Soms staan er berichten in de krant waarvan je je afvraagt: is dit nu fake news? Maar nee, sommige wereldleiders zijn echt heel kinderachtig. Of vind jij dat Xi Jinping, de president van China, een punt heeft?
Tag: Politiek
Uitslag
De gemeenteraadsverkiezingen zijn weer achter de rug. Dit is de zetelverdeling voor Amsterdam:
Ook dit keer heb ik me goed verdiept in op wie ik zou moeten stemmen. De gemeenteraad krijgt vanuit Den Haag steeds meer taken in de schoot geworpen, en daar zitten heel belangrijke zorgtaken bij. Daarom vond ik het belangrijk om voor een partij te kiezen met wie ik ongeveer op een lijn zit. Een partij die zich druk maakt over dezelfde dingen als ik.
Groene toekomst
Amsterdam kampt het hele jaar door met een groot overschot aan toeristen. Er zijn teveel buitenlandse rijke stinkerds die panden opkopen als investering. De kloof tussen arm en rijk wordt steeds groter – net als bij de landelijke politiek lijken bedrijven het meer voor het zeggen te hebben dan de bewoners. De lucht in de stad is vervuild. En bij mij in de buurt vinden jaarlijks teveel evenementen plaats die het Westerpark tot een pretpark maken. Daar hebben omwonenden en de natuur in het park veel last van.
Daarom stemde ik op een groene partij door een rood cirkeltje te tekenen. De Partij voor de Dieren heeft mijns inziens een goed programma dat ook nog eens op een daadkrachtige manier geformuleerd is. Fijn dus dat ze er twee zetels bij hebben gekregen. Dat GroenLinks de grote winnaar is geworden, is wat mij betreft ook niet slecht voor de stad. Ik vermoed dat GroenLinks en PvdD het goed met elkaar moeten kunnen vinden. Ze willen immers allebei een beter milieu. Dat is wellicht wat naïef gesteld, want politieke partijen proberen altijd vaak te scoren door hun minuscule verschillen te benadrukken. Toch heb ik goede hoop voor de toekomst.
Haatpartijen
Dat D66 (VVD light) en de PvdA zetels hebben moeten inleveren, stemt mij vrolijk. Al is het wel heel jammer dat we vanaf nu ook met DENK, Forum voor Democratie, Bij1 en de ChristenUnie zitten opgescheept in Amsterdam. Weggegooide zetels wat mij betreft, want dit zijn allemaal extreme partijen die gebaat zijn bij het vormen van groepjes in plaats van dat de mensen elkaar in het midden vinden. DENK is toch eigenlijk de PVV voor Turken. En Forum voor Democratie is dan weer een soort PVV voor zelfoverschattende intellectuelen.
En Silvana Simons had ook beter gewoon VJ kunnen blijven in plaats van zich met de politiek te bemoeien. Zij maakt zich heel druk over slavernij uit het verleden terwijl het misschien veel nuttiger is om zich druk te maken over slavernij van nu, want daar kun je tenminste nog iets aan doen. Maar ja, slachtoffer spelen scoort nu eenmaal goed bij de achterban. Bij1 en DENK danken hieraan immers hun bestaansrecht.
Zeehelden
Prima als we ook de schaduwkanten van de Nederlandse geschiedenis belichten, maar daarvoor hoef je niet alle standbeelden van zeehelden weg te halen en straatnamen te vervangen. Pas de teksten gewoon aan, zodat er een genuanceerd verhaal verteld wordt. Je moet de gebeurtenissen in de historische context zien, niet beoordelen met de blik van hoe we nu dingen aanpakken. Voorlichting, geen doofpot.
Bovendien hebben in de loop van de geschiedenis bijna alle volkeren wel een ander volk tot slaaf gemaakt. Niet alleen blanken zwarten, waar Simons zich nu zo boos overmaakt, maar Afrikanen hebben net zo goed zelf slaven gehad, en islamieten hadden niet-islamieten als slaaf. En dat is nog maar het topje van de ijsberg. Als we het er gewoon over eens kunnen zijn dat we slavernij nu niet meer accepteren, dan kunnen we door met elkaar en aan de slag met het aanpakken van huidige vormen daarvan.
Wat deze kwestie betreft ben ik het eens met Klaas Dijkhoff, fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer:
Daarom vind ik het huidige gedoe over standbeelden en vernoemingen ook zo vermoeiend. Het doorbreekt de balans, het bestrijdt een genuanceerde blik op onze geschiedenis. Niemand is namelijk volmaakt. En iedereen leefde in z’n eigen tijd, met de opvattingen die toen dominant waren. Ook als we nu niet kunnen begrijpen waarom dat toen zo was, is het onverstandig om makkelijk te oordelen. Wat leren we onze kinderen dan? Dat er geen geschiedenis is?
Hopelijk gaat het de groene kant op in Amsterdam de komende tijd en horen we de haatpartijen zo min mogelijk. Anders krijg ik toch nog jeuk van deze verkiezingsuitslag.
Ruud Lubbers (1939-2018)
Woensdag 14 februari overleed Ruud Lubbers op 78-jarige leeftijd. Hij was de langstzittende premier van Nederland.
Hij was ook de eerste premier waar ik me vroeger van bewust was. Lubbers, Ronald Reagan, Margaret Thatcher en Michail Gorbatsjov. Dat waren de eerste wereldleiders waar ik me als kind bewust van was.
Grappig, maar in die tijd keek ik nog tegen politici op. Ik denk zelfs dat ik geloofde in het politieke systeem. Misschien waren politici vroeger beter dan nu, want tegenwoordig heb ik niet zoveel vertrouwen in deze beroepsgroep. Niet alleen vanwege het hoge gehalte Halbe Zijlstra, Thierry Baudet en Wilders in de laatste kabinetten en in de Kamer.
Ik bekeek een aflevering van Andere Tijden over Ruud Lubbers en was verbaast over hoe strategisch hij zijn beleid voerde. Veel achterkamertjespolitiek toen. Net als nu natuurlijk. Toch kom ik niet van het idee af dat de politici in het land vroeger een visie hadden die ze wilden verdedigen. Een visie waarmee ze het land wilden verbeteren. Nu lijken we veel te veel naar stemmen te streven en likes te willen scoren, waardoor hun visie niet alleen troebel is geworden, maar ook steeds lijkt te veranderen. De massa bepaalt. Of eigenlijk: wie het hardst schreeuwt, bepaalt.
Dat is misschien een vorm van democratie, maar het klinkt toch erg als de waan van de dag regeert.
Ik mis de tijd waarin Lubbers premier was.
Verkiezingsuitslag
Dat was best leuk, stemmen woensdag. Voor het eerst sinds jaren had ik er weer eens zin in en had er het volste vertrouwen in dat we weer de goede kant op zouden gaan met Nederland.
Nadat Linda en ik het stembureau uitkwamen, dat bij ons om de hoek op een basisschool is, had ik het gevoel weer eens volwassen daad gesteld te hebben.
De dag erna had ik echter behoorlijk last van verkiezingsuitslag. Een soort jeuk in je brein die neerkomt op een gevoel dat ik het beste kan beschrijven als ‘WTF?!’
Natuurlijk ben ik teleurgesteld dat de Piratenpartij niet één zetel heeft binnengehaald. Het wordt immers eens tijd dat politiek Den Haag kennisneemt van de 21ste eeuw. Nu maar hopen dat andere politici het licht hebben gezien en zich druk gaan maken om het beschermen van privacy. Ook hoop ik dat het drugsbeleid eindelijk eens logisch gaat worden. Weg met gedogen, gewoon legaliseren.
Maar ik ben vooral teleurgesteld in het feit dat het VVD en PVV gelukt is zoveel zetels wel binnen te halen. WTF?!
Laten we eerlijk zijn: de PVV heeft helemaal geen 20 zetels nodig. Eigenlijk hebben ze er aan eentje genoeg, want Geertje Beertje gedraagt zich binnen de partij als een autocraat. Bovendien vraag ik me af of ze bij de PVV wel twintig bekwame mensen kunnen vinden om die zetels bezet te houden.
Kennelijk kun je in Nederland ver komen met een a4tje gebakken lucht en zeggen dat je van de Efteling houdt.
En weer Rutte als premier… Pfff. Ik ben benieuwd hoeveel eigenrisico er de komende jaren bij de zorg komt. Want VVD in het kabinet, levert doorgaans een hoge rekening op voor de lage en middeninkomens.
De (inter)nationale pers haalde opgelucht adem, omdat Wilders niet zo groot is geworden als de peilingen voorspeld hadden. Kunnen we nu dan ook afspreken dat peilingen vaak onzin zijn en mensen op verkeerde ideeën brengen, zoals strategisch stemmen? Als je stemmen voor Wilders, Denk, VVD en die sukkel Baudet bij elkaar optelt, is dat een behoorlijk aantal zetels voor xenofobie. Veel haatzetels dus.
Daar krijg ik nu echt uitslag van.
Poliziek
Vandaag ben ik in een beetje sombere bui. Ik weet niet precies hoe dat komt, want gisteren ging alles lekker.
Flink geschreven aan een artikel voor de VPRO gids over superheldenkostuums. Daarna nog wat mailtjes beantwoord om dingen op te zetten… Maar vandaag ben ik een mêh-bui.
Misschien heb ik me de afgelopen weken wat te veel mee laten slepen met de Tweede Kamerverkiezingen. Al jaren probeer ik die politieke poppetjes niet al te serieus te nemen, want dat doen ze de kiezer eigenlijk ook niet. Wat mij altijd stoort aan die campagnetijd, is hoe politieke partijen elkaar zwart proberen te maken. Ze denken allemaal het beste programma te hebben, en zijn niet te beroerd te liegen om anderen in een slecht daglicht te stellen. ‘Met ons plan komen er zoveel meer nieuwe banen bij, met het plan van hun niet!’. Ja, ja, alsof partijen in de praktijk letterlijk hun plannen kunnen uitvoeren en er in een kabinet niet constant gepolderd moet worden.
Weet je, ik zou het verfrissend vinden als partijen ook in de campagne overeenkomsten bij elkaar zoeken en gemeenschappelijke plannen maken. Ik weet het, het klinkt naïef. Toch hoop ik nog steeds dat er Kamerleden zijn die nog echt voor een ideaal aan het werk zijn, en niet omdat ze nu eenmaal een partij groot moeten maken omdat die partij nu eenmaal groot moet zijn, omdat want ja, de macht enzo.
Daarom ben ik blij dat enkele partijen een ‘stembusakkoord’ hebben gesloten om seksueel ongewenst gedrag te bestrijden. Dat vind ik constructief. Samen naar een oplossing zoeken, in plaats van loze leugens en beloftes naar elkaar toe te gooien tijdens debatten.
Vaak komt het tijdens die debatten niet tot de kern. Zo was de Nederlandse identiteit een belangrijk thema deze verkiezingen, maar zoals Zondag met Lubach al aangaf, weet geen van de partijen nu precies wat ze daarmee bedoelen.
Identiteit is een lastige kwestie, maar zo moeilijk nou ook weer niet. Je Nederlandse identiteit begint bij het spreken van de taal. Kennis van de geschiedenis en het delen van bepaalde waarden en ideeën. Welke dat precies zijn, daar moeten we het met z’n allen maar eens over hebben. Nu wordt de Nederlandse identiteit te vaak gedefinieerd door wat het niet is en wie dat niet uitstraalt. Ook een begin, maar daarna moet je verder graven.
Niet dat ik zoiets echt gehoord heb tijdens de debatten. De lijsttrekkers kwamen vaak niet verder dan halfslachtige voorstellen zoals het Wilhelmus kennen.
Volgens mij zijn die televisiedebatten een van de oorzaken dat steeds minder mensen nog echt in politiek geloven. Want, laten we eerlijk zijn, als we in Nederland Razzie awards zouden uitdelen voor slecht acteerspel, staat de shortlist vol met lijsttrekkers. Het is allemaal show, maar dan heb ik liever boeiend entertainment.
Nee, dan liever Freek de Jonge met De Stemming gisteravond. Zijn cabaretshow was lachen en relativerend. Toegegeven: politici maken zo vaak uitglijers tijdens de campagneperiode, zoals die suffe advertenties van Mark Rutte en Lodewijk Asscher. Dat was dankbaar materiaal voor De Jonge.
Waar ik overigens ook vrolijk van werd is dat een oud-klasgenoot van me campagne voert voor het CDA. Wytske de Pater staat op plek 22, dus ik hoop voor haar dat ze met voorkeursstemmen in de Kamer komt. Het is alweer een aantal jaren dat we elkaar spraken, maar ik weet dat zij nu juist iemand is die ik wel zou vertrouwen als volksvertegenwoordiger. Ik stem zelf geen CDA omdat ik alle partijen die religie als basis hebben wantrouw, en ik vind dat kerk en politiek gescheiden moeten zijn. Maar als het dan toch jouw partij is, stem dan vooral op De Pater.
Anyway, zoals altijd geldt ook hier: focus op het positieve. Mijn koffie smaakt lekker, ik weet dat ik op morgen op Piraten ga stemmen, en een dagje minder vrolijk kan ook wel een keer.
Rant is over. Ik schenk nog een koffie in.
SPiratenpartij
Op dit moment twijfel ik nog tussen de SP en de Piratenpartij wat de aankomende verkiezingen betreft.
Al jaren stem ik SP omdat ik vind dat we vooral sociaal moeten doen naar elkaar toe. Ik zie dat sociale niet echt terug bij andere linkse partijen. De SP heeft plannen voor een nationaal zorgfonds bijvoorbeeld. Aangezien marktwerking en de zorg niet samengaan, lijkt het me goed als we weer teruggaan naar een soort ziekefonds, zodat iedereen weer zorg kan betalen.
De PvdA stem ik eigenlijk nooit en ik vind dat ze de afgelopen jaren vooral hebben laten zien dat ze onbetrouwbaar zijn.
En Jesse Klaver doet me te veel denken aan de zoon van een louche tweedehandsautoverkoper: die vertrouw ik simpelweg niet. Sowieso ben ik niet echt een fan van GroenLinks.
Maar de nieuwkomer Piratenpartij vind ik erg interessant, omdat zij met beide benen in de 21ste eeuw staan. Iets wat ik bij veel andere politieke partijen echt mis. Ze willen bijvoorbeeld van het gedoogbeleid af en softdrugs legaliseren. Een goed idee vind ik. Ook willen ze de democratie anders inrichten en meer gebruik maken van online stemmen. Daar ben ik helemaal voor. We kunnen mensen via nieuwe middelen veel meer inspraak geven en eigenlijk een deel van de Tweede Kamer overbodig maken.
Nu wil de Piratenpartij de kamer naar 300 zetels vergroten en de stemgerechtigde leeftijd verlagen naar 16 – daar ben ik allemaal niet voor. Maar verder ziet hun programma er goed uit.
Toch twijfel ik. En dat komt door wat er in het partijprogramma staat over auteursrecht. Daarom heb ik de Piratenpartij van de week benaderd via mail, Twitter en zelfs Fakebook, met de volgende tekst:
Over veel zaken in jullie partijprogramma ben ik het eens. Bovendien wordt het eens tijd dat er in de Tweede Kamer leden zitten die verstand hebben van de positieve en negatieve kanten van internet en sociale media. Mensen die snappen dat onze privacy in het geding is en dat grote bedrijven eens een halt toegeroepen moeten worden. Dat zijn allemaal redenen om op jullie te gaan stemmen aanstaande woensdag.
Een programmapunt kan ik echter niet helemaal volgen. Via Twitter heb ik hierover contact gezocht met de partij, maar verder dan een linkje naar het partijprogramma kwam het niet. Dus stel ik de vraag nog eens via deze weg.
Ik citeer: “Een forse verkorting van het commercieel auteursrecht tot een periode van maximaal vijf jaar. Elke type werk (film, roman, etc.) krijgt een naar het type werk aangepaste termijn. Deze termijn wordt zodanig bepaald – en aangepast – dat het werk zo snel mogelijk ook commercieel vrij beschikbaar komt en de sector zo snel mogelijk omschakelt naar nieuwe verdienmodellen.”
Wat gaat dit in de praktijk betekenen?Dat een auteur van een boek binnen maximaal vijf jaar zijn auteursrecht verliest? En dat iedereen zijn boek mag gaan uitgeven of digitaal verspreiden? Dat lijkt mij niet bepaald iets waar je een maker mee helpt. De auteur is vaak degene die het minste verdient met het schrijven van het boek. Het meeste geld gaat naar de uitgeverij, distributeur (Centraal Boekhuis) en de winkel. Dus als na al die harde arbeid ook nog eens zijn product door derden verhandeld kan gaan worden zonder dat hij of zij daar iets voor terugziet, lijkt me geen goede zaak. En hoe willen jullie dit doorvoeren voor producties gemaakt in het buitenland?
Tenzij ik jullie tekst verkeerd interpreteer. Ik ben voor vrije informatie, dus ik snap waar jullie aanpassingsvoorstellen van het auteursrecht vandaan komt. Aangezien ik zelf een maker ben, vind ik dit een heel belangrijk punt. Als mijn interpretatie klopt, is dat voor mij doorslaggevend om op een andere linkse partij te stemmen. Ik hoop daarom dat jullie de tijd nemen om dit punt toe te lichten.
Deze tekst heeft op Fakebook een aardige discussie losgemaakt, maar dat verbaast me niet, want veel van mijn contacten zijn makers en die maken zich ook zorgen als ze zo’n voorstel zien. Ik ben benieuwd wanneer en hoe de Piratenpartij zal reageren.
To be continued.
UPDATE zaterdag 11 maart. De Piratenpartij reageerde via Twitter op mijn stuk met de volgende tekst:
De termijn van 5 jaar staat in ons programma omdat dit volgens wetenschappelijk onderzoek de optimale termijn is. Praktisch is dit misschien niet realistisch maar auteursrecht tot 70 jaar na dood maker is dat ook niet, het helpt niemand. Zie deze blog voor achtergrondinformatie over ons standpunt: https://piratenpartij.nl/voodoo-economie-auteursrecht-eu/.
Over de exacte termijn valt uiteraard te discussiëren en wij willen die ook voor elk type werk apart gaan bepalen.
Ik raad je aan even de uitleg op hun site te lezen. Ik vind die 5 jaar nog steeds afschrikwekkend kort, maar ik snap wel dat men dit wil aanpakken om vrijere spreiding van informatie te bewerkstelligen.
Meer dan een consument?
Ik ben toch verdomme meer dan een consument? Die vraag spookte vanmorgen door mijn hoofd toen Linda me op een column in Metro wees.
Over de KLM die je bij het bestellen van een ticket via Facebook-chat benadert… En nog erger:
‘Een Amerikaanse vriendin kreeg na het online inchecken de vraag van haar vliegtuigmaatschappij of ze de andere mensen op haar vlucht wilde zien. Ze verveelde zich en begon te klikken. Op LinkedIn en Facebook zag ze een bonte reeks profielen voorbij komen. Onder andere een chefkok, advocaat, huismoeder, student en sieradenontwerper zaten op haar vlucht.’
WTF? Dus je zit in een vliegtuig en dankzij Fakebook weten andere mensen dat ook. Misschien niet alleen die ook met je meevliegen maar potentiële inbrekers zijn ook meteen op de hoogte dat je de komende twee weken je billen bruint op een buitenlands strand. Lekker dan.
En laatst wilde WhatsApp mijn gegevens ook al aan Fakebook doorspelen en krijg ik binnenkort reclames in mijn maag gesplitst. Let vooral op de formulering van dit in de blogpost van whatsapp hierover:
‘U kunt bijvoorbeeld informatie over de status van uw vlucht voor een aankomende reis, een ontvangstbewijs voor een aankoop of een melding van de leveringsdatum van een product ontvangen. Marketingberichten die u kunt ontvangen, kunnen een aanbieding bevatten waar u wellicht in geïnteresseerd bent.’
Poe, wellicht geïnteresseerd… Als ik ergens in geïnteresseerd ben, zoek ik dat vanzelf wel op. Ik heb steeds meer het gevoel dat ik constant overal ‘nee’ tegen moet zeggen en dat leidt behoorlijk af van wat ik eigenlijk aan het doen was.
En ook op Tumblr plaatsen ze tegenwoordig reclame op je tijdlijn en op je blog. Ik heb vorige week de trailer van Suicide Squad zovaak door mijn strot geduwd gekregen dat ik die film nooit wil gaan zien.
En ja, ik snap dat het veel geld kost om al die servers van fakebook, whatsapp, tumblr en wat dan ook draaiende te houden. Geef mij een alternatief waar ik voor moet betalen zonder commercieel gezeur en ik ga ervoor.
Weet je, ik voel me wel de laatste tijd alleen maar consument. Op social media proberen bedrijven, bots en misschien ook mensen, mij op hun producten te wijzen. De Fakebooktijdlijn was toen ik daar nog op zat niet veel anders. Op straat word ik geregeld aangesproken door mensen die geld van me willen: krantenverkopers en daklozen, soms gecombineerd in één persoon. En overal waar ik kijk zie ik reclame-uitingen. Koop! Koop! Koooooooooop!
De bank en de verzekeringsmaatschappij zijn er niet voor mij, maar zien mij ook als een wandelende portemonnee. Politieke partijen willen niet zo zeer mijn geld, maar wel mijn stem. Ze zijn er niet voor mij, ik ben er voor hen. Weer een zieltje gewonnen.
Ik weet niet precies wat de oplossing voor dit alles is, maar ik weet wel dat ik mijn buikje ervan vol heb.
(Bijna) Tien jaar bloggen
Van de week zat ik virtueel door een oud fotomapje te bladeren en kwam ik deze guitige foto van mezelf tegen. Ik schat dat ik deze selfie in 2005 of 2006 geschoten heb.
Inmiddels heb ik minder haar op mijn hoofd, ligt die leren jas allang op een vuilnisbelt en is dat Batman T-shirt een stuk valer van kleur. Ook woon ik allang niet meer in Hoorn, maar in Amsterdam, in een fijner plus groter huis en niet alleen. Tien jaar is een lange tijd en daarin verandert veel.
27 augustus is het tien jaar geleden dat ik mijn blog Mike’s Webs startte. Mijn eerste online publicatie dateert van een paar maanden eerder, namelijk een recensie van de site Ziekehond.nl op Clickburg – een website voor webcomics die sinds een lange tijd alweer slapend is. Als je die recensie als eerste blogpost beschouwt, blog ik dus al wat langer dan tien jaar. Het is maar hoe je er tegenaan kijkt. Uiteindelijk maakt het ook niet veel uit.
Slapende blogs, het web zit er vol mee. Mike’s Webs is geïntegreerd in deze website, dus echt slapend kun je die niet noemen.
Ook ondergetekende niet, al vraag ik me wel eens af wat ik eigenlijk toe te voegen heb aan al die stemmen op het web. Het internet zit vol meningen. Vaak zijn die niet zo interessant en doorgaans slecht geïnformeerd.
Wat ook niet is veranderd in de afgelopen jaren, is mijn afkeer tegen zuurpruimerij in de reacties onder blogposts. Eigenlijk wil ik helemaal niet meer last hebben van dat soort zaken, maar toch trek ik het me nog vaak aan.
Zelf schrijf ik tegenwoordig het liefste over dingen die ik goed vind, mensen die ik bewonder en zaken waar ik een blij gevoel van krijg. Ik heb geen zin om me te concentreren op negativiteit, ook al is het mijn aard om altijd eerst het negatieve op te merken voordat het positieve mij duidelijk wordt.
Dit is een van de redenen waarom ik weinig zin heb om nog volbloed recensies te schrijven. Er komen nu eenmaal meer middelmatige en slechte strips dan goede uit. Hetzelfde gaat op voor film. Ik heb geen zin om middelmatigheid onder de aandacht te brengen of me langer dan dat het lezen kost met die boeken bezig te zijn.
Vanwege die reden schrijf ik tegenwoordig ook bijna niet meer over politiek en religie: ik vind het allebei stomme verschijnselen waar ik heel goed zonder kan, maar door een tirade tegen het geloof te publiceren kan ik echt niemand op andere gedachten brengen. Gelovige dwaallichten zullen niet opeens het ‘licht’ zien en van koers veranderen door wat ik schrijf, dus why bother?
Laatst kwam ik een stripplaatje tegen uit een Spider-Man-strip: een nachtmerrie die Peter Parker heeft voordat hij gaat trouwen met Mary Jane. ‘Mooi plaatje, daar moet ik iets mee,’ dacht ik. Totdat ik me herinnerde dat ik daar een paar jaar geleden al over geschreven had.
Deze blogger valt geregeld in de herhaling en schrijft vaak over dezelfde zaken. Dat krijg je als je over dingen schrijft die je boeien en dat niet duizenden verschillende dingen zijn. Mijn interesses zijn breed maar beperkt. Ik weet even niet hoe vaak ik al over Tim Burtons Batman heb geschreven, maar het zijn aardig wat blogposts geweest gedurende de afgelopen tien jaar. Om over Halloween of Spider-Man nog maar te zwijgen.
Aan de andere kant: wat maakt het uit? Als je ergens graag over schrijft, gewoon blijven doen, of mensen dat nu lezen of niet, want je schrijft vaak om je gedachten te ordenen of misschien om gewoon iets opnieuw te beleven. Nogmaals Batman kijken zal nog wel eens voorkomen, maar het is wellicht leuker om een mooie filmstill uit te delen…
…of een video waarin een van je geliefde films op een grappige wijze gefileerd wordt.
Bovendien heb ik al eerder over herhaling geschreven, zie ik.
Goed, ik ga weer even Netflixen, want daar valt nog wel aardig wat nieuws te ontdekken.
Sinds een paar weken hebben ook wij Netflix. Een maandje op proef om te zien of het bevalt.
NPO-programma’s kijken we al jaren alleen nog maar via Uitzendingvermist.nl. En eigenlijk alleen maar documentaires en non-fictie programma’s zoals Langs de oevers van de Yangtze. Soms moet je een beetje je blik op de wereld verruimen. Kranten lezen doet dat niet echt, goede documentaires kijken soms wel. TV-series keken we via downloads, want het materiaal is vrijwel na uitzending meteen beschikbaar. Je hoeft niet maanden te wachten tot men hier eens iets gaat uitzenden, als dat al gebeurt. En je hebt geen commercials tussendoor.
Maar eerlijk gezegd was ik het downloaden ook wel zat. Het wordt de laatste tijd moeilijker om de juiste bestanden te vinden. En soms duurt het erg lang voordat een bestand binnen is. En met erg lang bedoel ik: dagen. Wat dat betreft heeft de antidownloadlobby zijn best gedaan. En als ik het bestand dan binnen had, moest het op een usb-stick gezet worden en vervolgens weer op de laptop die aan de televisie zit aangesloten. Een beetje omslachtig inderdaad.
Dat was het aan de praat krijgen van Netflix ook. We moesten eerst Windows 10 zo’n vier keer installeren voordat het besturingssysteem pakte zodat we met de nieuwe Microsoft browser geen schokkerig beeld maar hadden. Maar dan heb je ook wel wat.
Bladerend door het aanbod op Netflix moet ik meteen aan de videotheek denken. Veel oudere films met hier en daar een recente blockbuster. Als ik van tevoren niet had bedacht welke films ik wilde huren, kon ik behoorlijk lang voor de wand met VHS tapes staan voordat ik met mijn keuze dag- en weekendfilms naar huis ging. Ik mis de geur van de videotheek: het plakkerige plastic geurtje van de videohoezen, vermengd met de scherpe aftershave van de videotheekhouder achter de balie.
Mooie tijden.
En net als video’s kijken is Netflix erg verslavend. Misschien nog wel verslavender omdat de volgende aflevering gewoon automatisch start. Je hoeft alleen maar te blijven zitten.
House of Cards heb ik vooral zitten kijken de afgelopen weken. Man, daar vermaak ik me kostelijk mee, ook al zit er bijna geen sympathiek personage in de serie en worden al mijn vooroordelen jegens de politiek en het failliet van de democratie op dramatische wijze bevestigd.
Congreslid Frank Underwood (Kevin Spacey) gaat voor zijn politieke ambities over lijken. Figuurlijk en letterlijk. Hij doet me denken aan een crimineel die zich binnen de organisatie naar de top werkt. Gekonkel, gesmeed, bedreigingen en bloed, dat zijn de voornaamste ingrediënten van zijn praktijk.
In die praktijk heeft de Amerikaanse regering weinig met democratie te maken. Hoog in de top geraken kost veel geld en wie betaalt wilt daar wel iets voor terug hebben. Het zijn de lobbyisten en de grote bedrijven waar ze voor werken die een sterke invloed hebben op het beleid. In Europa en Nederland is dat niet anders, daarom heb ik steeds meer moeite met mezelf naar een stemhokje te slepen als het theater van de democratie weer eens speelt.
Mevrouw Underwood, (Robin Wright) handelt al even berekenend en meedogenloos als haar man. En ook de journaliste (Kate Mara) die zich inlaat met het congreslid om aan nieuwtjes te komen, is allesbehalve zuiver op de graat.
Ik denk dat het grootste kijkplezier schuilt in het fantastische spel van de meeste acteurs. (Kate Mara vind ik de zwaktste schakel tot nu toe. Maar dat komt misschien ook omdat haar personage zo afstandelijk is.) Ook is het erg interessant om te zien met welke snode plannen Underwood nu weer aankomt en hoe hij deze uit laat voeren. Het is boeiend om te zien hoe hij mensen manipuleert om zijn zin te krijgen.
En tegelijkertijd is het erg droevig om te moeten concluderen dat politici in de werkelijkheid niet echt veel beter in elkaar zullen zitten. Ik ben zelden een politicus tegengekomen die eigenlijk niet gewoon met zijn eigen carrière bezig was in plaats van met zijn achterban. Die achterban is belangrijk om op politici te stemmen, maar daarna moet hij echt zijn mond houden. Wat dat betreft is een dramaserie als House of Cards bijna net zo educatief als Langs de oevers van de Yangtze.
Natuurlijk: een paar rotte appels maakt nog geen verrotte fruitmand, maar bedenk je wel dat het hier sowieso gaat om nep fruit.
Vaarwel Facebook?
Dinsdagavond 23 juni was ik in de Stadsschouwburg Amsterdam voor de Facebook Farewell Party. Toch ga ik Facebook nog niet vaarwel zeggen, al zou ik wel willen.
Waarom dan niet? Simpel: Facebook is heel handig om je producten, diensten en blogposts onder de aandacht te brengen. Veel mensen gebruiken hun tijdlijn als nieuwsfeed en als je dus wil dat mensen je blogposts lezen, is het handig om een link op Facebook te plaatsen.
Reden twee: ik vind het handig en leuk om via Facebook te zien wat mijn vrienden en kennissen bezighoudt. Dat levert dikwijls informatie op waar ik als journalist en blogger wat aan heb.
Waarom weg bij Facebook: Vooral vanwege privacy issues natuurlijk. Ik vertrouw Zuckerberg niet met mijn gegevens en het liefste zou ik naar een sociaal netwerk verhuizen waar mijn doen en laten niet verhandeld wordt, maar waar ik gewoon via een abonnement voor de dienst betaal. Op de Farewell Facebook party sprak Aral Balkan van Ind.ie over zijn alternatieve platform Heartbeat. Dat zou wel veilig moeten zijn en je privacy respecteren, maar zal waarschijnlijk pas volgend jaar openbaar worden. Balkans gelikte praatje maakte een hoop duidelijk waarom we Facebook moeten wantrouwen en waarom we eigenlijk massaal die plek moeten verlaten, maar zat tegelijkertijd ook weer zo gestroomlijnd in elkaar dat het een grote infomercial leek voor Heartbeat.
Daarbij: overstappen op een ander platform heeft pas zin als je contacten dat ook massaal gaan doen. Ik heb bijvoorbeeld al maanden niet meer ingelogd op Ello.
Dat neemt allemaal niet weg dat ik me grote zorgen maak over privacy en dat ik ervan baal dat de overheid haar burgers niet beter beschermt tegen bedrijven als Facebook en Google. Sterker nog: de politiek snapt meestal niets van internet en in het ergste geval staan ze eerder aan de kant van deze bedrijven dan aan de kant van de mensenrechten. Daar lijkt het in ieder geval wel op. Als ik de volgende keer niet blanco stem, dan wordt het waarschijnlijk de Piratenpartij omdat die zich wel hard maakt voor een vrij internet en privacy. Overigens is de Belgische overheid voortvarender wat Facebook betreft.
Eigenlijk zouden we massaal de deur van Facebook achter ons dicht moeten trekken om ergens anders te samenscholen. Maar we doen het niet. We blijven zitten waar we zitten, alsof het ons niets kan schelen. Ook ik heb mijn facebookaccount nog niet opgezet. Ook ik ben een slappe lul.
Het is even overdonderend als je de expositiezaal in Eye binnenstapt en More Sweetly Play the Dance speelt al. Het nieuwe kunstwerk van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar William Kentridge (Johannesburg, 1955) is een 45 meter lang fries van bewegende beelden.
We zien een eeuwig durende processie van tientallen mensen die allerlei spullen en objecten met zich meedragen: mensen met manden op hun hoofd, restanten huiswaar in hun armen of beelden van heiligen of politieke helden op lange houten stokken. Mensen dansen, staan op praalwagens en ook geraamtes dansen en lopen mee.
Kentridge toont de personages als silhouetten, schaduwfiguren, die soms details en kleurschakeringen laten zien.
De processie trekt langzaam aan je voorbij terwijl je als bezoeker voor de aaneengeschakelde doeken staat of in tegengestelde richting loopt. De acht schermen vormen een grote leporello. Hier een korte impressie:
In de video die ik maakte van de expositie zie je dat de toeschouwers zelf ook silhouetten zijn geworden net als de personages op het scherm.
Protest of dodendans?
Wat Kentridge met dit werk wil uitdragen, laat zich niet meteen raden. Daar moet je echt even voor gaan zitten. De processie kan de levenswandel zijn, een verbeelding van mensen op de vlucht van honger, geweld of ziekte, maar ook een protestmars tegen politieke regimes of tegen corruptie. In dat opzicht hoop ik dat de film ons allemaal zal inspireren eens op te treden tegen het huidige kabinet en de bonuscultuur en dat we net als de personages in Kentridge film de straat op gaan om een mars voor gerechtigheid te houden.
Overigens heeft de processie ook wel iets van een dodenmars. De Zuid-Afrikaanse danseres Dada Masilo is onderdeel van de groep mensen en danst in de film om de dood op afstand te houden. In Kunstuur zei Kentridge hierover: ‘Ik weet niet wat het is: een triomf der doden, een dodendans of een wederopstanding.’ Kentridge is iemand die intuïtief te werk gaat en niet graag precies vertelt waar zijn werk om gaat. Waarschijnlijk om de toeschouwer de kans te geven zijn eigen interpretatie een kans te geven. Kortom, ga het zien en bepaal zelf wat het is. ‘Wat mij boeit is een politieke kunst, dat wil zeggen een kunst die meerduidig en tegenstrijdig is, een kunst van onafgemaakte gebaren en een onzekere afloop,’ heeft Kentridge eens gezegd.
Houtskool
Kentridge is bekend geworden met ruimtevullende installaties en zijn bijzondere animatiefilms gemaakt met houtskooltekeningen. Erg mooi daaraan vind ik dat je daarin een afdruk ziet van het verleden: als in een film van Kentridge een vogel door de lucht vliegt, zien we achter de vogel een spoor van waar hij eerder was. Kentridge wist weliswaar de eerder getekende vogel uit, maar door de aard van het materiaal is het niet mogelijk die vorige versies helemaal te verbloemen. Een mooie visualisatie van een centraal thema uit Kentridges werk, namelijk dat vormen en daarmee ook betekenissen, voortdurend aan verandering onderhevig zijn. Dit zien we ook terug in zijn kinetische objecten, collages en tekeningen.
Het beladen verleden van Zuid-Afrika is ook een terugkerend thema in Kentridges werk, evenals de onvolkomenheid van de menselijke soort en ons onvermogen om tot een mate van politiek-maatschappelijke verlichting te komen.
Overigens maakt de kunstenaar ook theaterstukken en regisseert hij nu Ablan Bergs opera Lulu voor De Nationale Opera.
Behalve More Sweetly Play the Dance zijn I Am Not Me, the Horse Is Not Mine uit 2008 en Other Faces (2011) te zien, het tiende en meest recente werk uit de reeks Drawings for Projection (1989-2011). Voor het eerst is dergelijke omvangrijke tentoonstelling met meerdere installaties van Kentridge in Nederland te zien. More Sweetly Play the Dance maakte de kunstenaar speciaal voor Eye Filmmuseum en de ‘lichtsicht – Projection Biennale’ in Bad Rothenfelde in Duitsland.
In deze aflevering van Kunstuur leren we meer over het werk van Kentridge:
Ook heeft Eye zelf een achter-de-schermen-item gedraaid:
William Kentridge: If We Ever Get To Heaven is te zien tot en met 30 augustus in Eye Amsterdam. Er is ook een interessant boek verschenen over het wordingsproces van More Sweetly Play the Dance, inclusief een leporello van twee meter die een indruk geeft van de installatie.
Verkiezingen 2015: Machteloos
Ze staan er weer: de borden vol lege propagandaleuzen. Ik kan er werkelijk niets mee, met die zogenaamde verkiezingen.
Woensdag 18 maart worden we geacht te kiezen voor de provinciale staten en de leden van het waterschap. Het zegt mij niet zo veel. Een waterschap moet zorgen dat we schoon water hebben en dat de dijken goed onderhouden worden. Moeten we daar echt politici voor kiezen? Waarom worden niet gewoon professionals aangenomen die verstand hebben van waterzaken?
En dan die verkiezingen voor de provinciale staten. Indirect, heel indirect, kies je dan ook de samenstelling van de Eerste Kamer. Maar weet je, ik geloof er niet meer in. Ik geloof niet dat politici ervoor ons zijn, om onze belangen te behartigen. Ik heb sterk het idee dat ze hun eigen belangen en die van de lobbyisten van de multinationals aan het behartigen zijn met een heilig geloof in marktwerking en rendementsdenken. Ik zie in dat opzicht weinig verschil tussen een politicus en die gasten op de aandelenbeurs. Je kunt de samenleving niet besturen alsof het een bedrijf is. Je kunt zaken als zorg, onderwijs en openbaar vervoer niet behandelen alsof het ondernemingen zijn die economische winst moeten opleveren.
In Zembla zag ik van de week dat er veel grote bedrijven zijn die nauwelijks belasting betalen en ondertussen moet de burger steeds meer betalen om de regering in cashflow te voorzien. Wiens belangen behartigt politiek Den Haag?
En daarbij: wie weet nog waar hij op moet stemmen? Als we allemaal uitgaan van wat een stemwijzer ons dicteert, in hoeverre werkt een democratie dan nog naar behoren? Als je dan zo’n stemwijzer doet, en ik heb er gisteravond nog een poging aan gewaagd, dan blijkt al snel dat zo’n test veel te ongenuanceerd is. Op het eerste gezicht kun je het niet eens zijn met het beleid van een partij, maar als je dan dat ene punt opzoekt in het partijprogramma, dan is het taalgebruik zo multi-interpretabel dat je er beide kanten mee opkan.
Een paar afleveringen heb ik naar De fractie gekeken. Een dramaserie van de VPRO over een politieke partij die veel op GroenLinks schijnt te lijken. Femke Halsema is een van de bedenkers van de serie. Ik zie in die fractie alleen maar opportunisten zitten die constant aan het uitdokteren zijn hoe ze actuele thema’s naar hun hand kunnen zetten. Hoe ze maatschappelijke problemen kunnen gebruiken om zelf weer eens te scoren bij de media. Ze maken zich meer druk over welke twitterhashtag ze kunnen gebruiken dan dat wat ze zeggen ook maar iets met de werkelijkheid te maken heeft. Tijdens fractievergaderingen brallen de leden wel obligate verkiezingsleuzen, maar zonder dat ze lijken te beseffen wat ze zeggen. Het is allemaal zo inhoudsloos. Ervan uitgaande dat deze serie een redelijk accuraat beeld schetst van hoe het er in Den Haag aan toe gaat, ben ik mijn laatste greintje vertrouwen in die gasten wel kwijt.
Kiezen is belangrijk. Er is voor dat recht gevochten. Maar als ik woensdag ga kiezen, lijkt het alsof ik instem met het systeem wat we nu hanteren en dat doe ik niet. Ik geloof niet in het systeem. Ik geloof er niet meer in. Ik heb niet het gevoel dat mijn stem iets uitmaakt en daarom geven de verkiezingen mij een machteloos gevoel. Niet in de laatste plaats omdat ik ook geen oplossing weet, oftewel, een goed alternatief voor dit systeem.
Hoe kan ik die eikels in Den Haag laten merken dat ik het er niet mee eens ben? Dat kan door niet op te komen draven. Een laag opkomstpercentage geeft een signaal. Maar dan moeten heel veel mensen thuisblijven. Bovendien betekent dat de mensen die wel gaan stemmen, dan de uitkomst bepalen en dat heeft in de landelijke politiek de laatste paar jaar niet goed uitgepakt. Of was je wel blij met het huidige kabinet. Kan natuurlijk.
Een andere optie is blanco stemmen. Dat geeft volgens mij een signaal af dat je het er niet mee eens bent.