Het recent vernieuwde Allard Pierson, museum en kennisinstituut voor de erfgoedcollecties van de UvA, heeft het archief en de getekende nalatenschap van tekenaar Peter van Straaten (1935-2016) verworven. Het gaat om ruim 12.000 tekeningen, vogeldagboeken en strippagina’s. Door zijn scherpe kijk op menselijke gedragingen en politieke ontwikkelingen behoort Van Straaten tot de meest iconische Nederlandse tekenaars van de afgelopen decennia.
Tag: Peter van Straaten
Even tijd om bij te praten vind ik. Met wie deel jij je geekpassie? Hoe kijk jij tegen Corona aan? En verder Peter van Straaten en andere zaken.
Samen Spelen vind je hier.
Zondag 17 november vindt Cross Comix weer plaats in Rotterdam. Ik word daar geïnterviewd over Mijn vriend Spider-Man: Superhelden, geeks en fancultuur. Gino van Weenen zal mij interviewen en de heren Thijs van Domburg en Emilio Guzman, over hun succesvolle boek Nerds! Het interview vindt rond 15 uur plaats.
Ook is de Britse stripmaker Posy Simmonds aanwezig. In deze vlog toon ik een eerste blik op haar nieuwe graphic novel CASSANDRA DARKE, evenals een nieuwe SIGMUND en werk van PETER VAN STRAATEN.
Uitgeverij De Harmonie stuurde een pakketje met twee bijzondere boeken. Soms is het net Sinterklaas met al dit soort kadootjes.
Dat was dus 2016
Vanuit wereldperspectief gezien was 2016 een turbulent jaar. Op persoonlijk vlak was het een jaar van persoonlijke mijlpalen.
Het viel me op dat de meeste eindejaarslijstjes en overzichten begin december al werden gepubliceerd. Het leek bijna wel of december niet mee mocht doen met 2016. Daarmee vergeleken komt dit overzichtje veel te laat, maar eerlijk gezegd vond ik al die andere lijstjes echt aan de vroege kant. Over een paar dagen is het jaar afgelopen, dus dit lijkt me een mooi moment voor een korte terugblik.
Maar goed, welke mijlpaaltjes had ik dan het afgelopen jaar?
Ik vond een uitgever voor mijn boek Mijn vriend Spider-Man en in een paar maanden later tekende ik het contract voor mijn debuut. Inmiddels is er een cover, flaptekst en ben ik druk met het herschrijven van de tekst. De zomer was ik vooral heel druk met het schrijven van de eerste versie. Freelance werk en mijn blog stonden op een heel laag pitje. Mijn vriend Spider-Man is een van die dingen die ik in mijn leven gedaan wil hebben en die mijn leven zin geven. Dat klinkt wat hoogdravend wellicht, maar ik voel dat echt zo. Artikelen schrijven is tof, maar mijns inziens heeft een boek een langduriger waarde. Het is een van de dingen die ik gedaan wil hebben voordat ik voor eeuwig mijn ogen sluit.
Maar het jaar begon al goed met het winnen van de Persprijs Brussel voor een artikel over het prachtige stripmuseum in Brussel. Ik voel me zeer vereerd dat ik deze prijs in ontvangst mocht nemen en ik vond het ook erg leuk dat Willem de Graeve, de directeur van het museum, voor deze gelegenheid naar Amsterdam was gekomen.
Striptalkshow
Ook vond ik het erg tof dat ik op de Stripdagen Haarlem een eigen talkshow had waarin ik stripmakers uit binnen- en buitenland ontving en interviewde. Dat is toch ook een droom die uitkomt voor een stripjournalist.
Over interviews gesproken: mijn wens om Frits Jonker eens te interviewen voor de VPRO gids kwam ook uit. Het artikel staat begin volgend jaar in de gids. Frits heeft de tekst deels handmatig geletterd dus dat gaat er vast heel mooi uitzien. Ook interviewde ik Joe Hill tijdens Dutch Comc Con dit jaar.
Ook deed ik een grote pr-klus voor Submarine Channel, namelijk het promoten van de expositie over Motion Comics. Een erg boeiende en leuke ervaring die in 2017 een vervolg gaat krijgen.
Tot slot was dit het jaar dat ik een decennium lang blog. Dat vond ik ook wel een feestje waard eigenlijk. Tot mijn teleurstelling reageerde bijna niemand op mijn artikel hierover. Dat komt deels omdat ik toen geen linkjes plaatste op Fakebook, waardoor minder mensen op mijn blog kwamen kijken. Toch vond ik de lage respons jammer. Dat zegt wellicht iets over het feit dat dit blog als project voor mij veel belangrijker is dan voor de mensen die hier zo nu en dan komen lezen. Hoewel in voorgaande jaren blogverjaardagen wel vaak felicitaties opleverden. Is het dan toch puur een kwestie van Fakebookbereik?
Ach, fuk het ook maar. Voor mij was het een belangrijke mijlpaal en dat is veel belangrijker dan wat anderen daarvan zouden denken.
Overleden helden
Natuurlijk had 2016 ook zijn schaduwkanten. De dood van Prince was een enorme schok waar ik weken lang verdrietig van ben geweest. Ook moeten we Bowie missen, Alan Rickman, Peter van Straaten, Wim Brands en George Michael. En op de valreep ook nog Carrie Fisher!
Anderen hadden wellicht veel verdriet van het overlijden van Leonard Cohen of Glenn Frey.
De grote namen lijken met bosjes het leven te laten. Dat komt deels natuurlijk doordat veel sterren al op leeftijd zijn, maar ook overlijden ze soms veel te jong zoals Prince en George Michael. En soms besluiten ze zelf dat het genoeg is geweest, zoals Brands. Met zijn overlijden hebben we niet alleen een heel aardige man met echte passie voor het boek verloren, maar ook een van de beste interviewers die Nederland ooit gekend heeft.
Het beste leesvoer…
Dit jaar zal ik geen lijstje publiceren met daarop de beste stripalbums van het jaar. Daarvoor heb ik simpelweg te weinig nieuwe strips kunnen lezen: de meeste tijd zat ik namelijk oude Spider-Man comics door te nemen. Geen straf overigens, want ik heb eindelijk ook de Spider-Man by Roger Stern omnibus gekocht en dat zijn toch echt enkele van de beste Spider-Man comics ooit geschreven.
Twee strips schieten me echter wel meteen te binnen als zeker de moeite van het lezen waard en dat zijn In the Pines van Erik Kriek en De Man van Nu van Hanco Kolk en Kim Duchateau.
Erik Kriek bewerkte vijf murder ballads tot pakkende en duistere stripverhalen. Geen slaafse adaptaties, maar eigen interpretaties. Kriek gebruikte de murder ballads om zijn eigen fantasie de ruimte te geven. Kriek levert iedere keer weer fantastisch tekenwerk af en is toch echt een van de origineelste en beste stripmakers van Nederland. Punt.
De Man van Nu van Kolk en Duchatau is een zeer originele graphic novel, op fantastische wijze uitgevoerd. Het sciencefictionverhaal biedt allerlei spannende wendingen en een onverwachts einde. Ook slagen de makers erin het basisgegeven geloofwaardig te presenteren en op dramatisch vlak goed uit te werken.
Het boek De kunst van Morris noem ik ook nog even. Ik was heel blij dat dit mooie naslagwerk ook een Nederlandse editie kreeg en heb het boek met veel plezier gelezen.
Voornemens
1. Het komende jaar ga ik me minder druk maken over bullshit op straat (en dus bullshit online).
2. Ik ga ervoor zorgen dat in mei mijn boek Mijn vriend Spider-Man in de winkels ligt en ermee op tour.
3. Aan mijn tweede boek beginnen.
4. Serieus iets gaan doen tegen mijn doodsangst.
Alvast een goed nieuwjaar gewenst!
PS: Sommige mensen vonden 2016 echt een horrorjaar en hebben die gedachte gebruikt om deze spannende trailer te maken:
Peter van Straaten (1935-2016)
Deze post schrijf ik met een bezwaard hart, want vandaag is bekend gemaakt dat tekenaar Peter van Straaten is overleden. Daarmee is misschien wel de beste tekenaar van Nederland niet meer onder ons.
In ieder geval is nu een van mijn helden overleden, want ik heb altijd erg van Van Straatens tekeningen gehouden.
Als geen ander was Peter van Straaten in staat menselijke tekortkomingen met zoveel mededogen te verbeelden. Al zijn tekeningen zijn raak en door de schetsmatige, ietwat krasserige stijl altijd meteen herkenbaar als een tekening van Van Straaten. De tekenaar/cartoonist/schrijver hield ons een spiegel voor. Dankzij zijn feilbare personages konden we om onszelf lachen.
Tot mijn spijt heb ik Peter nooit langer gesproken dan korte gesprekjes hier en daar en is het nooit gekomen van een goed interview. Ik had hem heel graag willen spreken over zijn vakmanschap, wat hij dacht tijdens het tekenen en het toch iedere keer tot zulke scherpe observaties wist te komen. Hij kwam op mij over als een zachtaardige man met wie je graag een biertje of wijntje drinkt op een lauwwarme zaterdagmiddag.
Mijn gedachten gaan uit naar zijn nabestaanden. Ik hoop dat zij enigszins troost kunnen vinden in de ontelbaar veel geluksmomentjes, glimlachjes en schaterlachen die Peters werk bij mensen losmaakte.
Hieronder het officiële in memoriam dat uitgeverij De Harmonie vandaag opstuurde.
In Memoriam: Peter van Straaten (1935-2016)
In zijn woonplaats Amsterdam is op donderdag 8 december op 81-jarige leeftijd de tekenaar, cartoonist en schrijver Peter van Straaten overleden. Zijn werk is geliefd en veelomvattend: van politieke prenten, cartoons en strips, toneelstukken, erotische tekeningen tot vele bundels met proza. Een groot deel van zijn leven tekende Peter van Straaten voor Het Parool (van 1958 -2012), later ook wekelijks voor de Volkskrant en een geïllustreerde column in NRC Handelsblad.
Van Straatens laatste tekening verscheen dinsdag 2 augustus 2016 in de Volkskrant. Op 27 september jl ontving Peter van Straaten voor de vijfde maal de Inktspotprijs, de prijs voor de beste politieke tekening van het jaar.De carrière van Peter van Straaten beslaat meer dan een halve eeuw waarin hij duizenden tekeningen maakte voor landelijke en regionale dagbladen, weekbladen en boeken alsook theater- en filmaffiches. Zijn werk is vele malen in boekvorm verschenen en jaarlijks, sinds 1994 tot heden, worden zijn tekeningen gebundeld in Peter’s Zeurkalender.
Na het gymnasium in zijn geboortestad Arnhem studeerde Van Straaten aan de Kunstnijverheids- school, de huidige Rietveld Academie in Amsterdam. Zijn loopbaan begon als reportagetekenaar bij Het Parool, waarin later de geliefde strip Vader & Zoon is verschenen. De strip verscheen maar liefst 7000 keer in Het Parool. Van 1988 tot 2012 publiceerde Van Straaten in dezelfde krant elke dag een cartoon onder de titel Het dagelijks leven. Vanaf 1969 tot 2014 verscheen wekelijks een politieke prent in Vrij Nederland. Hiermee won Van Straaten vier keer de Inktspotprijs voor de beste politieke tekening van het jaar en recent voor de vijfde maal met zijn Volkskranttekening: ‘Ik ben geen vluchteling, ik woon als twintig jaar naast u.’
Als schrijver publiceerde Van Straaten vanaf 1968 het feuilleton Agnes over een alleenstaande moeder en haar opgroeiende zoon (gebundeld in twaalf boeken), brieven en columns samen met Eelke de Jong en Rijk de Gooyer, een kinderboek (Een jongen en zijn boom, 1998) en ook een aantal toneelstukken waaronder Een lichte lunch (1987).
Zijn omvangrijke oeuvre is vele malen bekroond. In 2006 ontving hij de Gouden Ganzenveer en in 2010 werd hem de Jacobus van Looy-prijs toegekend, een prijs voor dubbeltalenten. In 2011 ontving Van Straaten een eredoctoraat aan de Rijksuniversiteit Leiden vanwege de wijze waarop zijn cartoons het menselijk gedrag inzichtelijk maken. Zijn erepromotor, hoogleraar klinische psychologie, Willem van der Does gebruikt al jaren de cartoons van Peter in colleges en in zijn boeken Zo ben ik nu eenmaal! en Dat moet mij weer gebeuren.
Peter van Straaten laat een oeuvre van tientallen publicaties en duizenden tekeningen na. Hij was getrouwd met kunstenaar Els Timmerman.
De Illustratie Biënnale 2016 brengt in het weekeinde van 4 en 5 juni grote namen naar Haarlem, zoals Noma Bar, Piet Paris, Oscar-genomineerden Job, Joris & Marieke en Peter van Straaten.
Het tweejaarlijkse festival in de Haarlemse Toneelschuur is hét trefpunt voor illustratoren, opdrachtgevers, art-directors, uitgevers en iedereen met belangstelling voor illustratie en graphic art. Centrale plek is de Toneelschuur, met activiteiten in de foyer en de grote theaterzaal, én de digitale expositie. De Biënnale vindt plaats tijdens het eerste weekend van de Stripdagen Haarlem.
Hieronder even het persbericht, zodat je een goed idee krijgt van het programma van deze editie.
Opening door Peter van Straaten
Peter van Straaten, nestor van de Nederlandse illustratie en cartoonkunst, opent de Illustratie Biënnale 2016 zaterdag 4 juni om 11.30 uur in de foyer van de Toneelschuur. Vanaf 12.00 uur ontvangt presentator Jellie Brouwer onder anderen mode-illustrator Piet Paris, de Brits-Israëlische illustrator Noma Bar, Gouden Penseel-winnaar Floor Rieder en de Vlaamse illustrator Pieter van Eenoge.De Illustratie Biënnale plaatst de rol van de illustratie in de hedendaagse beeldcultuur in een breed perspectief. Hoe rijkgeschakeerd het vakgebied is, bewijst de verdere line-up van illustratoren die 4 juni in de grote zaal hun werk presenteren: Sigrid Calon (grafische patronen), Ellen Mandemaker (ruimtelijk), Henning Wagenbreth (illustratie, letterontwerp) uit Duitsland, Harriet van Reek (prentenboeken), Monobanda PLAY (3D, games), Daniela Treija (fotografische illustratie) en collectief Job, Joris & Marieke (animatie en muziek).
Digitale expositie en pop-up museumwinkel
De expeditiegarage van de Toneelschuur is 4 en 5 juni expositieruimte. Te zien zijn de digitale expositie met werk van ruim 100 illustratoren en een expositie van geïllustreerde boekomslagen, mogelijk gemaakt door de Fiep Westendorp Foundation.Zoals elke editie werkt de Illustratie Biënnale samen met een kunstacademie. Deze keer maakten studenten van ArtEZ in Zwolle werk rond het thema ‘privacy’, te zien in een speciale expositie. En in de pop-up museumwinkel van de Illustratie Biënnale is beide dagen werk te koop van de deelnemende illustratoren; gelimiteerde uitgaves, prints op papier, textiel en andere materialen.
Illustratie Biënnale 2016
Locatie: Toneelschuur, Lange Begijnestraat 9, Haarlem
zaterdag 4 juni, 11.30 – 17.30 uur (grote zaal, foyer en expeditiegarage)
zondag 5 juni, 13.30 – 17.30 uur (expeditiegarage)
Kaartverkoop voor het zaalprogramma van 4 juni via de Toneelschuur 023 5173910
Alle andere activiteiten van de Illustratie Biënnale 2016 zijn gratis toegankelijk.
www.illustratiebiennale.nl
Cabaretier en schrijver Kees van Kooten zou een boek met zijn favoriete cartoons samenstellen en deze toelichten. Toen kreeg hij een zware hartaanval en veranderde de aard van het boek. Toch valt er voor de stripliefhebber veel te genieten in Leve het welwezen.
‘Nee, ik ben geen stripliefhebber,’ geeft Kees van Kooten ruiterlijk toe. ‘Maar ik waardeer sommige strips zeer. Little Nemo van Winsor McKay, vind ik fabuleus. Wat daarin gebeurt is bijna Dali-achtig. Verder hou ik van Le Petit Nicholas van Sempé, Kuifje ken ik natuurlijk en de fabelachtige productie van Dick Matena. Maar gewone stripverhaaltjes met bijvoorbeeld Michel Valliant, nee, daar heb ik nooit iets mee gehad. Zelfs Tom Poes niet. Prachtig wat Toonder deed, zeker tekstueel, maar een grote vermoeidheid overviel mij bij het lezen van die verhalen. Een uitzondering moet ik maken voor Kapitein Rob en dat komt omdat ik geabonneerd was op de Ketelbinkie krant. En Cowboy Henk van Kamargurka en Herr Seele, door die strip liggen mijn vrouw Barbara en ik onder de tafel van het lachen. Absurdisme ten top! Daar zijn de Belgen altijd ontzettend sterk in,’ vertelt Van Kooten enthousiast telefonisch vanuit zijn vakantiehuisje in Frankrijk.
De Nederlandse cabaretier en schrijver Kees van Kooten (Den Haag, 1941) behoeft weinig introductie. Jarenlang was hij samen met collega Wim de Bie op de televisie te zien en stimuleerde het duo de lachspieren van een groot aantal kijkers. Typetjes als de Vieze Man, de Turk Mehmet Pamuk en het Haagse duo Jacobse en Van Es zijn legendarisch. ‘We zijn wat Jacobse en Van Es betreft zeker geïnspireerd door tekenaar Jaap Vegter: die heeft ook veel van dat soort halve penozetypes getekend. Hij kon heel goed plat-Hagenaarse types tekenen, hun lichaamstaal en doen en laten neerzetten.’ Naast televisie maken schreef Van Kooten ook een stapel boeken. Hij schopte het zelfs tot stripfiguur in de reeks ‘De Kiekeboes’. In het album ‘De taart’ speelt verslaggever-ter-plaatse Koos Van Keeten namelijk een rolletje.
Wanneer een humorist pur sang als Van Kooten een boek schrijft over cartoons en cartoonisten, is dat natuurlijk verplicht leesvoer voor de stripliefhebber. De oorspronkelijke opzet van Leve het welwezen was het samenstellen van een bloemlezing nationale en internationale cartoons die Van Kooten echt goed vindt, voorzien van toelichting en commentaar. Het boek zou dus vergelijkbaar zijn met Van Kootens Mijn Plezierbrevier (2006) waarin hij komische verhalen selecteerde en vertaalde en Zo Wordt U Gelukkig (2010) waarin de humoristische poëzie van de Amerikaanse dichter Billy Collins centraal staat.
Poëtisch schokje
Van Kooten: ‘Ik was op zoek naar de cartoons die mij een poëtisch schokje bezorgen, omdat ze een herkenbare situatie schetsen waar je zelf vaak in ondergedompeld bent geweest. Als voorbeeld geef ik mijn favoriete cartoon uit de bundel, de tekening van Gluyas Williams (1888-1982) van de man die uit zijn bed stapt. Hij wil in zijn pantoffels stappen, maar die staan nog de verkeerde kant op. De cartoon toont wat ik een lekje in de werkelijkheid noem: een klein missertje. In het dagelijks leven gebeuren dingetjes waar je verstild in je eentje om moet lachen. Deze alledaagse dingetjes krijgen nooit de aandacht die ze verdienen en als iemand dan de moeite neemt om ze dan zo mooi, zo fantastisch smaakvol uit te werken, vind ik dat grote kunst.’
Van Kootens enthousiasme voor mooi tekenwerk en slimme cartoons wordt uit ons gesprek direct duidelijk. Vol bewondering praat hij over de gewassen tekeningen van Chas Addams (1912-1988), de cartoonist die ook de Addams Family bedacht, en de cartoons van Saul Steinberg (1914-1999) die als Roemeense immigrant de Amerikaanse cultuur met haar diners, architectuur en ambtenarij fabuleus in illustraties wist vast te leggen en te becommentariëren: ‘Hij is de tekenaar die op andere tekenaars het meeste invloed heeft gehad.’
Een slecht hart
Toch is Leve het Welwezen een ander boek geworden: tijdens de voorbereiding ervan kreeg de schrijver een zware hartaanval. Dankzij vijf bypasses voelt hij zich beter dan ooit tevoren: ‘De cardioloog zei dat ik een ontzettend slecht hart had. Dat heb ik me nooit gerealiseerd en gewoon alles gedaan. Maar door het slechte hart pompte het bloed te weinig rond en met die bypasses is dat nu sterk verbeterd, dus ik voel mij heel goed.’
Het boek gaat zowel over het herstel van Van Kooten in het ziekenhuis als over cartoons, want op een handige wijze weet de humorist beide onderwerpen slim aan elkaar te verbinden. ‘Tijdens mijn verblijf in het ziekenhuis leefde ik eigenlijk twee en een halve week in een cartoon. Al die situaties waren cartoonesk,’ zegt Van Kooten. Ook brengt hij cartoons ter sprake door de heer Hartman te introduceren: een medepatiënt die ook aan zijn hart is geopereerd. De 85-jarige Hartman – de naam is bedacht door Van Kooten uit piëteit – is oud-werknemer bij de Nederlandse spoorwegen. Hij heeft een boekje dat vol staat met cartoons die eerder in het vakblad van de NS hebben gestaan. Hartman, die Gummbah een viezerik vindt en moderne cartoons maar niets, kan hartelijk lachen om de grappen uit de jaren vijftig terwijl Van Kooten die juist als belegen en flauw bestempelt. Een confrontatie tussen beide heren kan niet uitblijven. De dialogen tussen hen zijn op zichzelf al erg humoristisch, en ze stellen Van Kooten daarnaast in staat om verschillende cartoons en verschillende soorten humor te behandelen. Wat dat betreft is de confrontatie een gelukkig toeval die mooi uitpakt voor het boek. ‘De dialogen met meneer Hartman heb ik natuurlijk wel een beetje gepolijst en wat sneller gemaakt, maar verder is het allemaal gebeurd zoals het er staat. Dat noem ik keepersgeluk, toevallig geluk. Daar heb ik in mijn leven niet over te klagen gehad. Het feit dat mijn dochter Kim erbij was toen ik de kleinkinderen naar school bracht en die hartaanval kreeg, dat is het grootste geval van keepersgeluk.’
Examen
In Leve het welwezen gaat Van Kooten in op de aard van humor. Eigenlijk is het snappen van een grap een soort van examen doen, vindt de auteur. Hij schrijft: ‘Wie om een grap lacht, lacht uiteindelijk om zichzelf. Dat wil zeggen: hij lacht van tevredenheid over zijn getoonde begrip.’ Een interessante gedachte die impliceert dat humor ook angst met zich meebrengt. Van Kooten: ‘Jazeker. Denk maar aan een moppentapper op een verjaardag. Iemand zegt op een gegeven moment: “Ik weet een mop” en dan zie je iedereen gespannen naar voren buigen. Niet zo zeer om snel iets te lachen te hebben, maar omdat ze bang zijn dat ze de grap niet zullen begrijpen. Mensen zijn altijd bang geweest in gezelschap als iemand moppen vertelt. Of ze lachen overdreven hard om te laten merken dat ze hem doorhebben, of ze zwijgen en knikken fijntjes en dan zie je ze intussen denken. Als ik een mop/cartoon niet meteen doorheb, zit ik toch met een lichte schaamte. En dan vraag ik me af of ik de grap niet even aan mijn kleinzoon Roman moet voorleggen, want misschien kan hij hem uitleggen. Maar liever niet, want je wilt niet voor gek staan.’
The New Yorker
Overigens schuilt er in zekere zin ook een soort meneer Hartman in Van Kooten, want hij heeft grote bezwaren tegen de huidige trend die in cartoonland heerst. Vooral het tijdschrift The New Yorker en cartooneditor Bob Mankoff krijgen ervan langs: ‘Ik was erg teleurgesteld en werd steeds ontevredener over de kwaliteit van de cartoons in The New Yorker. Als je vroeger met je cartoon in The New Yorker stond had je het gemaakt. Die gouden jaren met Sam Cobean, Saul Steinberg, James Thurber, Chas Addams en noem ze allemaal maar op, die zijn voorgoed voorbij. Ik begrijp dat de humor is veranderd en daar moet ik ook in meegaan. Mankoff selecteert gemakzuchtig en harteloos materiaal en zelf maakt hij ook saaie en bloedeloze cartoons. Visueel voegt hij niets aan de tekst toe. Het grote verschil tussen toen en nu is denk ik dat er een ontzettende druk op de cartoonisten rust omdat ze in een hogere frequentie moeten produceren. Daarnaast was de tijd waar mijns inziens de mooiste cartoons in verschenen redelijk zorgeloos. We hadden natuurlijk wel de naweeën van de Tweede Wereldoorlog en de oorlog in Vietnam. Er gebeurde genoeg rotzooi, maar niet in de mate waarin we er nu kennis van nemen. Tegenwoordig voelen tekenaars zich gedwongen niet meer puur amusement te bieden, maar geëngageerd en becommentariërend te gaan tekenen. En zo ben ik redelijk verbaasd over het ontbreken van de smaakvolle, fijnzinnige, goed getekende cartoons, die niets met de politieke of actuele, economische of financiële werkelijkheid te maken hebben.’
Zwarte Piet
Daarbij heeft de auteur een hekel aan afgekloven clichés: ‘Geen kwaad woord over Ruben Oppenheimer hoor, maar ik zag van hem weer Zwarte Piet aan de mijter van Sinterklaas genageld alsof die het kruis van Christus is. Kijk, in de wereld van de cartoons wordt net als in de popmuziek gedoubleerd en gepikt. Hoeveel cartoons zijn er immers niet gemaakt over het onbewoonde eiland, over de dronken man en de dikke vrouw? Maar hoe vaak hebben we de kruisiging niet geparodieerd gezien? Eigenlijk kan die grap dus niet meer en zeker niet na Monty Python’s Life of Brian. Met die film is daar een punt achtergezet.’
Het Sempégevoel
Wat vindt Van Kooten dan wel een goede cartoon? ‘In het verband met het werk van Peter van Straaten gebruik ik in het boek het begrip teruglachen. Een goede cartoon moet jou beschamen. Je moet eigenlijk denken: “Jezus, wat is dat goed! Waarom ben ik daar niet eerder opgekomen?” Neem bijvoorbeeld een cartoon van Jerry Marcus, die overigens niet in de bundel is opgenomen. We zien een man en een vrouw die allebei in bed een boek zitten te lezen. Gezellig, gezellig, denk je als kijker in eerste instantie, maar dan kijkt de man op zijn horloge en zegt: “Ik moet weer naar huis.” Dan lach je terug, want je denkt dat het een getrouwd stel is, maar dan blijken het minnaar en minnares te zijn. Je verwacht dat die twee alleen even met elkaar neuken en dat de man dan weer naar zijn vrouw gaat, zoals dat in de praktijk gaat, maar in plaats daarvan toont Marcus ons een nieuwe kijk op zo’n relatie, die vergelijkbaar is met hoe een getrouwd stel doet. Een nieuwe kijk op een standaardsituatie zet je aan het denken en daarom vind ik het een goede cartoon. Je voelt zelfs dat je een beetje een rode kop krijgt, omdat je zo dom bent geweest om de situatie alleen op een heel burgerlijke manier te bekijken.’
De auteur heeft een voorkeur voor cartoons die je laten doordenken; cartoons waarvan de grap niet in een keer evident is. En een voorkeur voor visuele cartoons, het liefste ook nog zonder onderschrift, zoals het werk van Sempé. ‘Die maakt eigenlijk blije schilderijtjes. Ik ken niemand die in zijn eeuwige jongensachtigheid zo ontroerend meisjes van vijftien in een balletklasje tekent of jongens die met zijn zessen hand in hand in de golven springen. Dat zijn geen moppen, maar situaties die vertederen en waar je om moet glimlachen. En er zijn niet meer zoveel tekenaars die een stemming willen weergeven in plaats van grappen te maken. Denk maar aan de covers die Sempé tekende voor The New Yorker. Dan zie je op zesenveertig hoog een poes voor het raam spinnen en op de achtergrond staat iemand viool te spelen. Dat soort idyllische situaties noem ik het Sempégevoel.’
Tijdgebrek
Nu de 75-jarige cabaretier weer op de been is en hersteld, gaat hij echter het cartoonboek niet meer maken. ‘Door de hartaanval en door het ouder worden, besef ik dat de tijd opraakt. Je beseft wat je allemaal niet meer zult afmaken of zien, en in welke mate je aan de zijlijn komt te staan. Als je de tijdlijn uitzet van hoeveel ik nog heb en wat ik allemaal nog moet doen, wordt duidelijk dat er geen tijd is voor luimelen, lobbelen en in de hangmat liggen. Ik moet nog een hoop afspraken met mezelf nakomen. Dit boekje was er een van, maar ik ga niet meer pogen het ultieme cartoonboek te maken, omdat ik een ander idee heb dat me ook een paar jaar gaat kosten. Daar kan ik verder nog niets over zeggen. Ook zijn Wim de Bie en ik, en Wim voornamelijk, druk met het ordenen van ons archief. Ik wil niet te hoog van de toren blazen, maar qua hoeveelheid is het onbeschrijfelijk wat we in al die jaren gedaan hebben. We willen bijvoorbeeld nog eens iets doen met de schrijverijen uit Het Parool waarmee we begin jaren zestig begonnen zijn. Deze zijn nog niet gebundeld en uitgezocht. Dat kost ook veel tijd.’
Hoewel Leve het welwezen dus een ander boek geworden is dan beoogt, valt er voor de strip- en cartoonliefhebber een hoop te genieten. Niet alleen spreekt Van Kooten tussen het herstel van zijn operatie door, op intelligente wijze over het medium en humor, ook zijn z’n favoriete cartoons in de bundel opgenomen en eindigt het boek met korte, gevatte biografieën van de cartoonisten. De laatste strip in het boek is van Jaap Vegter (1932-2003) die een uitspraak van de auteur verbeeldde.
Van Kooten: ‘Vegters tekeningen zijn ongelooflijk mooi uitgewerkt. De houdingen van mensen, het lopen, het staan, zitten, het kijken, het lachen en het nichterige. Ook heeft hij er geweldige teksten bij geschreven. Als je wilt weten hoe iemand aan een cappuccinomachine staat, of hoe iemand zijn hondje laat schijten op de straat maar ondertussen doet alsof ie het niet doorheeft, dan moet je de tekeningen van Jaap Vegter bekijken. Toen ik de Groenman Taalprijs kreeg toegekend, was de beloning dat een zin van mij door Vegter zou worden geïllustreerd. Daar heeft hij heel lang over gedaan. Toch, op de uitreiking was hij klaar en kreeg ik die tekening ingelijst: “Schrijven is zitten blijven tot het er staat!” Jaap zuchtte: “Ja, maar tekenen is nog veel meer zitten blijven tot het er staat!” zegt Van Kooten lachend.
Kees van Kooten. Leve het welwezen
Uitgeverij De Harmonie, € 19,90
Dit interview is geschreven voor en gepubliceerd in Stripgids Vol2. #44.
Peter van Straaten is een van de beste tekenaars van Nederland. Hij weet als geen ander mensen op een realistische manier af te beelden en laat zijn personages geloofwaardig acteren. Van Straaten is een cartoonist die bij uitstek de aard van de mens weet weer te geven en bovenal de menselijke tekortkomingen.
Al vaker had ik het over het virtuoze tekenwerk van Van Straaten en nu er een bundel columns van hem uit is, stip ik deze graag even aan. Van Straatens columns werden gepubliceerd op de achterpagina van NRC Handelsblad. In Over tekenen en over de natuur zijn de beste columns over zijn metier en over zijn geliefde onderwerp de natuur samengebracht. Alle columns bevatten een illustratie van de meester, maar wat vooral aan de bundel opvalt is hoe goed Van Straaten zich in woorden weet uit te drukken. Het zijn prettig leesbare stukken waar geen woord teveel in staat. Van Straaten is een rasverteller in woord en beeld.
Foutjes
De tekenaar toont bijvoorbeeld welke voorwerpen hij op zijn vensterbank heeft staan en wat deze voor hem betekenen. Ook vertelt hij over zijn ervaringen als rechtbanktekenaar en het ongelukkige potje inkt dat hij omstootte. Natuurlijk onthult hij enkele tekengeheimen. Zo bekent Van Straaten als hij in opdracht werkt eerst de tekening te maken en achteraf pas een schets. ‘Nu had ik van een Amerikaanse illustrator geleerd dat je in de schets altijd een duidelijke fout moest verwerken, zodat de opdrachtgevers daarover kunnen vallen,’ vertelt Van Straaten. Slim, want de duidelijke fout leidt af van wat je stiekem in de tekening kunt laten zitten en anders niet door de censuur gekomen zou zijn.
Verleden, heden en fijnzinnige observaties gaan in Over tekenen en over de natuur hand in hand. Ik raad de lezer aan de bundel langzaam te lezen en slechts een column per dag te doen. Dan heb je er extra lang wat aan.
Peter van Straaten. Over tekenen en over de natuur.
Uitgeverij De Harmonie, €16,50
Stripdagen Haarlem 2014: Serieuze stripgekte
Zaterdag 31 mei en zondag 1 juni is Haarlem weer even stripstad van Nederland, want dan vinden de Stripdagen plaats. Veel aandacht voor de Eerste Wereldoorlog en de nieuwe garde stripmakers. De highlights van het festival.
De charme van de Stripdagen Haarlem zit hem in het feit dat alles afspeelt op ver-schillende locaties binnen de stad en de stripliefhebber niet naar een of ander afthans industrieterrein hoeft af te reizen om zijn stripliefde te bedrijven, zoals bij sommige beurzen het geval is. Daarnaast biedt het programma veel exposities, lezingen en workshops.
WO I
Aangezien het honderd jaar geleden is dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak, kun je niet om dit thema heen. Ook de Stripdagen Haarlem speelt hier uitgebreid op in met verschillende tentoonstellingen, zoals ‘Inktzwart – WO I herdacht in strips en cartoons’, die zich concentreert op enkele belangrijke titels in dit genre. In de Vishal is tot en met 22 juni werk te zien van gerenommeerde internationale makers als Jacques Tardi, Ivan Adriaenssens en Joe Sacco. Ook is er beeld te zien uit de legendarische anti-oorlogstrip Charley’s War van Pat Mills en Joe Colquhoun, waarin de belevenissen van working class hero Charley Bourne centraal staan. Mills, door sommigen ook wel de godfather van de Britse strip genoemd, stond ook aan de wieg van het bekende stripblad 2000 AD, waarin Judge Dredd debuteerde en waar Mills ook veel verhalen over heeft geschreven.
Volgens Mills is het een enorme uitdaging om een goede strip over de Eerste Wereldoorlog te maken: ‘Het is makkelijker om een comic over WO II te maken want je hebt dan als verteller veel mogelijkheden om dynamiek en drama in het verhaal te brengen. Je kunt bijvoorbeeld gebruik maken van tanks in actie en paratroepers. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zit de held van het verhaal in een loopgraaf en ziet hij weken, soms maanden lang de vijand niet. Met andere woorden: hij zit alleen maar in dat gat in de grond. Dat is op creatief vlak nogal een uitdaging.’ Mills is tijdens het festival aanwezig en wordt op zondag 1 juni 2014 om 13 uur in de Doelenzaal van de Stadsbibliotheek openbaar geïnterviewd. Prof. Kees Ribbens van het NIOD geeft na het interview een lezing.
Dirkjan
Het is overigens niet allemaal zwaarmoedigheid wat de exposities betreft, want de tentoonstelling ‘Oorlog op papier – Prenten en foto’s uit de Eerste Wereldoorlog’ in het Noord-Hollands Archief, toont de satirische en kritische blik van cartoonisten op het grimmige oorlogscircus, terwijl in het Partronaat Café in een serie stripachtige tekeningen van kunstenaar John Klinkenberg de band Motörhead tijdens de Grote Oorlog door het kapotgeschoten landschap toert.
In Studio Burgwal wordt het nog leuker, want daar hangen oorlogstaferelen uit de strip Dirkjan van Mark Retera. Leent Dirkjan zich eigenlijk makkelijk voor grappen over de Eerste Wereldoorlog? ‘Het voordeel van Dirkjan is dat je hem overal kunt inzetten. Hij is bijvoorbeeld ook een tijdje oermens geweest. De lezertjes accepteren zoiets onmiddellijk,’ zegt Retera. ‘Toen ik dacht dat WO I een leuk onderwerp was voor een reeks grappen, ben ik me gaan documenteren. Eerst dacht ik dat het misschien te heftig zou zijn en niet meer leuk. Ik had als documentatie het boek Loopgravenoorlog van Tardi gelezen en daar word je niet echt vrolijk van. Maar als je het eenmaal in een komische strip giet, dan blijkt het toch lollig te werken, en vergeten mensen gewoon dat het gruwelijk is. Het is maar hoe je het brengt.’ Naast de strips van Retera hangt werk van collega’s Peter de Wit (Sigmund), Hanco Kolk (S1ngle) en cartoons van Peter van Straaten. In één ruimte dus werk van de beste humoristische stripmakers van Nederland. Al hebben die laatste drie dan weer niets met de oorlog te maken.
Nieuwe garde
Behalve oudgedienden richt het stripfestival de schijnwerpers ook op relatief nieuwe stripmakers onder de noemer ‘De nieuwe garde’. Wat de makers, behalve dat het merendeel op de kunstacademie heeft gestudeerd, met elkaar gemeen hebben? ‘Elk van de talenten werkt aan of heeft recent gewerkt aan ambitieuze graphic novels die het niveau van de Nederlandse stripcultuur een grote boost geeft,’ aldus de organisatie. Even voor de duidelijkheid: graphic novels, of stripromans, zijn strips gericht op een volwassen publiek. Qua ambitie zijn graphic novels in zekere zin vergelijkbaar met literaire romans. De laatste jaren wordt de term ingezet in de hoop het medium strip te legitimeren en een meer highbrow publiek aan te spreken. Dat neemt overigens niet weg dat sommige uitgeverijen het label te pas en te onpas op pretentieuze projecten plakken, maar dat terzijde.
Tot de nieuwe garde behoort onder meer Amanda Majoor die op dit moment werkt aan Swing und bratwurst, een boek over jazzy jongeren ten tijde van het Derde Rijk. Veel van de geselecteerde makers houden zich bezig met journalistiek in stripvorm, zoals Ted Struwer die opzien baarde met Wachten op het zoet, een driedelige beeldreportage waarin ze gedupeerden van de crisis een gezicht geeft, en Jules Calis die Afghanistan bezocht en getekende interviews met soldaten in Uruzgan publiceerde.
In de Refter van het Stadhuis is werk te zien van Ruben Steeman, een van de oprichters van Recensiekoning.nl. Steeman publiceert al sinds 2002 semi-autobiografische tekeningen op Elkedagrust.nl en sinds 2009 dagelijks. Inmiddels zijn dat meer dan 2500 tekeningen die in een gang van 20 meter zullen hangen. De karakters hebben vaak hun ogen dicht waardoor de tekeningen een verstilde kwaliteit hebben. ‘Door de gesloten ogen vraag je je sneller af wat de personages denken of voelen,’ aldus Steeman.
Ook is er op verschillende locaties werk te zien van stripmakers die al wat langer meegaan, zoals Aimée de Jongh, bekend van Snippers in Metro, Guido van Driel, Paul van der Steen, Typex en vele anderen. Eigenlijk zou het gek zijn als het je lukt tijdens het festival niet per ongeluk een expositieruimte binnen te stappen, want die zijn over de hele stad verspreid.
Strips kopen
Uiteraard omvat het festival meer dan alleen kijken naar stripwerk aan een muur, wat toch een vermoeiende bezigheid is. Er zijn maar liefst drie beurzen waar de lezer strips kan kopen en wellicht een tekening van een stripmaker kan scoren. In de Philharmonie vindt de binnenbeurs plaats met voornamelijk uitgevers en signerende tekenaars. De buitenbeurs loopt als vanouds vanaf de Philharmonie langs beide kanten van de St. Bavokerk naar de Grote Markt. Hier zijn voornamelijk de stripwinkels en -handelaren te vinden. Op de Grote Markt en Riviervismarkt is ook de small-pressbeurs waar tekenaars en genootschappen hun eigen werk verkopen. Dit is dus de perfecte plek om aanstormend talent te ontdekken en bijzonder, afwijkend en met liefde gemaakt stripwerk in kleine oplagen aan te schaffen.
Zaterdagavond presenteert Typex samen met stripcollectief Lamelos in Patronaat een avond vol chaos, kunst, tekeningen, exposities en drank, inclusief optredens van ruige rockbands. Met onder andere Elle Bandita, de Zwitserse band What’s Wrong With Us? en de Haarlemse garagerock band De Kliko’s. Mensen met last van zelfoverschatting kunnen het podium beklimmen en zelf zingen onder begeleiding van de Hardrock Karaoke band.
Stripbier
Dat stripmakers graag een biertje lusten weet iedereen die wel eens op de vrijdagmiddagborrel in Lambiek te Amsterdam is geweest. Het is daarom niet verwonderlijk dat de Stripdagen Haarlem samen met Jopen bier iedere editie een speciaal biertje brouwt. De stripmaker die de huisstijl van het festival verzorgt, bepaalt welk bier er gebrouwen wordt en ontwerpt het etiket van het bierflesje. Dit keer is dat Typex. Mocht de smaak niet bevallen, dan mag de dorstige lezer bij hem zijn beklag doen. Zeven collega’s gingen Typex voor met als meest opmerkelijke wellicht Barbara Stok in 2004. De eerste vrouw in het gezelschap koos namelijk voor een witbier met witte chocolade smaak.
Bovenstaande is slechts het topje van een de spreekwoordelijke ijsberg. Voor het laatste nieuws en het volledige programma ga naar www.stripdagenhaarlem.nl.
Dit artikel is gepubliceerd in Nieuwe Revu #21 (21 t/m 27 mei 2014).
Het is weer Boekenweek en dat vieren we vandaag met enkele zeer scherpe cartoons van grootmeester Peter van Straaten. Een van de beste tekenaars die Nederland heeft voortgebracht.
Alle cartoons zijn afkomstig uit Peter’s Zeurkalender 2014 die iedere ochtend mijn dag verblijdt, uitgegeven door uitgeverij De Harmonie. Zie ook deze guitige blogpost.
Potverdorie, wat kan Peter van Straaten toch tekenen! Prachtig hoe hij met een schijnbaar snelle toets dit beeld neerzet en met een paar krassige details de omgeving suggereert:
Graag kijk ik aandachtig naar dit soort tekeningen. De houding van de personages: het kindje dat met moeite overeind blijft op zijn schaatsen, de ongeduldige volwassene voor hem. Precies goed. En dan die schurende tekst eronder. Je hoort het vader zo zeggen. Pijnlijk en herkenbaar.
Scheurkalenders
De cartoon staat in Peter’s zeurkalender 2014. Het is de gouden editie, dat wil zeggen een bloemlezing van de tekeningen uit de Zeurkalenders tussen 1994 en 1998, door Van Straaten zelf geselecteerd. Ik heb een nieuwe waardering gekregen voor het fenomeen scheurkalender. In onze wc hangt nu die van Van Straaten, daaronder hangt de scheurkalender van Gerrit de Jager met de cartoons die hij voor Nu.nl heeft gemaakt. Heel andere tekeningen dan die van zijn collega Peter, en een ander soort humor, maar even vermakelijk. Beide mannen hebben een heel eigen stijl en handschrift, en zijn meesters in hun vak.
Een avondje Harmonie
Peter’s Zeurkalender kreeg ik mee in een goodiebag toen ik maandag 6 januari De Kleine Komedie verliet na een avondvullend programma verzorgd door uitgeverij De Harmonie. In plaats van simpel de nieuwe catalogus te sturen, organiseerde de uitgeverij een bonte avond waarin auteurs en stripmakers waar binnenkort een nieuwe titel van uitkomt, een stukje voorlazen of tekenden. Erik van Muiswinkel presenteerde heel verdienstelijk en schoof zijn bewondering voor de schrijvers en dichters niet onder stoelen of banken. Al is hij waarschijnlijk net zo enthousiast op een soortgelijk avondje georganiseerd door De Arbeiderspers. Maar goed, dat hoort bij zijn vak en doet verder niets af aan de goede presentatie.
De Kleine Komedie zat vol met mensen uit het boekenvak, journalisten en auteurs van de uitgever. Slim, want als je een auteur uit eigen werk hebt zien voorlezen, ben je waarschijnlijk eerder geneigd als boekhandelaar om exemplaren aan te gaan schaffen. Zo’n optreden schept een band met, of creëert in ieder geval empathie voor de schrijvers. Je moet in tijden van crisis met nieuwe ideeën komen om je waar te presenteren.
Voor een stripjournalist als ik viel er ook inspiratie voor artikelen te halen. Stefan Verwey toonde enkele van zijn krachtige literaire cartoons. In september komt zijn Hoe open ik een boek, uit. Een collectie van zijn beste cartoons, volgens de uitgever. Verwey, die ik eerder al over zijn werk interviewde voor de VPRO Gids, tekent wekelijks een cartoon voor de Gelderlander en de Volkskrant. In september staat hij precies twintig jaar in die laatste krant, dus een goede reden voor de bundel.
Hanco Kolk & Peter de Wit waren ook van de partij. De mannen achter de succesvolle strip S1ngle waren die avond op zoek naar de ideale mannen voor hun strippersonages. Ze vroegen drie mensen uit de zaal om een krabbel op papier te zetten. Kolk maakte van de abstracte lijnen en strepen dan een man voor respectievelijk Nienke, Fatima of Stella. Kolk deed er het zwijgen toe en speelde de geniale tekenaar, terwijl De Wit het woord nam. Mannetje en Mannetje met een twist.
Overigens is dit soort live tekenen voor Kolk niet nieuw, hij deed dit onder andere al eerder tijdens Manuscripta een paar jaar geleden:
Hanco kwam iedere keer weer met mooie vondsten. Misschien moeten we hem maar Hanco Klok gaan noemen in de toekomst.
Ik heb een aantal ideeën opgedaan om te gaan pitchen aan mijn opdrachtgevers. En nee, die deel ik hier dus niet.
Wel jammer dat Peter van Straaten die avond ontbrak.