Suske en Wiske hebben een restyling ondergaan die voor het eerst zichtbaar zal zijn in album 339: De planeetvreter.
Een van de fascinerende zaken aan langlopende stripreeksen vind ik de vraag hoe de makers deze reeksen interessant houden voor jonge lezers. Bij Amerikaanse comics wringen de makers zich soms in behoorlijke bochten om de boel te vernieuwen, wat vaak vervelende retcons tot gevolg heeft.
Hoe houd je Suske en Wiske boeiend voor een nieuw jong publiek? Het is een reeks die al sinds 1945 loopt. Daarmee is het de langstlopende Nederlandstalige stripreeks.
Amoras
Eerst bedachten ze bij Standaard Uitgeverij de spin-off reeks Amoras, met een versie van de strip die meer volwassenen is en oudere jongeren moet aanspreken. Nu loopt De kronieken van Amoras. Ook gemaakt door Marc Legendre en Charel Cambré. Ik heb daar nog geen deel van gelezen, maar die strips zijn dus in dezelfde stijl als de eerdere delen en spelen zich af in hetzelfde universum.
Goed, hoe pakt de uitgeverij de oude bekende reeks aan?
Standaard Uitgeverij besloot het stripduo voor het eerst in tien jaar te restylen. Of zoals ze het zelf zeggen: ‘De uitgeverij besloot te investeren in een meer eigentijds karakter om tegemoet te komen aan de belevingswereld van de jeugd. Met vernieuwende verhaallijnen, eigentijdse kleding en moderne technologie.’ Het eerste album dat de vernieuwde stijl uitdraagt is het De planeetvreter.
Onderzoek
Aan de restyling van Suske en Wiske ging een uitgebreid onderzoek vooraf, want in tien jaar tijd is er veel veranderd. Vooral voor de jonge lezer, die opgroeit in een tijd waar alles snel gaat en de techniek voorop staat. Dat uit zich in spannende verhaallijnen, extra actiescènes, aflopende pagina’s en meer close-ups. Op die manier komt Standaard Uitgeverij tegemoet aan de belevingswereld van de nieuwe Suske en Wiske-generatie.
‘We vinden het belangrijk relevant te blijven voor onze lezers’, vertelt Toon Horsten, Uitgever Strips bij Standaard Uitgeverij. ‘Daarom hebben we heel bewust gekozen voor onderzoek onder de doelgroep van de toekomst, onze jonge lezers tussen de acht en twaalf jaar. We waren benieuwd naar wat zij van Suske en Wiske vinden. Weten zij wie het zijn? Welke personages vinden ze het leukst? En wat voor verhalen lezen ze graag? Met deze resultaten in het achterhoofd kwam De planeetvreter tot stand. We zijn ontzettend trots op deze nieuwe uitgave.’
Motion comics? Ik ben eigenlijk heel benieuwd naar de antwoorden die er bij het onderzoek werden gegeven. En benieuwd naar hoe deze restyling eruit ziet. Is deze alleen cosmetisch, of gaan de stripmakers helemaal los bij de digitale versies en omarmen ze de mogelijkheden die digitale strips te bieden hebben en gaan ze meer de motion comic kant op? Dat laatste waarschijnlijk niet.
Ook denk ik dat er niet heel veel veranderd is aan Suske en Wiske en dat in de kern de reeks gewoon nog is zoals die is. Dat de stripmakers qua manier van vertellen een meer moderne wijze kiezen, is slim, want je moet inderdaad aansluiting houden bij de beoogde doelgroep. Als de smaak van die doelgroep verandert, moet je daarin deels meegaan. En dat kan heel goed zonder het basisconcept van zo’n strip te verloochenen.
Zelf vond ik de strips gemaakt door het huidige duo Peter van Gucht, scenarist, en Luc Morjaeu, tekenaar, erg vermakelijk. Zelfs al ben ik als veertigjarige lezer natuurlijk niet de doelgroep van Suske en Wiske.
Ondertussen probeert men ook de oudere fans niet te vervreemden. Voor hen is er Suske en Wiske Classics. Heruitgaven van klassieke verhalen in een nieuw jasje. Samen met De planeetvreter verschijnen op 17 mei: Het geheim van de gladiatoren, De duistere diamant, De schat van Beersel en De groene splinter.
Dit vind ik de beste grap uit de nieuwste Suske en Wiske:
Het omgekeerde land is wederom een zeer vermakelijk verhaal van Peter Van Gucht en heerlijk op papier gezet door Luc Morjaeu.
De flaptekst:
Wiske is erg jaloers als Suske er een nieuw speelkameraadje opna houdt. Om stoom af te blazen maakt ze een lange wandeling in het bos en daar ontmoet ze een bijzondere vleermuis. Deze stelt haar voor om zelf ook een nieuw vriendje te maken en neemt haar mee naar sprookjesland. Maar daar zijn vreemde dingen aan de hand. Het is er erg somber en de sprookjesfiguren lijken zichzelf niet te zijn. Bovendien blijkt haar nieuwe vriendin, prinses Elisa, twee gezichten te hebben. Ze besluit Wiske voor altijd bij zich te houden. Tot overmaat van ramp raakt Wiske zélf onder de invloed van de vreselijke vloek die over sprookjesland hangt waardoor ze vreemd verandert…
Kleine spoiler: Die vreemde verandering waar de flaptekst naar verwijst is dat Wiske in het Omgekeerde Land verandert van een meisje naar een jongen, en later Suske verandert in een meisje. Dat biedt allerlei mogelijkheden voor de scenarist om het thema gender aan te pakken, maar echt gaat Van Gucht daar niet op in. Wiske ondergaat de verandering, maar staat daar niet echt bij stil. Suske nog minder, terwijl ik het als man toch heel vreemd en wellicht ook opwindend zou vinden als ik opeens in een vrouw verander.
Van Gucht maakt wel een paar smakelijke grappen over het feit dat Jerom en Lambik in elkaar veranderen.
Toen ik het album uit had, dacht ik eerst dat de scenarist een kans had laten liggen. Ik vind zelf gender-issues namelijk heel interessant, maar toen realiseerde ik me dat de doelgroep van Suske en Wiske helemaal nog niet met dat soort zaken bezig is. Kinderen van zes tot tien jaar zijn niet met gender bezig dus waarom zou je dat als scenarist in een stripalbum verwerken?
Gender
Nou ja, misschien omdat hun ouders zich wel meer bewust mogen worden van dit soort dingen. Daar heb ik laatst nog over geblogd. Als we willen dat vrouwen en mannen als gelijkwaardig worden gezien, en dat willen we in een westerse, niet-religieuze samenleving, dan moeten we ons bewust zijn van standaard genderrollen en hoe we onze kinderen programmeren zich als jongetjes en meisjes te gedragen. We moeten ons bewust zijn dat er meer opties zijn dan deze twee geslachten en dat meisjes ook dingen mogen die we traditioneel als jongensding zien. En dat jongens ook gewoon met speelgoed mogen spelen dat voor meisjes bedoeld is. Dat zaken als identiteit tegenwoordig minder rigide en vloeibaarder zijn en dat dit prima is. De gebeurtenissen van het Omgekeerde land hadden kunnen helpen bij deze bewustwording.
Nogmaals, ik weet niet of we dat van een Suske & Wiske album mogen verwachten. Misschien ben ik als striprecensent wel te oud om kinderalbums goed te kunnen beoordelen, omdat mijn interesses en visies simpelweg niet aansluiten bij de verhalen die voor een jonge doelgroep bedoeld zijn. Het is lang geleden dat ik mij in het perspectief van een kind kon verplaatsen. (Ik ben zelf geen ouder en ik praat weinig met kinderen.)
Het is waar dat populaire cultuur ons belangrijke dingen leert over hoe onze wereld en maatschappij in elkaar steken, maar dat hoeft natuurlijk niet. Iets kan ook gewoon entertainment zijn.
Daarom leg ik de vraag bij jullie beste lezers: vinden jullie dat Suske & Wiske meer de diepte in had moeten gaan om kinderen en ouders meer bewust te moeten maken van genderrollen? Of is het prima zo?
[hr]
Daarom Minneboo leest: Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een interview, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.
Suskewiet, het 329ste album van Suske en Wiske, is zeer vermakelijk en bovendien erg fijn getekend.
Als een avontuur van Suske & Wiske Suskewiet heet, wil ik die als inwoner van Amsterdam natuurlijk lezen. Het verhaal heeft niet zo veel te doen met softdrugs, dus de lezer hoeft zich niet ongerust te maken dat brave Suske opeens een wietverbouwer is, al blijkt de sympathieke Belgische stripheld wel groene vingers te hebben.
Daarom vraagt professor Barabas hem een eeuwenoud plantenzaadje te laten ontkiemen. Daar komt een prachtige bloem uit die ook nog eens blijkt te kunnen spreken. Wiske is jaloers op de aandacht die Suske aan zijn nieuwe hobby schenkt en daar maakt de bloem handig gebruik van. Die belooft Wiske dat Suske onvoorwaardelijk van haar zal houden als zij ervoor zorgt dat Suske een vrucht van de bloem eet. Maar wanneer de nietsvermoedende Suske een hap neemt van de vrucht ondergaat hij een bijzondere transformatie en moeten onze vrienden in actie komen om de jongen op tijd terug te laten veranderen voordat het te laat is.
Mocht je de laatste jaren geen Suske en Wiske-album hebben opengeslagen, dan raad ik je dat van harte aan, want het team Peter van Gucht (scenario) en Luc Morjaeu (tekeningen) is goed op dreef door leuke en spannende avonturen te vertellen. Ook Suskewiet zit weer vol met goede grappen, slapstick en actiescènes die geïnspireerd lijken op Hollywood-films. Maar bovenal is deze aflevering erg fijn getekend door Morjaeu.
Hieronder enkele van mijn favoriete plaatjes en momenten uit het album zodat we eens goed naar die tekeningen kunnen kijken.
Het is voor Wiske natuurlijk even schrikken als de bloem opeens begint te spreken. Ik vind de lichaamstaal van beide personages hier erg goed getroffen: de soepele bewegingen van de bloem en de stijve, geschrokken houding van Wiske contrasteren mooi met elkaar.
Een mooie groepsillustratie. Ik ben benieuwd wat er in het hoofd van Sidonia omgaat, zij lijkt een beetje afwezig (en doet me in dit plaatje gek genoeg denken aan Beaker van de Muppets):
Wiske komt in actie en doet even alsof ze de dochter van Bruce Willis is:
Dit is een van mijn favoriete scènes uit het album. De gezichtsexpressies van Barabas en de van de apen is erg goed getroffen en versterken de grap precies goed. Wederom laat Morjaeu zijn personages goed acteren:
Tot slot vind ik dit een prachtige plaat met een mooi gedetailleerd decor. Een hoop werk zo’n plaatje, maar je verhaal wordt er wel meteen een stuk overtuigender door:
De albums worden niet door de tekenaar geïnkt, maar door Eric De Rop. Verder was ik benieuwd of Morjaeu assistentie krijgt bij het tekenen. Dus dat heb ik hem even gevraagd: ‘Ik heb inderdaad hulp bij het maken van de albums, het is nog altijd Studio Vandersteen.De achtergronden worden uitgewerkt door Christian Verhaeghe, en hij doet dat schitterend,’ aldus de Morjaeu. Vier albums per jaar afleveren is ook een hoop werk. In ieder geval heeft het team met Suskewiet een mooie aflevering afgeleverd.
Daarom Minneboo leest: Als stripjournalist wil ik zoveel mogelijk strips onder de aandacht brengen. Daarom heb ik de rubriek Minneboo leest in het leven geroepen, om te laten zien hoe rijk en divers het medium strip kan zijn. De artikelen in deze rubriek zijn geen recensies (die teksten staan gepubliceerd in de bijhorende rubriek), maar kunnen thematisch zijn, een tekenstijl belichten of simpelweg een nieuwe uitgave kort aanstippen.
Net als veel Nederlandse en Belgische striplezers las ik als kind klassieke series als Lucky Luke, Asterix en Suske & Wiske. Daarom vind ik het als stripjournalist nog steeds leuk om nieuwe avonturen van deze striphelden te lezen.
Vorige week nestelde ik me dan ook in mijn favoriete leesstoel met een stapel nieuwe Suske & Wiskes. Deze worden al een tijdje geschreven door Peter van Gucht en getekend door Luc Morjaeu. De heren zorgen voor aangenaam leesvoer.
En spannend ook. In ‘Het schrikkelspook’ (#325) krijgen onze vrienden te maken met het nare wezen Sebrecum als ze de geest van een Duitse piloot uit de Eerste Wereldoorlog proberen te helpen. Suske, Wiske, Sidonia, Jerom en Lambik gebruiken de teletijdmachine om naar de Eerste Wereldoorlog terug te reizen en veel onschuldige slachtoffers het leven te redden, waaronder de verloofde van de piloot. Dat het verhaal speelt in de Eerste Wereldoorlog is natuurlijk geen toeval: dit jaar is het honderd jaar geleden dat die oorlog uitbrak.
Suske en Wiske: De zwarte tulp (#326) is wederom een tijdreisverhaal. Dit keer reizen de helden af naar het Haarlem van 1637 om een zeldzame zwarte tulp op te halen. Professor Barabas heeft Krimson namelijk geïnjecteerd met het serum van een witte tulp die al zijn slechte eigenschappen heeft doen verdwijnen. Hierdoor is Krimson pure goedheid geworden en gaat hij kapot aan de herinneringen van wat hij anderen allemaal heeft aangedaan. Met een nieuw serum van de zwarte tulp hopen ze Krimsons leven te kunnen redden.
Grof geweld
Hoe bont Krimson het kan maken, tonen Van Gucht en Morjaeu aan het begin van het album, als de misdadiger de striphelden probeert te vermoorden met een stel raketten uit een geavanceerd gevechtsvliegtuig. Wie denkt dat het geweldsniveau in de serie Amoras wat aan de hoge kant is, de hoofdreeks van Suske en Wiske kan soms ook gewelddadig uitpakken. Toegegeven: in Amoras wordt serieus bloed vergoten terwijl het geweld hier vooral stripachtig blijft. Toch valt het op dat het er in ‘Het schrikkelspook’ ook behoorlijk heftig aan toe gaat.
‘Het gebroken dorp’ (#327) heeft wat dat betreft een meer sprookjesachtige invalshoek. Tijdens een wandeling bij het verdwenen dorp Marchimont, vindt Suske een duizend jaar oude ring. Deze bezit magische krachten en al snel blijkt Suske de uitverkorne te zijn die over deze krachten kan beschikken. Het is aan hem om de inwoners van Marchimont te redden van de kwade bosgeest Clamora.
Dit album voelde voor mij het meeste aan als een ouderwetse Suske & Wiske. Niet in de laatste plaats omdat Lambiks ego weer voor extra problemen zorgt, maar vooral ook omdat Suske en Wiske en folklore goed samengaan. En dan een snufje magisch realisme om het geheel af te maken.
Tijdens Stripfestival Breda sprak ik kort met Marc Legendre. ‘Het zesde deel is het laatste wat betreft Amoras. Daarna is het verhaal ook helemaal klaar,’ beloofde de schrijver. Toch ziet het ernaar uit dat het succes van Amoras Standaard Uitgeverij naar meer smaakt. In oktober startte de uitgeverij de website Force of gold waarop wordt aangekondigd dat op 26 november 2014 een nieuwe held zal ontwaken. Dit zou het startschot kunnen zijn van een nevenreeks omtrent Jerom. Ik ontving vorige week ook al een ansichtkaart ter promotie hiervan waarop een in gouden kostuum gestoken figuurtje staat. Ik ben benieuwd.
Suske de rat speelt zich af tijdens de Eerste Wereldoorlog en is dus een period piece. We zien het Amsterdam uit vervlogen tijden, waaronder het Vondelpark, de Dam en het oude Kerksplein, weergegeven in de eenvoudig aandoende stijl van Luc Morjeau.
Het Oudekerksplein te Amsterdam in Suske en Wiske. Onder zoals het plein er nu uit ziet. Persoonlijk vind ik de versie van Morjeau romantischer, want de nieuwbouw op het plein kan mij niet echt bekoren.
In album 319 van de reeks Suske en Wiske krijgt Suske een dagboek van zijn grootoom Cois Antigoon in handen. Daarin beschrijft deze hoe hij in 1914 als jonge knaap naar een internaat in Amsterdam wordt gestuurd omdat zijn vader als soldaat in de Eerste Wereldoorlog gaat vechten. Cois sluit al snel vriendschap met Willemien en samen komen ze in opstand tegen de verschrikkelijke opvoedster Ina, die niet geheel zuiver op de graad blijkt te zijn.
Hoewel de titel duidelijk verwijst naar de trilogie rondom Ciske de Rat, doet schrijver Peter van Gucht hier eigenlijk maar weinig mee. Goed, Suske komt net als Ciske in een internaat terecht en wordt Rat genoemd, maar daar blijft het ook wel bij. De personages uit het dagboek van Cois Antigoon worden neergezet door de bekende cast van de reeks. Sidonia is Corina, de directeur van het internaat, Lambik de zwerver Johnny en sterke arm Jerom is kapitein Ankerman. Suske en Wiske zijn respectievelijk Cois en Willemien. Het blijft altijd vreemd als de bekende personages opeens een andere rol in hun schoenen geschoven krijgen. Het doet wat mij betreft wat vergezocht aan.
Morjeau grijpt visueel terug naar de vroege avonturen van Suske en Wiske. Vooral Wiske lijkt op de eerste versie zoals Vandersteen haar tekende. Gek genoeg zien Lambik en Sidonia er nog hedendaags uit. Kortom, dit album is vooral een vreemde mix van elementen, waarvan je het idee bekruipt dat een gerichtere uitwerking het geheel beter tot zijn recht had laten komen. Wat dat betreft leverde de mix Max Havelaar met het Vlaamse stripduo twee jaar geleden een beter resultaat op. Dat neemt niet weg dat Suske de rat een onderhoudend avontuur is waarin Suske en Wiske zichzelf traditiegetrouw flink in de nesten werken en in de handen komen van een stel schurken. Voor de jonge lezertjes is er dus genoeg spanning te beleven.
‘België is de bakermat van het beeldverhaal. Striptekenaars als Hergé, Franquin en Willy Vandersteen, bepaalden ooit de contouren van de strip,’ vertelt presentator Jean-Marc van Tol aan het begin van de aflevering ‘Suske en Wiske’. Samen met stripjournalist Toon Horsten loopt hij langs verschillende stripmuren in Brussel en Antwerpen waar men op een willekeurige straathoek een afbeelding van Lucky Luke, Guust Flater of Blake en Mortimer kan aantreffen. Strips zijn in België vanzelfsprekender dan in Nederland. Wellicht dat het nieuwe VPRO-televisieprogramma Beeldverhaal het Nederlands publiek meer stripminded zal maken.
Acht weken lang neemt stripmaker Jean-Marc van Tol de kijker mee op reis door de wereld van het beeldverhaal. ‘Het programma is geen Teleac-cursus, eerder een roadmovie. We willen de kijker meer te weten laten komen over strips en enthousiasmeren,’ legt eindredacteur en initiator Pieter Klok uit. De makers richten zich op volwassenen. ‘Het medium behelst meer dan alleen de Donald Duck. Er zijn natuurlijk heel veel strips voor kinderen, maar er zijn ook geweldige verhalen voor volwassenen. En soms wordt het bijna kunst, misschien is het zelfs wel kunst.’
Springplank
Gert Jan Pos, recent afgezwaaid als stripintendant van het Fonds BKVB, adviseerde en schreef de basisscenario’s waar het televisieteam op voortborduurde. Pos stelde voor per aflevering een specifiek thema te behandelen aan de hand van een strip of stripfiguur. Zo is psychiater Sigmund uit de Volkskrant de springplank om dieper te duiken in de krantenstrip en de vraag wat humor nu eigenlijk is.
In de eerste aflevering is Jan, Jans en de kinderen, de populaire strip die sinds 1970 in de Libelle verschijnt, de aanleiding om de autobiografische strip te onderzoeken. Geestelijk vader Jan Kruis vertelt hoe hij zijn eigen gezinssituatie indertijd als inspiratiebron gebruikte voor zijn strip over de fictieve familie Tromp. Ook praat Van Tol met de jongere generatie autobiografen. Die voeren zichzelf op als stripfiguur en maken verhalen over hun dagelijks leven. Van Tol vraagt aan hen hoe eerlijk je kunt zijn als je beeldverhalen over je eigen leven maakt. Wat laten de stripmakers wel en niet zien?
Tekstballonnen
‘We pretenderen niet dat het programma volledig is en alles behandelt,’ zegt Klok. ‘We hebben onderwerpen gekozen die we gaaf vonden. Iedereen kent bijvoorbeeld Kuifje, maar lang niet iedereen weet dat dit ook het eerste moderne stripverhaal in Europa was. Dat wilden we graag vertellen. Daarom gaat er een aflevering over Kuifje en geestelijk vader Hergé.’
‘Hergé is de eerste in Europa die tekstballonnen gebruikte,’ vult Pos aan. ‘Het is bijzonder dat die er in het eerste Kuifje-album uit 1930 al in staan, terwijl Marten Toonder in 1950 de tekstballon nog afdeed als belachelijk en onnodig. Dankzij Toonder is de ontwikkeling in Nederland achtergebleven.’
Drie jaar geleden stapte Pieter Klok van productiehuis Human Factor stripwinkel De Noorman in Arnhem binnen om zijn verzameling Heinz-strips compleet te maken. ‘Ik keek eens rond naar alle stripboeken die daar lagen en besefte dat ik maar weinig strips kende. Welke zijn er allemaal en hoe is het in Nederland eigenlijk gesteld met de strip? Ik besloot me in de scene te verdiepen. Aangezien ik televisiemaker ben, vond ik dat daar een programma over moest komen.’
Stripmaker onder de stripmakers
De presentator moest de spil van het programma worden. Via een tip van beroepsgrappenmaker Owen Schumacher kwam Klok bij Jean-Marc van Tol terecht. Van Tol is de tekenaar en medebedenker van de populaire strip Fokke & Sukke. Daarnaast zet hij zich al jaren in om ervoor te zorgen dat het beeldverhaal meer aandacht krijgt. ‘Televisie is hét medium om een groot publiek te bereiken. Dat is goed, want heel veel mensen weten niet wat voor gave strips er in Nederland gemaakt worden,’ zegt Van Tol. ‘We zijn in de stripwereld lang bezig geweest met zeggen dat strips interessant zijn. Dat moet je niet zeggen maar laten zien, dan kan men zelf bepalen of het interessant voor ze is of niet. Ik wilde een goed programma maken waardoor de toeschouwer wellicht denkt: in plaats van een normaal boek koop ik eens zo’n gek stripboek. Wie weet spreekt het mij aan.’
Van Tols jongensachtige enthousiasme werkt aanstekelijk. In de aflevering ‘Suske en Wiske’ spreekt hij vol bewondering met Willy Linthout die met Jaren van de Olifant een persoonlijke strip maakte over de dood van zijn zoon. In de aflevering over superhelden hoort hij met verbazing aan dat Action comics #1 waar het eerste optreden van Superman in staat, tegenwoordig voor meer dan een miljoen dollar onder de hamer gaat.
Veertien keer over
Een groot voordeel van Van Tol is dat hij zelf strips maakt en weet waar hij het over heeft. ‘Dat vonden veel stripmakers die we interviewden een verademing,’ zegt Klok.
Dat Van Tol geen raspresentator is, hebben de programmamakers ook gemerkt. Hij had vaak moeite met de voorgeborduurde tekstjes. Aangezien Klok per se niet op een voice-over wilde terugvallen om de boel aan elkaar te praten, improviseerde Van Tol ter plekke vaak de presentatieteksten. ‘In de België-aflevering loop ik richting de Vandersteen studio en vertel ik daar wat over. Dat hebben we geloof ik wel veertien keer overgedaan. Soms stond ik met mijn hoofd tegen een boom aan te beuken omdat ik weer Fokste en Sukste of iets dergelijks had gezegd.’
In dezelfde aflevering onderbreekt Van Tol plotseling een interview met de schrijver en tekenaar van Suske en Wiske als hij hoort dat de kleinzoon van Vandersteen in de andere kamer aan het werk is om die even te begroeten. Klok: ‘Die spontane acties werkten vaak heel goed maar daardoor zitten we in de montage soms flink te zuchten om het allemaal goed te knippen.’
Lost in translation
Van april tot en met oktober trok Van Tol erop uit met Klok, cameraman/regisseur Martijn Tervoort en geluidsman Peter van den Berg, naar Amerika, Japan, België en Nederland om stripmakers te interviewen. De beste herinneringen houdt hij over aan Japan, waar de aflevering over manga is gedraaid. ‘Dat was net Lost in Translation,’ vertelt de stripmaker. ‘We spraken daar via een tolk: Edwin, een 25-jarige student Japans uit Nederland. Als vraagsteller ging ik heel raar Engels spreken, je denkt dat die Japanners het dan wel een klein beetje begrijpen. Maar ze begrijpen helemaal niets en jij begrijpt helemaal niets van het Japanse antwoord. Edwin was een zeer serieuze, ietwat bedeesde jongen. Bij onze eerste ontmoeting interviewde ik meteen Haruko Kashiwagi. Zij maakt erotische strips! Uiteindelijk kwam Edwin toch nog los. Op onze laatste dag hebben we een karaokebar bezocht en met zijn vijven op de nummer 1-hit van dat moment de polonaise gedaan.’
Onbereikbaar
Lang niet iedereen die op het verlanglijstje stond zit in het programma. Het lukte niet om Robert Crumb, boegbeeld van de Amerikaanse undergroundstrip, te interviewen. Ook bleef Stan Lee onbereikbaar. Schrijver Lee bedacht in de jaren zestig superhelden als Spider-Man, The Fantastic Four en de Hulk en ontketende daarmee een revolutie in het genre: hij maakte de superhelden meer menselijk. ‘Het lukte uiteindelijk niet om hem te spreken,’ vertelt Klok, ‘maar daar hebben we een mooie oplossing voor bedacht. Hij gaf een signeersessie op de Comic Con in San Diego. Je ziet Lee op de achtergrond terwijl Jean-Marc hem aanwijst: “Kijk daar is Stan Lee!” Die onbereikbaarheid maakt hem eigenlijk alleen maar groter.’
Striptelevisie
Televisie en strips: het is een lastig huwelijk. Strips dienen vaak als basismateriaal voor tekenfilmseries, maar programma’s waarin serieus over het medium gesproken wordt zijn als spelden in een hooiberg moeilijk te vinden. Een hele generatie groeide op met Wordt vervolgd van Han Peekel dat van 1983 tot 1997 op de buis was. Van Tol: ‘In het begin was Wordt vervolgd een serieus programma over strips. Ik heb echt goede interviews gezien met stripmakers. Het programma ging een beetje aan zijn eigen succes ten onder. Han Peekel had in de gaten dat die imitaties van Donald Duck het goed deden en toen kreeg je wedstrijden en dat soort dingen. Ik denk dat dit mede verantwoordelijk was voor het beeld dat strips alleen voor kinderen zijn.’
Tot nu toe was er weinig ruimte voor de strip op televisie. In de afgelopen jaren ging er soms een Avro Close-up over het beeldverhaal. Arnon Grunberg interviewde voor VPRO’s R.A.M. eens enkele bekende Amerikaanse stripmakers, waaronder legende Will Eisner. Maar daar is Van Tol niet erg over te spreken: ‘Ik vond het zo erg dat hij er zo weinig verstand van had, maar wel met zoveel pretentie vragen stelde. Met plaatsvervangende schaamte heb ik dat bekeken. Ik hoop dat uit het Beeldverhaal blijkt dat ik het werk boeiend vind en dat je dan als kijker voelt dat strips interessant zijn.’
Pos vult aan: ‘De volgende stap zou zijn dat strips ook behandeld worden in een boekenprogramma. In The New York Times wordt gewoon de nieuwe Batman besproken als graphic novel. Zo ver zijn we nog niet.’
Beeldverhaal wordt uitgezonden vanaf zaterdag 29 oktober, 23.05 uur op Ned2.
De leader van het programma:
Alle uitzendingen op een rij
29 oktober, aflevering 1: Jan, Jans en de kinderen
Centraal staat de autobiografische strip. Sommige striptekenaars gebruiken hun eigen leven als inspiratiebron, maar hoe ver gaan ze daarin en hoe eerlijk moet je zijn?
Gesprekken met onder meer Jan Kruis (Jan, Jans en de kinderen), Barbara Stok en Gerrit de Jager (De familie Doorzon).
5 november, aflevering 2: Superman
Waarom is de Amerikaanse superheldenstrip zo populair in de VS en wat maakt de superheld zo typisch Amerikaans? Aan het woord komen onder andere Chris Claremont (scenarist van X-men), David Finch (tekenaar/scenarist van Batman: The Dark Knight) en stripverzamelaar/BBC-presentator Jonathan Ross.
12 november, aflevering 3: Olivier B. Bommel
Een aflevering over de Nederlandse strip met de focus op de Bommel-strip. Wat maakt deze zou bijzonder en wat is de invloed van Marten Toonder op de Nederlandse strip? Tekenaar Dick Matena, verzamelaar Hans Matla en Pieter Steinz, chef boeken NRC, leggen het uit.
19 november, aflevering 4: Kuifje
Over welke rol de strip Kuifje heeft gespeeld bij het ontstaan van de moderne Europese strip en welke invloed geestelijk vader Hergé op het beeldverhaal heeft gehad. Jean-Marc van Tol praat onder andere met Joost Swarte (tekenaar en Kuifje-kenner) en Henk Kuijpers, tekenaar van Franka.
26 november, aflevering 5: Astroboy
Manga is de Japanse stijl van strips maken. Wat maakt deze strip zo typisch Japans en hoe komt het dat manga in Japan zo enorm populair is?
Met Japanse stripmakers Yoshihiro Tatsumi en Haruko Kashiwagi.
3 december, aflevering 6: Mr. Natural
De undergroundstrip is een alternatieve stroming die in Amerika ontstond en in Nederland navolging kreeg. Maar bestaat underground nog wel?
Van Tol in gesprek met de Amerikaanse undergroundtekenaar Jerry Moriarty, Peter Pontiac en Evert Geradts, tekenaar en oprichter van het stripblad Tante Leny presenteert.
10 december, aflevering 7: Suske & Wiske
België is een belangrijk stripland vanwege strips als Suske en Wiske, maar ook woont er een belangrijke nieuwe generatie stripmakers. Van Tol spreekt onder andere met stripjournalist Toon Horsten, veelbelovend talent Brecht Evens en Luc Morjaeu en Peter van Gucht, de tekenaar en scenarist van Suske en Wiske.
17 december, aflevering 8: Sigmund
Over krantenstrips en tekenaars die elke dag grappig moeten zijn. Maar wat is dat dan, humor? Onder meer Peter de Wit, geestelijk vader en tekenaar van Sigmund, Mark Retera van Dirkjan en Ronald Giphart praten daarover met Jean-Marc.
Waarom nummer 314 in een langlopende reeks recenseren? Sinds Suske en Wiske en de Halve Havelaar lees ik na jaren weer geregeld een album van dit fameuze stripduo. Daarbij staan de deeltjes los op zichzelf en zijn daardoor individueel te beoordelen. Maar de echte reden om dit album nader te beschouwen is omdat de stripmakers met Het lijdende leiden hebben geprobeerd een historische gebeurtenis te vermengen met de avonturen van Suske en Wiske. Dat gegeven maakte me in het bijzonder nieuwsgierig naar dit album.
Dit jaar bestaat de 3 October Vereeniging Leiden 125 jaar. Samen met deze Vereniging heeft Standaard Uitgeverij een Suske en Wiske verhaal gesponnen rondom Leidens Ontzet uit 1574.
Lambik is bode bij een incassobureau en dreigt Sidonia uit haar huis te zetten, tot groot ongenoegen van de boekenwurmen in Sidonia’s kast. Een van de wurmen is in staat om de stripvrienden naar het Leiden van 1574 te toveren, naar het moment dat de stad is omsingeld door Spaanse troepen die onder leiding staan van opperbevelhebber Valdez. Hij wil de stad uithongeren om deze zo tot overgave te dwingen.
De vaste castleden van Suske en Wiske vervullen ieder een rol in het historische drama dat zich ontvouwt. Lambik is Valdez, Sidonia Magdalena Moons. Ze zijn overduidelijk verliefd op elkaar, maar zolang Lambik de stad belegert wil Sidonia niet aan haar gevoelens toegeven.
Liefdesverklaring zonder consequenties
Dat Sidonia en Lambik heimelijk elkaar heel leuk vinden speelt natuurlijk al langer. Dat ze nooit echt iets met elkaar zullen krijgen, mag ook duidelijk zijn.
De stripmakers hebben naar een manier gezocht om de liefde die al jaren tussen Sidonia en Lambik sluiert eens uit te spelen zonder dat het echte consequenties heeft voor de reeks. Niets mag natuurlijk ingrijpend veranderen, aan het begin van ieder album zijn we weer terug bij af. Zo blijft de ontwikkeling van Suske en Wiske steken in een constant vacuüm terwijl hun wereld wel voorzichtig wordt aangepast aan de tijdgeest waarin de lezer leeft. Toch doet de toneelmatige constructie van Het lijdende Leiden gekunsteld aan.
Je moet in het begin al accepteren dat een boekenwurm die zijn buikje rond heeft gegeten aan de Harry Potter-reeks opeens in staat is om de helden naar het verleden te te toveren. Waarom hij ze precies naar Leiden anno 1574 stuurt wordt nergens verklaard. De teletijdmachine van Professor Barabas had wellicht beter afgestoft kunnen worden om als plotgegeven te dienen.
Kapstok
Hoewel schrijver Peter van Gucht historische feiten gebruikt als basis voor zijn verhaal, hoeft men geen compleet plaatje van Leidens ontzet te verwachten. Er wordt genoeg context gegeven om mensen nieuwsgierig te maken. Google of een goed geschiedenisboek zullen daarna soelaas bieden. In Museum De Lakenhal is van 12 november tot en met 4 maart volgend jaar een presentatie van de originele tekeningen uit het album te zien. Deze presentatie maakt deel uit van de grote familietentoonstelling Vrijheid! Leidens Ontzet 1574 – 2011. In de Lakenhal is een speciale editie van het album te koop met daarin acht pagina’s informatie over het Leidens Ontzet. Nu begrijp ik best dat men potentiële bezoekers een extra prikkel wil geven om de expositie te bezoeken, maar het was leuk geweest als historische achtergrondinformatie ook in de reguliere editie was opgenomen. Dan had het album meer gewicht gehad en op een aangename wijze entertainment met educatie kunnen mengen in plaats van de historie slechts als kapstok te gebruiken.
De grapdichtheid van dit avontuur is hoog genoeg om te vermaken. Van Gucht varieert veel op het thema eten en mager zijn – de bewoners van Leiden vergaan immers van de honger. Vooral de running gag dat de kok van de Spanjaarden niet kan koken is zeer smakelijk en leidt uiteindelijk tot een leuk concluderend grapje.
Toch stijgt deeltje 314 mijns inziens niet uit boven de rest van de reeks. In dat opzicht is het geen historische Suske en Wiske geworden.
In het nieuwste album reizen Suske en Wiske met de teletijdmachine naar koloniaal Nederlands-Indië waar ze schrijver Eduard Douwes Dekker (Multatuli) helpen met het redden van het manuscript van Max Havelaar.
Suske en Wiske en de Halve Havelaar is maandagmiddag gepresenteerd bij de Bijzondere Collecties van de UvA. In het 310ste album reist het bekende stripduo af naar Nederlands-Indië om foto’s te maken voor een spreekbeurt over koffie. Al snel helpen ze schrijver Eduard Douwes Dekker met het redden van het manuscript van Max Havelaar. Snoodaards willen de publicatie van het boek tegenhouden omdat Dekker daarin de onderdrukking en uitbuiting van de inheemse bevolking aan de kaak stelt.
Het is 150 jaar geleden dat de eerste druk uitkwam van Max Havelaar of de koffijveilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij. Dat vond de Vlaamse scenarist Peter van Gucht een mooie aanleiding voor een Suske en Wiske-album: ‘We zoeken vaak naar onderwerpen die de Nederlanders nauw aan het hart liggen. Suske en Wiske zijn hier namelijk populairder dan in Vlaanderen,’ vertelt Van Gucht. Eerder waren er al albums over Rembrandt en Van Gogh. ‘Max Havelaar gaat over een interessante periode, dus we hebben gekeken wat we daarmee konden doen op zijn Suskes en Wiskes. Als ik een verhaal voor de reeks maak, wil ik daar altijd iets visueel aantrekkelijks in stoppen en voormalig Nederlands-Indië is natuurlijk een erg mooi decor. Daarbij lopen er interessante figuren in het boek rond. Al hebben we die wel wat aangepast. Van Sjaalman hebben we bijvoorbeeld een slechterik gemaakt. Het verhaal is grotendeels uit de lucht gegrepen.’ Verder haalde de scenarist inspiratie uit de verfilming van Fons Rademakers uit 1976 en boeken over het onderwerp.
65 jaar Suske en Wiske
‘Ik zie het Suske en Wiske-album als een soort inleiding op Max Havelaar en Multatuli. We willen duidelijk maken wie die man was en waar het boek voor staat,’ zegt Van Gucht. ‘We hebben geprobeerd de politieke situatie uit het boek in het verhaal te verwerken, maar wel summier natuurlijk, het overgrote deel draait om het avontuur. Spanning is het belangrijkste in een Sus & Wis, humor komt op de tweede plaats. Dat blijkt altijd uit de enquêtes die we onder de lezers houden.’
Het is deze combinatie die deels verantwoordelijk is voor het feit dat Suske en Wiske dit jaar alweer 65 jaar meegaan, meent van Gucht die sinds 2005 hoofdscenarist is van het schrijversteam. Luc Morjeau is de hoofdtekenaar. ‘De verhalen moeten altijd de sfeer houden die geestelijk vader Willy Vandersteen en later ook Paul Geerts hebben neergezet. Vandersteen keek ook altijd naar wat er onder kinderen populair was op dat moment. Toen dat de film- en televisiereeks Planet of the apes was, maakte hij het album De Apekermis.’
Vandersteen liet in zijn testament bepaalde richtlijnen vastleggen voor toekomstige verhalen. Zo mogen Sidonia en Lambik nooit met elkaar trouwen. ‘Dat testament heb ik niet gelezen, maar men heeft me wel verteld dat het bestaat. Ik heb altijd de oude verhalen van Vandersteen als uitgangspunt genomen. Dan weet je wat je wel en niet kunt doen. We leven nu in een andere tijd dan Vandersteen, dus hier en daar zijn we wel eens stout. In het verhaal dat we nu maken worden Sidonia en Lambik verliefd op elkaar. Ze gaan echt kussen!’ zegt Van Gucht lachend. ‘Wie goed tussen de regels door leest ziet dat deze twee immers al jaren om elkaar heen draaien.’
Dit artikel verscheen maandag 4 oktober in Het Parool.