De laatste tijd doe ik door drukte steeds minder en zeg ik vaker ‘nee’ tegen dingen.
Eind augustus was de Amsterdam Comic Con en tegelijkertijd de opening van het Museum Strips. Allebei dingen waar ik eigenlijk voor mijn werk heen zou moeten, maar ik bleef thuis om verder aan mijn boek te werken.
Op de Comic Con kwamen niet echt stripmakers die ik nu hoefde te spreken en slechts bij vlagen ben ik geïnteresseerd in de filmsterren die er doorgaans komen.
Het nieuwe stripmuseum staat in Rotterdam, een stad die net zo goed probeer te vermijden als vervelende huidziekten. (Misschien dat ik ooit nog eens in een blogpost uitleg waarom ik zo’n hekel heb aan Rotterdam, maar vandaag even niet.)
Dus als ik een bezoek naar die stad kan uitstellen, doe ik dat vol overgave. Het Museum bezoek ik dus wel als ik toch naar Rotterdam moet, bijvoorbeeld als het stripfestival Cross Comix plaatsvindt op 8 oktober.
Ook zei ik nee tegen het jurylidmaatschappij van de Willy Vandersteenprijs. In voorgaande edities, waaronder die van vorig jaar, was ik een van de juryleden. Dat werk doe ik altijd graag, want ik vind het belangrijk dat we middens het toekennen van een prijs stripmakers en strips onder de aandacht kunnen brengen. Bovendien was de vorige sessie erg gezellig met een leuke ploeg juryleden.
Het jurylidmaatschap vereist echter dat je goed op de hoogte moet zijn van welke albums er dit jaar zijn uitgekomen. Het is immers een prijs voor het beste Nederlandstalige album van het afgelopen jaar. Door het schrijven van mijn boek Mijn vriend Spider-Manheb ik de afgelopen maanden weinig anders kunnen lezen dan Marvel Comics. Het zou daarom lastig zijn om een overwogen keuze te maken in het aanbod.
Maar mij hoor je daar niet over klagen, hoor. Ik vind het heerlijk om zo intensief met een droomproject bezig te kunnen zijn. Daar zeg ik graag enkele zaken voor af, hoe leuk ik die soms ook vind.
Sowieso ben ik druk bezig te pogen van zelfbedachte verplichtingen af te komen. Daar bedoel ik mee dat ik me vaak verplicht voel om ergens naartoe te gaan terwijl niemand mij daar eigenlijk toe verplicht. Het is een gek mechanisme, waarvan ik de oorsprong niet goed ken. Wat ik wel weet is dat als dingen te veel als huiswerk beginnen te voelen, en ik niet echt kan bedenken waarom ik dat huiswerk zou doen, ik dus een keuze heb om daar ‘nee’ tegen te zeggen.
Waar ik wel aanwezig was de afgelopen weken? De boekpresentatie van Wien: Een dame in chique zaken, een boek geschreven door vriend Phil van Tongeren met illustraties van Typex. En het 40-jarige verjaardagsfeestje van Het Beeldverhaal.
A video posted by Michael Minneboo (@michael_minneboo) on
Waar ik ook tijd voor blijf maken zijn koffiedates met vrienden. Die zijn lekker kleinschalig, duren niet al te lang en vinden meestal plaats in Amsterdam. Bovendien voelen die ook niet als huiswerk.
Zaterdag 5 september vond in De Nieuwe Anita te Amsterdam een fundraiser plaats voor het prachtige filmtijdschrift Schokkend Nieuws. Met succes, want er werd 3.500 euro opgehaald. Daar kan het blad weer een tijdje mee voort.
‘De Nieuwe Anita in Amsterdam was afgeladen gisteravond. Zo’n 110 mensen kwamen af op de Fundraiser met filmquiz en filmveiling. De aanleiding mocht dan serieus zijn – teruglopende advertentie-inkomsten – de stemming was opperbest. Schokkend Nieuws maakte er een vrolijke chaos van. En een verrukkelijk filmfeest,’ schrijft hoofdredacteur Barend de Voogd in zijn verslag van de avond op SchokkendNieuws.nl.
De fundraiser was trouwens echt nodig, want de advertentie-inkomsten lopen terug en die zijn erg belangrijk voor het voortbestaan van Schokkend Nieuws. De Voogd: ‘Schokkend Nieuws denkt met de opbrengst van de Fundraiser in elk geval nog een jaar voort te kunnen en dat geeft tijd om een meer structurelere financiering te vinden. Er wordt gekeken naar subsidiemogelijkheden, maar vaste abonnees vormen nog altijd de beste en meest solide basis. Een blad dat zich door genoeg abonnees gesteund weet, kan volkomen onafhankelijk en nog tot in lengte van jaren zijn eigenzinnige koers blijven varen.’
Uiteraard was ik er ook bij, want als onregelmatige medewerker draag ik Schokkend Nieuws een warm hart toe. De sfeer was inderdaad gezellig. De filmquiz gepresenteerd door Eric van der Woude had echt pittige vragen. Ik voelde me maar een aspirant nerd eigenlijk, want veel antwoorden wist ik simpelweg niet. Het team Hail Braindead Xenu wist de andere elf teams te verslaan en ging met een flinke prijzentas naar huis.
https://www.youtube.com/watch?v=284iyncU10o
Er gingen mooie dingen aan mijn neus voorbij tijdens de veiling, die geleid werd door veilingmeesters Phil van Tongeren en Mr. Horror Jan Doense himself:
https://youtu.be/bG6iR_z5yiw
Van Tongeren nam die avond overigens afscheid als redactielid van Schokkend Nieuws. In 1992 was hij, samen met Jan Doense en Bart Oosterhoorn, een van de oorspronkelijke oprichters van Schokkend Nieuws. Hij is ook tweemaal hoofdredacteur geweest van het blad. De Voogd vertelde met weemoed hoe hij in 2005 bij het magazine solliciteerde en door Van Tongeren de kneepjes van het vak leerde. Als afscheidscadeau kreeg Phil een prent van Milan Hulsing. Je weet wel, die stripmaker die net een zeer intrigerende adaptatie van De aanslag op de markt bracht.
Binnenkort organiseert Schokkend Nieuws nog een paar bijzondere avonden. Het een en ander heeft te maken met de aankomende Star Wars-film, maar daar vertel ik binnenkort meer over.
Ook abonnee worden? Kost je slechts 25 euro voor zes nummers. Koop je dus. Check hier.
Zaterdag 15 augustus werd de expositie Collecting the Force in het Geoffrey Donaldson Institute geopend. Een flinke verzameling unieke Star Wars-memorabilia.
Samen met collega’s van Schokkend Nieuws – Mr. Horror Jan Doense, Phil van Tongeren en Lieuwe van Albada – reisde ik af naar Noord-Scharwoude om de opening bij te wonen. Daar troffen we andere Barend de Voogd, Hedwig van Driel en Erik van ’t Holt al in de tuin aan met enkele Stormtroopers van de Dutch Garrison. Het voelde allemaal een beetje als een gezellig schoolreisje en binnen werd dat niet anders. De verzameling die tentoongesteld wordt is van niemand minder dan Roloff de Jeu, de sympathieke presentator op het KLIK! Animatiefestival.
Grappig dat er tussen de bezoekers ook ietwat verbaasde leden van de locale bevolking rondliepen. Die wilden natuurlijk weten wat die Stormtroopers in Noord-Scharwoude aan het uitspoken waren. Nou ja, poseren met de kids en borrelhapjes eten dus. Er liep ook een miniversie van Darth Vader rond. Blij dat ik niet me dat joch op school hoef te zitten, want zo’n kwaadwillende Jedi naast je in de klas belooft weinig goeds.
Noord-Scharwoude lijkt wellicht een galaxy far, far, away, maar je kunt er met de bus heen. Je kunt de expo bezoeken op elke maandag-, woensdag- en zaterdagmiddag van 14:00 tot 17:00. De tentoonstelling loopt tot januari 2016. In de maanden van de tentoonstelling zijn er in het Geoffrey Donaldson Institute ook nog documentaires over, LEGO-herverfilmingen van en korte films geïnspireerd op STAR WARS te zien.
Schokkend Star Wars
In oktober komt Schokkend Nieuws #116 uit en dat wordt – in samenwerking met het GDI – een extra dikke en exclusieve Star Wars-special. Tipje van de sluier: unieke, nog nooit eerder gepubliceerde foto’s van de Europese première van Star Wars op 13 oktober 1977 in Arnhem. De expo en Schokkend Nieuws #116 zijn fijne voorgerechten voordat Star Wars Episode VII: The Force Awakens 16 december in wereldpremière gaat.
Altijd al willen weten wat Salvador Dali en Alfred Hitchcock gemeen hebben en waar de inspiratie vandaan kwam voor de kooi-scene in The Silence of the Lambs? Je leest het vanaf 6 juni in Schokkend Nieuws #108, waarin de kruisbestuiving tussen kunst en film centraal staat.
De prachtige cover is gemaakt door Schokkend Nieuws’ vaste tekenaar Milan Hulsing. Het is een eerbetoon aan het beroemde schilderij De Schreeuw van Edvard Munch. De Schreeuw stond model voor het moordenaarsmasker in Wes Cravens’ Screamen was ook zeker niet de enige kunstzinnige inspiratiebron voor regisseurs door de jaren heen.
Phil van Tongeren en Barend de Voogd staan in de kunstspecial stil bij de Duitse expressionistische film, de liefde van Sergio Leone voor De Chirico en natuurlijk Dario Argento’s kunsthorrorfilm The Stendhal Syndrome. Dat de kruisbestuiving beide kanten op ging, laat George Vermij zien in een tweede artikel waarin kunstenaars zich lieten inspireren door (genre)films. Wat dacht je bijvoorbeeld van 24 Hour Psycho? Kers op de taart: Jaap Guldemondt, oud-conservator van het Van Abbemuseum en Boijmans van Beuningen en tegenwoordig hoofd tentoonstellingen in het EYE Filmmuseum, treedt op als ‘gastconservator’ en deelt zijn vijf favoriete schokkende kunstwerken met de lezer. Kortom, Schokkend Nieuws 108 mag je niet missen.
Iedere vrijdag delen striplezers hun stripliefde en vertellen over hun favoriete strip.
Wat is je naam, je leeftijd en je wat doe je voor werk? Phil van Tongeren, 56, tekstschrijver en festivalprogrammeur.
Welke strip is je favoriet en lees je nu nog steeds? In de vroege jaren zeventig knutselde ik met vrienden allerlei stripfanzines in elkaar, die voornamelijk als excuus dienden om toegang te krijgen tot onze idolen. Voor mij torende Daan Jippes in die jaren boven iedereen uit. Maar altijd gebleven is de liefde voor Dick Bos. Een Hollandser-dan-Hollandse held. Onlangs heb ik op een veiling een kaveltje van zes originele uitgaven gekocht, waaronder de eerste, Het Geval Kleyn. De Chef, een voorloper van Bos uit de vroege jaren dertig, ging voor 175 euro (!) aan mijn neus voorbij.
Waarom is dit je favoriete strip? Wat vind je er zo goed aan? Het geheim van Dick Bos is dat dat nauwelijks valt uit te leggen. Ik vind de combinatie van de laconieke tekenstijl met een (op z’n zachtst gezegd) nog laconiekere verteltrant onweerstaanbaar. In een interview zei tekenaar/schrijver Alfred Mazure het ooit heel treffend: ‘Dick Bos neemt zichzelf niet ernstig, hij weet dat hij zelf niet bestaat.’ Mazure tekende een gemiddeld Dick Bos-avontuur van ca. 200 pagina’s in zes dagen, en dat is te zien. Maar het maakt niet uit. Hij beperkte zich tot de essentie en ontvouwde in een paar lijntjes en vegen een compleet Hollands panorama anno de jaren veertig, met al z’n naïviteit en lulligheid. Alleen W.F. Hermans was in zijn oorlogsromans beter in staat die atmosfeer op te roepen.
Als ik even mag afdwalen: Hermans schreef na de oorlog onder pseudoniem een viertal pulpthrillers, misschien wel geïnspireerd door Dick Bos. Wie weet! Ik heb trouwens een medegelovige in Paul Verhoeven die al zijn hele leven rondloopt met plannen voor een Dick Bos-film. Die heeft hij zonder het te weten trouwens al gemaakt: Zwartboek.
Wanneer kwam je er voor het eerst mee in aanraking? En wat deed dat met je? Ik heb zopas een oude Stripschrift teruggevonden uit 1971, een Dick Bos-special waarin een bibliografie is opgenomen. Daarin heb ik als pubertje met potlood aangestreept welke boekjes ik in bezit had: 47 in totaal! Ik herinner me (want ze zijn in de loop der jaren zoekgeraakt) dat die voornamelijk uit de nieuwe serie kwamen die Mazure in de jaren zestig tekende. In een Britse setting en met de bevallige Sheila als Bos’ secretaresse. Ze zijn ook een stuk beter getekend, want Mazure kon het wel. Maar toch, die krukkige oudjes zijn me het dierbaarst. Dick Bos die in zijn cabriolet over een met twee strepen aangeduid landweggetje naar een verdacht adresje scheurt – kippenvel. Ook de teksten zijn me zeer dierbaar, vraag maar aan mijn vriendin. Die hoort me er te pas en te onpas de Bos-klassieker ‘Na zoo’n klap zeggen ze gewoonlijk niet veel meer’ uitgooien. Ook als de situatie er helemaal niet om vraagt. Bos ‘bekt’ gewoon lekker.
In de rubriek Stripliefde vertellen striplezers over hun favoriete strip of strips. Op deze manier bouwen we langzaam een interessante leeslijst op. Ook meedoen? Check hier hoe je dat doet. Ik kijk uit naar je inzending. Oh ja: mocht iemand anders al je favoriete strip genoemd hebben, stuur dan even goed je inzending in, want jouw reden om de strip goed te vinden kan heel anders zijn. Bovendien is je eerste kennismaking en wat dat met je deed waarschijnlijk anders dan die van andere lezers.
Dinsdagmiddag schoof de Belgische stripmaker François Schuiten aan bij Phil van Tongeren en Barend De Voogd van het Imagine Filmfestival. Van Tongeren interviewde Schuiten over zijn werk als production designer en conceptual artist van films als Taxandria, The Golden Compass, Mr. Nobody en Mars et Avril.
De Voogd verzorgde de vertaling: Schuiten wenste zich alleen in het Frans uit te drukken, wat ik dan weer erg typisch vindt voor een Waalse Belg.
Schuiten is zoon van een architectenechtpaar. Niet zo gek dus dat architectuur een belangrijke rol speelt in zijn wek. Dat was goed terug te zien in zijn ontwerpen voor films, maar in het bijzonder ook in zijn strips. Schuiten is overigens niet alleen actief als striptekenaar. Hij ontwierp metrostations in Brussel en Parijs. Ook ontwierp hij voor de Wereldtentoonstelling van 2000 in Hannover het Belgische Pavillon des Utopies.
Het is jaren geleden sinds ik een album van de reeks Les Cités Obscures oftewel De Duistere Steden heb opengeslagen, de surrealistische reeks die Schuiten met auteur Benoît Peeters maakt. Ik kreeg tijdens het interview meteen zin om daar weer in te duiken. Ik hou van het verfijnde tekenwerk van Schuiten; het was dan ook een groot plezier dat een selectie daarvan te zien was op het grote scherm achter de heren.
Hieronder een drietal fragmenten uit het interview dat ik ongemonteerd op YouTube heb gezet. ‘Van alles wat ik doe vind ik striptekenen eigenlijk het moeilijkste. Als het mislukt kan ik niemand anders de schuld geven,’ zegt Schuiten. In dit fragment vertelt hij over zijn stripwerk en over zijn medewerking aan de softerotische film Gwedoline van Just Jaeckin.
Ziet Schuiten een verfilming van de reeks De duistere steden wel zitten? Hier geeft Schuiten antwoord op deze vraag:
Schuiten vertelt over zijn werk als production desginer:
Dit werk hangt in De Balie. Bad triptych heet het, gemaakt door Mikko Kuiper. Ik zag het van de week hangen toen ik met Phil van Tongeren een kopje koffie dronk en notities over het freelancen aan het uitwisselen was.
Stripmaker/illustrator Erik Kriek – misschien wel het beste bekend van zijn strip Gutsman – is al een tijdje bezig met het verstrippen met verhalen van horror en sf-schrijver HP Lovecraft. Later dit jaar komt daar een graphic novel van uit bij Oog&Blik/De Bezige Bij: Het onzienbare & andere verhalen.
Door De Buitenstaander moedigde uitgever Hansje Joustra Kriek aan om meer Lovecraft te verstippen. In Zone 5300#92 stond een voorpublicatie van de korte strip Het Onzienbare. Hierin activeert uitvinder Crawford Tillenghast een machine waarin afzichtelijke wezens zichtbaar worden die zich tussen ons begeven maar die we niet met het blote oog kunnen zien. Een dergelijke openbaring kan natuurlijk niet zonder ernstige gevolgen blijven.
De paar pagina’s waarop Kriek de lezer tot nu toe trakteerde smaakten zeker naar meer en ik ben dan ook erg benieuwd als Kriek aanstaande vrijdag wat van zijn werk presenteert op het Imagine Amsterdam Fantastic Film Festival.
Kriek wordt dan samen met regisseur Sean Branney geïnterviewd door festivaldirecteur Phil van Tongeren. Branney maakte de Lovecraft-verfilming The Whisperer in Darkness, die natuurlijk ook tijdens het festival is te zien.
De Amerikaanse regisseur is een van de sleutelfiguren in de H.P. Lovecraft Historical Society, in 1984 opgericht door een groepje RPG-spelers, en inmiddels verantwoordelijk voor films, boeken, cd’s en hoorspelen naar het werk van de schrijver.
Kortom, wees er vrijdag 22 april bij om 12.30 in Kriterion 2. Toegang is gratis.
Check ondertussen het blog van Kriek waarin hij meer voorproefjes geeft van dit project.
Het Imagine filmfestival zit er voor mij weer op. In zes dagen festival zag ik in totaal 12 films, (Exam had ik al bij een persvoorstelling gezien) en een programma Europese korte films. Ook woonde ik het boeiende symposium van filmmuziek componist Simon Boswell bij.
Dit jaar vond het festival plaats in Filmtheater Kriterion. Een goede zet, want niet alleen bevonden de drie zalen zich in één pand, ook bezit Kriterion een leuk café, waar je een schappelijke prijs betaalt voor een kop koffie. Tussen de films door was het dan ook fijn praten met vrienden en mede festivalbezoekers. Ook gaf het café de gelegenheid om de festivalkrant te lezen. Leuk vond ik die Imagine Daily. Het zijn dat soort kleine dingen die een festival extra bijzonder maken. Eigenlijk hoort een serieus filmfestival gewoon een dagkrant te hebben. Punt. En een goede website. Over de site van Imagine heb ik niets te klagen. Overzichtelijk, informatief en een aanvulling op het festivalbezoek zelf.
Overigens werd het naar mijn smaak in de avonduren wel een beetje te druk in de gangen en het café van Kriterion. Misschien is het festival toch wat te groot voor het aantal bezoekers.
Dikkie Dick
Dick Maas liet ook zijn gezicht zien op het festival. Tussen de opnames van de film Sint door nam hij namelijk de Career Achievement Award in ontvangst. Daar was ik overigens niet bij, wel zag ik hem de dag erna uit de taxi stappen om een compilatie van zijn (korte) films in te leiden. Ook daar heb ik geen frame van gezien. Ik vind dat Maas vroeger veel betekend heeft voor de Nederlandse filmwereld met films als De Lift, Amsterdamned en Flodder. Daarna vond ik zijn films niet zo interessant meer, al ben ik wel licht nieuwsgierig naar Sint.
Donderdag 15 april was voor mij de eerste echte dag van het festival. Ik zag drie films die dag: No Smoking, Master Key en The Wild Hunt. Die laatste stak met kop en schouders uit boven de eerste twee films, waarvan Master Key toch wel een van de meest vage scenario’s is die ik ooit op het witte doek heb uitgespeeld gezien.
Quantum Leap
Een eerste dag op het festival is altijd even inkomen. De programmering is strak en de pauzes tussen de voorstellingen daardoor kort. Iedere keer als het licht in de zaal uitgaat kom je in een nieuwe verhaalwereld terecht en moet je je verplaatsen in een volledig onbekend personage. Al snel voelde ik me een soort van Sam Beckett – de tijdreiziger uit Quantum Leap, niet de beroemde Ierse schrijver en dichter. Na een dag krijg ik daar altijd een soort van geestelijke jetlag van. Als ik niet geregeld achter het toetsenbord kruip om recensies en impressies te schrijven van de films die ik zie, dan zouden alle indrukken door elkaar gaan lopen. Scènes, personages, situaties zouden dan een grote onnavolgbare metafilm worden.
Vrijdag 16 april was de dag voor European Fantastic Shorts #2, Black Dynamite en de niet minder dan Fantastic Mr. Fox. Black Dynamite was ook een fijne spoof op de blaxploitationfilms uit de jaren zeventig. Kan het dan ook alleen maar eens zijn met de woorden van Tonio van Vugt die de film uitgebreid besprak. Wel grappig dat er een spoof, cq hommage van blaxploitation is gemaakt. Wie films als Shaft en Sweet Sweetback’s Baadasssss Song (die titel alleen al) tegenwoordig ziet, heeft toch moeite zijn lach in te houden. Niet dat Shaft niet cool is, maar die jive-talk en übercoole poses die de personages aannemen werken tegenwoordig toch op de lachspieren.
Soundtrack Simon Boswell is componist van filmmuziek. Hij werkte voor filmmakers als Dario Argento en Clive Barker. Hij voorzag veel horrorfilms van muziek terwijl hij zelden zo’n film kijkt. Boswell gaf een zeer onderhoudende masterclass over zijn carrière, het componeren van filmmuziek en toonde ons zijn eigen geluidsexperimenten. Boswell plaats namelijk filmmuziek onder nieuwsitems. Het effect ervan laat zich raden. Onder beelden van de vliegtuigen die op 11 september 2001 de Twin Towers in vlogen zette hij een zelfgemaakte compositie die niet had misstaan onder beelden van een film als Independence Day. Het nieuws leek daardoor wel een spannende film.
Interessanter vond ik zijn vertraagde videoportretten. Boswell gebruikt bestaande close-ups van beroemdheden als Bowie en Sadam Hoessein en vertraagt de beelden ervan zodanig, dat ook het knipperen van de ogen zeer langzaam gaat. Aan het beeld voegt hij een vreemdsoortige, intense soundtrack toe. Het effect is zeer vervreemdend, maar boeit ieder frame. Het zijn indringende levende portretten van mensen. Je gaat automatisch minutieus naar de gelaatstrekken kijken en ontdekt een oneindig verhaal in de blik van de geportretteerde.
Het experiment lijkt mij een voortgang van de screentest van Andy Warhol. Die richtte een cameralens op iemand en draaide de filmrol vol terwijl deze mensen in de lens keken en tegen de camera zaten te praten. Soms staarden de drie minuten dat de filmspoel duurde naar de toeschouwer. Toen ik mijn observatie na de lezing met Bosswell deelde, gaf hij toe dat hij door Warhols screentests is geïnspireerd.
Verder zag ik maandag nog de film Best Worst Movie. Zie hier mijn recensie. De dinsdag begon met Diagnosis Death, gevolgd door de prachtige en ontroerende animatiefilm Mary and Max. De avond was gereserveerd voor Symbol.
Symbol ondersteboven
Halverwege de eerste vertoning van Symbol van Hitoshi Matsumoto ging het goed mis. Opeens was het beeld ondersteboven en in spiegelbeeld. In eerste instantie dachten we allemaal dat dit misschien zo hoorde. Symbol is namelijk een nogal vreemde film en bij de scène in kwestie schakelden we net over naar China, aan de andere kant van de wereld. Misschien dat Matsumoto de wereld daarom op zijn kop toonde? Toen de ondertiteling echter ook in spiegelbeeld en bovenin het beeld verscheen, bleek dat de operateur de aktes verkeerd aan elkaar had geplakt.
Voor niet ingewijden: film wordt in een reeks kleine spoelen aangeleverd die voor vertoning achter elkaar geplakt moeten worden op een grote spoel. Als een film eenmaal draait, kun je dit soort fouten niet zomaar herstellen. Kortom: einde van de filmvertoning. De festivaldirectie ging hier heel netjes mee om: iedereen kreeg een voucher zodat een andere voorstelling gratis bijgewoond kon worden. Ook werden er consumptiebonnen uitgedeeld.
Toch was het heel frustrerend, want Symbol is een film die de kijker een enigma voorschotelt: Een man in een fel gekleurde pyjama ontwaakt in een lege witte kamer waarvan de muren zijn gedecoreerd met de piemeltjes van engelenbeeldjes. Wanneer hij op zo’n piemeltje drukt floept uit een luik in de muur een willekeurig voorwerp te voorschijn: een roze tandenborstel, een steekwagentje, een vaas, sushi… Op de een of andere manier houden de gebeurtenissen in de witte kamer verband met de voorbereidingen, ver weg in Mexico, van de oude gemaskerde worstelaar ‘Escargotman’ op zijn wedstrijd. Maar hóe, dat blijft een verrassing tot het goddelijke einde. Het einde dat ik dus niet gezien heb.
Symbol vormt een puzzel waarvan ik de oplossing nu niet weet. Aan de ene kant frustrerend, aan de andere kant een mogelijkheid om zelf een passend einde te bedenken. Inmiddels heb ik al van mensen de afloop van Symbol vernomen. Dat bevredigt het ongenoegen enigszins, maar niet zoveel als het zien van de film zelf.
Donderdag sloot ik het festival af met Dark and Stormy Night die best leuk was geweest als de film maar een halfuurtje had geduurd en de tromafilm Vampiere Girl versus Frankenstein Girl. Deze was net zo vermakelijk en fout als de titel doet vermoeden. Geen slechte afsluiter van Imagine 2010.
Silver screen award Na een vertoning mogen de bezoekers hun mening over de betreffende film doen blijken door met een formuliertje aan te geven of ze de film: hopeloos, slecht, zozo, goed of zeer goed vonden. Op basis daarvan wordt iedere dag een tussenstand voor de Silver Screen Award gepubliceerd. Maar hoe zit het precies als een film weinig bezoekers heeft getrokken maar die drie mensen in de zaal deze film allemaal zeer goed vonden? Komt die film dan bovenaan te staan? Of werkt het systeem op een relatieve basis, waarbij het aantal bezoekers en vertoningen in de berekening worden meegenomen? Ik vroeg het Phil van Tongeren op een dag toen hij uit het festivalkantoor stapte. ‘Daar is onderling nogal wat discussie over,’ zei Phil. ‘Maar het klopt wel hoor,’ verzekerde hij ons. Nou ja, veel maakt het niet uit. Dat wil zeggen, dat de top drie wel overeenkomt met die van mij.
Hoewel, ik zou Fantastic Mr. Fox op 1 hebben gezet en Mary and Max op nummer twee. Met Best Worst Movie op nummer drie ben ik het geheel eens. Mr. Fox had overigens minder vertoningen dan Mary and Max. Heeft dat er misschien toch mee te maken, Phil?