Categorieën
Film

Fijne bioscoopervaringen

Een hele bioscoopzaal praktisch voor mijn mezelf hebben zoals laatst bij Universal, was een van de beste bioscoopervaringen die ik ooit had.

Noem me een egoïst, maar een lege zaal is toch heel fijn. Het is rustig kijken. Je wordt dan nergens meer door afgeleid.

Marisa Tomei stars as Aunt May in Columbia Pictures’ SPIDER-MAN™: HOMECOMING.

Overigens is die lege zaal geen vereiste. Een andere bioscoopervaring waar ik met plezier aan terugdenk, was de persvoorstelling van Clerks II, nu alweer 11 jaar geleden. Die was in de bovenzaal van Tuschinski. Een kleinere zaal dan beneden, maar dat maakte het nu juist weer net gezellig. Bovendien gedragen journalisten zich heel rustig tijdens persvoorstellingen dus dat is bijna altijd ontspannen kijken.

Uiteindelijk was het natuurlijk de film zelf die voor zo’n fijne ervaring zorgde. Het idee alleen al: na jaren opeens een nieuwe Clerks-film en ook nog een betere dan het origineel.

Ik ging dolblij naar huis en schreef een lovend stuk over deze film. Dat het een van de laatste goede films van Kevin Smith zou zijn, wist ik toen natuurlijk nog niet.

Een laatste ervaring die me te binnenschiet, was Donnie Darko in het Filmhuis van Hoorn. Ik was in een zeer sombere stemming, iets met een gebroken hart, en had zin in afleiding. De poster van Donnie Darko trok mijn aandacht. ‘Dark, Darker, Darko,’ was de slugline op de poster. Perfect passend bij mij stemming dus.

Juist omdat ik verder niets van deze film wist, was het een openbaring. Donnie Darko is nog steeds een heel goede film, maar die avond werd ik bijna letterlijk in de verhaalwereld gezogen en vergat ik mijn problemen even. Dat lukt tegenwoordig praktisch niet meer, dan je zonder voorkennis een film kunt gaan zien. Daarvoor moet je dan minstens een jaar offline zijn geweest.

Er zaten die avond in Hoorn overigens maar een paar andere mensen in de zaal. Slecht voor het Filmhuis, maar fijn voor mij.

En, welke fijne bioscoopervaringen kun jij je nog herinneren?

Categorieën
Film

Film A-Z: D

Zoals iedere liefhebber heb ik zo mijn favorieten. Het leek me tijd om deze met de wereld te delen. Dat doe ik in de vorm van een ABC die ik op vrijdagen publiceer. Vandaag komt de D aan bod.

The Dark Knight (Christopher Nolan, 2008)


Dit was wat mij betreft de beste film van het jaar 2008 en een van de meest meeslepende Batman-films die ik ooit zag. Christopher Nolan heeft met zijn tweede Batman-film een cinematografische opera gemaakt: bombastisch, gewelddadig, met een adembenemende vaart. RIP Heath Ledger die een fantastische, grimmige Joker neerzette. The Dark Knight deed mijn fanboy hart sneller kloppen. Ik schreef er indertijd deze recensie over.

(500) Days of Summer (Marc Webb, 2009)


Een recente film die veel indruk op me maakte en die ik in de nabije toekomst zeker weer een keer zal zien. Tom (Joseph Gordon-Levitt) is het heilige geloof in het bestaan van de Ware nooit ontgroeid, Summer (Zooey Deschanel) vindt dat allemaal maar onzin en zit helemaal niet te wachten op een relatie. Toch krijgen ze ‘iets’ met elkaar en terwijl Tom hier een serieuze relatie in ziet, is Summer zich vooral aan het vermaken. Dat kan natuurlijk nooit goed aflopen, toch?

Toegegeven, bovenstaande samenvatting riekt naar een doorsnee romantische comedy, maar (500) Days of Summer stijgt mijlenhoog boven dit ingeslapen genre uit. De film snijdt een interessant aspect van liefdesrelaties aan: hoe herinneren we ons het verloop van de zojuist gestrande romance? Welk beeld koesteren we van onze ex-geliefde? Regisseur Marc Webb maakte een heerlijke, verfrissende film over de liefde. Ik beschouw (500) Days of Summer dan ook als een liefdesfilm voor mannen die in het rijtje thuishoort waar mijn favoriete films High Fidelity (Stephen Frears, 2000), Almost Famous (Cameron Crowe, 2000) en Chasing Amy (Kevin Smith, 1997) ook in staan. Chasing Amy stond overigens niet bij de C de vorige keer, na lang wikken en wegen viel deze film buiten de lijst, al koester ik Smiths meest persoonlijke film nog steeds.

(Het kan overigens zijn dat deze titel eigenlijk de A voor had moeten gaan in verband met het nummer Fivehundred. Nou ja, hij moest in ieder geval een keer in de lijst genoemd worden. )

Die Hard (John McTiernan, 1988)
Die Hard, nee echt? Jazeker! Die Hard zette een nieuwe, hoge standaard voor het actiegenre. Bruce Willis zette met zijn John McClane een menselijke held neer die ook zijn breekbare kanten had. Daarmee kwam een einde aan de eendimensionale helden van Stallone en Schwarzenegger. Niet dat die weg waren vanaf nu, maar in ieder geval had de kwaliteitsactiefilm een boeiend alternatief voor hen. En Alan Rickman speelde een van de beste schurken van de jaren tachtig.

Donnie Darko (Richard Kelly, 2001)
Het was op een verloren maandagavond in het najaar van 2002 dat ik het plaatselijke filmhuis binnenstapte. De film van de avond was Donnie Darko. Ik had er niets over gehoord, maar de tagline van de poster sprak me erg aan: ‘Dark, Darker, Darko’.

Ik kon toen nog niet vermoeden dat de film die ik ging zien een levensveranderende ervaring zou zijn. Vanaf het moment dat Donnie met zijn fiets de heuvels afreed en de soundtrack ‘The Killing Moon’ van Echo and the Bunnymen de speakers uitkwam, werd ik in de bizarre wereld van regisseur en schrijver Richard Kelly gezogen. Tijdsparadoxen, een man in een konijnenpak, jeugdige rebellie tegen bekrompen christelijke autoriteiten en ontluikende liefde. Een kleine twee uur laten liep ik vol vragen maar met prikkelende energie de zaal uit.


Donnie Darko is zo’n film die je een paar keer moet zien en bij iedere kijkbeurt boeiender wordt omdat je steeds méér ziet. Richard Kelly moest wel een geniaal filmmaker zijn dat hij dit paradoxale verhaal kon bedenken en op deze verpletterende wijze wist te visualiseren. Een bijzonder debuut met een fantastische cast. Jake Gyllenhaal was een ware ontdekking, Patrick Swayze, die kwijlebal die door de generatie van mijn moeder was verheven tot sekssymbool, bleek wonderwel zelfspot te hebben, en veel bandjes uit de jaren tachtig bleken zo slecht nog niet te zijn.

D van Duivel
Een paar films die dit overzicht (net) niet haalden zijn The Devil’s Advocate (Taylor Hackford, 1997) en Do the Right Thing (Spike Lee, 1989). Al Pacino was heel goed als de duivel in The Devil’s Advocate en zelfs Keanu Reeves was een keer te pruimen, omdat zijn houtenklaasacteerstijl perfect paste bij het personage dat hij moest spelen. Daarbij zou ik deze film ook niet als klassieker willen bestempelen. Ik heb ook niet meer de neiging om deze film snel op te zetten nu ik hem al een paar keer heb gezien. En dat is een van de voorwaarden van dit Film ABC.

Do The Right Thing is een typische Spike Lee film over racisme in Amerika. Indertijd indrukwekkend, maar Lee heeft in zijn latere films een bombastisch zeurtoontje aangenomen dat ik bij voorbaat geen zin meer heb om te kijken als er weer een nieuwe film van hem uitkomt. Dieptepunt was toch wel Bamboozled uit 2000. De film 25th Hour uitgezonderd overigens, die film was voor Lee’s doen opvallend subtiel.

En ik zat nog te twijfelen over Dracula uit 1931. Bela Lugosi is de oer-filmdracula wat mij betreft, maar het is niet de mooiste verfilming van Bram Stoker’s roman. Daarom niet onder de D dit keer, maar hij komt vast nog wel een keer langs als ik Dracula-verfilmingen ga behandelen.

Volgende week vrijdag gaan we verder met de E.
Net zoals bij de vorige afleveringen zie ik graag jullie reacties tegemoet. Schroom niet om onder deze post je eigen favoriete films toe te voegen die met een D- beginnen en antwoord te geven op deze vraag: Welke films van mijn rijtje heb je gezien en wat vond je van ze?

Categorieën
Film Filmrecensie

Filmrecensie: The Box

The Box van Richard Kelly bevat een vergezocht plot maar een prachtig tijdsbeeld. Een mysterieuze houten doos met daarin enkel een rode knop wordt bezorgd door de raadselachtige Arlington Steward in het huis van het gezin Lewis (Cameron Diaz & James Marsden). De deal die hij aan hen voorlegt liegt er niet om: als ze op de rode knop drukken krijgen ze 1 miljoen dollar, maar dan zal er ook iemand die ze niet kennen sterven. Het is een simpel maar fascinerend gegeven. Wat zal het stel doen en wat voor consequenties heeft de keuze die ze maken? Wie overtuigt de ander om de knop in te drukken? En vooral: kunnen ze leven met de uiteindelijke beslissing?
Als dramatisch gegeven is dit goud in de juiste handen. Maar regisseur Richard Kelly levert op zijn best slechts chroom af met The Box. In plaats van dat hij dit gegeven maximaal uitbuit en een psychologisch verhaal vertelt, gooit Kelly het over een andere boeg. Hij giet het verhaal in het stramien van een kat-en-muispel en concentreert zich op het onthullen van wie Mr. Steward is, voor wie hij werkt en wat het doel van het experiment is. In tegenstelling tot in Donnie Darko, het spetterende debuut uit 2001 waarmee Kelly naam maakte, kiest hij ervoor het mysterie te onthullen. Vanaf dat moment vervliegt de geloofwaardigheid van het filmverhaal als lucht uit een lekke ballon. Het resultaat is een slappe, ongeloofwaardige scifi thriller. Kelly baseerde zijn script op het korte verhaal ‘Button, button’ van Richard Matheson. Dit verhaal vormde eerder de basis van een aflevering van de tv-serie The Twilight Zone. Kelly liet in een interview weten dat hij met dit relaas de gemakzuchtige maatschappij van nu wil becommentariëren:

‘What fascinates me is the complexity of the instant-gratification, push-button society we live in today, with our handheld devices, TV remotes, computers, and all the ways in which we effortlessly solve our problems or meet our needs, large and small. We toss off messages without much thought to the consequences or ramifications. It was a little different 30 years ago, when the story is set, and that’s one of the reasons why I wanted to keep it in the 1970s, when the story was first published. Pushing a
button was a more deliberate act back then. For Norma and Arthur, it could
be the most deliberate act of their lives.’

That 70s show
Een andere reden om de film in 1976 te situeren is om de plot te verbinden met het Viking project, waarmee de NASA voor het eerst apparatuur op Mars liet landen om metingen te verrichten. Net als in de film Donnie Darko die speelde in midden jaren tachtig, is Kelly erin geslaagd om een overtuigend tijdsbeeld te creëren. The Box werd deels op locatie op de Langley NASA-basis in Richmond, Virginia opgenomen. Die omgeving ziet er grotendeels nog hetzelfde uit. Kelly huurde meerdere adviseurs in, waaronder een oud-lid van het Viking-team om een zo’n kloppend mogelijk beeld te schetsen. De art-direction doet dan ook authentiek aan, inclusief het afzichtelijke behang vol drukke patronen dat men in die tijd aan de muur durfde te plakken. De filmbeelden werden digitaal bewerkt om de look te krijgen van hoe films in de jaren zeventig werden gedraaid. Er werd toen met bepaalde filters en diffuus licht gedraaid, wat een beeld oplevert vol zachte tinten. Visueel is The Box daardoor een feest van herkenning voor een ieder die is opgegroeid met Amerikaanse televisieseries uit die tijd.Een andere reden om de film te gaan zien is het verfijnde acteerwerk van Frank Langella die een levensechte Arlington Steward neerzet. Een groot contrast met Cameron Diaz die denkt serieus te acteren door vooral een zorgelijk gezicht te trekken.De belofte van de jonge geniale regisseur die Kelly leek te zijn door Donnie Darko heeft de regisseur wat mij betreft niet ingelost. Het rommelige Southland Tales, dat ook een pamflet moest zijn tegen de maatschappelijke koers die Amerika vaart (overconsumptie, oorlogvoering, de regering die het volk nauwlettend in de gaten houdt, het onderdrukken van vrije wil en seksuele exploratie en de koortsachtige zoektocht naar alternatieve energiebronnen) viel ook erg tegen. In narratief opzicht kent The Box al meer coherentie, maar is in vergelijking tot Kelly’s eerste film allesbehalve een meesterwerk. Is Kelly dan toch een one-hit wonder?The Box draait vanaf 4 februari in de bioscoop.Lees ook: Van Donnie Darko, naar Southland Tales tot the Box.

Categorieën
Strips

Marq denkt door: Een interview met Marq van Broekhoven

‘Als het echt ijdelheid was geweest dan had ik mezelf wel beter getekend.’ Stripmaker Marq van Broekhoven denkt wat af. In het tweede album Marq Denkt verstript hij wederom overpeinzingen en jeugdherinneringen. Autobiografische strips, zijn ze pure ijdelheid of levert al dat navelstaren nog leuke verhaaltjes op?

Van Broekhoven is bij het grote publiek vooral bekend door zijn strip Peer de Plintkabouter. De strookjesstrip over de obstinate stripkabouter stond voorheen onder andere in de gratis krant Metro, totdat er te veel boze brieven bij de redactie binnenkwamen. Ook verscheen Peer een jaar in De Telegraaf en in stripalbums. Ander werk van Van Broekhoven, met Anton Damen als co-auteur, is de stripreeks over Fritz Pitz en het horrorsprookje Bubbels. De verhalen van Marq Denkt zijn echter van een heel ander slag. Het zijn persoonlijke relazen.

Marq Denkt gaat over een jeugdherinnering of wat me op dat moment bezighoudt,’ vertelt de tekenaar en basisschooldocent. Waar denkt Van Broekhoven dan zoal aan? In het tweede album denkt hij aan een oud filmproject over moordlustige toiletpotten, het maken van een dagboekstrip, zijn gezin, aan de monsters waar hij als kind bang voor was en hoe lastig het is om “nee” te verkopen aan vertegenwoordigers. Het einde is nog lang niet in zicht: ‘Ik heb een hele waslijst aan onderwerpen. Die lijst groeit sneller dan ik die kan verstrippen.’ Van Broekhoven heeft een voorkeur voor het verhalen van jeugdherinneringen: ‘Het leukste eraan is dat als je eenmaal begint, er weer van alles bovenkomt. Ik moet wel oppassen dat de verhalen niet alle kanten op meanderen.’

IJdel duurt het langst
Autobiografische en dagboekstrips zijn – net als de meeste weblogs overigens – natuurlijk pure ijdelheid, toch? ‘In mijn geval zeker. Ik vind mezelf interessant genoeg om een strip over te maken,’ bekent Van Broekhoven. ‘Maar ik geef ook een draai aan die ijdelheid, want de strip bevat genoeg zelfspot. Als het écht ijdelheid was geweest dan had ik mezelf wel beter getekend.’Zoals we van autobiografische strips mogen verwachten, zijn de verhalen in Marq Denkt verankerd in de werkelijkheid; ze behandelen vaak herkenbare situaties. Wat de strips van Van Broekhoven onderscheidt van andere dagboekstrippers is zijn unieke blik op de wereld. Het zijn vooral zijn gevoel voor humor en Van Broekhovens sarcastische visie die de verhalen op een hoger plan tillen en de moeite waard maken.

Mislukkingen
Van Broekhoven zet zichzelf graag neer als antiheld. Veel van de verhalen gaan over zijn mislukkingen en de pech die hij op zijn levenspad aantreft. Zo wordt hij in een van de verhalen uit Marq Denkt # 2 pas door de redactie van stripmagazine Myx gevraagd een dagboekstrip te maken als de “echte tekenaar niet kan”. Omdat Van Broekhoven de opdracht wereldkundig heeft gemaakt, is iedereen op zijn hoede. Er gebeurt daardoor niets noemenswaardig om te verstrippen.

Ook het filmproject Obstipation, dat verhaal over die moordlustige toiletpotten, werd nooit afgemaakt. En als de tekenaar wordt gevraagd als sneltekenaar bij een stripquiz tijdens het evenement Strips in Stereo, vallen weken voorbereiding in het water doordat hij ziek wordt. Al deze verhalen gaan dus over wat had kunnen zijn, maar door een speling van het lot nooit is gebeurd.Astrale koorden
In een van de overpeinzingen in het tweede album stelt Van Broekhoven zich erg kwetsbaar op. In ‘Marq Denkt niet normaal meer’ beschrijft hij het moment waarop hij opeens vreemde “darmvormige tentakels” uit de kruinen van zijn collega’s zag komen. Deze worden ook wel astrale koorden genoemd en zijn verschillend van kleur. Van Broekhoven zag de koorden als een soort wegwijzers. ‘Ik begon zelf te interpreteren wat de kleuren zouden betekenen.’ In de strip meent hij te kunnen zien wanneer een jongen en meisje soulmates zijn. Ook wijst hij een sollicitante af omdat haar koord er troebel uit ziet. In de film Donnie Darko (Richard Kelly, 2001) ziet de hoofdpersoon de astrale koorden ook. Van Broekhoven refereert aan deze filmscène in zijn strip, maar benadrukt dat hij de koorden zag voordat hij ooit van de film had gehoord.Uiteindelijk raakte Van Broekhoven overspannen van de astrale koorden en zat een halfjaar thuis.De stripmaker heeft er geen moeite mee om dat soort privé-gebeurtenissen publiekelijk te maken. Saillant detail is dat niemand in zijn directe omgeving een opmerking durfde te maken over deze strip. ‘Dat viel me wat tegen. Ik heb de astrale koorden daarom ook getekend op het omslag. Ik wilde het verhaal uitlichten en iets mysterieus op de cover hebben.’

Niets dan de waarheid?
Van Broekhoven zweert dat alle verhaaltjes werkelijk zijn gebeurd. ‘Maar ik dik het hier en daar wel een beetje aan natuurlijk.’ Dat niet alleen, de stripmaker schijnt ook niet zo’n best geheugen te hebben. ‘Dat wordt wel eens in mijn omgeving gezegd,’ bekent hij met brede grijns. ‘Ik maak de strip zoals ik me de voorvallen herinner, dus daar kunnen best foutjes in zitten. Ik herinner me dingen vaak mooier of interessanter dan dat ze werkelijk waren.’Dichterlijke vrijheid komt in de beste autobiografische strips voor. De toch vaak saaie werkelijkheid moet immers een onderhoudend verhaal opleveren. Net als de verhaaltjes, is de vrije, krasserige tekenstijl die Van Broekhoven voor Marq Denkt gebruikt (en waar je van houdt of niet) een constructie. De stijl suggereert dat de tekenaar alles spontaan op papier heeft gekwakt, maar in werkelijkheid schets hij de tekeningen in grote lijnen eerst in potlood. ‘Het is een beetje een fake stijltje,’ geeft hij toe. ‘Ik ga over rechte lijnen nog eens krassen om de lijn zoekend te maken.’Gevraagd naar welk publiek hij voor ogen heeft voor Marq Denkt, antwoordt Van Broekhoven de verhaaltjes vooral voor zichzelf te maken: ‘Ik ga ervan uit dat het plezier dat ik er zelf van heb, is af te lezen aan de strip en dat anderen er daardoor ook plezier aan beleven.’ De lezer zij overigens wel gewaarschuwd, want een groot deel van de verhalen refereert aan films of speelt zich af in de Nederlandse stripwereld. Ook het maken van strips is een veelvoorkomend thema. Deze verhalen zullen vooral de lezers boeien die daarin geïnteresseerd zijn.Hoewel Van Broekhoven het tekenen van Marq Denkt leuker vindt dan het maken van strookjesstrips, heeft hij ook de ambitie om van de Plintkabouter een lang verhaal van 44 pagina’s te maken: ‘Uiteindelijk ben ik toch vooral een verhalenverteller, geen grappenmaker.’

Van Broekhoven, Marq. Marq Denkt #2
Uitgeverij Silvester
ISBN: 978-90-5885-328-8

Dit interview verscheen ook op EeuwigWeekend.nl.

Categorieën
Film Filmrecensie

Van Donnie Darko naar Southland Tales tot The Box

Is Richard Kelly slechts een one-hit wonder?Het was op een verloren maandagavond in het najaar van 2002 dat ik het plaatselijke filmhuis binnenstapte. De film van de avond was Donnie Darko. Ik had er niets over gehoord, maar de tagline van de poster sprak me erg aan: ‘Dark, Darker, Darko’.Ik kon toen nog niet vermoeden dat de film die ik ging zien een levensveranderende ervaring zou zijn. Vanaf het moment dat Donnie met zijn fiets de heuvels afreed en de soundtrack ‘The Killing Moon’ van Echo and the Bunnymen de speakers uitkwam, werd ik in de bizarre wereld van regisseur en schrijver Richard Kelly gezogen. Tijdsparadoxen, een man in een konijnenpak, jeugdige rebellie tegen bekrompen christelijke autoriteiten en ontluikende liefde. Een kleine twee uur laten liep ik vol vragen maar met prikkelende energie de zaal uit. Openbaring
Donnie Darko is zo’n film die je een paar keer moet zien en bij iedere kijkbeurt boeiender wordt omdat je steeds méér ziet. Richard Kelly moest wel een geniaal filmmaker zijn dat hij dit paradoxale verhaal kon bedenken en op deze verpletterende wijze wist te visualiseren. Een bijzonder debuut met een fantastische cast. Jake Gyllenhaal was een ware ontdekking, Patrick Swayze, die kwijlebal die door de generatie van mijn moeder was verheven tot sekssymbool, bleek wonderwel zelfspot te hebben, en veel bandjes uit de jaren tachtig bleken zo slecht nog niet te zijn. Southland Tales
Het was jaren wachten tot Richard Kelly zijn tweede film zou afleveren. Verwachtingen waren hooggespannen, het cliché schrijft voor dat een film daarom alleen maar kan tegenvallen. De recensies over Southland Tales waren dan ook niet lovend. En terecht.Wie vaak de bioscoop bezoekt heeft de wereld al een paar zien vergaan. Richard Kelly’s The Southland Tales speelt zich af in de nadagen van de Derde Wereldoorlog. Deze begon met een atoombom in Texas. Hoewel we in de film de wereld niet echt zien vergaan, verhaalt Soutland Tales de laatste drie dagen van de aarde en de rol die Boxer Santaros (een rol van de non-acteur Dwayne ‘The Rock’ Johnson) in het einde der tijden speelt. Te veel commentaar
Met Southland Tales geeft Kelly commentaar op de koers die Amerika vaart en hoe de wereld er in de nabije toekomst uit zou kunnen zien als we deze koers blijven volgen. Overconsumptie, oorlogvoering, de regering die iedere actie en gedachten van het volk in de gaten houdt, het onderdrukken van vrije wil en seksuele exploratie en de koortsachtige zoektocht naar alternatieve energiebronnen. Relevante thema’s, verpakt in een nagenoeg onnavolgbaar verhaal. De acteurs in de ‘making of’ geven zelf toe dat ze weinig snapten van de plot, maar dat de scènes los van elkaar wel logisch leken zolang Kelly het maar aan ze uitlegde. Nagenoeg onnavolgbaar was Donnie Darko natuurlijk ook, alleen had je bij die film het instinctieve gevoel dat het achterliggende verhaal wél klopte – ook al kon je het hoe en waarom niet precies uitleggen. Donnie Darko was een mysterie. Iedere keer als je de film keek, vielen er nieuwe puzzelstukjes op hun plek. De film werd bij iedere vertoning een rijkere ervaring. (In de Director’s Cut uit 2005 wordt overigens veel van de tijdparadox uitgelegd.) Wie weet wordt Southland Tales beter als je hem vaker kijkt. Maar eerlijk gezegd weet ik niet of ik überhaupt nog eens zin heb om de janboel die Southland Tales is nog eens te bekijken. IJscowagentje
Ook al zitten er elementen in de film die erg goed gevonden zijn en de lachspieren stimuleren. Sarah Michelle Gellar speelt een pornosterretje met een reality-tv talkshow. Kevin Smith heeft een kleine rol als techno-orakel, compleet met witte baard en hoofdkwartier. Christopher (Highlander) Lambert verkoopt oorlogstuig vanuit zijn ijscowagentje. En in Venice Beach, waar The Doors gevormd werden en de fitnessrage oorspronkelijk vandaan komt, schuilt de neomarxistische splintergroep die zich verzet tegen UsIdent – het Amerikaanse equivalent van Big Brother (de Orwelliaanse versie, niet dat tv-programma van John de Mol). Visueel is de film erg mooi, met prachtig geschoten plaatjes van een atoomontploffing en een kleurrijke, eclectische art-direction die lijkt te zijn samengesteld uit spullen afkomstig uit tweedehands winkeltjes die nog geopend moeten worden. Te pretentieus
Toch kan ik het gevoel niet van me afschudden dat Kelly zich flink vertild heeft aan dit project. Hij wilde vooral een comedy maken, maar mixt ook musicalelementen door de satire, en voert als hoofdingrediënt een dosis sci-fi toe. De film wordt nergens meer dan de som der delen, eerder minder. Zelfs de kortere versie die op dvd verscheen is moeilijk uit te zitten. (In 2007 moest het publiek drie uur doorbijten tijdens een vroege presentatie van Southland Tales op het festival van Cannes.)De belangrijkste vraag die na het kijken van Southland Tales rest is of Richard Kelly een one-hit wonder is. Was Donnie Darko een gelukkige samenvoeging van de juiste ingrediënten? Had Richard Kelly maar één boeiende film in zich? Het antwoord zal gegeven worden met de derde flick van deze filmmaker, een horrorfilm met de illustere titel The Box. Deze zal zijn carrière maken of breken.The Box
The Box wordt op dit moment gemonteerd en komt waarschijnlijk in maart 2009 uit. In The Box krijgt een echtpaar op zekere dag een vreemde doos aangereikt. Bij het openen ervan krijgen ze een miljoen dollar. Tegelijkertijd zal er iemand die ze niet kennen sterven. Kelly baseerde het verhaal op een kort verhaal van Richard Matheson. De hoofdrollen worden gespeeld door James Marsden en Cameron Diaz. Ik ben in ieder geval erg benieuwd naar de film en wil graag geloven dat Southland Tales een foutje was. Hollywood kan namelijk wel frisse, creatieve en afwijkende geesten gebruiken. We willen meer intrigerende films die met kop en schouders boven de brei van popcornvermaak uitsteken. En mocht Richard Kelly dan toch een eendagsvlieg zijn…. Ach, dan kunnen we ons altijd troosten met de gedachte dat Donnie Darko een heel bijzondere film is. Meer mag je misschien ook niet van een eigenzinnige filmmaker verlangen.