwijl we afscheid nemen op de luchthaven van Edinburgh, vraag ik me af wat ik hier eigenlijk kom doen.Wanneer mensen mij dezelfde vraag stellen, zeg ik gekscherend dat ik hier kom om spookverschijningen te zien, want daar staat Edinburgh om bekend. Je zult van mij nooit direct horen dat spoken niet bestaan, maar ik moet bekennen dat ik er nog nooit een heb waargenomen. Misschien komt daar in de komende dagen verandering in.

Een reliëf van Old Town.

Quantum leap
Vijf dagen in de Schotse hoofdstad. Ik vraag me af of ik deze vakantiebestemming heb geselecteerd of dat Edinburgh mij heeft uitgekozen. Enkele weken geleden zat ik na mijn werk in de bus samen met een collega te praten over mijn vakantieplannen. Het zou New York worden voor een paar dagen of wellicht Edinburgh. Er zat een Schot in de bus die ons onderbrak. Hij begon vol enthousiasme de schoonheden van de hoofdstad der Schotten te pitchen. Toeval of niet, ik zag dit als een duidelijk teken. Ik zou naar Edinburgh op vakantie gaan…Toch voel ik mij in de eerste uren als Sam Beckett zonder Al. Ik ben in een vreemde wereld geleapt, maar weet niet precies wat ik hier moet doen. Nadat ik in mijn hotel ben ingecheckt loop ik dan ook doelloos door High Street – de hoofdstraat van de historische binnenstad – mijn ogen doen zich te goed aan de schoonheid van het decor.

High Street, ook wel The Royal Mile genoemd.

High Fidelity
Ik besluit mezelf een kleine opdracht te geven. Al een tijdje ben ik op zoek naar de solo-cd van David Pirner genaamd Faces & Names. In Nederland is de cd niet te krijgen. Hij is zelfs niet te downloaden. Ik besluit de eerste middag dan ook op zoek te gaan naar de cd. In de platenzaak Avalanche tekent de jonge verkoper enkele punten waar ik nog meer cd-winkels in de stad kan vinden.Mijn tweede stop is Backbeat Records, een kleine winkel in het centrum van Edinburgh. Binnenin staan kratten vol vinyl en cd’s mensenhoog opgestapeld. Tussen de kratten is een corridor, net breed genoeg voor één persoon. Aan het einde van de corridor zie ik de verkoper staan. Hij zet enkele cd’s in een bak. Ik vraag hem naar de cd en hij kijkt me meewarig aan. Geen herkenning wat betreft artiest of titel. ‘Zeldzame platen kosten al gauw 50 tot 100 pond,’ vertrouwt de verkoper mij toe. ‘Daarvoor moet je op Ebay zijn. Alle zeldzame dingen zijn tegenwoordig op Ebay te koop!’ herhaalt hij nog. Ik bedank vriendelijk en verlaat de vreemdste platenzaak waar ik ooit in ben geweest.

The Castle aan het begin van High Street.

Rookverbod
Aan het begin van de avond eet ik een grillburger in een eetcafé vlakbij de universiteit van Edinburgh. Het eetcafé zit vol met knappe studentes die diep in discussie zijn verwikkeld of verstopt zitten achter hun laptop. Ik voel me er dus wel thuis.Overigens is het algemene rookverbod in Schotland een zegen. Het is heerlijk om van je maaltijd of cappuccino te kunnen genieten zonder in een alles verstikkende rook te zitten. Je komt veel mensen tegen in steegjes, voor winkels en cafés die in de kou staan te roken. Hun sigaret een klein puntje warmte en comfort in het frisse Schotse weer. Wat mij betreft kan het rookverbod in Nederland niet snel genoeg worden ingevoerd. (Over een paar dagen zal ik nóg een groot voordeel van deze buitenrookpauzes ontdekken, maar daarvan heb ik op dit moment nog geen weet.)Na de maaltijd is het tijd om op spokenjacht te gaan.Wordt vervolgdFilmpje
Een impressie van de stad in deze ietwat schoolse documentaire van Lewis Carmichael. In zeven minuten krijg je een aardig beeld van de schoonheid van de stad en haar geschiedenis.

Categorieën
Media

Column: Opa en de digitale revolutie

Vroeger was alles beter? Natuurlijk niet..!

Ik ben minstens tien jaar te vroeg geboren. Nu ben ik allesbehalve een digibeet, maar als ik zie wat jongeren allemaal doen op het interpret en hoe vloeiend deze activiteiten overlopen in de verplichtingen van alle dag, ben ik soms wel wat jaloers. ‘In mijn tijd’ belde je nog met een vaste lijn, elkaar schrijven deed je op papier met een typemachine (of nog onleesbaarder: met de hand) en als je echte interactie wilde, dan ontmoette je elkaar ergens. Kortom: een sociaal netwerk opbouwen kostte meerdere decennia. Nu voeg je iedere vage kennis toe aan je sociale harem en voordat je het weet telt je Hyves tweehonderd échte ‘vrienden’.

Experimenten
Ik heb de videorevolutie nog meegemaakt en uren (home)video’s geschoten maar er was nog geen Youtube of ander digitaal platform waar je het kon laten zien. Dus behalve een select gezelschap zijn mijn filmexperimenten de rest van de wereld bespaard gebleven. Televisiekijken was helemaal vervelend: je was afhankelijk van de programmering en moest soms anderhalf jaar wachten voordat een programma uit de States hier een keertje werd uitgezonden. Hoeveel uren tijd had ik mezelf kunnen besparen met een peer-to-peersysteem? Daar wil ik niet eens aan denken.Muziek wisselde je uit op tapes – of als je genoeg geld had, kocht je het album op vinyl. Je logde niet in bij last.fm en je kreeg niet automatisch een muziekmenu voorgeschoteld. Je moest helemaal zélf kiezen wat je uit de kast haalde en waarin je zin had om naar te luisteren. Dat kon gelukkig wel al onderweg, met dikke vierkante walkmans en gigantische koptelefoons. (Als ik nu in de trein zit, mis ik soms goede geluidsdichte koptelefoons bij mijn medereizigers.)

Hyvesmaffia
Vroeger was alles beter? Natuurlijk niet! De digitale revolutie geeft mensen sneller toegang tot elkaar en als alles lekker loopt met je pc en verbinding krijg je veel meer gedaan dan vroeger in dezelfde tijd. Dit zijn interessante tijden. We zitten in een stroom van technische ontwikkeling die enkele decennia geleden al is ingezet, maar die een steeds snellere vlucht neemt. Ik leef veel online. Ik blog, lees blogs, websites, bekijk filmpjes op Youtube en zit zelfs bij een paar sociale netwerken. Nou goed, één ding is mij wel een digitale doorn in het oog.

Die Hyvesmaffia vind ik een gruwel. De site loopt veel te traag – voordat je een foto ziet, of op een andere pagina terechtkomt… er gaan kostbare levensminuten verloren. Daarbij word je praktisch verplicht om mee te doen aan dit soort praktijken (peer-to-peerpressure, zeg maar). En dat geneuzel met die krabbels ben ik meer dan zat. Raymond Spanjar laat een e-mail sturen als ik gekrabbeld wordt. Maar om de tekst te lezen moet ik eerst inloggen op Hyves. Kortom: een heel effectief en nuttig netwerk dat Hyves. Laatst zag ik Spanjar op e.day. Voordat ik hem kon vragen of hij denkt dat het nog een keer wat gaat worden met dat Hyves, was hij alweer in de menigte verdwenen – de man die sneller is dan zijn netwerk. Ik zal hem eens krabbelen, snapt hij misschien meteen wat ik bedoel.

Voetnoot
Mijn opa was dik in de zeventig toen hij zijn eerste pc kocht. Hij was altijd geïnteresseerd in techniek, en hoewel hij soms wat hulp nodig had, kon hij zich aardig redden met dat ding. E-mailen met familie overzee, foto’s scannen en bewerken. Het spelletje Patience was een favoriete applicatie van hem. Toen hij stierf erfde ik zijn oude pc. Deze gaf enkele maanden geleden de geest. Misschien wordt het tijd dat ik hem eens weg doe.

Lees ook (of niet): het verslag van e.day 2007 en Een muzikale schatkamer.

Categorieën
Strips

Column: Parallelle levens

11 september 2001: terwijl ik samen met mijn toenmalige vriendin in een oud en sfeervol zaaltje van de UvA mijn propedeuse in ontvangst nam, boorden twee vliegtuigen aan de andere kant van de wereld in de toren van het World Trade Center.Eenmaal thuis zag ik de onwerkelijke beelden keer op keer herhaald worden, totdat deze niet alleen op mijn netvlies gebrand stonden, maar ik ook bijna ongevoelig voor dezelfde beelden was geworden. Desondanks kocht ik enkele tijdschriften waarin de foto’s van de aanslag gedrukt stonden. ‘Voor het nageslacht.’ Over beelden gesproken: ook in de stripwereld drukte 9-11 een stempel: een aflevering van Amazing Spider-Man behandelde de tragedie. John Romita jr. tekende dit deel. (Brandweermannen waren in Amerika een tijdje zelfs hipper dan de superhelden.)Het vreemde bijeffect van dergelijke fictionaliseringen is dat rampzalige gebeurtenissen onwerkelijker gaan aanvoelen. Uiteindelijk worden wereldschokkende dagen niet meer dan een plotelement – een narratief middel. Aan de andere kant zal dit proces ongetwijfeld bijdragen aan de verwerking ervan. Bovendien houden de videobeelden, films en strips over 9-11 de geschiedenis levend. Maar verwordt het geheel uiteindelijk niet gewoon tot een herinnering? In de eerste weken dachten we dat de wereld nooit meer hetzelfde zou zijn. Sindsdien werden er een politicus en een filmmaker vermoord. Werden er enkele Haagse politici bedreigd. Wordt er aanhoudend genocide gepleegd in Darfur. Spelen Amerikaanse soldaten nog steeds Team America in Irak. En gaat het dagelijks leven gewoon door: op tijd opstaan – treinen en bussen – aan ’t werk – terug naar huis – afspraak met vrienden – e-mail checken – slapen. De 911 specials van Time Magazine en Newsweek heb ik nooit meer uit de la gehaald. Mijn propedeuse evenmin.Lees ook (of niet): Team America: World Police.

Categorieën
Boeken

Een persoonlijke impressie van Manuscripta

Zondag vond de eerste dag van Manuscripta plaats. De opening van het boekenseizoen waar uitgevers hun catalogi presenteerden, er interviews op podia plaats hadden en vooral veel schrijvers uit eigen werk voorlazen. Voor mij was het vooral een dag van goede voornemens.
Er was veel te doen op het terrein van de Westergasfabriek. Ik had van tevoren een selectie had gemaakt van het programma, maar was deze eigenlijk vergeten zodra ik vijf minuten over het terrein had gelopen. ‘Ik zie wel wat er komt’, besloot ik en liet het toeval zijn werk doen. Samen met M., een vriendin die lesgeeft op de basisschool en voor de Kinderboekenweek aanwezig was, liep ik van gebouw naar gebouw, van stand naar stand. Terwijl ik met verschillende vertegenwoordigers van de uitgeverijen praatte en de stapels verse literatuur op de stands zag liggen, besefte ik hoe weinig Nederlandse literatuur ik tegenwoordig lees. Ik lees tijdens het forensen kilo’s papier. Meestal zijn dit boeken over film, popmuziek of Engelse literatuur. Misschien dat ik daar toch eens verandering in moet brengen. Een suggestie voor een boek kreeg ik van een van de schrijvers zelf. In een soort van fietstreintje kwam ik tegenover Christine Otten te zitten die in vijf minuten haar nieuwe roman pitste. Als Casablanca heet het – verwijzend naar de klassieke film van Michael Curtiz uit 1942. Over de jonge Nederlandse journaliste Laura Achenbach die in New York is tijdens de aanslagen op het World Trade Centre. Na deze gebeurtenis ontmoet ze Charles Perry, ex-black panther en manager van het beroemde Apollo Theatre in Harlem. Hij neemt haar mee naar zijn familie in Detroit, ooit het mekka van de soulmuziek, nu een harde, gevaarlijke en vervallen industriestad. ‘Een boek over liefde, jezelf vinden en soul muziek’, vertelde Otten. Het verhaal is geïnspireerd door haar eigen avonturen in de States rondom 11 september 2001. In vijf minuten wist ze me te interesseren voor het boek dat in januari volgend jaar uit komt. Na dit tochtje en de lunch, kroop ik de zaal van het Ketelhuis in waar de Sneak Preview gedraaid werd. Ik verwachtte half de nieuwe flick van Eddy Terstall, en verwachtte een nieuwe seksuele episode uit de Jordaan, maar kreeg Neerlands nieuwste romcom Alles is liefde van Joram Lürsen voorgeschoteld. (Daarover een andere post meer.)Eenmaal weer buiten, liep er een meisje op mij af die vroeg wie mijn held was. Ze werkte voor het Rijksmuseum die samen met de Nieuwe Kerk de tentoonstelling Held heeft geïnitieerd. Ik moest haar bekennen dat ik dit niet zo snel wist. Ik kon natuurlijk met een politiekcorrecte naam op de proppen komen: Gandhi, Boeddha, Nelson Mandela of Marten Toonder. Maar ik besloot een andere weg in te slaan. Het werd dus Kevin Smith. Mijke zette mij voor een camera en begon met opnemen voor de website van de tentoonstelling. Normaliter sta ik daar liever achter de camera, maar ja, je kunt jezelf op zo’n moment natuurlijk niet laten kennen. Bovendien praat ik graag over Kevin Smith. Mijn held omdat hij een goed voorbeeld is van iemand die zijn eigen leven heeft gefictionaliseerd in een paar heel goede films. Iemand die in zijn filmkunsten geloofde en met een miniscuul budget een van de meest interessante films van de jaren negentig wist te draaien en en passant generatie-X raak typeerde. (Clerks wel te verstaan.) Toen mijn verklaring op tape stond, nam ik mezelf voor de tentoonstelling binnenkort toch eens te bezoeken. Stripliefhebber als ik ben, bleef ik de rest van de middag vooral in de striphoek hangen. Terwijl ik converseerde met de Illustere Merel B., JP Arends, Edith Kuyvenhoven en de Schone Schrijfster, stond stripmaker Nix stripcollege te geven op het podium achter ons. Niet verrassend wellicht dat de dag werd afgesloten aan een tafel met drank en conversatie. (Zoals in Kampen, zoals in Rijkswijk, zoals het hoort.)Vriendin M. had maar liefst 250 euro aan boeken gewonnen. Aan het einde van de dag liep ik met deze gewichtige doos vol hersenspinsels samen met haar naar het openbaar vervoer. De oogst van de dag – behalve enkele recensie-exemplaren – bestond toch vooral uit een tas vol indrukken (lees: flyers en folders) van wat ons het komende jaar op literair gebied te wachten staat. En een hart vol goede voornemens op het vlak van lezen en musea.

Categorieën
Mike's notities Strips

Gothic meisje met een zonnebank

Vrijdagavond, 10 uur. In de kerkstraat voor stripwinkel Lambiek staat een gothic meisje, met haar rechterhand houdt ze een zonnebank vast. Niemand zal de ironie ontgaan: goths staan immers niet bekend om hun zonaanbidding. Ze was een als een moderne Vampira of een ruigere versie van Morticia Addams: lang gitzwart haar, gecomplimenteerd met diepbruine ogen. Haar witte blanke huid leek nog net iets bleker in het licht van de lantaarnpaal; haar bordeauxrode lippen staken daarbij mooi af. Naast haar slanke lijf stond de afgedankte zonnebank die haar metgezel had aangeschaft op de Lamelos-veiling. (Een plezierige gebeurtenis waarin de geveilde spullen niet onderdeden voor de zoldercollectie die op Koninginnedag wordt aangeboden. De opbrengst ging in een grote geldpot waarvan meer bier werd gekocht.) Achter de strakke look ging een aardige meid met een Arnhemse tongval schuil. Niks emo of recalcitrant – gewoon stilistisch verantwoord. Schijn bedriegt. De gothic-look belooft mysterie, maar wie met de dames in kwestie praat, merkt al heel snel dat het ondanks hun theatrale verschijning gewone meisjes zijn. De make-up verhult vaak hun leeftijd, dus totdat je er expliciet naar vraagt, kan de draagster ervan tussen de veertien en de dertig zijn.Ergens schuilt er diep van binnen ook wel een gothic dude in mij, wat ongetwijfeld te wijten is aan een overdosis Tim Burton-films, het lezen van Edgar Allan Poe en een voorliefde voor vampierverhalen. Al zijn dat wellicht niet direct de associaties die de gemiddelde goth bij zijn stilistische voorkeur heeft.Waarschijnlijk weet de gemiddelde moderne Vampira niet waaruit dit archetype is samengesteld. De Finse actrice Maila Nurmi speelde Vampira – een hostess die in de jaren vijftig op de lokale televisie van Los Angeles oude horrorfilms introduceerde. Nurmi verklaarde in 1993 aan Gavin Baddeley dat haar creatie een mix was van verschillende personages: ‘The Dragon Lady in [the comic strip] Terry and the Pirates inspired it. A lot of the inspiration came from Disney as well – the Evil Queen in Snow White, for example. Then there was Theda Bara and Norma Desmond in Sunset Boulevard – all this seeped into me, melded and came out as Vampira.’ (Bron: Goth Chic, 2002) (Vampira speelde overigens ook een rol in Plan 9 From Outer Space, van B-filmregisseur Ed Wood.)
Hoe eclectisch het Vampira-personage ook mag zijn, ze is samen met Morticia Addams wel het gothic archetype dat we tegenwoordig kennen en waar er vele exemplaren van rondlopen. Sommige verschijningen kunnen echter verrassend leuk uit de hoek komen, zoals het gothic meisje met de zonnebank. Lees ook (of niet): Stripbeurs Rijswijk: Goths & Cultuurfetisjisten en Bloeddorst-borrel in Lambiek.

Categorieën
Mike's notities

Elvis 2007

Elvis is deze week dertig jaar dood. Ik ben dit jaar dertig geworden. Deze toevallige overeenkomst is echter niet de reden waarom ik een band voel met het werk van deze Amerikaanse chansonnier. Toen ik vorig jaar de tekst De Elvis Paradox publiceerde op een Elvis-forum, vielen de diehardfans die op dit forum huishielden als bosjes over me heen. Heiligschennis vond men de tekst die eigenlijk lovend bedoeld was. Elvis roept bij sommige mensen heftige emoties op en het is eigenlijk jammer dat veel mensen hem eigenlijk alleen kennen dankzij imitators of overdreven fanatieke liefhebbers die hem eerder als een heilige beschouwen dan als een feilbaar mens. (Iets wat de zelfbetitelde King of Pop deelt met de King of Rock-’n-roll.) Ik probeerde in de tekst een realistisch beeld te schetsen van Elvis, maar vooral mijn bewondering uit te spreken voor Elvis in zijn nadagen. Hoewel hij toen last had van overgewicht en zijn glorietijd volgens sommigen ver achter hem lagen, vind ik juist dat er mooi drama schuilt in de King die gutsend van het zweet met zichtbare moeite een zuivere toon weet te produceren. Jonge god
De meeste van ons herinneren hem natuurlijk het liefste als de jonge god die hij eerst was: de man die met sensuele heupbewegingen, of zelfs door slechts zijn bovenlip te krullen, menig vrouwen hart in beroering bracht. Ik hou van zijn vroegere werk en sla het liefste de kleffe soundtrackalbums over. In 1968 maakte hij zijn comeback in een televisiespecial. Het is deze periode, waarin hij onder andere het album From Elvis in Memphis uitbracht, dat Elvis zijn muzikale tweede jeugd beleefde. Daarna ging hij naar Las Vegas en toerde hij door het Amerikaanse land. Het beste in de kast
Bij ons thuis werd van alles gedraaid, maar het repertoire van Elvis werd regelmatig op de draaitafel neergelegd. Als kind was ik dus ‘fan’ – voor zover kinderen echt in zaken van smaak kunnen kiezen. Jarenlang heb ik dat diep in me weggestopt, denkende dat Elvis eigenlijk niet meer kón en uit de tijd was.Tot vijf jaar geleden. Elvis was toen 25 jaar dood en daarom voor een paar weken alom aanwezig in de media. Ik kocht een dubbellaar omdat ik toch wel het beste van de zanger uit Memphis in mijn cd-kast wilde hebben. Die week was ik alleen thuis (toenmalig vriendinnetje was er niet) en zette ik de cd op. Het was in het bijzonder de tweede cd die me raakte: het latere werk waarin de zuivere en warme stem van Elvis centraal staat. Zelfs bij de melodramatische nummers (of juist bij die nummers) bleek waarom hij een goede zanger was. Elvis wist alles te zingen alsof hij het meende – en daarmee was hij in zijn ‘nadagen’ eigenlijk een overtuigende chansonnier, in plaats van een rock-‘n’-rollheld.Die avond zat ik te luisteren in het donker, naar een stem die al 25 jaar het leven had gelaten en toch zó vol leven klonk. Op sommige momenten voelde ik de rillingen over mijn lijf gaan. Sindsdien draai ik weer regelmatig een Elvis-cd. Puur om te genieten.Lees ook (of niet): De Elvis-paradox en Een muzikale schatkamer.

Categorieën
Mike's notities

Het laatste woord

Sommige mensen vinden het een macaber onderwerp, maar laatst kwam ineens mijn grafschrift in me op. ‘Vanaf nu, elke dag rust.’ Leek me wel passend. Misschien dat het nog iemand bij een terloopse lezing tot lachen aanzet.Doodgaan doen we allemaal en ik ga ervan uit, voor het gemak, dat het daarna over is. Ieder ander mag daar anders over denken, maar totdat het tegendeel op geloofwaardige wijze aan me wordt gepresenteerd (God, reïncarnatie, the Matrix), hou ik me aan deze levensinstelling. Op een dag komt er een einde aan al het gezeur en gezever, en hoef je niet langer moeilijke beslissingen te nemen, word je niet langer pijn aangedaan en – dat is nog het beste – is je angst voor de dood voorgoed genezen. Goed – alle mooie kanten van het leven gaan dan ook aan je voorbij, maar ja, je kunt niet alles hebben. Beter om daar nu gewoon van te genieten.Ik hoef dan ook geen 80 te worden – liever kwaliteit dan kwantiteit. (Veel films duren bijvoorbeeld ook veel te lang tegenwoordig: maar daar een andere post meer over.) Om de schurk uit de eerste Highlander-film te citeren: ‘I’ve got something to say: it’s better to burnout than to fade away.’ Nuff said lijkt me.

Categorieën
Mike's notities

Column: Natte vingerwerk

Soms lijkt het leven net een telsell-commercial.Al een week of twee loop ik met een of ander halfgaar virus onder de leden. Geen idee wat het is, maar er last van heb ik wel. Kilo’s fruit, een – voor mijn doen – opvallend gezond dieet en veel rust mochten geen soelaas bieden. Mijn huisarts had me telefonisch een homeopathisch middel voorgeschreven, dus ging ik vol goede hoop naar het Zorgcentrum bij mij om de hoek. Het medicijn hadden ze echter niet op voorraad. Gelukkig hadden ze wel een hoop andere goedjes die ik zou kunnen slikken om beter te worden, verzekerde de verkoopster mij. In de winkel werd een nieuwe diagnose als volgt gesteld. Ik moest de duim en wijsvinger van mijn rechterhand met kracht tegen elkaar aandrukken. De verkoopster legde in mijn linkerhand een verpakt medicijn en begon aan mijn duim en wijsvinger te trekken. Wanneer het haar lukte mijn duim en wijsvinger van elkaar te scheiden, betekende dit dat mijn lichaam aangaf dat ik het betreffende medicijn niet nodig had: mijn lijf had er geen behoefte aan. Wanneer mijn vingers stijf op elkaar bleven, betekende dit dat ik het medicijn wél nodig had om beter te worden. Toen dit bij een weerstandversterkend middel het geval was, riep de verkoopster hardop de dosering; corresponderend met de uitkomst van de vingeroefening werd ook deze moeiteloos vastgesteld. Dit was het middel wat me zeker beter zou maken. Of ik even 45 euro wilde neertellen – effect gegarandeerd. Ook een collega van de verkoopster, een aantrekkelijke jongedame die er allesbehalve ziek uitzag, vertelde me met een stralend gezicht dat ze toevallig die ochtend hetzelfde middel had ingenomen toen ze zich niet zo lekker voelde. En kijk nu, ze voelde zich weer helemaal top. En dat slechts in een paar uur. Nu had ik last van koorts en voelde het misschien daardoor alsof ik in een foute telsell-commercial was beland. Noem me sceptisch, maar ik vind het moeilijk te geloven dat de bovenbeschreven vingeroefening op vakkundige wijze kan aangeven wat je lijf wel of niet nodig heeft. Natuurlijk geeft het lichaam een hoop aan en kan het geen kwaad om goed naar ons eigen biosysteem te luisteren, maar het moet wel reëel blijven: anders kun je net zo goed een Biostabiel om je nek hangen. Toen ik even later de winkel verdwaasd verliet, had ik dan ook niets gekocht. Toch maar gewoon fruit eten en goed uitrusten bedacht ik me.

Categorieën
Mike's notities

Het wordt tijd…

Het is een beetje alsof ik langzaam ontwaak en de slaap uit mijn ogen wrijf. The Fat Lady is nog niet aan het zingen, maar staat wel ergens in de coulissen te drentelen en verwarmt haar stem met toonladders. Het gaat niet lang meer duren… nog even. Van de week was ik in Utrecht om Hester te interviewen. De jonge journalisten die ik in de videoserie Starters in Beeld portretteer. De week ervoor had ik haar op Schiphol op video vastgelegd terwijl ze de werkdag van een verkeersleider versloeg. Nu zou ik haar op haar beurt interviewen over haar werk, studie en leven. Ze woont nog nét in het centrum van de Domstad. Hoewel ik tijdens ons gesprek bezig was met camerawerk én op het geluid moest letten, is het allemaal aardig gegaan. Het is dan ook makkelijk spreken met Hester. Het feit dat we drie maanden tegenover elkaar zaten op de redactie van Intermediair, zal daar ook iets mee te maken hebben. Na het interview liepen we door het centrum van Utrecht waar ik nog wat tussenshots van haar heb gedraaid. We kwamen geregeld ‘Te Huur’ borden tegen op de verschillende voorgevels. Wat mij betreft aansprekende borden; de laatste tijd besef ik maar al te goed dat het tijd wordt voor de wind der verandering. Mijn appartement verkeerd in de staat van opknappen of kappen. En aangezien ik het wel heb gezien in mijn locale Tinseltown, is de tijd aangebroken om verhuisdozen te vullen. Ik heb een tijdje nagedacht over de stad waar ik in zou willen wonen. New York schoot te binnen, maar dat is niet heel realistisch op de korte termijn. Bovendien wil ik niet het risico lopen dat ik Arnon Grunberg als buurman krijg… Stel je voor dat hij in het echt wél aardig blijkt te zijn. Je moet er niet aan denken. Maar Utrecht zou wellicht kunnen. Midden in Nederland – middenin het deel dat er toe doet tenminste – en een stad met een dorpse uitstraling. Ik kom er al sinds mijn studie aan de Hogeschool voor de Kunsten en eigenlijk overkomt me altijd wel iets leuks daar. Vorige week nog met enkele striptekenaars gezellig een terrasje bevolkt in de mooie zomeravond. Én de stad heeft een paar aardige bioscopen. Dat kan ik helaas niet zeggen voor het gat waar ik nu woon. De bioscopen die er waren zijn afgebrand of gesloten en de megabioscoop die tien jaar geleden beloofd werd moet nog steeds worden gebouwd. En een filmwetenschapper heeft niet genoeg aan een filmhuis dat zes maanden oude films draait. Kortom, let’s blow this town. Wie dus een aardige woning weet in de Domstad (en er zelf niet wil/kan wonen) mag me mailen. Dan kan The Fat Lady ook weer eens uit haar dak gaan… Ongetwijfeld to be continued…Lees ook: Multimediaal droste-effect en Nog niet dood.

Categorieën
Media Mike's notities

Column: Onwennig

Sinds mijn eigen pc de geest heeft gegeven, zit ik soms een avondje zonder laptop van de zaak. Normaliter is dat niet zo’n probleem, maar afgelopen maandag werd ik ongedurig van de ontwenningsverschijnselen. Geen computer, geen internet. Dus niet even mijn favoriete weblogs afstruinen, niet even mijn mail checken of zelf een stukje posten. What’s a man to do?De televisie bood geen soelaas: als een zombie heb ik een aflevering van Grey’s Anatomy uitgezeten. Een vrouwenserie over de verwikkelingen in een ziekenhuis, waar de perikelen tussen het personeel centraal staan en patiënten en ziekten slechts decorstukken lijken. Geen onaardige serie, maar zo langzamerhand word ik een beetje moe van al die televisieprogramma’s waarin een voice-over het verhaaltje moet rondbreien. Bovendien duren reclameblokken tegenwoordig zo lang, dat ik de interesse in het programma voor het einde van het eerste blok al ben kwijtgeraakt. In lezen had ik geen zin: de hele dag al allerlei stukken doorgenomen. Om toch bezig te blijven heb ik eerst de afwas gedaan, twee wassen gedraaid en opgehangen. Misschien schuilt er een Mr. Hyde in mij die vergelijkbaar is met Truus de Mier? Een enge gedachte. Uiteindelijk een telefoontje gepleegd met de Schone Schrijfster. Een gezellig gesprek dat allerlei ideeën voor nieuwe posts opleverde. Wat restte mij om mijn ontwenningskoorts te blussen? Koud douchen? Een wandeling langs het water? Nee hoor, gewoon vrolijk mijn bed ingedoken. Ik had immers iets om naar uit te kijken de volgende avond als ik de laptop weer thuis had.