De strip Eightball Hunter van Michel Koeniguer en Callixte zit vol met bekende Hollywoodsterren als Scarlett Johansson, Danny DeVito, Arnold Schwarzenegger en George Clooney.
Mocht deze actiethriller ooit verfilmd worden, dan is de casting dus al gedaan. De vraag is: mag dat zomaar? Mag je bekende Hollywoodacteurs in je strip stoppen zonder hen om toestemming te vragen??
Het bloggers platform Tumblr trekt de stekker uit alle blogs die pornografische content bevatten.
Of wat Tumblr daar precies onder verstaat. Dit heeft een grote paniek bij de bloggers veroorzaakt die massaal een andere plek zoeken om hun content te delen. Bovendien is het een enorme beperking van de vrijheid van meningsuiting. Waarom doet Tumblr dit? Dat leg ik uit in deze vlog.
Onder de toonbank: Pornografie en erotica in de Nederlanden is een mooi uitgegeven en rijk geïllustreerd koffietafelboek. Een hoofdstuk gaat over pornostrips.
Volgens mij is dit het eerste, complete overzicht dat in Nederland over pornografie is verschenen, maar daar kan ik me vergissen. Aan de hand van meer dan 450 prachtige, opruiende en prikkelende illustraties vertelt Onder de toonbankde geschiedenis van de Nederlandse erotica en pornografie. Experts als Inger Leemans, Marita Mathijsen en Bert Sliggers nemen de belangrijkste bloeiperiodes van de Nederlandse en Vlaamse porno onder de loep. Thema’s als homo-erotica, lesbische seks en blanke slavinnen komen aan bod.
Wie net als ik is opgegroeid in het analoge tijdperk, zal vast enkele van de vele opgenomen seksblaadjes herkennen.
Stripwerk
En er is dus een hoofdstuk over pornografische strips. Daar was ik als stripliefhebber het meeste benieuwd naar, want eerlijk gezegd ben ik daar nagenoeg nog niets over tegengekomen in bestaande teksten en boeken over strips. Jos van Waterschoot, stripkenner en conservator Boekhistorische Collecties en Stripcollecties bij de Bijzondere Collecties van de UvA, schreef deze bijdrage. Van Waterschoot begint eerst met het definiëren van wat hij onder pornografische strips verstaat. Hij maakt hiervoor gebruik van een definitie die Hans Pols ooit in een artikel beschreef:
Erotische strips kenmerken zich in zijn ogen door karakterontwikkeling van de hoofdfiguren en het nadrukkelijk in beeld brengen van seksuele handelingen zonder expliciet te worden. Stripmakers in dit genre zoeken veelal aansluiting bij de traditie van erotische kunst en literatuur. Pornografische strips zijn herkenbaar doordat de seksuele handling centraal staat.
Pols: ‘Er is in pornografische strips niet of nauwelijks sprake van karakterontwikkeling of een persoonlijke visie van de maker. Het is pulp, prikkellectuur, harde porno […] met vaak een gewelddadige inslag en expliciete, gedetailleerd weergegeven seksscènes.’
Door deze definitie aan te houden, komen strips als die van Fred de Heij, Theo van den Boogaard en Milo Manara wel ruim aan bod in dit segment, maar bijvoorbeeld de reeks Rooie Oortjes niet, omdat daar nooit expliciete seks in voorkomt. Ook beeldverhalen van Dick Matena vallen buiten de bovengenoemde categorieën. Al trakteert Van Waterschoot de lezer wel op twee pagina’s uit Matena’s versie van Sneeuwwitje, die zich laat verwennen door de Zeven Dwergen.
In de jaren zestig, zeventig en tachtig werden er in Nederland aardig wat pornostrips gemaakt en uitgegeven. Tekenaar als Willem (Bernard Holtrop), Theo van den Boogaard, Rob Peters en ook Jan van Haasteren waren enkele prominente makers. In Onder de toonbank kunnen we lekker veel van hun werk zien. Evenals prikkelende pulpcovers die vaak vertalingen van buitenlandse strips waren. Wel jammer dat het tekenwerk van De Heij soms is vergroot en daardoor onscherp is.
Kuifjeseks
Een interessant fenomeen zijn de seksparodieën van bestaande striphelden zoals Asterix, Lucky Luke en natuurlijk Suske en Wiske. Mocht er in Donnie Darko nog discussie zijn over de vraag of Smurfen wel of geen geslachtsdelen hebben, de seksparodieën geven een duidelijk antwoord op deze kwestie.
Hoewel dit soort strips konden worden uitgegeven doordat ze parodieën zijn, en daardoor het copyright niet schenden van de rechthebbenden, is het opmerkelijk dat in Onder de toonbank een pagina is opgenomen waarin Kuifje neukt met Bianca Castafiore – de erven Hergé zijn namelijk al tegen publicatie van normaal Kuifjemateriaal in boeken, dus ik ben heel benieuwd hoe ze hier tegenaan kijken. Nu is Kuifje natuurlijk zo’n beetje het meest seksloze stripfiguur ooit, dus dat maakt parodieën extra grappig. In een Asterix-parodie wordt de bekende reporter zelfs anaal genomen door Kapitein Haddock. Deze parodie komt uit de studio van Ger van Wulften en werd getekend door Gerrit de Jager en Wim Stevenhagen.
Penthouse Comix Van Wulfen is sowieso verantwoordelijk voor veel pornografische strips. Hij bracht Penthouse Comix hier op de markt en samen met De Heij begon hij het blad Pulpman. Fred liet me laatst weten dat het doek voor dit eigenzinnige tijdschrift wel gevallen is, want men verdient er geen cent mee. Ik interviewde Fred voor de Playboy, omdat hij vrijwel de enige Nederlandse tekenaar is die zich nog met pornografische strips bezighoudt.
Volgens Van Waterschoot is de komst van het internet een van de belangrijkste redenen waarom er (bijna) geen nieuwe strips in dit genre gemaakt worden. Nu verscheen De Schakelaar van Manara in 2017 wel integraal, dus liefhebbers hou je. En het internet biedt juist ook weer kansen voor de strip in het algemeen en pornostrips in het bijzonder. Ik hoop dat dus dat de pornografische strip binnenkort een opleving zal hebben, want dat hoofdstuk in Onder de toonbank smaakt naar meer.
Overigens is dit koffietafelboek verschenen naar aanleiding van de expositie Porno op papier. Taboe en tolerantie door de eeuwen heen die is te zien in Museum Meermanno in Den Haag van 22 maart tot en met 24 juni 2018.
Onder de toonbank: Pornografie en erotica in de Nederlanden.
Uitgeverij Van Oorschot, €49,99.
ISBN 978902820359
Nog steeds mag ik van mezelf geen nieuwe boeken en strips kopen. Ik wil eerst de 30% ongelezen materiaal in mijn collectie grotendeels gelezen hebben. Dit valt in de praktijk echter niet mee.
Toen ik Paul dat laatst vertelde, begon hij meteen te lachen. ‘Man, dat vertel ik mezelf al twintig jaar dat ik geen nieuwe comics mag kopen voordat ik de oude gelezen heb. Lukt niet.’
Het is een mooi voornemen, wat natuurlijk lastig te vol te houden is. Zo is er recent het boek Onder de toonbank: Pornografie en Erotica in de Nederlanden bij Van Oorschot verschenen. Ik ben erg benieuwd naar dat boek. Onder andere omdat er een heel hoofdstuk over pornografische strips in staat. Bij het boek hoort ook een expositie bij die ik binnenkort wil bezoeken.
Bij de uitgeverij heb ik een recensie-exemplaar aangevraagd zodat ik het boek op dit blog kan behandelen. Zolang het voor werk is, is het natuurlijk wel geoorloofd om nieuw leeswerk in huis te halen. Als die aanvraag niet gehonoreerd wordt, zal ik waarschijnlijk toch het boek zelf kopen. Maar nu dus nog niet.
Boekwinkels
En er zijn nog een paar boeken die recent uitkwamen en die op mijn verlanglijstje staan. Voorlopig lukt het me aardig om me aan het voornemen te houden. Een nadeel ervan is echter dat ik ook boek- en stripwinkels mijd. En aangezien dat toch een paar van mijn favoriete plekken zijn, valt dat me wel zwaar.
Dinsdagmiddag waren Linda en ik dan ook bij Scheltema in het centrum van Amsterdam. Linda had wat cadeautjes nodig voor vrienden en familie. Er was uitverkoop en in de winkel stonden veel dozen vol met boeken naar me te lonken. Dat is toch een beetje alsof je iemand die dieet in de Jamin neerzit.
Ik ben dan ook maar een kopje Jasmijn-thee gaan drinken in het café op de eerste verdieping terwijl Linda verder ging met zoeken. Want door het zelfopgelegde koopverbod, voelde ik me niet happy in de boekwinkel.
Natuurlijk had ik wel nieuwe boeken willen kopen, een tas vol zelfs. Toch denk ik nu eerder na over de boeken die ik al heb en nog steeds wil lezen. Die krijgen vooralsnog voorrang op nieuw leeswerk.
Volgend jaar is vanaf 22 maart de expositie Porno op papier: Taboe en tolerantie door de eeuwen heen te zien in Museum Meermanno.
Hier alvast het persbericht over de expositie die ik zeker wil gaan zien:
Huis van het Boek, het gezamenlijk initiatief van Museum Meermanno en de Koninklijke Bibliotheek, nationale bibliotheek van Nederland (KB), presenteert dit voorjaar de expositie ‘Porno op papier. Taboe en tolerantie door de eeuwen heen’. In deze expositie in Museum Meermanno komt het spannende, doorgaans verborgen verhaal van de Nederlandse pornografie tot leven. Aan de hand van honderden boeken, tijdschriften en podcasts ervaart de bezoeker de relatie tussen porno en de maatschappij. Slingerbewegingen tussen taboe en tolerantie, openheid en geslotenheid komen door de eeuwen heen steeds terug. Deze geschiedenis is niet alleen het verhaal van pikante en verboden teksten en plaatjes, maar ook een van de macht van de kerk en de politiek, van kritiek, wetgeving en censuur en het verzet daartegen. Deze expositie is toegankelijk voor mensen van achttien jaar en ouder.
Kritiek op de machthebbers
Amsterdam stond aan het einde van de zeventiende eeuw bekend als de ‘seksshop van Europa’ en er werden gezagsondermijnende erotica gedrukt voor het hele continent. Rond 1900 ontstond, ook door de opkomst van de nieuwe druktechnieken en de fotografie, een hausse aan nieuwe realistische literatuur die onder de bekende toonbank werd verkocht. De overheid reageerde met de strenge zedenwetgeving van 1911.
Seksuele revolutie Pas met de seksuele revolutie van de jaren zestig trad de overheid minder streng op. Een belangrijk moment is het Chick-arrest waarin de Hoge Raad in 1970 oordeelde dat Nederland geen aanstoot meer nam aan pornografie. Daarmee werd ruim baan gemaakt voor een bovengrondse porno-industrie.
De actualiteit Er wordt sindsdien veel gesproken over de ‘pornoficatie van de samenleving’. Volgens sommigen bevinden we ons nu in een tijdperk van verpreutsing en worden de verworvenheden van de jaren zestig ‘verkwanseld’. Anderen zien juist een nuttige correctie op de mores van de jaren zestig die vooral veel vrijheid voor mannen betekenden en veel minder voor vrouwen. Tegelijkertijd is er een vrij recente tendens van pornografie die zich specifiek richt op vrouwen. Denk aan boeken als Vijftig tinten grijs, tijdschriften als Oh Magazine: lekker voor vrouwen en de zogeheten porna. De discussie over seksisme en machtsongelijkheid en de rol die pornografie daarin speelt, staat volop in de belangstelling.
Wat is er te zien? Veel onbekend drukwerk dat voor het eerst tentoongesteld wordt. Zoals pornografisch materiaal dat in de jaren dertig door de Rotterdamse politie in beslag is genomen. En ook boeken als het zeventiende-eeuwse De doorluchtige daden van Jan Stront, het achttiende-eeuwse maatschappijkritische Het gestoorde naaypartijdje van Willem de Ve tot de expliciete twintigste-eeuwse boeken en tijdschriften als Ik Jan Cremer, Chick, Gandalf en de Playboy. Ondanks strenge wetgeving en handhaving is veel bewaard gebleven in bibliotheken en bij particuliere verzamelaars. De makers van de tentoonstelling kunnen rijkelijk putten uit de collectie Sliggers, die in februari wordt overgedragen aan de Koninklijke Bibliotheek (KB), nationale bibliotheek van Nederland. Bert Sliggers, voormalig conservator van Teylers Museum, is gastconservator van deze tentoonstelling.
En één boek! Porno op papier. Taboe en tolerantie door de eeuwen heen is te zien in Museum Meermanno in Den Haag van 22 maart tot en met 24 juni 2018. Tijdens de looptijd van de expositie zal tevens een reeks activiteiten worden georganiseerd. Bij Uitgeverij Van Oorschot in Amsterdam verschijnt het grote overzichtswerk Onder de toonbank. Pornografie en Erotica in de Nederlanden dat tijdens de tentoonstellingsopening op 21 maart 2018 wordt gepresenteerd.
Nu weet ik toevallig dat Jos van Waterschoot heeft meegewerkt aan dit boek. Hij schreef een hoofdstuk over pornostrips in Nederland.
Bij Scratch Books is Robert Crumbs Bible of Filth uitgebracht. Een verzameling van zijn seksuele fantasieën en uitspattingen. Wie het werk van Crumb kent weet dat hij daarin nogal lekker ver kan gaan, al is de seks in zijn strips voor de lezer niet opwindend, maar eerder hilarisch.
Robert Crumb (Philadelphia, 1943) is een van de vaders van de Amerikaanse underground comics en een van de beste voorbeelden van een autobiografische stripmaker die zijn strips gebruikt om zijn mening te laten horen. In zijn strips laat hij zich kritisch uit over de Amerikaanse cultuur en vertelt hij openlijk over zijn seksleven en fetisjen. Hij heeft namelijk een duidelijk voorkeur voor sterke vrouwen met dikke kuiten en ronde billen. Je zou de strips therapie op papier kunnen noemen, ware het niet dat patiënt Crumb nooit is genezen. Gelukkig maar.
In 2009 kwam van Crumb zijn verstripping van het Bijbelverhaal Genesis uit. Vier jaar spendeerde de tekenaar aan dit project, dat vooral als doel had om te laten zien hoe belachelijk de bijbel eigenlijk in elkaar steekt. Crumb is dus geen fan van religie. En zijn ‘vieze’ bijbel is dan ook een mooie middelvinger naar religieuze dwaallichten.
Size matters De grote grap is dat het boekje er ook daadwerkelijk uitziet als een bijbel. De cover is sober, het boekje bevat een leeslint en de strips zijn gedrukt op bijbelpapier. De uitgave is even groot als een bijbel. Een nadeel hiervan is dat sommige stripplaatjes nu klein uitvallen, waardoor ze moeilijker te lezen zijn. Vooral als Crumb veel tekst in een kader propt. Dat is jammer, want het tekenwerk is van de meester is prachtig en vaak vol details. Dat soort illustraties wil je eigenlijk groot zien.
Bible of Filth is een herziende editie. De eerste editie werd gepubliceerd door de Franse uitgever Futuropolis in 1986, en is nooit uitgebracht in de VS. Deze nieuwe editie is uitgebreid met stripwerk uit de periode 1968 tot en met 2006. De comics zijn zorgvuldig gerestaureerd. De strips zijn niet vertaald maar gewoon in het Engels.
Censuur
Uitgever Hansje Joustra vertelde me laatst dat ze met grote moeite een drukker konden vinden. In China, Oost-Europa en Turkije wilden ze er niet aan. Niet zo gek natuurlijk, want daar doen ze heel moeilijk over pornografie. Onnodig moeilijk als je het mij vraagt. Want (bijna) iedereen heeft seks, maar we mogen het er anno 2017 volgens sommige mensen eigenlijk niet over hebben.
Ik denk dat een hypocriete, humorloze christen als Sybrand Buma dit boekje ook niet vrijwillig zal openslaan. Niet waar anderen bij zijn in ieder geval. En dat terwijl deze strips eerder de lachspiegel stimuleren dan andere lichaamsdelen. Er is dan ook weinig subtiels aan, ook niet aan de tekenstijl van Crumb die bijvoorbeeld zwarte mensen op zo’n stereotiepe manier afbeeldt dat de anti-zwartepietencommissie daar niet vrolijk van zal worden. Vroeger kon dat nog, nu kijken we daar anders tegenaan. Je moet dit werk dus in zijn historische context beoordelen, niet naar huidige, overdreven politiekcorrecte maatstaven.
Daarom hulde voor de medewerkers van Scratch Books, omdat ze samen met Robert Crumb een dikke middelvinger opsteken aan alle moraalridders, hypocrieten en humorlozen. De rest wens ik veel leesPLEZIER.
Of superheldinnen nu seksistisch zijn of niet, sommige mensen vinden dat de striptekenaars nog niet ver genoeg gaan en photoshoppen zich naar hun eigen hoogtepunt toe. Zie bijvoorbeeld deze aangepaste cover van John Byrnes She-Hulk:
Grappig hoe de dialoog die She-Hulk uitspreekt nog meer tot zijn recht komt in de tweede versie. Sex(y) sells immers.
Overigens vind ik het grappig hoe mensen de moeite nemen om een blootversie van bestaande stripfiguren te maken. Kennelijk hebben sommige geeks daar behoefte aan. Ik veroordeel het verder niet hoor, mensen gaan hun gang maar. Denk ook niet dat Byrne en Marvel hier wakker van liggen.
Waar ze wellicht wel wakker van liggen, zijn de pornofilms die de laatste jaren zijn uitgekomen. Sinds de superhelden-boom in de bios, wordt er meestal een pornoversie uitgebracht van de betreffende film. Omdat deze als parodieën worden aangeduid, maken ze geen inbreuk op het copyright van de filmstudio’s en uitgeverijen. Zo komen de producenten er dus mee weg.
Het is niet de eerste keer dat een stripalbum als titel De eerste keer meekrijgt. Maar goed, die titel maakt wel meteen duidelijk dat het gaat om de eerste keer seks.
Guedin verhaalt openhartig over de eerste wankele schreden op het liefdespad, zijn eerste ontdekkingen, speciale rukdagen, en de prestatiedruk die je als adolescent ervaart. En Guedin was er al jong bij, want op de kleuterschool was hij al gefascineerd door wat zich onder de rokjes van klasgenoten afspeelt.
Guedins eerste vriendinnetje, dat drie jaar ouder was dan zijn zestien jaar, leek vooral geïnteresseerd te zijn in zijn kont, totdat ze zich weer realiseerde waar dat gat eigenlijk voor dient.
De stripmaker vertelt er met veel zwarte humor over en met de nodige relativering. De humor komt goed naar voren in zijn enigszins karikaturale tekenstijl en de gevatte visuele metaforen die Guedin vaak hanteert om het mannelijk geslacht te verbeelden. Door die tekenstijl wordt de uitgebeelde seks nooit pornografisch of opwindend, eerder een beetje aandoenlijk en ongemakkelijk.
Gelukkig zijn niet alle pijnlijke anecdotes herkenbaar.
Pulpman, het stripblad van Fred de Heij, Esther Gasseling en Ger van Wulften, kortom de mensen van uitgeverij Xtra, heeft al jaren mijn striphartje gestolen. Begin juni ligt eindelijk nummer 18 in de winkel. Hier alvast een voorproefje.
Eigenlijk is Pulpman het laatste echte stukje underground strip in Nederland. Het wordt gemaakt door slechts een handjevol mensen die vooral met passie voor strips, pulp en andere visuele lekkernijen iedere keer veel moeite doen om weer een nieuwe Pulpman te maken. De Heij, de sneltekenaar van Nederland, heeft dit keer maar liefst 117 pagina’s strip getekend. (117 dus! Honderdzeventien!).
En naar wat ik daarvan gezien heb, zijn deze weer even smakelijk als altijd. Een groot deel van dat aantal behoort tot de strip Roca Verde, Freds vervolg op De schuilplaats dat 500 pagina’s lang moet worden. Een vraag die daarin wordt gesteld en wordt beantwoord is waar Pulpman eigenlijk voor staat. Ook is het deels een metaverhaal over het maken van een goeie strip. En daar heeft Fred natuurlijk wel een mening over. Eentje die hij overigens geregeld in zijn columns voor Stripnieuws ook laat horen.
Verder in dit nummer onder andere de coproductie van Fred met Frits Jonker (het vervolg van Het koffertje), plus twee nieuwe samenwerkingen: met Anton Bedding en met de Vlaming Rudi Coel.
Geen porno!
Ik sprak Esther Gasseling van de week over deze nieuwe Pulpman en zei vertelde dat we ook dit nummer weer veel seks mogen verwachten. Fred ziet deze scènes overigens niet als pornografie.
Esther:
‘Toen ik het daar onlangs met hem over had, zei Fred: “In bijna alle definities van het woord pornografie gaat men ervan uit dat de bedoeling is de kijker/lezer seksueel te stimuleren. In mijn Pulpman-werk ben ik expliciet, maar het seksueel prikkelen is nooit mijn bedoeling. Wat dan wel? Humor.” ‘
Grappig, want dat blijft een van de dingen waar Fred en ik het niet over eens zullen worden. Zijn intentie is wellicht humor en de seksscènes zijn zeker grappig. De meeste officiële pornografie heeft natuurlijk iets van humor, want standaard porno is vaak zo grotesk dat het op de lachspieren werkt. Hoe leuk de seks in Pulpman ook is, de tekeningen an sich weten ook te prikkelen vind ik. Dus of het nu de bedoeling van de maker is of niet, de tekenpen van Fred is zo vakkundig dat de mooie vrouwen die hij tekent en de dingen die zij doen, zeker wel een stimulerende werking kunnen hebben.
Hier nog even de gehele inhoudsopgave, om je alvast een beetje lekker te maken:
INLEIDING
FRED DE HEIJ
Waarin Pulpman zich afvraagt waar zijn blad eigenlijk precies voor staat.
SNUFFELSTAGE
FRED DE HEIJ
Welke stagiaire mag tijdens de komende Pulpman-vergadering haar ideeën komen pitchen? Birgit, Amber of Miriam? De proefopdracht zal het uitwijzen.
VAMPIRELLA
FRED DE HEIJ
Bob Jusko jaagt op groot wild. En zij is zijn gevaarlijkste prooi ooit: Vampirella.
DE REDACTIEVERGADERING
FRED DE HEIJ
Hoofdredacteur Pulpman bespreekt het komende nummer met de rest van de redactie: Kapitein Rob, Groenhaar, Max Havelaar en Giulia, plus de andere bemanningsleden van het ruimtestation… eh… eiland Roca Verde.
DE EERSTE KEER
DAV GUEDIN
Voorpublicatie van De eerste keer: openhartige verhalen van Dav Guedin over meisjes, gierende hormonen, onwennige intimiteiten, onhandig gedoe, allerhande geëxperimenteer en een geliefde die een onuitwisbare indruk maakte: Lulu.
HET KOFFERTJE (2)
FRITS JONKER & FRED DE HEIJ
Na het koffertje met 78 onbekende opnames van de Beatles levert een rondje langs het huisvuil opnieuw iets op: de vondst van de eeuw.
DE BEUL
BEN VRANKEN
In zijn confectieatelier De Beul hanteert pastoor Herman het evangelie als verdienmodel. Het paradijs lonkt immers alleen voor wie noeste arbeid verricht. En daar kun je niet jong genoeg mee beginnen.
ROCA VERDE (vervolg)
FRED DE HEIJ
Corruptie en spionage. Verdeel en heers. Overwerk en overspel. Op zoek naar de politiemol als tipgever van de criminele Osborn-bende sneuvelt er weleens een slipje. Dit en meer stinkende zaken in het uitgebreide Pulpman-feuilleton Roca Verde.
NATTE MAAN
SOPHIE CAMBELL
Fragment uit Gisteren is niet meer: het zesde deel uit de Natte Maan-reeks, waarin Audrey uit de kast komt, gek wordt van de zorgen om haar comateuze vriendin Trilby en heeft gefaald als oppas…
DE BIECHT
RUDI COEL & FRED DE HEIJ
Een priester in gewetensnood gaat te biecht bij een collega over de ongebruikelijke biecht van een uitzonderlijke vrouw in zijn parochie.
LIEBESTOD
ANTON BEDDING & FRED DE HEIJ
Johnny Rowdan was een crimineel van het zuiverste water, die ijskoud carrière maakte over de rug van anderen. Maar toen er liefde in zijn leven kwam, knapte er iets.
EN VERDER O.A.
Rudi Coel over het genre van het erotische korte verhaal. “Omdat schrijven over seks letterlijk opwindend is en omdat seks altijd zoveel meer is dan seks.”
Preview van het derde deel (en slot) van Claire DeWitt: De vader, de dochter & de duivel door Willem Ritstier en Fred de Heij.
De coming out van Sophie (voorheen Ross) Campell als transgender.
PULPMAN #18 Fred de Heij & anderen 130 pag. (€ 14,90) · ISBN 978-94-90759-85-8 Uitgeverij Xtra Verschijningsdatum: 4 juni (Stripdagen Haarlem)
We zijn het er allebei wel over eens dat 57 jaar niet oud is. Eigenlijk dacht ik dat Prince eeuwig jong zou blijven en dat hij mij nog lang zou overleven. Natuurlijk doet hij dat ook, want het zal lang duren voordat zijn muziek niet ergens gedraaid zal worden. Hij heeft dan ook verschrikkelijk veel songs gemaakt. En heel veel goede.
De lijst lijkt eindeloos, maar als eerste schieten mij te binnen: ‘Raspberry Baret’, ‘Purple Rain’, ‘Take me With You’, ‘Sometimes it Snows in April’, ‘Starfish & Coffee’, ‘I Could Never Take the Place of Your Man’, ‘Free’, ‘The Ladder’, ‘Paisley Park’, ‘The Arms of Orion’, ‘Strange Relationship’, ‘Nothing Compares 2 U’, ‘When Doves Cry’, ‘How Come You Don’t Call Me Anymore’, ‘The Morning Papers’, ‘I Wanna Be Your Lover’, ‘Kiss’…
Prince een muzikaal genie noemen is de man toch iets tekort doen. Prince ademde, zweette en belichaamde muziek.
Prince was seksualiteit op hoge hakken. Tongue in cheek.
Prince was romantiek: ‘Another Lonely Christmas’ is fantastisch om mee te schreeuwzingen als je je Computer Blue voelt. ‘Gotta Broken Heart Again’ biedt troost als je weer eens door een meisje bent afgewezen en ‘When You Were Mine’ als herinneringen aan een vorige relatie als bitterzoetgal door je lichaam stroomt.
Laatst zei mijn tweede moeder dat ik als tiener nooit rebelleerde, dat ik altijd zo’n rustige jongen was. Maar dat is niet helemaal waar. Ik rebelleerde door in het huis van mijn conservatieve vader teksten van Prince te zingen. Prince verzorgde de soundtrack in de jaren dat de klei waarvan ik gemaakt ben langzaam opdroogde. Hij verschafte mij de mogelijkheid een identiteit te vormen, dankzij zijn muziek maar vooral ook zijn songteksten vol erotiek, romantiek, vuige seks en spiritualiteit. Precies wat deze naar antwoorden zoekende en door hormonen aangestuurde tiener nodig had om zich staande te houden op de middelbare school. En in de tijden daarna trouwens.
Toen ik in Amerika woonde verzamelde ik alle cd’s van Prince en zijn bijprojecten die ik maar kon vinden. Het was mijn manier om de eenzaamheid te verdrijven en me te laten inspireren om door te gaan.
Ik ben nooit een Darling Nikki in mijn leven tegengekomen. Meisjes die in hotellobby’s masturberen komen – voor zover ik weet – alleen in de wereld van Prince en in porno voor. En dankzij Prince’s werk ook in mijn dagdromen.
Er was een tijd dat ik zo’n beetje 70% van de officieel uitgebrachte songteksten van Prince kon meezingen. Tegenwoordig zijn dat er iets minder. In de jaren nul verloor ik Prince uit het oor. De afgelopen jaren lette ik niet echt meer op het genie uit Minneapolis. En wat ik wel hoorde, leek een herhaling van noten.
Maar recent vond ik een oud concertkaartje terug en een las ik een prachtig boek over hoe Purple Rain tot stand kwam. Dankzij dat boek kwam ik weer net zo dicht bij Prince als de twee keren dat ik een concert van hem bijwoonde. Prince zat weer vaak in de cd-speler.
Over het wel of niet bestaan van God waren we het nooit eens. De vele verwijzingen naar een hogere macht negeerde ik zoveel mogelijk als ik naar zijn muziek luisterde. Als Prince zong ‘God is love’, dacht ik: love is voldoende. Love is goed.
Of: God is sex. En da’s nog beter.
Hoe dan ook: ik hoop voor hem dat hij gelijk had. Anders is het nu echt afgelopen voor Prince.
Met pretoogjes meld ik bij deze dat er een nieuwe Pulpman uit is. Dit tegendraadse, erotisch getinte stripblad is het geesteskind van Fred de Heij en wordt door hem samen met Ger van Wulften en Esther Gasseling van uitgeverij Xtra gemaakt.
Nummer 17 is extra dik en groot geworden en bevat onder andere een spoof op Bride of Frankenstein, een nieuw lang verhaal dat een vervolg is op De schuilplaats, Pulpman als detective in een zaak over kutselfies en een strip geschreven door Frits Jonker. Allemaal door De Heij getekend, dus dat is smullen. Maar we hebben er dan ook bijna twee jaar op moeten wachten, want de laatste Pulpman dateert alweer uit december 2013.
Reden voor een feestje dus besloot ik De Heij even te bellen.
Het heeft een tijdje geduurd voordat er weer een nieuwe Pulpman was. Waarom?
‘Absoluut. Op een gegeven moment had ik tegen Ger (van Wulften, red.) gezegd: volgens mij moet het anders. Hij moet dunner worden, vaker uitkomen en minder tekst bevatten en meer strips. Toen kwam Ger een paar weken later weer langs en vertelde wat hij had bedacht: Pulpman moest dikker worden, meer tekst bevatten en minder vaak uitkomen. Precies het tegenovergestelde van wat ik bedacht had dus. Ook goed natuurlijk. Inmiddels had Frits Jonker zich ook aangeboden en toen heeft Ger hem gevraagd om hoofdredacteur te worden. Dat is uiteindelijk op niks uitgelopen. Al die zaken hebben de nieuwe Pulpman vertraagd terwijl het werk allang klaar lag.’
Was jij het eens met Frits Jonker als hoofdredacteur? Ik dacht eerst dat het een grapje was toen ik er over las in de nieuwe Pulpman, maar dat is dus allemaal echt gebeurd?
‘Ja, dat is allemaal zo gebeurd. Kijk, als Frits zegt dat hij er een heel ander blad van wil maken, dan vind ik dat uitstekend. Maar Ger en Esther waren het daar toch niet mee eens. Alles wat we voor Pulpman doen is non-profit, dus ik vind als je tegen iemand zegt dat hij zijn gang mag gaan, dat je hem ook carte blanche moet geven. Als het dan helemaal niet wordt wat je ervan verwacht, geeft dat wat mij betreft niet. Dan maak ik gewoon een stripje om die flauwekul van Frits recht te trekken. Dat etherische gelul dat hakken we wel weer de pan in, denk ik dan. Maar Esther en Ger zagen die plannen van Frits toch niet zo zitten. Daardoor is de boel vertraagd.’
Eigenlijk is Pulpman jouw blad, dus ik vind het interessant dat je dan bereid bent de teugels aan iemand anders te geven om te zien wat dat oplevert.
‘Ja dat vond ik ook interessant. Maar ja, het is ook Gers blad en als uitgever heeft hij daar ook iets over te zeggen. Maar Frits z’n argument dat we die paar lezers die we hebben toch niet voor het hoofd kunnen stoten, is ook weer ijzersterk. Frits wilde meer diepgang, allemaal diepgang… (lacht).’
Het nieuwe nummer is qua formaat ook groter.
‘Ja, hij is een tikje groter. Ook wilde Ger hem ietsje anders hebben, daarom heb ik de cover dit keer niet geschilderd en is het een pentekening geworden. Kleine veranderingen die verder niemand opvalt. Nou ja, het formaat zal wel opvallen.’
Vind je het fijn dat hij iets groter is geworden?
‘Dat maakt mij niet uit.’
Wat wordt nu de frequentie? Wanneer komt de volgende?
‘Als we genoeg materiaal hebben. Ik heb alweer pagina’s gemaakt voor een volgende, dus we gaan rustig door, maar aan de ontstaansgeschiedenis van deze kun je wel aflezen dat er altijd iets kan gebeuren waardoor publicatie wordt uitgesteld. Ik doe daarom nooit uitspraken over wanneer de volgende komt.’
De stripBij Eva op schoot, een spoof op de talkshow van Eva Jinek, hoe kwam je daar op?
‘Ik vind satire leuk en de Mad bestaat niet meer, dus dacht ik dan maak ik zelf maar wat.’
En toen dacht je Eva Jinek is wel een lekker ding?
‘Nee dat dacht ik niet. Ik zat vorig jaar een keer bij vrienden te praten en toen ze ik dat die bank waar ze bij Jinek allemaal op zitten zo stom vond. Toen zei een vriendin van me: “Dat doet ze speciaal voor jou, want ze wil haar benen laten zien.” Toen dacht ik: “Daar heb ik een onderwerp voor mijn stripje!”
Ja, want je tekent Jinek heel sexy met een diep decolleté.
‘Dat kwam dus eigenlijk door die vriendin van me, door wat zij zei.’
Wie zie je als de doelgroep van Pulpman?
‘Mezelf.’
Er staat nu ook ‘100% Fred de Heij’ op de cover. Het is eigenlijk een Fred de Heij fanclub-blad door Fred de Heij.
‘Ja dat heb ik er niet opgezet. We hadden ook stripmateriaal van andere tekenaars, maar uiteindelijk hebben Ger en Esther besloten alleen pagina’s van mij te publiceren. Vandaar 100% Fred de Heij.’
Is dat vanaf nu ook de koers die jullie gaan varen of kan de volgende Pulpman weer helemaal anders zijn?
‘De volgende keer kan er maar één pagina van mij bij zitten. Dat vind ik juist het leuke: we hebben geen koers. Het mag allemaal ontsporen, wat mij betreft.’
Ik vond je satire opBride of Frankensteinerg grappig. Ik heb de Pulpman op Stripfestival Breda meegenomen en zat hem op weg naar huis in de trein te lezen. Maar dat is toch best lastig om in het openbaar een Pulpman te lezen.
‘Ja dat kan ik me voorstellen. Je wilt toch rekening houden met het andere publiek.’
Ja, er wordt toch hier en daar gepenetreerd op de strippagina’s.
‘Ja, ja, ik zou het ook niet in de trein lezen.’ (lacht)
Ik ben benieuwd hoe het verhaal Roca Verde verdergaat, dus ik hoop dat jullie een beetje opschieten.
‘Ik heb dat verhaal al helemaal uitgeschreven en daar ben ik dus al een heel stuk mee opgeschoten. In de volgende Pulpman stoppen we minstens een stuk of 45 pagina’s van die strip.’
Zit die term Graphic novel je trouwens nog steeds dwars omdat je in dit nummer Pulpman een cursus over de graphic novel laat geven en hij het nogal belachelijk maakt?
‘Het heeft me nooit echt dwarsgezeten. We waren toen op de Avond van de Graphic Novel bij de UvA. Ze hadden mij gevraagd om in het panel te zitten, maar daar had ik helemaal geen zin in. Dat werd toen Peter Breedveld dus dat was een veel betere keuze. Die heeft een mening en die uit hij ook graag. Dat heb ik helemaal niet. Graphic Novel zegt mij ook helemaal niks. Je probeert iets wat helemaal niks is, op te kloppen.’
Nou, je geeft je mening toch duidelijk via het personage Pulpman.
‘Absoluut. Laten we dan zeggen dat ik geen zin heb om in het openbaar te spreken.’
Goed. Ik ben blij dat er weer een nieuwe Pulpman in de winkels ligt en ik hoop dat het niet al te lang duurt voordat de volgende eraan komt. We wachten in spanning af.
Vrijdag in de namiddag stond ik in een drukke rij bij boekwinkel De Dolfijn op de Haarlemmerdijk. In mijn handen een boek over porno.
Beetje naïef van me om op 5 december een boek voor mezelf te gaan kopen als half Amsterdam nog Sinterklaasinkopen ging doen. Toch vind ik het belangrijk om mijn boeken zoveel mogelijk in een echte winkel en niet online te kopen omdat ik graag wil dat die kleine, fijne boekwinkel om de hoek blijft bestaan.
Gelukkig werd ik snel geholpen en kon ik thuis in De Lustfabriekbeginnen. De lustfabriek is geschreven door Robbert Ophorst, Marijn Schrijver en Roelof de Vries en gaat over 50 jaar Nederlandse porno-industrie. Ik was heel benieuwd hoe dat wereldje eigenlijk in elkaar steekt en dit zojuist verschenen journalistieke werkje geeft een goed overzicht. De makers beoogden met dit boek overigens geen standaardwerk, maar wilden ‘een vrolijk verhaal vol vaart schrijven, een jongensboek over een business met een randje.’ En dat is de drie heren goed gelukt.
DIY
In De Lustfabriek lezen we over pioniers als regisseur Willem van Batenburg die met Pruimenbloesem de eerste avondvullende Nederlandse pornofilm maakte. Over hoe de industrie begon bij bladen als Chick en Candy. Het is vooral een verhaal van pioniers en ondernemers, zoals Menno Buch en actrice Bobbi Eden, maar ook Willem de Ridder die beweert de uitvinder te zijn van de betaalde sekslijn, komt uitgebreid aan bod. Uiteraard is er ook aandacht voor Kim Holland, misschien wel Neerlands bekendste porno-actrice. Ik wist niet dat ze een ex-Jehova’s getuige was die in de porno terechtkwam doordat ze als amateur videotapes waarin ze masturbeert, verkocht aan particulieren. Ook had ik geen idee hoe goed Nederland het jarenlang heeft gedaan op het gebied van de porno-industrie en dat enkele internetondernemers schatrijk zijn geworden met hun webproject in deze bedrijfstak. Over DIY gesproken.
Hondenbaan
De journalisten interviewden veel mensen uit de porno-industrie. De meest opmerkelijke uitspraak komt van een Russische pornoactrice die aan dierenseks doet. Als producent en regisseur John Lisman, die zich gespecialiseerd heeft in dierenporno, aan haar vraagt of ze het niet erg vindt om te doen, antwoordt ze: ‘Nee hoor. Een hond is schoon, die wast zich tenminste. Daar hoef je bij Russische mannen niet mee aan te komen. Als die hun onderbroek uittrekken stinkt het naar stront en pis. Dan heb ik liever een hond.’
Opvallend hoe de Nederlandse politiek, en dan vooral natuurlijk de confessionele partijen, vaak een stokje probeerden te steken voor pornoconsumptie. Alsof je met ene verbod de behoefte bij de gebruikers ook maar meteen mee teniet doet.
De lustfabriek is een aanrader voor iedereen die iets wil opsteken van de geschiedenis van de Nederlandse porno-industrie. Ik las het boek (bijna) in één ruk uit.
Robbert Ophorst, Marijn Schrijver en Roelof de Vries. De Lustfabriek: 50 jaar Nederlandse porno-industrie. Business Contact.