Recent verscheen de autobiografie van de voormalige Engelse premier Tony Blair. Ik betwijfel of zijn verhaal zo spannend is als dat van zijn fictieve tegenhanger Adam Lang in de film The Ghost Writer. Maar goed, daarin staat dan ook een verborgen boodschap waar de CIA erg onrustig van wordt.
Een ghostwriter (Ewan McGregor) krijgt de opdracht om het manuscript van voormalig premier Lang (Pierce Brosnan) te herschrijven tot een leesbaar boek. Zoals hij zelf bijdehand opmerkt nadat hij het dikke manuscript, dat overigens streng bewaakt wordt, voor het eerste heeft gelezen: ‘All the words are there, they are just in the wrong order.’ In dat opzicht is het boek exemplarisch voor het leven van Lang dat ook behoorlijk overhoop ligt. Lang wordt ervan beschuldigd terreurverdachten illegaal te hebben uitgeleverd aan de CIA. Er dreigt een rechtzaak voor deze oorlogsmisdaad. Daarnaast is de eerste Ghostwriter die aan het project verbonden was, op mysterieuze wijze om het leven gekomen. Genoeg reden dus voor de nieuwe ghostwriter om aan de woorden van Lang te twijfelen en op onderzoek te gaan.
Blair & co.
Het script van The Ghost Writer werd gepend door Robert Harris en Roman Polanski. Ze baseerden zich op het boek The Ghost van Harris, de schrijver en journalist die zich liet inspireren door Tony Blair en zijn bondgenootschap met Bush Jr. Al zal de grote onthulling in het boek, niet iedereen als logisch of waarheidsgetrouw overkomen.
Regisseur Polanski houdt de spanning goed vast in deze vrijwel geweldloze thriller. De locatie aan de kust, het duinlandschap en de woest kolkende zee, en het prachtige moderne huis waarin Lang en zijn staf verblijven, verhogen de claustrofobische sfeer en onderstrepen de geïsoleerde positie van de oud-premier. Enkele goed getimede sarcastische oneliners bieden lucht in de adembenemende zoektocht naar de waarheid. Een van de vorige schrijfklussen van de ghostwriter was de autobiografie van een goochelaar getiteld: I came, I sawed and conquered. Van dat niveau dus. Niet alleen the Ghost maakt bijdehante opmerkingen, eigenlijk weet ieder personage zijn mondje goed te roeren.
De photoshopper in het art department verdient wel een tik op de vingers: de foto’s waarin personages bij elkaar geplakt zijn om een gezamenlijk verleden te suggereren zien er erg nep uit.
Saillant detail: we horen nooit wat de echte naam van The Ghost is. De schrijver blijft in dat opzicht anoniem, zoals het hoort bij ghostwriters.
The Ghost Writer, Frankrijk, Duitsland, UK
Regie: Roman Polanski
Met: Ewan McGregor, Pierce Brosnan, Olivia Williams, Kim Cattrall, James Belushi, Timothy Hutton
Nu op DVD: DFW.
Deze recensie is ook op het filmblog van Zone 5300 gepubliceerd.
Prachtige illustratie van Merijn Beeldverteller uit de Pers.
Vanaf de eerste dag vertrouwde ik hem al niet. Een smiecht vond ik hem. Dat beeld is, in de acht jaar dat we tegen zijn spruitjeshoofd moesten aankijken, ook niet veranderd. Ik ben dan ook blij dat hij opstapt. Balkenende has left the building. Deur dichtgooien en op slot doen.
Het vertrek van Balkenende is een van de weinig goede dingen die we aan de laatste verkiezingen zullen overhouden. Ik vrees voor een zeer rechts kabinet, het uitkleden van het fatsoen in Nederland. Iets wat overigens al door het CDA is ingezet in de afgelopen jaren. Nou goed, we zien wel.
Tijdens de afscheidspeech van Balkenende gisteravond kon ik glimlach niet onderdrukken. Eindelijk zijn we van JP af en hoeven we niet meer naar die zelfingenomen kop aan te kijken. Nee, ik ben geen fan van de christen-democraat. En ik vind het persoonlijk erg zwak van hem dat hij zichzelf te goed vindt om in de Tweede Kamer te gaan zitten. Is hij dat de kiezers die op hem gestemd hebben, niet verplicht? Wederom een voorbeeld van hoe deze man zijn verantwoordelijkheden uit de weg gaat en maling heeft aan de kiezer.
Maling hebben aan de kiezer mag toch wel de rode draad van acht jaar Balkenende-kabinetten genoemd worden. Dat, en de overgevoeligheid van de premier wat betreft kritiek op zijn persoontje en zijn beleid. Nou ja, zijn beleid is wellicht een te sterk statement. Het beleid van de grote jongens, zoals Bush was het jarenlang. Een echt sterk leider, een kapitein is Balkenende nooit geweest. Misschien dat daarom zijn schip eindelijk zonk.
Ach, echt erg vind ik het ook niet dat Balkenende geen zitting neemt in de Tweede Kamer. Weten we zeker dat we die boeventronie niet meer op televisie te zien krijgen. Dag JP. Verdwijn maar in de vergetelheid.
Eigenlijk had ik vandaag helemaal geen zin om te stemmen. Op wie moest ik mijn stem uitbrengen? Wie van de linkse partijen welteverstaan, want met Rutte of Wilders ga ik niet in zee. Dat zou dan zeker een zinkend schip worden.
Vanmorgen zag ik Rutte bij Goedemorgen Nederland. Hij beweerde met een serieus gezicht, zoals alleen Rutte serieus kan kijken eigenlijk, dat er maat twee keuzes zijn vandaag: kiezen voor Rutte of Cohen. Ik werd boos. Wat een onzin kraamde de leider van de VVD uit. Alsof die andere partijen niet mee tellen. Ik voelde me niet serieus genomen als kiezer. Typisch VVD.
Tijdens mijn werk zat ik nog te zweven. Wat zou het worden? Hoewel ik een paar weken geleden nog dacht aan Cohen, zag ik een paar partijpunten bij de PvdA waar ik het niet eens mee kon zijn. Bepaalde belangrijke medicijnen uit het basispakket, rekeningrijden dat natuurlijk nooit de files gaat doen verdwijnen en wederom de studiebeurs verschralen. Wel sympathiek vond ik dat de PvdA als een van de weinige partijen niet meegaat met de bezuinigingshype. Wat mij betreft willen de partijen in Den Haag veel te veel bezuinigen omdat de grote graaiers in de financiële wereld de boel verkloot hebben. Daar wil ik als burger niet voor op draaien.
Geen Cohen dus. Femke vind ik geloofwaardig, maar lang niet alle partijpunten vind ik realistisch. Niet dat je daarvan moet uitgaan natuurlijk, want welke partij kan zijn programma volledig uitvoeren in een kabinet. Niemand.
Eigenlijk krijg je nooit helemaal wat je wilt als je kiest. Het heet niet voor niets demo-cratie. Het systeem verkeert nog in de demofase. Er moet nog wat aan gesleuteld worden.
Ik weet in ieder geval wat ik wel en niet wil. Ik wil dat Balkenende met de noorderzon vertrekt. Ik wil geen Rutte als MP. Ik wil geen Wilders-kabinet. Maar goed, die optie lijkt me ook niet waarschijnlijk.
Toen ik weer thuiskwam, wist ik het nog steeds niet. Ik zweefde nog een meter of wat boven de grond. Geen verkeerde positie overigens, dan zie je meer. Op weg naar het stembureau raakte ik de grond.
Ik had besloten. Ging het stemhokje in, kleurde een vakje. Klaar. Ik voelde me opgelucht. Een last van mijn schouders. Burgerplicht gedaan en al die onzin. Gekozen op een politicus. Gaan er echt dingen ten goede veranderen? Noem me sceptisch. En dan druk ik mezelf nog voorzichtig uit.
Eerlijk gezegd zweef ik nog steeds een beetje, omdat geen enkele partij echt bij me past. Maar da’s best een fijn gevoel.
Nee, het gaat allang niet meer om de waarheid. Daar ging het nooit om. Inmiddels is de modder om elkaar te bekogelen op en gaat men met zwaarder geschut gooien. Dát is campagne voeren.
Op wie ga jij stemmen beste kiezer? Maakt het eigenlijk uit op wie we gaan stemmen? Ja, want we leven in een democratie. Nee, want sinds wanneer doet de overheid wat we willen? Je stemt op een partij met het verkiezingsprogramma dat het beste bij je past. Maar wat als je je door geen van de partijen voelt aangesproken? Dan maar de minst kwade optie kiezen.
Hoe dan? Door alle verwijten over en weer in de verschillende debatten, is het niet te achterhalen wie de waarheid spreekt, of nog erger: wat er waar is. En niet alleen politici onderling gaan de strijd aan. Had Netwerk Rutte zo voor schut mogen zetten van de week? Natuurlijk niet. Een hysterisch jankend wijf neerzetten, dat is geen journalistiek, dat is stemmingmakerij door de EO. Een christelijke omroep die de VVD aanvalt, op het moment in de campagne dat Rutte de kans voor nog een premierschap van Balkenende steeds kleiner doet worden. Je zou er bijna paranoïde van worden en een complot vermoeden.
Sommige politici spelen hun rol voortreffelijk. Vaklui zijn het. Dat maakt niet meteen dat ik op ze wil stemmen. Ik zie dat Rutte het als politicus goed doet, maar hij is niet van mijn partij. Pechtold is er ook zo een, hij weet goed te debatteren en zijn partij onder de aandacht te brengen. Al weet ik nog steeds niet waar D66 nu precies voor staat.
Poltiek gaat niet over de poppetjes, probeer ik mezelf voor te houden als ik zie hoe het stel kemphanen haantje de voorste proberen te zijn tijdens debatten en de tv-momenten daarbuiten. En het nieuwe jongetje van de klas, die het allemaal niet zo goed schijnt te weten hoe hij zich in het kippenhok moet gedragen, wordt door de rest gepest.
Ja, Cohen stuntelt soms. Hij heeft zelfs niet alle cijfers paraat zoals de rest van de calculators die berekenend hun speer- en breekpunten uitbraken. Verdomd, hij wacht keurig op zijn beurt voordat hij mag spreken. Hij laat mensen uitpraten en valt ze niet halverwege hun antwoord in de rede. Dat siert de beste man in mijn ogen. Misschien is Cohen een nieuw geluid in de politiek, een nieuwe methode van aanpakken.
Ik weet het niet hoor, ik schrijf alleen maar op wat ik denk. Ik heb geen politicologie gestudeerd, dus ben net als ieder ander die binnenkort zijn stem moet uitbrengen. Maar waarop weet ik nog niet. Het zal wel weer een stemwijzer worden, of stomwijzer, want die lijkt beter dit politieke klimaat te horen. Het feit dat ik een applicatie op een website nodig heb om eruit te komen, stoort me mateloos. Ergens in mijn achterhoofd knaagt het idee dat democratie zo niet in elkaar moet zitten.
Ik kan natuurlijk ook een vrije dag vullen met het lezen van alle partijprogramma’s en die naast elkaar leggen om tot een keuze te komen. Maar dan moet er na de verkiezingen een coalitie gevormd worden, met breekpunten, keerpunten en voor mijn part taartpunten. En dan zakken alle plannen, berekeningen en voornemens weg in een moeras van compromissen en beloftes aan vriendelijke naties. En voordat je het weet beginnen we weer ergens een oorlog waar we niet horen te zijn, kopen we dure gevechtsvliegtuigen terwijl we eigenlijk geld in onderwijs en zorg moeten pompen en gaat het internet op slot omdat belangen van copyrightuitbaters zwaarder wegen dan persoonlijke, creatieve uitingen.
Je kunt natuurlijk niet stemmen, maar daar verander je het systeem niet mee. ‘Het systeem’ schrijf ik, alsof ik buiten de maatschappij sta. Dat sta ik niet, maar staat politiek Den Haag in de maatschappij? Hebben die twee dingen nog wel met elkaar te maken?
Tot slot, in willekeurige volgorde, enkele boeiende blogposts die ik van de week las over de verkiezingen, omdat ik liever interessante meningen hoor of lees dan welke verkoper van politiek dan ook.
Wilt u niet aan mij jasje trekken! is een uitspraak van Ruud Lubbers tegen een opdringerige verslaggever en de titel van het boek van Eric Vrijsen waarin hij de relatie tussen politici en journalisten onder de loep neemt. Fijn leesvoer in aanloop naar de verkiezingen.
Vrijsen is politicoloog en sinds 1990 werkzaam bij het weekblad Elsevier. Hij zette zijn eerste stappen als parlementair verslaggever in de vroege jaren tachtig. Vrijsen scheeft zijn boek vanuit zijn eigen ervaring. Naar aanleiding van door hem geschreven stukken werpt de journalist een verhelderend licht op gebeurtenissen, personen en rellen uit de Haagse politiek.
Vrijsen schrijft toegankelijke studies van Pechtolds populisme en cabareteske optreden in de kamer, beschrijft de opkomst van Mark Rutte en analyseert hoe Harry van Bommel de rel rondom zijn vermeende seksuele intimidatie jegens een personeelslid van de ambassade in Jordanië onschadelijk maakte. De casestudies riepen bij mij vaak een gevoel van herkenning op. Het zijn namelijk verhalen die in de afgelopen jaren prominent door de pers zijn behandeld.
Soms brengt Vrijsen dingen met elkaar in verband die tot schokkende conclusies leiden: Hij beschrijft bijvoorbeeld uitvoerig hoe het vermeend martelen van Irakese gevangenen door Nederlandse militairen er toe leidde dat het leger een belangrijke leider van de Taliban liet gaan. Hij mocht niet verhoord worden zodat de minister buiten schot zou blijven. Die vreesde voor nieuwe verhalen in de pers over martelingen door de MIVD. Drie weken na de vrijlating van de leider voerden de Taliban een massale aanval uit in Chora, waarbij een Nederlander en 50 tot 80 Afghaanse burgers omkwamen. Wie weet had die vrijgelaten leider bij verhoren informatie over deze aanval prijsgegeven. Misschien hadden zo veel slachtoffers voorkomen kunnen worden. Dat laatste is een gok van de auteur, maar zijn conclusie is niet ondenkbaar. Vrijsen illustreert in het betreffende hoofdstuk mooi hoe de angst voor negatieve pers kan leiden tot verkeerde beslissingen. De macht van de Nederlandse pers kan groot zijn, al is de relatie tussen journalisten en de politiek een symbiotische. Beide spelers hebben elkaar nodig.
De belangrijke rol van Wilders
Doordat Vrijsen al een tijdje meegaat op het Binnenhof kent hij veel politici persoonlijk. Dat levert soms interessante onthullingen op. Zo blijkt Geert Wilders een hartelijke vent te zijn die vroeger zeer benaderbaar was. Vrijsen en Wilders spraken geregeld af in Hotel Wilhemina in Venlo om bij te praten. Dat was voordat Wilders met zijn kruistocht tegen de islam begon en continue bewaking nodig had.
Vrijsen analyseert de rol die Venloze politicus vervult in Den Haag. Het politieke bestel heeft iemand als Wilders broodnodig om de verveling te verdrijven: ‘Zonder Bolkestein, Fortuyn, respectievelijk Wilders zou het publiek de belangstelling voor de politiek compleet verliezen, zeker in tijden van economische voorspoed,’ zegt Vrijsen. Dat soort gasten zorgen immers voor ophef en schudt het ingedutte parlement wakker.
Daarbij weet Wilders abstracte vraagstukken te concretiseren: ‘Uit het grote vraagstuk van de migratie en integratie pikt hij vernuftig de voorvallen en incidenten waarbij het grote publiek zich iets concreets kan voorstellen.’
Feuilleton
Waarom volgt het publiek de gebeurtenissen in Den Haag? Omdat het een groot theater lijkt, een feuilleton met vaste spelers. Het is vermakelijk om hun schermutselingen te volgen. Aangezien journalisten ook gewoon kranten moeten verkopen en kijkcijfers dienen te scoren, bericht iedereen over dezelfde zaken, uit angst iets belangrijks te missen. Deze nivellering in de berichtgeving maakt dat de Haagse soap overal vrijwel hetzelfde is, of je nu de krant leest of het NOS Journaal kijkt.
De politieke werkelijkheid is in de afgelopen dertig jaar veranderd: ging het vroeger vooral over ergens in het midden uitkomen als het om geschillen ging, zijn politieke conflicten nu erg ad hoc. Den Haag is erg onvoorspelbaar en kort van adem geworden. Iets wat Vrijsen mooi aanduidt met de incidentendemocratie.
Het lijkt wel of er elke dag weer een nieuw relletje te noteren valt in Den Haag. Dit is deels waar, maar de beeldvorming is tegelijkertijd wel erg eenzijdig. Journalisten zijn daar verantwoordelijk voor.
Wedstrijddemocratie
Vrijsen schrijft dat journalisten graag controversiële onderwerpen behandelen, maar de thema’s negeren waarover de politieke partijen het stilzwijgend eens zijn. Een relletje is immers nieuws. Het gevolg daarvan is een systematische vertekening van de politieke werkelijkheid. Er is geen sprake meer van een krachtmeting tussen ideeën, de beeldvorming is die van een wedstrijd tussen politici en tussen partijen. Daarmee doen journalisten de lezers tekort vindt Vrijsen: De eenzijdige nadruk op het wedstrijdelement leidt uiteindelijk tot de onterechte voorspelling dat het land onbestuurbaar wordt, doordat de keizers massaal wegvluchten bij de middenpartijen en zich nestelen bij de protestpartijen op de linker- en rechterflank. Een verontrustende gedachte.
Eric Vrijsen – Wilt u niet aan mijn jasje trekken!
Balans, € 17,95
ISBN:9789460032424
Volgens een onderzoek van Maurice de Hond – moet je dat er nog bij zetten eigenlijk? Ik bedoel: worden er in Nederland ook peilingen door iemand anders gehouden tegenwoordig? Nou goed: volgens een peiling van Maurice de Hond is het aantal voorstanders voor een republiek in de afgelopen vijf jaar toegenomen.
In 2005 vond één op de vijf ondervraagden (20 procent) dat Nederland het beste een republiek kan worden, nu is dat bijna één op de drie (29 procent. Dat meldde Het Parool gisteren. Het aantal Bea-aanhangers daalde van 74 en 67 procent.
Dat aantal is naar mijn smaak nog niet laag genoeg, maar we zijn op de goede weg. Ik hoop al jaren op de afschaffing van het koningshuis. Ik ben geen fan van Bea, haar Alex vind ik helemaal geen interessant figuur en voor de symbolische waarde zijn de Oranjes gewoon veel te duur. Goed, een president of welk staatshoofd dan ook, kost natuurlijk ook geld. Maar die betaalt tenminste nog belasting. Dat doen de Oranjes niet.
Het idee van een koningshuis is bovendien achterhaald. ‘Leuk juist want traditie,’ denk je misschien. Maar kolonialisme is ook zo’n traditie die de Hollanders uiteindelijk hebben afgeschaft. Wat mij betreft hoort een koning(in) in hetzelfde rijtje thuis. Daarbij zijn de ideeën die Beatrix erop nahoudt, zoals haar opvatting over internet bijvoorbeeld, ook niet meer van deze tijd. Zo iemand representeert mij niet.
Nog niet overtuigd? Kijk dan maar een paar minuten naar de NOS-uitzending van Koninginnedag. Als alle debielen, demente bejaarden en andere dwaallichten zwaaien naar een overbetaalde marionet. Als je de schaapachtige grijns van de prinsen ziet, zou je bijna hopen dat iemand het spelletje zaklopen letterlijk neemt.
Ik gun al die kids met hun blokfluitjes heus hun 15 seconds of fame, daar niet van, en Koninginnedag is een mooie gelegenheid om de zolder weer eens op te ruimen. Maar onder die vrolijkheid schuilt mijns inziens een dieptrieste, saaie traditie en een misplaatst gevoel van saamhorigheid. Ik snap daarom best waarom het merendeel van het volk zich te buiten gaat aan drankgebruik op deze dag.
Als Beatrix met pensioen gaat, lijkt het me een mooie gelegenheid om de deuren van het koningshuis permanent te sluiten.
De limitedserie Spider-Man Noir toont een alternatieve versie van Spiderman. Maar deze versie van Peter Parker rijmt niet met zijn karakter en maakt hem een stuk minder sympathiek.
Het verhaal, zwaar overladen met film noir-invloeden en helden uit pulpverhalen uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, toont Amerika anno 1933. Iedere ambtenaar in de stad is corrupt en buigt voor misdaadbaas Norman Osborn, de economische crisis waait als een kille wind door de stad en het leven van haar bewoners. Peter Parker is de neef van May en wijlen Ben Parker, socialisten in hart en nieren.
De sfeer en toon van deze comic is duisterder dan die van het gemiddelde Spiderman-verhaal. In Spider-Man Noir krijgt de lezer een andere Peter Parker voorgeschoteld dan dat hij gewend is. Parker is een jongeman vol woede, wiens oom Ben is vermoord door handlangers van Osborn. Ben is levend opgepeuzeld door de Vulture, een van de circus freaks die onder Osborns commando’s opereert.
Schietgraag webhoofd
Natuurlijk is er niets optegen om eens met het idee van een alternatief Spiderman-verhaal te spelen. De Ultimate Spiderman-reeks van Brian Michael Bendis mag immers als geslaagd worden beschouwd, maar daar is Peter in de basis hetzelfde gebleven.
In tegenstelling tot de standaard-Peter Parker is de Noir-versie in staat mensen te vermoorden en loopt hij rond met het dienstwapen van Ben, zelfs al heeft hij op wonderbaarlijke wijze de evenredige krachten en snelheid van een spin gekregen na de beet van een magische achtpoter. Pas wanneer Parker in kostuum op zijn vingers wordt getikt door zijn tante, laat hij het doden van schurken voor wat het is.
Het is een vreemde twist om Peter Parker, toch meestal een aardige jongen met een groot verantwoordelijkheidsgevoel, zo te zien handelen. In het oorspronkelijke Spiderman-verhaal voelt Peter zich schuldig als zijn oom wordt vermoord door een inbreker die hij een paar dagen ervoor makkelijk had kunnen tegenhouden. De Peter uit de noir-wereld handelt uit wraak, niet uit schuld. Een geheel ander motief en dat maakt Spiderman minder sympathiek. Sterker nog: door in een tegenstander dood te schieten wordt het webhoofd precies de misdadiger die Jonah Jameson altijd al in hem zag.
Eigenlijk lijkt de wraakzuchtige versie van Spiderman wel wat op Batman, die in de eerste comics ook met een pistool rondliep totdat de makers vonden dat dit niet klopte met zijn oorsprong: Bruce Wayne zou door de moord op zijn ouders nooit in staat zijn een ander van het leven te beroven.
Politiekgekleurd
Ook heeft Parker een duidelijk rood tintje gekregen: ‘If those in power can’t be trusted, it’s the responsibility of the people to remove them.’ Da’s toch een beetje anders dan het credo: ‘With great power, must also come great resposibility’ – de kern van Peters Spiderman-schap.
Verwacht ook geen kleurrijk kostuum: in de sobere jaren van crisis draagt Spiderman een zwartmasker met een bril en een lange donkere overjas. Wederom verliest het webhoofd daardoor een deel van zijn charme.
Wat de vier delen van de limitedserie eruit doet springen is het strakke tekenwerk van Carmine Di Giandomenico en sfeervolle inkleuring die vooral uit aardkleuren bestaat en schaduwtinten. Het verhaal, geschreven door de Britse schrijver David Hine en Fransman Fabrice Sapolsky is adequaat maar niet heel erg opzienbarend.
Batman by gaslight
Marvel lanceerde eind 2008 naast Spiderman een paar andere Noir-titels van hun personages, waaronder Daredevil, Luke Cage, Punisher en X-Men. Op dit moment loopt het vervolg op Spiderman Noir: Eyes Without a Face.
Overigens zijn alternatieve versies van superhelden niet nieuw en Spidey’s Noir-avontuur doet dan ook sterk denken aan het Elseworld-verhaal Gotham by Gaslight, waarin Batman het in de negentiende eeuw opneemt tegen Jack the Ripper. Al was dat verhaal van schrijver Brian Augustyn en Mike Mignola aanmerkelijk beter, waarschijnlijk omdat er minder gesleuteld hoefde te worden aan het Batman-concept. Sterker nog: de legende van Jack the Ripper werd heel effeciënt in de oorsprong van Batman geschreven.
Zoals iedere liefhebber heb ik zo mijn favorieten. Het leek me tijd om deze met de wereld te delen. Dat doe ik in de vorm van een ABC, omdat ik eerlijk gezegd niet een nummer één heb. En als die er al is, dan is het morgen weer een andere film. Daarom presenteer ik de komende weken op vrijdag mijn, geheel particuliere, film ABC.
Het is een lijst met films die me ooit bijzonder geraakt of vermaakt hebben. Films die ik in mijn jeugd zag en me nooit meer hebben losgelaten en films van recentere datum die op aangename wijze door mijn hoofd spoken. Films kortom, die ik voor altijd met me meedraag en meerdere malen kan zien. Films die ik je graag wil aanraden.
Extra opmerking: Dit zijn mijn favoriete films, niet de films die per se de geschiedenis in moeten gaan als KLASSIEKERS. Per letter noem ik een paar filmtitels en leg uit waarom ik deze cinematografische werkjes zo goed vind.
All the President’s Men (Alan J. Pakula, 1976)
In de jaren zeventig zijn er een paar Amerikaanse films gemaakt in het genre politieke thriller waarin de onbetrouwbaarheid van de overheid centraal staat. Anders gezegd: de paranoïde gevoelens die je hebt jegens je eigen overheid zijn volledig juist, negeer ze niet. All the President’s Men gaat over hoe de journalisten Bob Woodward (Robert Redford) en Carl Bernstein (Dustin Hoffman) van The Washington Posthet Watergateschandaal aan het licht brengen. Prachtig spel van Dustin Hoffman en Robert Redford – toch wel twee van mijn favoriete acteurs. Die film biedt een mooi tijdsbeeld en schetst een boeiend verhaal over onderzoeksjournalistiek.
Almost Famous (Cameron Crowe, 2000)
Regisseur Cameron Crowe bewerkte zijn ervaringen als jonge journalist van Rolling Stone Magazine tot heerlijke autobiografische fictie waarin de vijftienjarige William Miller (Patrick Fugit) mee mag toeren met de band Stillwater. Een sfeervolle film over de liefde voor popmuziek in de magische jaren zeventig, volwassen worden en de mythe van Amerika. Kate Hudson was nooit meer in een film zo ontwapend als Penny Lane – de ultieme band-aid, een eufemisme voor groupie. Maar met die term zouden we Penny echt tekortdoen.
Almost Famous was op muzikaal gebied voor mij een openbaring en fungeert in wezen op dezelfde manier als de verzameling LP’s die Williams zus Anita voor hem achterlaat. De soundtrack zit volgepropt met prachtige evergreens van muzikale kunstenaars als Simon & Garfunkel, The Who, Led Zeppelin, David Bowie, Cat Stevens en Elton John. Sommigen ervan kende ik al jaren, maar vormde de soundtrack een vernieuwde kennismaken, anderen hoorde ik voor het eerst pas echt goed. Zoals Led Zeppelin, waar ik sinds Almost Famous veel waardering voor op kan brengen.
Kevin Spacey die midden in zijn midlifecrisis zit, een verdord huwelijk met zijn vrouw Annette Bening deelt, verliefd wordt op de middelbare schoolgenoot van zijn dochter en besluit het roer om te gooien. Daar in het midden van de wervelstorm die zijn leven is, danst een plasticzakje in de wind – een beeld van zo’n ongrijpbare schoonheid dat we bijna de blote borsten van Thora Birch vergeten die net als het zakje, met de camera van de buurjongen zijn vastgelegd. Deze film gaat veel verder dan American Beauty, het is mijns inziens een lofzang op de poëzie van het leven. Dat het script door vakman Alan Ball geschreven is, kun je eraan afzien.
Annie Hall (Woody Allen, 1977)
Een van mijn favoriete Woody Allen films (one of his early funny ones) met een dramatische ondertoon: het verloop van de relatie tussen zangeres/fotografe Annie Hall en comediant Alvy Singer. Het is moeilijk om niet te vallen voor de charmante performance van Diane Keaton. Allen gaat hierin erg speels om met het medium: in een scène op het dak praten Hall en Singer met elkaar over koetjes en kalfjes, terwijl we via de ondertitels lezen wat er echt in hun hoofd omgaat. Ook de scène waarin ze beide in de rij staan voor een filmkaartje en Singer zich irriteert aan te luid pratende betweter die zijn semi-intellectuele meningen zijn vriendinnetje probeert te imponeren.
Wat zou het toch prachtig zijn als je in het echte leven opeens Tim Burton te voorschijn kon halen als iemand moet overtuigen van zijn ongelijk. Helaas, only in the movies.
Apocalypse Now Redux (Francis Ford Coppola, 1979)
Voor mij nog steeds de ultieme film over de waanzin van de oorlog. Apocalypse Now draait om de reis van Kapitein Willard (Martin Sheen), een spion van het Amerikaanse leger. Willard wordt op een gevaarlijke missie gestuurd: hij moet de rivier Cambodja afreizen om daar Kurtz (Brando) te vinden en te vermoorden. Kurtz is een voormalig Amerikaans kolonel die is gedeserteerd. Hij is krankzinnig geworden en heerst over een groep Montagnaardse inboorlingen in een afgelegen oerwoudcomplex. De reis die Willard aflegt over de rivier brengt hem in het hart van de duisternis: die van de oorlog, maar ook in zichzelf.
Army of Darkness (Evil Dead 3) (Sam Raimi, 1992)
Dit is een heel ander soort oorlog, maar in tegenstelling tot die in Vietnam, zeer vermakelijk. Nash uit Evil Dead 1 + 2is samen met zijn uit 1973 afkomstige Oldsmobile getransporteerd naar de middeleeuwen. Daar wordt hij aangezien als degene die volgens de voorspellingen het boek der doden zal ophalen, maar omdat hij de uitspraak van de magische woorden verknalt, komen de doden tot leven. De volledig belachelijke plot is oh zo vermakelijk. Bruce Campbell acteert met flair met een flinke dosis zelfspot. En op het moment dat het dodemansleger aan komt stormen, handgemaakte skeletten die in de lucht worden gehouden door de poppenspelers die net buiten beeld zijn, ben ik helemaal verkocht. Een ode aan stop-motion specialist Ray Harryhausen die hem vast van plezier uit zijn graf zou doen opspringen -als hij dood was geweest. Harryhausen (geboren in 1920 te Los Angeles leeft immers nog steeds).
Meest memorabele quote van de film: ‘Give me some sugar, baby!’
Heb je zelf ook nog wat favoriete Aatjes toe te voegen? Daar is het commentformulier voor. Volgende week vrijdag gaan we verder met de B.
Boris van der Ham is Tweede Kamerlid voor D66, blogger en dit jaar jurylid bij de Dutch Bloggies. (Zie ook Webisode 5.) Ik ondervroeg hem tussen het jureren door over welke rol internet en blogs spelen in zijn politieke werk, welke blogs hij graag leest en wat voor hem de meerwaarde van het bloggen is. Saillant detail: hij is gek op Dominee Gremdaat.
Het nut van bloggen volgens Van der Ham is het archiveren van wat hij doet, van debatten tot persoonlijke zaken; interactie met de kiezer via reacties op stukken; het verstrekken van informatie aan kiezers. Van der Ham vertelde dat zijn werk als politicus dankzij het bloggen voor de kiezers inzichtbaar is en claimt dat hij mede door deze zichtbaarheid met 28.000+ voorkeurstemmen is gekozen in de Kamer. Over blogs gesproken…
U kunt nog steeds uw favoriete drie blogs opgeven op de site van Blog-Art.nl voor de alternatieve publiekslijst. Tot mijn grote plezier zijn er al aardig wat mensen die hun top 3 met de wereld gedeeld hebben.
De volgende episode laten we de Nederlandse blogosphere voor wat ie is en reizen we – eindelijk – af naar Londen. Verwacht een goedgehumeurd verslag van de reis die ik samen met Paul Stellingwerf naar de hoofdstad van Engeland maakte. Tot de volgende Mike’s Webisode!
De jaren nul kruipen naar hun einde, en daarom blikken wij terug. Newsweek geeft een beknopt overzicht van de Amerikaanse geschiedenis van de afgelopen tien jaar, de jaren nul. Dat de Amerikaanse cultuur verankerd is in mijn belevingswereld is mij wel duidelijk: alle fragmenten die voorbij kwamen heb ik al een keer, tja, voorbij zien komen.
Natuurlijk is zo’n video van 7 minuten wat kort door de bocht. Daarom is er een heel project van Newsweek waar je achtergronden kunt vinden.Ik bedenk me net dat als er een Nederlands overzicht zou komen, we heel veel de kop van Balkenende voorbij zien komen. Dan is zo’n video van 7 minuten echt te lang, dunkt me. Wanneer gaat die vent nu eens gewoon leuk vissen in Europa? Ik weet dat er geen God bestaat, maar soms mag je toch op een wonder hopen?
Terugkijken
Nu het einde van het jaar nadert, zullen er weer allerlei terugblikken komen op televisie en blogs. Daar ontkom je niet aan, mensen voelen nu eenmaal de behoefte om hun eigen geschiedenis te duiden. Ik ook, maar wil dit keer in de vorm van een Mike’s Webisode een terugblik van 2009 brengen. Overigens ben ik zeer benieuwd naar hoe mensen de afgelopen tien jaar hebben ervaren. Wordt ongetwijfeld nog vervolgd…
Een geblindeerde replica van het Vrijheidsbeeld wordt onthoofd en het afgezaagde hoofd wordt kapot geslagen in een video die veel weg heeft van een onthoofdingsvideo die terroristen zo graag maken.
Tussendoor zijn anti-Amerikaanse leuzen te zien als ‘We don’t want your freedom’ en afsluitend: ‘Death to America’. Het lettertype lijkt veel op dat van oude computergames. Ook de explosies aan het einde suggereren de invloed van de videogame. Kijk maar:
De video maakt handig gebruik de kracht van het beeld. Niet alleen weten de makers de snuffmovies van terroristen goed na te bootsen, ook het afhakken van het hoofd van het symbool der vrijheid is rechtdoorzee in zijn simpelheid. Het gebruik van game-effecten en lettertype suggereert commentaar op de Amerikaanse overheid die te pas en te onpas soldaten stuurt naar de brandhaarden in de wereld om daar als een stelletje avatars het land ’te bevrijden’. Oorlog als game dus. De eerste keer dat ik de video zag gaf dat een onrustig gevoel, dat overigens verdween na herhaald kijken. Desalniettemin maakte deze video van onder de minuut meer indruk dan het 15 minuten durende Fitna van Wilders. Eenvoudige, krachtige symboolpolitiek. De video werd op 4 juli, Independence Day, op YouTube gezet. Ik werd er gister via het immer boeiende New York Blog van Pascal Theunissen op geattendeerd. Daar is ook te lezen hoe de onverlaten aan het beeld kwamen – een replicatie die in het café Vox Pop in Brooklyn stond. Volgens mij is het een kundig uitgevoerde studentengrap. Iets wat sommige commentatoren ook denken, zoals buckOne:
‘I’m willing to bet that this was done by some dumb ass local teenagers. This has no signs of being terrorist related. So, calm your horses. It’s a ridiculous act either way, though.’
Anderen reageren minder, uhm hoe zal ik het zeggen, genuanceerd:
milehigh587: ‘Muslim talent at its best. No wonder we kill them.’
En zo gaat het nog ruim 800 comments door, want zoals gebruikelijk bij dit soort zaken lopen emoties hoog op en is een reactie geschreven voordat er ook maar enige bezinning plaastvindt. Het MSNBC-nieuws maakte een item over de video:
Wat denk jij? Hoax of een serieus bedoeld stukje terroristencinema?Lees ook: