Categorieën
Strips

Schokkend Nieuws #100 is één groot stripfeest

Wat het honderdste nummer van Schokkend Nieuws extra bijzonder maakt, is dat er veel illustratiewerk van bekende stripmakers in staat.

De cover is van de hand van Peter Pontiac. In het blad staat een driepagina centerfold van Erik Kriek.

De backcover is getekend door Dieter Van der Ougstraete: de poster van het grote feest dat Schokkend Nieuws samen viert met het tevens jubilerende Zone 5300 (2X100 nummers). Dat feest wordt 21 februari gehouden in de Melkweg Amsterdam. Lees er hier alles over.

Verder bevat deze SN de gebruikelijke bijdrage van Milan Hulsing (een fraaie Bollywood horror-illustratie) en de strookjesstrip Tomaat van Charles Guthrie.

Ook bevat dit nummer de uitslag van de Top-100 Aller Tijden.

Schokkend Nieuws #100 ligt 8 februari in de winkel.

Ik vind de cover van Pontiac zo tof dat ik hem hier alvast publiceer:

SchokkendNieuws_100

Filmfestival Rotterdam
Ondertussen wijs ik de filmliefhebber nog even graag op de site van Zone 5300 waar de afgelopen en de komende dagen flink geblogd wordt over Filmfestival Rotterdam. Inclusief dagstripjes van Kenny Rubenis!

Categorieën
Fotoblog

Een Pontiac in het wild

Deze poster kwam ik tegen op het Westergasfabriekterrein. Een echte Peter Pontiac. Je mag me gerust een fan van zijn werk noemen – vind ik niet erg. Beroepsmatig valt mijn oog sowieso snel op getekend werk in de openbare ruimte. Een fijne bijkomstigheid.

Categorieën
Bloggen Strips

Bloggende stripmakers

Illustratie: Emma Ringelberg

Blogs van stripmakers, ik ben er dol op. Volgens mij is een bloeiende site onontbeerlijk voor een stripmaker. Je bent als stripmaker immers ook gewoon zelfstandig ondernemer en moet je werk onder de aandacht brengen. Een blog is daar een goed medium voor. Zelf vind ik het altijd erg boeiend als een stripmaker via een blog je een kijkje op zijn tekentafel gunt.

Het blog van Peter Pontiac wordt zo nu en dan door de stripmaker van verse inhoud voorzien. Collega Fred de Heij blogt er bijna iedere dag nog vrolijk op los. Ook Marq van Broekhoven is voorzichtig begonnen met bloggen.

Hallie Lama houdt al jaren zijn Walhallie bij. Een cartoonblog waar hij welhaast iedere dag de bezoeker op een versche cartoon of krabbel trakteert. Hij is daarnaast begonnen met het blog Lama’s kunnen niet typen. Die titel klopt als een zwerende vinger, ware het niet dat Hallie toch aardig zijn vingers weet te roeren en daarmee nog wat zinnigs weet te zeggen over strips en film.

Robert – Dandy – van Raffe schrijft ook geregeld iets bij op zijn blog. Ook Aimée de Jongh blogt al jaren. En Rood Gras Rob van Barneveld natuurlijk.

Aanstormend talent Emma Ringelberg is nog steeds te vinden op Falling Monkey.

En gelukkig weet Merel Barends ook al een tijdje mooi nieuw werk te publiceren op haar blog. Ik heb haar jaren aan het hoofd gezeurd dat ze eens moest gaan bloggen en het ziet ernaar uit dat ze de blogkoorts nu goed te pakken heeft. Ze heeft daarnaast ook een schoon online portfolio.

Mars Gremmen, de grootste aanwinst van de Nederlandse Mad-redactie, is ook op het internet niet te stuiten.

Ook oude rotten als Maaike Hartjes, Albo Helm en Eric Heuvel zijn op het web te vinden. Al mag Eric wel weer eens in de pen klimmen. Wat dat betreft doet naamgenoot Erik de Graaf het beter.

De Lamelossers weten ook heel goed hoe ze hun werk moeten promoten via een blog.

Zelfs stripfiguur Plunk heeft zijn eigen blog. En nu we toch in België zijn aanbeland: Judith Vanistendael, waar recent nog het prachtige album Toen David zijn stem verloor, op de markt kwam, blogt op een wordpress. Noodgedwongen overigens, want een onverlaat heeft haar domeinnaam geregistreerd en plaatst er helaas alleen maar meuk op.

Brecht Evens kun je overigens ook vinden op een eigen blog.

Ik weet het: deze opsomming van bloggende stripmakers is nog lang niet compleet. Maar het is een begin. Wil je nog graag mensen toegevoegd zien, ga dan lekker los in het reactieformulier hieronder.

Categorieën
Daily Webhead Mike's notities Strips Video

Mijn 2011

Mijn 2011 is een korte impressie van memorabele momenten van het afgelopen jaar. Ik heb me beperkt tot de foto’s die ik voor Daily Webhead heb gemaakt. Het overzicht is daarom ook niet volledig, maar wel lekker kort.

De muziek in de video is een mooie track van Marco Raaphorst.

Interviews
2011 was een druk jaar, ook wat betreft interviews. Nu is interviewen mijn vak, dus drukte is vooral goed.

Ik heb een paar fijne gesprekken gevoerd die me bij zullen blijven. Het eerste schiet me het interview met Craig Thompson binnen. Ik sprak hem op de Boekenbeurs in Antwerpen voor de VPRO Gids. Een leuke vent van ongeveer mijn leeftijd wiens Blankets grote indruk op me heeft gemaakt.

Het interview met Youp van ’t Hek maakte ik voor HumorTV.nl – een site voor de VARA. Na alle sterallures van de meeste VARA-prominenten waar ik in de afgelopen twee jaar mee te maken kreeg, was de ontspannenheid van Youp een verademing. Hij had alle tijd voor ons. Na het gesprek hebben we nog gezellig koffie gedronken. Wie overigens geen sterallures hebben zijn Paul Witteman en Frank Evenblij. Naar het gesprek met Evenblij had ik echt uitgekeken: ik vind hem een van de grote beloftes van de Nederlandse televisie. Het was ook een boeiende en ontspannende dialoog.

Hoe leuk die video-interviews ook zijn, mijn voorkeur gaat op dit moment toch uit naar geschreven interviews.

De gesprekken met Peter Pontiac en animator Rosto staan me ook nog helder voor de geest. Ik hou van eigenzinnige kunstenaars en praat graag met ze over hun werk, hun motieven en dromen. Pontiac kreeg dit jaar natuurlijk veel aandacht omdat hij de Marten Toonderprijs had gewonnen. Prima als zo’n oeuvreprijs de spotlight op een bijzondere stripmaker richt.

Met het interview met Peter de Wit heb ik wederom een naam op mijn verlanglijstje kunnen doorstrepen. Dat lijstje is overigens nog lang genoeg om me voorlopig bezig te houden.

Op stripgebied was er ook zeer droevig nieuws: de dood van Minck Oosterveer heeft me geraakt. Aan het begin van het jaar sprak ik hem uitvoerig over zijn plannen voor de Amerikaanse comicsmarkt. Hij was net aan het doorbreken in de Verenigde Staten en toen verongelukte hij met de motor. Ik hoorde het op maandagmorgen toen de NOS mij belde voor een paar quotes over Minck.

Anders kijken
De expositie van het werk van Saul Leiter zal me nog lang bijblijven. Vooral omdat ik door zijn foto’s weer anders naar de wereld ben gaan kijken. Dat is wat ware kunst met je doet. Er waren ook een paar strips die ik las die grote indruk hebben gemaakt. Een paar ervan heb ik gerecenseerd, maar ik ben tot mijn spijt er niet aan toe gekomen om ze allemaal te behandelen. Misschien iets voor de toekomst.

Voornemens
Voornemens heb ik niet zo veel. Minder moeten, dat wordt mijn credo voor de komende maanden. Meer met mijn hoofd tussen de bomen. Dat soort dingen.

Rest mij niets anders meer dan de bezoekers van mijn blog hartelijk te bedanken voor het lezen van mijn stukken en het reageren op de site. En iedereen een avontuurlijk, liefdevol en 2012 zonder domrechts toe te wensen.

Categorieën
Fotoblog Strips

Viva Pontiac!

Peter Pontiac kreeg afgelopen vrijdag de Marten Toonderprijs uitgereikt voor zijn gehele oeuvre. En terecht, want het is een fantastische tekenaar en een bijzonder stripmaker. Iemand die een stevige eigen stempel heeft gedrukt op de Nederlandse stripwereld. Maar goed, dat weet je allemaal al, want je hebt natuurlijk dit interview met Pontiac al gelezen. 🙂
Bovenstaande foto is het plafond van de Grote Kerk te Breda, genomen tijdens de toespraak van de Burgemeester. Natuurlijk is het goed dat de burgervader ook wat komt vertellen en de man bleek zowaar een fan van Pontiac. Toch moeten mensen ambtenaren maar eens vertellen dat een speech ook kort mag zijn.

Jan Kruis, de winnaar van de Marten Toonderprijs vorig jaar, overhandigde zijn collega een prachtig kunstwerk waar verschillende stripmakers aan hebben meegewerkt.

Daarna togen wij opgetogen naar het Graphic Design Museum om de expositie ‘Comix, Hot Pix & Tragix’ te bekijken: het prachtige tekenwerk van Pontiac in originele versies te bekijken.

 

 

 

Categorieën
Fotoblog

Pontiac signeert

Tijdens de boekpresentatie van Joost Pollmann kreeg Peter Pontiac ook de nodige aandacht. Hij kreeg de dag erna immers de Marten Toonderprijs uitgereikt. Maar daarover morgen meer. Peter signeerde een exemplaar van ‘Kraut’ voor dezelfde dame die ik eerder fotografeerde naast stripmaker Erik Wielaert. Zaterdag kwam ik haar weer tegen op de Stripbeurs Breda. It’s a small world…

Meer weten over Peter Pontiac? Ik interviewde hem recent voor de VPRO Gids

Categorieën
Fotoblog

Boekpresentatie Letterlijk & Figuurlijk

Hier staan Peter Pontiac en Joost Pollmann gebroederlijk naast elkaar. Niet zo gek, de heren komen ook daadwerkelijk uit hetzelfde nest. Pontiac maakt al zo’n veertig jaar strips en illustraties, terwijl broer Joost over het beeldverhaal schrijft. Pollmann voegt een belangrijke stem toe aan de stripjournalistiek vind ik. Afgelopen donderdag presenteerde hij zijn nieuwe boek ‘Letterlijk & Figuurlijk: Strips kun je anders lezen’.

Dit boek gaat over de manieren waarop je grafische romans zou moeten lezen: langzaam, met oog voor beslissende details. Zorgvuldig, zoekend naar denkbeelden. En sensueel, want er val veel te ruiken, te horen en te voelen, aldus de achterflap van het boek, dat overigens prachtig is uitgegeven door De Buitenkant.

Je kon ter plekke middels zeefdruktechniek de rug van je exemplaar van een titel laten voorzien.

Categorieën
Strips

Interview Peter Pontiac: Horror vacui

Stripmaker en illustrator Peter Pontiac krijgt de Marten Toonderprijs 2011 voor zijn oeuvre, waarmee hij volgens de jury door een combinatie van schrijver- met kunstenaarschap de Nederlandse strip heeft verrijkt.

Sinds bekend werd dat Peter Pontiac de Marten Toonderprijs zou krijgen, bedoeld voor stripmakers die een bijzondere bijdrage hebben geleverd aan het beeldverhaal, heeft hij al menig journalist te woord gestaan. De in 1951 te Beverwijk geboren tekenaar heeft een eigenzinnige stempel gedrukt op de Nederlandse stripwereld. Hij maakt sociaal geëngageerde strips, erotica en bovenal autobiografische verhalen over zijn drugsgebruik en liefdesleven. Soms grimmig en vol zelfbeklag, vaak niet zonder zelfspot en soms heerlijk luchtig zoals in het verhaal over een bezoek aan Lowlands.

In het begin van zijn carrière kreeg hij het predikaat undergroundtekenaar opgeplakt, mede door publicaties in Nederlandse, Spaanse en Amerikaanse undergroundbladen.
De autodidact is bij het grote publiek waarschijnlijk vooral bekend als illustrator. Pontiac tekende covers voor bootlegboeken met songteksten van Country Joe & The Fish, The Rolling Stones en Bob Dylan die eind jaren zestig werden uitgegeven door de Leidse Commune waar hij als uit huisgetrapte tiener een jaar heeft gewoond. Muziek is altijd een belangrijke inspiratiebron voor Pontiac geweest. Hij maakte posters, platenhoezen en illustraties van popmuzikanten voor tijdschriften als Hitweek-Aloha, Muziek Express en Oor. Ook tekent hij voor kranten als het AD en NRC en sieren zijn tekeningen soms de cover van de VPRO Gids.

Rhythm
Behalve 25.000 euro die Pontiac ontvangt, is er naar aanleiding van De Marten een overzichtstentoonstelling in het Graphic Design Museum Breda met de ondertitel Comix, Hot pix & Tragix. Die ondertitel duidt zijn oeuvre goed, vindt de stripmaker: ‘Tragix is het tegenovergestelde van comix; het stoort me altijd een beetje dat het woord comix suggereert dat het allemaal alleen maar lachen is in de strip, terwijl lang niet alle strips om te lachen zijn. Zeker die van mij niet.’

Begin september verscheen Rhythm, een chronologisch overzichtswerk waarin alle stripverhalen van Pontiac zijn opgenomen. In totaal een kleine 400 pagina’s, relatief weinig voor een stripmaker wiens carrière meer dan veertig jaar beslaat. ‘Dat zijn er dus gemiddeld tien per jaar. Dat is helemaal niks in vergelijking tot wat Dick Matena allemaal getekend heeft. Die zal schamper lachen om dat aantal,’ zegt Pontiac. ‘Ik zou graag meer strips maken, maar het levert geen rode cent op. Nederland is immers maar een klein afzetgebied. Het is monnikenwerk waarvoor je maximaal 200 euro per pagina krijgt, als het al ooit wordt voorgepubliceerd in een stripblad. Er zijn nauwelijks nog bladen die er überhaupt voor betalen.’

Barok
Ergens in het midden tussen het cartooneske en realisme zit Pontiacs herkenbare tekenstijl. Zijn zeer gedetailleerde illustraties nodigen uit tot een nauwkeurige studie. ‘Ik ben van de barok,’ verklaart de tekenaar. ‘In een museum zal ik als eerste naar een schilderij gaan waar ontzettend veel op te zien is. De overpowerende veelheid en de variatie van de dingen in zo’n kunstwerk is vergelijkbaar met de pracht en de rijkdom van het leven in al zijn vormen. Barok drukt voor mij datzelfde gevoel van rijkdom en overvloed uit.’

Onzekerheid is een andere reden voor Pontiacs volle prenten: ‘Ik heb altijd een ontzettende horror vacui gehad. Als ik de plaat maar helemaal vol stop dan staan er altijd wel een paar dingen op die de goedkeuring kunnen wegdragen. Ik heb het idee dat ik langzamerhand een niveau heb bereikt, niet per se van kwaliteit, maar van zelfvertrouwen.’

Autobiograaf
Pontiac maakt zich boos over het lot van de minderbedeelden in de wereld. Het sociaal engagement zat er al vroeg in. Als tiener ontdekte hij in een anarchistisch boekwinkeltje in Haarlem politieke bladen uit onder andere Rusland, Duitsland en Frankrijk. Deze stonden vol politieke prenten die hem zeer aanspraken. Ook de tekeningen van Bernard Holtrop op pamfletten van de provobeweging, inspireerden hem. ‘Ik maak graag tekeningen die op de een of andere manier strijd laten zien. Dat is interessant om te tekenen en om naar te kijken,’ zegt Pontiac.

In de jaren zestig en zeventig verwerkten Amerikaanse undergroundtekenaars als Robert Crumb maatschappijkritiek in hun strips die vaak ook autobiografisch waren. Mede hierdoor geïnspireerd begon Pontiac met zijn eigen autobiografische strips. Het eerste stripverhaal was voor een Amerikaans boek uit 1971 over de jaren zestig waar andere tekenaars van het striptijdschrift Tante Leny Presenteert ook aan meewerkten en dat binnenkort, veertig jaar later, waarschijnlijk uit gaat komen. ‘Het lag voor de hand om een verhaal te maken over mijn eigen sixties die behoorlijk heftig waren geweest.’

Gonzo
Pontiac herkende in de gonzo-journalistiek – waarvan het werk van Hunter S. Thompson het bekendste voorbeeld is – een verwantschap met zijn eigen werk. Net zoals pophelden als Bob Dylan, die met Blood on the tracks een plaat over zijn scheiding maakte, verhaalde Pontiac de breuk met zijn vriendin Rita Dolce Vita in zijn strips. ‘Muzikanten hebben pseudoniemen en gebruiken hun eigen ellende als grondstof voor hun werk, dus waarom zou ik dat ook niet mogen doen?’

Junkieromantiek
Pontiacs recreatief gebruik van verschillende verdovende middelen was dikwijls het onderwerp van zijn verhalen. “The Amsterdam Heroine Connection”, gepubliceerd in het striptijdschrift Gummi in 1977, is daarvan het beste voorbeeld. Het verhaal heeft een open einde omdat de tekenaar zijn deadline niet haalde. In de strip verontschuldigt hij zich aan de lezer voor het feit dat de laatste pagina’s een verzameling van oud tekenwerk bevatten. Juist doordat het verhaal halverwege ontspoort en de stripmaker zijn greep op de materie verliest, geeft deze strip op metaniveau aan wat het drugsgebruik met de kunstenaar deed.

Het was vroeger vooral de junkieromantiek die Pontiac naar de naald dreef: ‘Ik zorgde als ik in de trein zat er bijvoorbeeld altijd voor dat mijn spuit uit mijn borstzak stak. Ik vond het echt cool om junk te zijn, helemaal in die sfeer van “Waiting for the man” van The Velvet Underground. Een fantastisch nummer. Als ik dat hoor krijg ik meteen dat gevoel weer: het ritueel van het scoren, de spanning van op de straat naar de dealer toelopen. Achteraf kijk je daar op terug en besef je dat het een sneue bedoening was.’ Serieuze leverproblemen is de prijs die Pontiac voor die wijsheid betaalde.

Spider-Man
Een ander overblijfsel uit die doldwaze tijd is een, inmiddels versleten, tatoeage van de stripheld Spider-Man. ‘Ik ben niet per se een Spider-Man fan, al vind ik het een geweldige figuur. Dat hij Peter Parker heet, dat op Peter Pontiac lijkt, spreekt me ook aan.’
Hoe komt het webhoofd op Pontiacs linkerarm terecht? ‘In 1980 zat ik in café De Trom aan de bar, dat was toen een hotspot op de wallen. Tattoo-artiest Henk Schiffmacher vertelde dat hij een plaatje had van Spinneman dat hij zo mooi vond, dat hij het desnoods voor niets op een arm zou zetten. Toen keek hij mij aan. Ik was niet helemaal fris, dus op een gegeven moment zei ik “Laten we gaan dan.” Sindsdien loop ik dus rond met zo’n Spinneman.’ Pontiac heeft er wel een tijdje spijt van gehad: ‘Toen ik met mijn gezin op Griekse strandjes moest gaan zitten met zo’n grote vleesstempel, vond ik dat wel een tikje gênant.’

Sinds hij op zijn drieëndertigste zijn huidige vrouw en haar kinderen ontmoette, is Pontiac met de harddrugs gestopt, al blijven journalisten ernaar vragen. ‘Ik was een hardwerkende huisvader die de hele dag zat te tekenen om de huur bij elkaar te krijgen en om dan altijd weer geconfronteerd te worden met het feit dat ik die dopey tekenaar was, vond ik uiteraard irritant. Tegenwoordig rook ik overigens nog wel jointjes, want met een stickje wordt het opeens heel aantrekkelijk om een wit vel te gaan vullen.’

Kraut
In 2000 verscheen Pontiacs magnum opus Kraut, over zijn vader die tijdens WOII oorlogsverslaggever was voor de SS en later als roddeljournalist voor damesbladen zijn brood verdiende. De Marten Toonder-jury noemt dit de beste Nederlandse graphic novel ooit. ‘Kraut is een geïllustreerde brief aan mijn vader. Lang niet iedereen vindt het een graphic novel – omdat er geen omkaderde plaatjes met tekstballonnetjes in staan – maar ik wel. Voorin het boek staat een afbeelding van een Grieks sigarettendoosje waarop striplegende Will Eisner aan me schreef dat hij graag zag dat ik ook een graphic novel maakte. Die handschoen heb ik toen opgepakt en Kraut gemaakt.’

Illustratie uit Kraut.

Micky Mouse en Hitler
Al voordat zijn vader Joop Pollmann op mysterieuze wijze verdween in de Daaibooibaai te CuraÇao wilde Pontiac al diens verhaal vertellen. ‘Het is een fantastisch verhaal waar ik allemaal sterke beelden in kon stoppen. Ik vond op zolder ooit zijn oude schetsboek met daarin de Paus en Mickey Mouse, maar ook Mussolini, Hitler en Franco – allemaal helden van mijn vader, de nazi die opgroeide in de heiligenbeeldenwinkel van mijn grootvader. Door zijn verdwijning werd het verhaal alleen maar beter. Ik heb ermee gewacht tot mijn moeder niet meer leefde, ze had de publicatie niet getrokken.’

Door het maken van Kraut kreeg de stripmaker meer begrip voor zijn vader. ‘Toen ik jong was wilde ik helemaal niet met hem over zijn verleden praten. Ik vond gewoon dat hij een nazi was en wilde hem niet steunen door geïnteresseerd te doen. Achteraf heb ik daar veel spijt van. Naarmate je ouder wordt ga je steeds meer zien dat de dingen niet zo zwart-wit zijn.’

De dood
Uitgetekend is de undergroundtekenaar allerminst. Pontiac droomt al jaren van een boek over de dood, wat hij een waanzinnig interessant onderwerp vindt. ‘Ik wil het absoluut maken, zodat wanneer de dood mij komt halen het 1-1 staat omdat ik hem al een keer te pakken heb gehad. Daarbij vind ik het heel erg leuk om skeletten en schedels te tekenen. Er is een prachtig vers van Dylan Thomas waarin hij zijn woede tegen de dood verwoordt: “Rage, rage against the dying of the light.” De klootzak die denkt ons te kunnen halen en het godverdomme ook nog doet. Die emotie zou ik er zeker in verwoorden, maar ook de positieve kant van de dood. Het is natuurlijk tragisch als iemand sterft, maar het is absurd om te doen alsof de dood een vijand is, want er pleit ook van alles voor dat hij een vriend is. In de eerste plaats in de gevallen waarin het leven al helemaal niet leuk meer is, maar wat zou het leven zonder de dood zijn? Hij is de lijst om het schilderij.’

Peter Pontiac: Rhythm
uitgever Oog & Blik/De Bezige Bij

Pontiac, Peter Pontiac
Peter Pontiac werd in 1951 geboren als Peter Pollmann. In zijn strips gebruikt hij namen als Daan Doem en Frankie Lee voor zijn personages. In het echte leven koos hij voor de naam Pontiac omdat hij altijd een hekel heeft gehad aan zijn achternaam: ‘Vanwege mijn vader en dat Duitse met dubbel-l en dubbel-n. Pollmann en Pontiac lijken een beetje op elkaar. Ook kwam ik er ooit achter dat Pontiac de naam is van het laatste Indianen opperhoofd dat zich heeft verzet tegen de blanke krakers van zijn land, de Europeanen.’ Met het automerk heeft het overigens weinig te maken, al krijgt de stripmaker geregeld Pontiac-parafernalia toegestuurd.

Dit artikel is gepubliceerd in VPRO Gids #37.

Categorieën
Strips

Programma Stripfestival Breda

Het zal de echte stripliefhebber niet ontgaan zijn dat dit weekend Stripfestival Breda plaatsvindt. Ik heb daar al eerder wat aandacht aan besteed, maar omdat ik de beroerdste niet ben, en voor mezelf graag ook nog even de zaken op een rijtje wil zetten, hier even een overzicht van wat er allemaal te beleven valt in het centrum van Breda.

Marten Toonderprijs voor Peter Pontiac
Vrijdag wordt in De Grote Kerk in Breda de Marten Toonderprijs aan Peter Pontiac overhandigd. Jan Kruis, de winnaar van vorig jaar zal de oeuvreprijs van 25.000 euro uitreiken. Dit is meteen het startschot voor Stripfestival Breda dat Breda drie dagen lang het middelpunt van het beeldverhaal zal maken. Op maar liefst acht verschillende locaties worden er tal van activiteiten georganiseerd.

Peter Pontiac – COMIX, HOTPIX & TRAGIX
De tentoonstelling Comix, Hotpix & Tragix in het Graphic Design Museum geeft een overzicht van het werk van striptekenaar Peter Pontiac. Hij is de tweede striptekenaar die de Marten Toonderprijs ontvangt. Deze oeuvreprijs voor strips is ingesteld door het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst. Werk voor Kraut en vele andere originele tekeningen zijn te zien op deze overzichtstentoonstelling.

Chassé Theater
Het hart van het festival is de stripbeurs in het Chassé Theater. Daar zijn de striptekenaars, uitgevers en standhouders te vinden. Ook vind je daar veel attracties voor het hele gezin, waaronder een springkussen, schminkstand, karikatuurtekenaars, workshop striptekenen, knutselhoek, stripveilingen, stripquiz, happy hour, presentaties en nog veel meer. Als pa strips koopt moeten de kids immers ook beziggehouden worden.

Bijzonder collectief
Op initiatief van uitgever Ger van Wulften bundelen verschillende uitgevers onder de noemer Graphic Novel & Art United hun krachten. In een speciale stand op de beurs staan Zone 5300, Oog & Blik, Sherpa, Bries, De Buitenkant, Art Books, Pulpman en Xtra in de Finntaxzaal op de eerste etage van het Chassé Theater. Zie de Zone-site voor een plattegrond.

Stripmakers
Een kleine greep uit de, volgens de organisatie, meer dan honderd tekenaars en schrijvers die aanwezig zullen zijn: Dick Matena, Martin Lodewijk, Eric Heuvel, Willem Ritstier, Jorg de Vos, Romano Molenaar, Carry Brugman, Mark van Herpen, Dick Heins, Gerben Valkema, Eric Hercules, Fred de Heij, Willem Ritstier, Danker Jan Oreel, René Uilenbroek, Uco Egmond, Pieter Hogenbirk, Marq van Broekhoven, Herman Roozen, Mars Gremmen, Gerard Leever, IJsbrand Oost, Ger Apeldoorn, Sytse Algera, Matt Baay, Rob van Barneveld en Henk Kuijpers signeren in Breda.

Animatie
Stormtroopers, Robots, Manga meisjes, Zombies, Monsters, Knuffeldieren en Marq van Broekhoven als Jodocus de barbaar, je kunt het zo gek niet verzinnen of je loopt ze wel tegen het lijf. In het Chassé Theater maar ook daarbuiten. Eigenlijk hoort dat ook gewoon op een stripbeurs, dat fans zich als hun favoriete stripfiguren verkleden en op de beurs rondlopen. In Amerika is dat in ieder geval heel gewoon. In Nederland zag je in voorgaande jaren meestal slechts een paar Star Wars-figuren en Sjors en Sjimmie. Ben dus benieuwd hoe groot het leger verkleedde striphelden is.

Open monumentendag
Op vrijdag is zoals gezegd de uitreiking van de Marten Toonderprijs in De Grote Kerk van Breda. Deze feestelijke gebeurtenis is echter alleen voor genodigden. Op zaterdag is de kerk wel voor het publiek geopend i.v.m. Open Monumentendag en dan is er ook een kleine tentoonstelling van werk van Peter Pontiac te bezichtigen.

Henk Kuijpers
In de Euretco Foyer in het Chassé Theater organiseert Henk Kuijpers een bijzondere Franka verkooptentoonstelling, waar het complete artwork van het album Het zilveren vuur te bewonderen is.

Kunstripbeurs
Op de KunstStripBeurs in het Graphic Design Museum verkopen striptekenaars zelf hun eigen werk: boeken, buttons, zeefdrukken, originele tekeningen, schilderijen, t-shirts en nog veel meer. Onder de 80 deelnemers o.a. Guido van Driel, Margreet de Heer, Erik de Graaf, Edith Kuyvenhoven, Nozzman en Gerrie Hondius. De KunstStripBeurs wordt georganiseerd in samenwerking met het Fonds BKVB.

Haas
Het artwork dat Fred de Heij voor Haas heeft gemaakt is te bezichtigen in Galerie Jan d’Art. De expositie omvat o.a. schetsen, lijntekeningen en olieverfschilderijen. Het artwork is tevens te koop.

Wasco tekent
Tekenaar Wasco is één van de best bewaarde geheimen van de Nederlandse stripwereld. Voortdurend is hij op zoek naar de grenzen van het medium. Hij publiceert zijn werk al jaren in eigen beheer. Zijn oeuvre is omvangrijk, want Wasco tekent dag in en dag uit. Ter gelegenheid van zijn tentoonstelling in het Graphic Design Museum tekent Wasco daar tijdens Stripfestival Breda op 10 en 11 september een paar keer per dag. Geen idee wie Wasco is? In deze video nadere informatie:

Centrum voor beeldcultuur
In deze groepstentoonstelling veertien jonge nieuwe talenten. Sommigen zijn vers van de academie, anderen hebben met steun van het Fonds BKVB net hun debuut uitgebracht of werken daar nog aan. In de tentoonstelling in het Centrum voor Beeldcultuur is een overzicht te zien van dit aanstormende talent.

Electron
In 2 weekenden (10/11 en 17/18 september) wordt in Electron een inspirerende ruimte opgebouwd met graphic novels, kunst, live painting, exposities, muziek, shop, poëtry, design, workshops, live printing AND more! Op 10 en 11 september staan de medewerkers van Electron live aan de drukpers en kun je samen met hen aan de slag. ’s Avonds is er een stripfeest, wat een geweldige happening belooft te worden.

Algemene info
De entree voor de stripbeurs in het Chassé Theater is eur 8,50 voor volwassenen en eur 6,00 voor kinderen tot 12 jaar. Met de kortingsbon in deze Eppo krijg 1 euro korting op de entreeprijs.

De entree voor het Graphic Design Museum, De Grote Kerk (op zaterdag) en het Centrum voor beeldcultuur is gratis.

Openingstijden op beide dagen van 10.00 tot 17.00 uur

Voor meer informatie kijkt u op www.stripfestivalbreda.nl

Categorieën
Strips

Rhythm van Peter Pontiac vanaf september in de winkel

Ik krijg als stripjournalist veel boeken thuisgestuurd van uitgevers. Vaak ongevraagd, maar nooit onwelkom. Er zijn ook boeken waar ik naar uitkijk, zoals het verzamelde werk van Peter Pontiac dat begin september uitkomt. Rhythm heet de bundel.

Recent heb ik weer eens Kraut en de Pontiac Reviews, de reeks boeken uitgegeven door Oog & Blik waarin het werk van Peter thematisch is gebundeld, gelezen als voorbereiding op het interview dat ik laatst met hem voerde.

De nieuwe bundel Rhythm zal al Pontiacs stripverhalen bevatten. Voor de liefhebber moet dit het perfecte boek zijn, want zijn strips verschenen overal en nergens. Maar de bundel is ook een prima manier om voor het eerst kennis te maken met een van de grootste striptekenaars van Nederland. Nooit eerder is een compleet overzicht van zijn stripoeuvre gepubliceerd. In Rhythm zijn alle strips chronologisch geordend, het geeft zijn ontwikkeling van de underground-strips uit de jaren zeventig tot zijn latere werk weer, maar ook langere verhalen als Lost in the Lowlands en Requim Fortissimo.

Rhythm komt niet toevallig begin september uit, want op de negende van die maand krijgt Pontiac De Marten in zijn handen gestopt. Om zijn oeuvre te vieren krijgt de tekenaar een welverdiende geldprijs van 25.000 euro.

Op 9 september 2011 wordt de Marten Toonderprijs aan hem uitgereikt in de Grote Kerk in Breda, daarna opent de overzichtstentoonstelling Comix, Hot Pix & Tragix in het Graphic Design Museum in Breda. De expositie loopt van 10 september tot 27 november 2011.

Het interview met Pontiac zal begin september in de VPRO Gids verschijnen.

Categorieën
Strips

Striptips: Week 28

Strips worden tegenwoordig vaak behandeld in de reguliere media. Deze week kwamen er twee Nederlandse tijdschriften uit met daarin aandacht voor het beeldverhaal die ik graag even noem.

Hollands Diep: Pontiac en Barends
In het augustus/september nummer van Hollands Diep staat een dubbelportret van stripmakers Peter Pontiac en Merel Barends. Pontiac (60) krijgt in september de Marten Toonderprijs voor zijn oeuvre. Barends (31) is druk bezig met haar eerste grote striproman.


Ik ken Merel al een paar jaar en kijk reikhalzend uit naar haar persoonlijke strip. In het interview vertelt ze: ‘Het gaat over een jongen van rond de twaalf jaar, die lang in een fantasiewereld heeft geleefd. De discrepantie tussen de kindertijd en volwassenheid kan hij niet aan. Het verhaal is redelijk autobiografisch. Mijn broertje heeft een einde aan zijn leven gemaakt toen hij twaalf jaar oud was. Ik was toen zeventien. Het boek begon vanuit mijn zoektocht naar zijn motivatie.’

Pontiac is natuurlijk een oude bekende in stripminnend Nederland. Hij beschouwt Kraut als zijn hoogtepunt. In deze striproman onderzoekt Pontiac de nazigeschiedenis en de mysterieuze dood van zijn vader. Irene de Waal vroeg aan de stripmaker waaraan hij merkt dat hij ouder wordt: ‘Ik accepteer steeds meer wie ik ben. Ik heb me altijd onzeker gevoeld ten opzichte van andere mensen. Niet zozeer vakgenoten, maar de medemens in het algemeen. Nu ben ik minder snel geïmponeerd. Ik durf meer te vertrouwen op mijn kunnen. Voorheen was het een lijdensweg voor ik iets had gemaakt dat ik goed vond. Dan maakte ik schetsen en die tekende ik eindeloos over op de lichtbak. Dat doe ik nu niet meer.’

Ik spreek Peter binnenkort voor de VPRO Gids om over zijn oeuvre bestaande uit strips maar bovenal illustraties, te praten. Dit soort interviews zijn fijne research om me mee voor te bereiden.

VN special literaire strips
In Vrij Nederland #28 staan er met enige regelmaat doortimmerde striprecensies van Peter Breedveld. Dit keer pakt de VN het wat groter aan, met een special rondom wat zij literaire strips noemen. Samen met de Amsterdamse stripwinkel Lambiek selecteerden Sander Pleij en Jeroen Vullings 65 ‘literaire strips’ – lees graphic novels – uit seizoen 2010-2011 en beoordelen deze.

Breedveld interviewde de 78-jarige Thé Tjong-Khing die eigenlijk al dertig jaar geen strips meer maakt, maar illustraties voor kinderboeken des te meer. Uitgeverij Sherpa is nu bezig met het heruitgeven van Thés strips, waaronder zijn klassieke reeks rondom Arman & Ilva. Het interview is ook online te lezen.

Toon Horsten sprak met Joe Sacco, de vader van de journalistieke strips. Eerder stond er al een interview van Horsten met Sacco in de Belgische krant de Standaard. Wie nog meer over Sacco wil lezen: in Pulpman wordt er ook aandacht aan hem besteed en binnenkort staat mijn interview met hem in de VPRO Gids.

In het introductie-artikel van Pleij en Vullings concluderen de auteurs dat de lezer van graphic novels een grote hoeveelheid problemen en/of atrociteiten te verstouwen krijgt. Psychose, schizofrenie, incest, pesten op school, etc, etc. ‘Het leven is zelden een lolletje in de wondere, vaak beeldschone wereld van de graphic novel.’ Waarvan akte.

Veel leesplezier, beste stripliefhebber.

In de nieuwe rubriek Striptips zal ik met enige regelmaat interessante nieuwtjes en items over strips, elders gepubliceerd, aankaarten.

Categorieën
Strips

De nieuwe Zone 5300: Peter Pontiac, Jeroen Funke en Tim Enthoven

Vanaf donderdag 23 ligt hij reeds in de winkel: Zone 5300 #94. Een nummer met Peter Pontiac, Jeroen Funke en Tim Enthoven. Drie keer bekroond vaderlands talent.

Hoe verleidelijk het ook was in het licht van de voorgenomen bezuinigingen op cultuur: het zomernummer van 2011 is geen politiek pamflet geworden. Eerder een demonstratie van de kwaliteit en scheppingskracht van dát deel van onze bedreigde creatieve sector dat als stripmaker werkzaam is.

Pastorale, het verhaal dat Tim Enthoven speciaal voor Zone 5300 maakte, is daar een mooi voorbeeld van. Enthovens opmerkelijke debuut Binnenskamers, dat voor verschijning al bekroond werd met de René Smeets Prijs, biedt een interessante benadering van het medium strip. In Pastorale geeft hij de Zone-lezer een proeve van zijn kunnen op de korte baan.

En ook Lamelosser Jeroen Funke toont in Zone #94 hoe je met strip ook heel goed een essay kunt maken met Spruitjes, bier, leverworst, waarmee hij onlangs de Jan Hanlo Media Essay Prijs won. In zijn stripessay vertelt Funke aan de hand van zijn vaste helden Victor & Vishnu hoe belangrijk het is voor de mens om zijn onbevangenheid te bewaren.

Very Dandy
Daarnaast in deze Zone: Integrale beoordeling over dandyisme en de kunstacademie. De voorpublicatie uit de graphic novel van Robert van Raffe, tevens verantwoordelijk voor de cover.

In deze Zone 5300 ook een gloednieuwe rubriek: Zone Expo, waarin jonge beeldmakers een podium voor hun werk krijgen. Het spits wordt afgebeten door de ‘Creatures’ van Dieter Van der Ougstraete, die recentelijk nog bekroond werd met zijn Leven 1.0 in de Benelux Beeldverhalen Prijs.

En de dummy staat dit keer, tot mijn grote genoegen moet ik zeggen, in het teken van Marten Toonder Prijswinnaar Peter Pontiac. Hij gunt de lezer een unieke kijk in zijn schetsboeken.

Zone 5300 # 94, 72 pagina’s kleur, prijs € 6,75. Sinds 23 juni te koop bij
de betere stripwinkel en boekhandel of via www.zone5300.nl/webshop.