Al tien jaar het Marvel Cinematic Universe. Man, wat een rit!
En dat laatste geldt ook voor Avengers: Infinity War, de allernieuwste aflevering in deze serie superheldenfilms. Het is de perfecte pay-off van de verhaalelementen die in de vorige films zijn opgebouwd en ik vind Infinity War dan ook fantastisch. Alleen jammer dat dit de eerste van twee delen is. Om te weten hoe het allemaal afloopt, moeten we tot volgend jaar wachten!
In dat opzicht is Infinity War een beetje The Empire Strikes Back van de superheldenfilms. Hieronder een spoiler-vrije bespreking.
Badass Thanos
Bijna alle superhelden die we hebben leren kennen in de afgelopen tien jaar komen in dit epos voorbij en de meeste ervan hebben een belangrijke taak in de film. De helden nemen het op tegen de machtige Thanos die alle zes de infinity stones wil bemachtigen. Met deze eeuwigheidsstenen wordt de titaan oppermachtig en kan hij zijn snode plan uitvoeren. Thanos wil namelijk de helft van al het leven in het universum doden.
Zijn motieven hiervoor zijn eigenlijk bijna nobel te noemen, want grondstoffen en voedsel zijn eindig. Door de populatie te halveren hebben de overblijvers een goede kans op overleven en hoeft niemand meer honger te lijden. Omdat de slachtoffers willekeurig gekozen worden, beslist het lot dus wie overleeft en wie niet.
Goede bedoelingen
Het is een kleine stap om dit plan alleen op de situatie op aarde te betrekken, want laten we eerlijk zijn: een van de grootste problemen waar onze thuisplaneet aan lijdt is een overdosis mensen.
Er zit dus een zekere logica achter dit idee. Uiteraard is het plan van Thanos niet humaan te noemen en de Marvel-helden doen er dan ook alles aan om de schurk tegen te houden. De strijd gaat niet gepaard zonder de nodige slachtoffers. Ook Thanos moet persoonlijke offers brengen.
Dit alles maakt Thanos een van de boeiendste schurken van het MCU – en hij wordt fantastisch vertolkt door Josh Brolin. Hij weet van Thanos zelfs een schurk te maken waar je sympathie voor voelt.
Duister Avengers: Infinity War is vanwege het onderwerp vaak behoorlijk duister, toch weten regisseurs Anthony en Joe Russo de film behoorlijke vaart te geven met goede actiesequenties en de zwaarte af te wisselen met goed getimede grappen en luchtigheid. Het is onwijs knap hoe ze al de verschillende elementen en personages in balans weten te houden, en de actie genoeg menselijkheid mee te geven zodat je je als kijker betrokken voelt bij het digitale spektakel.
Net als in de vorige Avengers-films krijgt bijna iedere superheld zijn of haar moment om te stralen. En omdat we sommige personages in de vorige film al goed hebben leren kennen, voel je ook echt iets als hen iets ernstigs overkomt. Wat dat betreft doet deze film de beste Marvel Comics eer aan. Als Marvelliefhebber heb ik me geen moment verveeld in de 2 1/2 uur dat de film duurt. Ik heb van iedere seconde genoten.
Misschien dat kijkers die de vorige Marvel-films niet hebben gezien, een andere filmervaring hebben. Het kan geen kwaad om ze allemaal gezien te hebben, want dan is de pay-off met Infinity War het rijkst.
Ik hou mijn tekst nu een beetje oppervlakkig, omdat ik niets wil spoilen. In de volgende aflevering van Geeky Dingen ga ik dieper in op Infinity War. Voor nu is mijn boodschap: hou je van goede superheldenfilms, ga dan Infinity War kijken.
Spider-Man: Homecoming biedt een frisse kijk op de bekende stripheld. De filmversie wijkt behoorlijk af van de strips, maar wie daar overheen stapt, kan goed genieten van deze goedgemaakte actie-comedy.
Stiekem heb ik altijd gewenst ooit helemaal alleen in de bioscoopzaal te kunnen zitten om ten volle van een film te kunnen genieten. Zonder telefonerende en schreeuwende eikels. Zonder kauwgeluiden en ander afleidend ongemak. Donderdag 29 juni kwam die wens uit. En ook nog eens bij de nieuwste Spider-Man-film.
Op uitnodiging van NBC Universal mocht ik Spider-Man: Homecoming alvast bekijken omdat ik misschien bij een radioprogramma erover mag vertellen. Een van de perks van het schrijven van een boek over Spidey. Donderdag was er geen persvoorstelling, maar een moment waarop de operateur de film proefdraaide om te controleren of de ondertiteling helemaal in orde was. Ik zat dus nagenoeg alleen in de zaal. Heerlijk kijken was dat.
Spider-Man: Homecomingvan regisseur Jon Watts is natuurlijk de nieuwste poging om een franchise op te starten rondom de leukste superheld ooit bedacht. De trilogie van Sam Raimi bevatte in ieder geval twee heel goede delen. De twee films met Andrew Garfield waren duidelijk minder. Homecoming zou best eens het begin kunnen zijn van een langdurende filmreeks, want het is een zeer geslaagde actie-comedy geworden.
Het verhaal in een notendop:
Na zijn ontmoeting met de Avengers in Captain America: Civil Warkeert Peter Parker (Tom Holland) onder begeleiding van zijn nieuwe mentor Tony Stark (Robert Downey Jr.) terug naar huis, waar hij woont bij zijn tante May (Marisa Tomei). Peter probeert zijn dagelijkse leven weer op te pakken, terwijl hij ervan droomt om met de Avengers samen te werken en de wereld te redden. De Vulture (Michael Keaton) gebruikt buitenaardse technologie om de onderwereld van nieuwe wapens te voorzien. Spider-Man probeert dit tegen te houden, maar heeft nog een hoop te leren voordat hij dit soort gevaar een halt toe kan roepen. Ondertussen belt Tony Stark maar niet om hem uit te nodigen voor een nieuwe missie.
Eigentijds
De filmmakers van Spider-Man: Homecoming hebben niet geprobeerd om een zo getrouw mogelijke adaptatie van de Spider-Man-strip van Stan Lee en Steve Ditko te maken. Ergens is dat wel slim, want die hebben we al gezien dankzij Sam Raimi. Homecoming laat zien hoe Spider-Man eruit ziet als hij in de huidige tijd was bedacht en niet in 1962.
De filmmakers zijn mijns inziens goed geslaagd in het overbrengen van hoe een tiener van nu het krijgen van superkrachten zou ervaren. Peter Parker maakt er, zoals je je kunt voorstellen, vaak nogal een potje van. Pure onervarenheid. En hoewel hij van Tony Stark een geavanceerd kostuum krijgt, vergeet Mr. Iron Man er ook een training bij te geven.
Het verhaal is een waar ‘coming of age van een superheld’-verhaal. Peter Parker moet langzaam in zijn rol als Spider-Man groeien. Daar ligt de focus op en minder op Michael Keatons interpretatie van de Vulture – ook al is het verfrissend dat de film met de origin van de schurk begint. Eigenlijk is het een superheldenfilm met een vleugje John Hughes. Vooral het tweede deel van Homecoming voelt aan als een highschool-film.
Diversiteit, jonguh
Het eigentijdse karakter van de film zien we ook terug in de cast: men heeft duidelijk rekening gehouden met de wens een meer diverse cast in films te zien. Dat juich ik uiteraard toe, al vind ik het altijd gek als blanke strippersonages opeens door een andere etniciteit worden gespeeld. Ik zie dan liever dat ze gewoon nieuwe personages bedenken.
Ned is Peters beste vriend en wordt gespeeld door de Filipijnse Jacob Batalon. Zijn rol in het verhaal is die van komische sidekick. Hij lijkt helemaal niet op Ned Leeds uit de strips, die nooit Peters schoolgenoot was. Waarom dan toch de naam Ned geven, vraag ik me dan af. Hetzelfde geldt voor andere castleden. Eigenlijk lijken de filmmakers alleen de namen gebruikt te hebben van de personages en verder hebben ze deze naar eigen inzicht ingevuld.
Het mooiste voorbeeld hiervan is Tante May, gespeeld door de wonderschone Marissa Tomei. Zij is een jongere, meer bijdetijdse May dan we eerder zagen.
Het is alsof de makers enkele bouwstenen van het Spider-Man universum hebben gebruikt en de rest erbij hebben verzonnen om zo tot een nieuw paleisje te komen.
Ergens snap ik dat wel, want deze incarnatie van Spidey moet goed passen in het Marvel Cinematic Universe, vandaar dat Tony Stark als een soort surrogaatvader wordt opgevoerd. Oom Ben wordt bijvoorbeeld nergens in de film genoemd. Hoe Peter zijn krachten kreeg, slechts terloops. Dat laatste is prima, want hoe Peter Spider-Man wordt, dat weten we nu wel. Peter probeert aan Stark te bewijzen dat hij klaar is voor het grote werk, zodat hij ook bij de Avengers kan aansluiten. Het is duidelijk dat hij behoefte heeft aan een vaderfiguur in zijn leven, maar waarom wordt nergens expliciet vermeld.
Hoog spel
De beste actiescène komt halverwege de film, als Spider-Man op het Washington Monument moet klimmen – je weet wel, die enorme stenen naald – om zijn vrienden uit een crashende lift te redden. Er staat hier echt veel op het spel omdat Spider-Man nog geen volgroeide superheld is. Zoals zo vaak in superheldenfilms, is het gevecht met de Vulture aan het einde van de film, overdadig en chaotisch.
Kortom, de Spider-Man in Spider-Man: Homecoming is nietMijn vriend Spider-Man, de held die ik ken uit de strips, maar wel een heel erg interessante held. Homecoming is een leuke introductie voor mensen die Spider-Man niet kennen van de eerdere films of de oorspronkelijke comics. En de liefhebbers van de strip die door de vingers willen zien dat dit een heel vrije adaptatie is van Spider-Man, kunnen genieten van een erg grappige, actierijke superheldenfilm.
Let op: er zitten twee scènes in de aftiteling, waarvan eentje helemaal aan het einde.
SPIDER-MAN: HOMECOMING draait vanaf 5 juli in de bioscoop, in 3D en IMAX 3D. #SpiderManHomecoming
Captain America: Civil War is de nieuwste aflevering in de serie superheldenfilms van Marvel. En potverdorie: wat is het een goede blockbuster!
In Avengers: Age of Ultron vielen al behoorlijk wat onschuldige slachtoffers in Sokovia toen de superhelden het tegen Ultron opnamen. Als aan het begin van Captain America: Civil War (geregisseerd door Anthony en Joe Russo) wederom veel schade is gemaakt en er doden zijn gevallen als The Avengers superschurken bestrijden, wil de Amerikaanse overheid de superhelden aan banden leggen. The Avengers moeten gecontroleerd kunnen worden, komen in dienst van de overheid en mogen vanaf nu alleen nog maar op pad als ze daar toestemming voor hebben. Tony Stark (Robert Downey Jr.) vindt het goed dat er grenzen worden gesteld aan de helden, want ‘If we can’t accept limitations, we’re no better than the bad guys.’ Captain America (Chris Evans), denkt daar echter heel anders over. Het begin van een tweedeling van the Avengers en een klopjacht op iedere held die tegen deze nieuwe wet is.
Eigenlijk wil ik het nooit meer over Batman v Superman hebben die vorige maand uitkwam, maar omdat deze thematisch verwant is aan Captain America: Civil War, is het toch handig om deze twee films met elkaar te vergelijken. Het verschil tussen hen is er eentje tussen dag en nacht. Letterlijk, want terwijl Marvel bijna alle scènes overdag laat plaatsvinden, meent Zack Snyder dat zo’n beetje alle scènes in de nachtelijke uren plaats moeten vinden en doordrenkt moeten zijn met eeuwig durende regenbuien om de toeschouwer het idee te geven naar een ‘serieuze’ superheldenfilm te laten kijken. Marvel laat zien dat je een serieus onderwerp kunt aansnijden in een blockbuster, dat je evengoed de toon vaak luchtig kunt houden en dat je niet de opnames hoeft laten plaats te vinden tijdens een digitale moesson. Om een interessant verhaal te vertellen moet je meer kunnen dan mooie plaatjes schieten, Zack.
Kort gezegd: alles wat Batman v Superman verkeerd gaat, gaat bij Captain America goed. Terwijl bij de eerste film de motivatie van de personages flinterdun was en zij vaak erg kinderachtig overkomen, hebben de personages in Captain America een duidelijke motivatie voor hun acties. Die motivatie wordt altijd duidelijk gemaakt zonder dat de toeschouwer niet serieus genomen wordt. Het handelen van ieder personage is dus logisch te verklaren en past bij zijn of haar karakter. De wrijving tussen Steve Rogers/Captain America) en Tony Stark/Iron Man die al een beetje naar voren kwam in de vorige films wordt nu verder uitgewerkt en krijgt bovendien een persoonlijk tintje. Rogers komt op voor zijn oude maatje Bucky Barnes (Sebastian Stan) die beschuldigd wordt van een aanslag. In het geval van Stark beïnvloeden gebeurtenissen uit het verleden zijn oordeel.
De personages zijn geloofwaardig en ook bijpersonages als Scarlet Witch (Elizabeth Olsen) hebben een duidelijke functie in het verhaal en hangen er niet zo maar even bij. Ook al hebben ze niet de hoofdrol, toch krijgen ze de kans verder te groeien. Dat geldt overigens niet voor iedereen, maar dat kan ook niet in een film met zo’n grote cast. Sowieso schoppen de vrouwen weer behoorlijk kont in deze aflevering en hebben de liefhebbers van diversiteit ook niet te klagen met de komst van Black Panther, en oudgedienden als Falcon (Anthony Mackie) en War Machine (Don Cheadle).
SPOILER over Bat v Suup, niet over Civil War: Dit in tegenstelling tot Batman v Superman waarin de rol van Wonder Woman zeer beperkt is en zij niet goed benut wordt. Als de helden het in de climax opnemen tegen Doomsday is er één held die niet tegen Kryptonite kan, maar in plaats van dat ze Wonder Woman de speer met Kryptonite punt op het monster afsturen, moet het juist Superman zijn die daardoor het loodje legt, alleen maar omdat zijn dood ook nog even in de film gepropt moest worden. Een enorm gemiste kans, want hier hadden de filmmakers dus wel iets interessants met Wonder Woman kunnen doen en haar aanwezigheid in de film kunnen legitmeren. EINDE SPOILER.
Hoewel Captain America voortborduurt op de eerdere films en met name het vorige deel van The Avengers, is een nieuwbakken toeschouwer in staat alles goed te volgen. Dit in tegenstelling to Snyders mislukking die weliswaar bedoeld is als opstart van het cinematografische universum van DC Comics, maar zo vol zit met verwijzingen naar de strips die alleen door de die-hard lezers gesnapt zullen worden, dat de leek al snel de weg kwijt is.
In deze Marvel-film worden twee nieuwe belangrijke personages geïntroduceerd: Black Panther (Chadwick Boseman) en de alom geliefde, zeker door mij, Spider-Man. Beide personages krijgen genoeg speelruimte om te laten zien wat ze in huis hebben en als volwaardig beschouwd te kunnen worden, zonder dat we meteen alles over ze te weten komen. Het ontstaan van Spidey, de origin story, wordt gelukkig overgeslagen. Waarom Peter Parker de held uithangt, wordt uitgelegd zonder dat er aan Oom Ben wordt gerefereerd. Fijn, want iedereen weet inmiddels wel hoe die vork in elkaar steekt.
Verder is Spider-Man lekker bijdehand en beweegt hij precies goed. Hij wordt goed geïntroduceerd als nieuwkomer en het is heel duidelijk dat we hier nog met een tiener te maken hebben. ‘Kennen jullie die hele oude film The Empire Strikes Back?’ vraagt hij tijdens een gevecht om zijn strategie uit de doeken te doen.
Ik ben erg benieuwd naar de solofilm die in 2017 uit moet komen. Ik geef toe: Tom Holland is niet helemaal mijn Spider-Man. Daar bedoel ik dit mee: ik stel me Peter Parker qua uiterlijk iets anders voor en qua karakter doet hij me een beetje denken aan de versie van Ultimate Spider-Man. Eerlijk gezegd bestaat mijn versie van Peter Parker ook niet meer in de huidige stripversies van Marvel, maar dat even terzijde.
Captain America: Civil War voelt ergens ook als een reünie: zelfs Ant-Man (Paul Rudd) heeft een rolletje. Hij is zelfs zulke goede comic relief, dat hij bijna grappiger is dan Spidey.
Je hoeft tegenwoordig niets meer te zeggen over de specialeffects, want die zijn bijna in alle superheldenfilms wel goed. Maar een opmerking wil ik over de cinematografie graag maken: de eerste grote actiescène in de film is erg goed gedraaid. De camera loopt soms in het kielzog van de helden mee en zo krijgen we een soort van point of view van de actie te zien. Deze camerabewegingen zijn erg effectief en bewijzen dat je geen 3D trucjes nodig hebt om de toeschouwer in de actie mee te nemen. Goed camera- en acteerwerk is voldoende. (Ik zag de film in 2D – een verademing!)
En, leuk detail: het metaal van het harnas van Falcon heeft enkele slijtage plekken. Dat soort kleine details maken zo’n kostuum realistischer.
Kortom, ik heb me die tweeënhalf uur prima vermaakt. Dit in tegenstelling tot die andere film waar ik halverwege al naar huis toe wilde, flink hoofdpijn had van alle overdonderende muziek en infantiele bullshit die over me heen was gestort en ik dagen rondliep met een enorme kater van teleurstelling over hoe ze de confrontatie tussen grootheden Batman en Superman zo hebben kunnen verkloten.
Valt er dan niets aan te merken op Captain America: Civil War?
Je zou kunnen zeggen dat de casting van Marisa Tomei als Tante May misschien een beetje mis is: we hebben nog nooit zo’n jonge en sexy May gezien. (Iets wat Tony Stark opvalt trouwens. Een knipoog naar de boze fans wellicht?) Ook hebben de kleermakers van The Avengers wel erg snel een Spider-Man-pak ontworpen en gemaakt. Dat soort stappen wordt meestal overgeslagen in superheldenfilms. Snapt iemand hoe Lex Luthor in staat was om Doomsday in een paar uur in elkaar te zetten?
Toegegeven: als de twee teams superhelden op elkaar afrennen, ziet dat er een beetje knullig uit. Zoiets werkt leuk op de strippagina, in live-action wordt dat wat kinderachtig. Maar goed, dat is niet zo gênant als het Martha-moment in Batman v Superman. En nu hou ik op over dat debacle. Captain America: Civil War daarentegen smaakt alleen maar naar meer.
Captain America: Civil War is vanaf 28 april te zien in de Nederlandse bioscopen.
Iron Man vind ik een van de interessantste superhelden uit het Marvel Universum. In zijn Iron Man-harnas lijkt Tony Stark onoverwinnelijk, maar in feite is hij een feilbaar mens met zwakheden als ieder ander.
Tony Stark is een miljonair, industrieel en een genie op het gebied van mechanica en technologie. Hij is een aantrekkelijke man die een Hugh Heffner-achtig leven zou kunnen leiden en dat tussen het redden van de wereld als Iron Man ook geregeld doet. Eigenlijk is Stark James Bond en Q in één persoon.
Onverslaanbaar
De eerste keer dat Iron Man indruk op mij maakte was in Iron Man Annual #10 uit 1989. In het spectaculaire stripplaatje getekend door Paul Smith en geïnkt door Michael Gustovich, waarin Iron Man met volle vaart door de muur breekt, straalt de held kracht uit. In de daarop volgende scène schakelt Iron Man effectief een tak van de terroristische organisatie Hydra uit. De kogels van Hydra ketsen af op Iron Mans harnas en als hij verticaal door de lucht zweeft en zijn repulsor blasts afvuurt lijkt hij onoverwinnelijk.
Het geavanceerde harnas maakt Stark bovenmenselijk sterk en geeft hem de mogelijkheid om te vliegen. Ook bevat het pantser diverse wapens. Iron Man heeft dankzij technologisch vernuft bijna goddelijke krachten, maar in het pantser zit een feilbare en soms breekbare man. In de periode dat de annual uitkwam, waren Starks benen verlamd. Een wraakzuchtig ex-vriendinnetje had hem neergeschoten waardoor zijn ruggengraat beschadigde. Alleen in het harnas was Stark nog in staat om te lopen, daarom was hij steeds vaker in zijn metalen omhulsel te vinden. Gelukkig is dat eindelijk weer goed gekomen.
Geest in de fles
In de klassieke verhaallijn Demon in a Bottle, uitgegeven aan het begin van de jaren tachtig, blijkt Starks grootste vijand zijn alcoholverslaving te zijn. Zijn alter ego werd recent beschuldigd van moord, hij heeft relatieproblemen en dreigt de controle over zijn bedrijf te verliezen. De stress die zijn dubbelleven veroorzaakt, maakt dat Stark de laatste tijd steeds vaker afleiding zoekt door zich suf te drinken.
Op de cover van Iron Man #128, getekend door Bob Layton, is goed te zien wat al die drank heeft aangericht. Als Tony zijn masker afdoet, zien we een onverzorgde, zwetende en naar dranksnakkende man. Een schaduw van de aantrekkelijke, slimme playboy die hij ooit was. De illustratie contrasteert volledig met bovenstaande afbeelding van de heldhaftige Iron Man die door de muur vliegt. Soms zit de vijand binnenin en is de neiging tot zelfvernietiging een veel gevaarlijker vijand dan de superschurken die Iron Man doorgaans te lijf gaat.
Als Stark beseft dat hij door de drank een gevaar wordt voor de mensen die hij probeert te redden, beseft hij dat het tijd wordt om af te kicken. Dat doet hij onder andere met de hulp van zijn vriendin, maar zijn alcoholisme zal altijd een zwakte van hem blijven.
‘Sommige lezers vonden dat Tony’s alcoholisme hem een mindere held maakte, maar wij vonden juist het tegenovergestelde. Door Tony een probleem uit de echte wereld te geven, eentje met wie veel lezers waarschijnlijk op de een of andere manier mee te maken hebben, en hem dan de moed laten vinden om dit probleem te confronteren en te overwinnen, maakte hem juist nog meer tot held, in onze ogen,’ aldus schrijver David Michelinie.
Robert Downey Jr.
Ik ben het met hem eens. Het mooie aan de helden van Marvel is juist dat achter de maskers feilbare en breekbare mensen schuilgaan. Daarom was de casting van Robert Downey Jr. in de Iron Man-films ook geniaal. Downey Jr. is een zeer getalenteerde acteur die Tony Stark met flair en een sarcastische ondertoon speelt. Downey Jr. heeft echter jarenlang gevochten tegen zijn drugsverslaving. Een strijd die veel lijkt op die van Stark tegen alcoholisme. De rol van Iron Man was Downey Jr. dus op het lijf geschreven.
In Avengers: Age of Ultron blijkt dat goede intenties gruwelijke gevolgen kunnen hebben en dat bad guys soms een goed hart hebben.
Mijn fanboyhartje gaat nog steeds sneller kloppen als ik terugdenk aan de eerste Avengers-film (2012): schrijver en regisseur Joss (Buffy the Vampire Slayer) Whedon was er voor het eerst in geslaagd om dit beroemde superheldenteam uit de comics van Marvel op een meeslepende wijze naar het witte doek te vertalen. Het leuke aan een team als Avengers is dat de ego’s en karakters van de teamleden nogal met elkaar botsen. De superhelden liggen bijna net zo vaak met elkaar overhoop als met de megalomane snoodaards die ze bestrijden. Ondertussen zijn we een paar jaar en enkele solofilms van Captain America, Thor en Iron Man verder en is Marvel ook niet meer van de treurbuis weg te denken met de series Agents of S.H.I.E.L.D., Agent Carter en de pas gelanceerde Daredevil op Netflix. Verplicht kijkvoer, want net als in de stripreeksen staan de films niet op zichzelf. Ze vormen ieder een aflevering in een groot verhaal. Wie alle verwijzingen in Avengers: Age of Ultronwil begrijpen kan maar beter zijn huiswerk hebben gedaan. En wie niet van superhelden houdt, kan maar beter onder een grote dikke steen kruipen, want voorlopig zijn we nog niet van ze af. Gelukkig.
Cyborg
Aan het spectaculaire begin van Avengers: Age of Ultron vallen de Avengers de schuilplaats aan van misdaadorganisatie Hydra en functioneert het team als een geoliede machine. De eensgezindheid brokkelt echter snel af zodra Tony Stark (Robert Downey Jr.) en Bruce Banner (Mark Ruffalo), zonder met de rest van het team te overleggen, een artificieel intelligent wezen creëren dat de aarde moet beschermen tegen een invasie van buitenaardse wezens. De robot Ultron keert zich echter al snel tegen de Avengers en bedreigt de mensheid met de ondergang. Het is aan de Avengers om te voorkomen dat Ultron ons laatste uur inluidt. Gezien het thema had de film niet misstaan op de laatste editie van Imagine.
Net als zijn voorganger heeft Avengers: Age of Ultron een enorme vaart en moet je bij sommige gebeurtenissen niet te veel nadenken: de creatie van Ultron geschiedt voordat je twee keer met je ogen kunt knipperen en hoe het precies in elkaar steekt, ach, wat maakt het uit? Magische wetenschap is part of the fun in de strips van Marvel en wie wil geloven dat een dosis gammastralen wetenschapper Bruce Banner in de enorme groene, agressieve kolos genaamd Hulk kan doen veranderen, zal soortgelijke ontwikkelingen ook in dit nieuwe avontuur voor zoete koek slikken.
Nachtmerrie
In een interview met SFX magazine bekende Whedon dat het een enorme nachtmerrie was om alle leden in de cast ruimte te geven. Behalve de personages die we kennen uit de eerdere Marvel-films en nieuwkomer Ultron (met de stem van James Spader), introduceert Avengers 2 Scarlet Witch (Elizabeth Olsen), Quicksilver (Aaron Taylor-Johnson) en de robot Vision (Paul Bettany). Naar verluidt heeft Whedon flink moeten snijden om de film terug te brengen naar een speelduur van 2 ½ uur. Om de bomvolle plot waarin kleine, persoonlijke momenten worden afgewisseld met grote spektakelstukken, tot een coherent geheel te smeden, gebruikt Whedon running gags en gevatte oneliners. Daarmee slaagt hij er wederom in een zeer onderhoudend verhaal te vertellen waarin iedere Avenger een kans krijgt om een moment te stralen. Een verrassende rol is daarbij weggelegd voor het sociale leven van Hawkeye (Jeremy Renner). Ook tussen Black Widow (Scarlett Johansson) en Banner lijkt iets moois te bloeien. Fijn dat Hawkeye en Widow wat worden uitgediept. Wat ons betreft zijn beide rijp voor een soloavontuur.
Stripplaatjes
De actiescènes zijn door de vele gebeurtenissen soms wat chaotisch en de 3D-techniek maakt het kijken er niet makkelijker op, dus het is maar goed dat Whedon de handelingen soms in slow-motion laat zien. Dit is tevens een mooie ode aan het bronmateriaal van de film, want de poses die de vechtersbazen aannemen hebben ze duidelijk van de strippagina’s afgekeken. In spirit en uitvoering is Avengers: Age of Ultron dus wederom een fijne en vermakelijke Marvel-verfilming.
Wonder Boys van Curtis Hanson is een van mijn favoriete films. In deze aflevering van VoorDeFilm leg ik uit waarom dit nu zo’n cinematografisch juweeltje is.
VoorDeFilm is een kanaal op YouTube waar een vaste groep filmkenners wekelijks inleidingen geeft op oude en nieuwe films, van arthouse tot blockbuster. Ze zetten uiteen waar de films over gaan, hoe deze tot stand kwamen en waarom ze absoluut het kijken waard zijn.
In de film Chaplin (1992) speelt een nog jonge Robert Downey Jr. Charlie Chaplin en dat doet hij heel erg goed. Hij bewijst met deze rol dat hij een van de beste acteurs van zijn generatie is. Downey Jr. heeft de acrobatiek van Chaplin perfect in zijn lijf zitten en overtuigt ook bij de emotionele scènes. Die bevat deze film van Richard Attenborough veelvuldig, want het leven van Chaplin kende ook vele dieptepunten.
Hij had een geesteszieke moeder (gestalte gegeven door Geraldine Chaplin, die daarmee haar eigen oma speelt), enkele huwelijken eindigden bij de scheidingsadvocaat en uiteindelijk werd hij uit Amerika verbannen: J. Edgar Hoover, baas van de FBI, aasde al jaren op Chaplin vanwege zijn voorkeur voor zeer jonge vrouwen, verdacht hem ervan een communist te zijn en zag zijn kans schoon toen de filmmaker op vakantie naar Londen het land verliet om voor hem voorgoed de poorten naar Amerika te sluiten.
Chaplin sleet zijn ouderdomsjaren in Zwitserland en keerde begin jaren zeventig nog een keer terug naar Hollywood om een ere-Oscar in ontvangst te nemen. In die laatste scène zien we de bejaarde Chaplin, hij staat in het donker te wachten tot hij tijdens de Oscaruitreiking zijn speech kan houden. Op de achtergrond zien we verschillende hoogtepunten uit zijn oeuvre voorbijkomen, begeleidt door soundtrack van John Barry die bomvol zit met emotie. Chaplin houdt het niet droog, en het vereist bij de kijker ook heel wat slikwerk om niet een traantje weg te moeten pinken.
Chaplin is een prachtige film. Behalve het levensverhaal van Charlie Chaplin, een van de pioniers van de zwijgende cinema en een geniaal filmmaker, geeft de film ook een romantisch beeld van de vroege dagen van de Amerikaanse filmindustrie. Kevin Kline speelt op aanstekelijk energieke wijze Douglas Fairbanks, een van de eerste actiehelden van Hollywood. Dan Aykroyd is Mack Sennett, de Amerikaanse filmregisseur en producer die veel slapstickfilms maakte, waaronder die van de keystonde cops. Sennett gaf Chaplin zijn eerste filmrollen.
Chaplin is een film die zeker in mijn Film A-Z zou moeten staan. Bij de C welteverstaan.
Saturday night I finally had the time to watch ‘Sherlock Holmes‘. The Guy Ritchie film from 2009, with Robert Downey jr. as the world’s greatest detective. It wasn’t exactly what I had expected and seems a bit removed from the original creation if you as me. The film was entertaining nonetheless, with beautiful vistas of London in the Victorian age. Though the scene at Tower Bridge looked rather digital to me.
Vandaag is in mijn Film A-Z de K aan de beurt, maar het is vooral de K van karig lijstje. Ik heb niet zo veel filmfavorieten die met die letter beginnen.
Ik vondKarakter van Mike van Diem bijvoorbeeld een goede film: mooie artdirection, goed camerawerk. Maar ik zou hem toch niet tot mijn favorieten rekenen. Ook The Karate Kid, die ik erg leuk vond toen hij uitkwam, komt niet in dit rijtje voor. Ongetwijfeld zullen sommige mensen metKill Billop de proppen komen. Sorry, ik was niet erg onder de indruk van dit aan filmcitaten samenhangende hobbyprojectje van Quentin Tarantino. Vermakelijk is Kill Bill zeker, maar sinds de première heb ik niet de behoefte gevoeld de rolprent nog eens te bekijken.
De onderstaande twee films wel.
Kick-Ass (Matthew Vaugh, 2010)
Kick-Ass kwam een paar maanden geleden uit in de bioscoop, dus hij is nog erg vers. Toch is het een film die ik graag nog een keer ga zien. Niet alleen omdat deze stripverfilming gebaseerd is op een origineel idee, namelijk dat gewone mensen opeens proberen superhelden te zijn, maar ook omdat dit idee prima is uitgevoerd. Al gaat mijn voorkeur uit naar het origineel: de prachtige strip van Mark Millar en John Romita Jr. Zie hier mijn recensie.
Kiss Kiss Bang Bang (Shane Black, 2005)
Ironische misdaadfilm van de scriptschrijver van Lethal Weapon, Last Action Hero en The Long Kiss Goodnight die met deze film zijn regiedebuut maakte. Robert Downey Jr. (daar is ie weer) speelt kruimeldief Harry Lockhart die op de vlucht voor de politie, bij een filmauditie terechtkomt. Hij mag naar Hollywood waar hij een paar dagen meeloopt met detective Perry Van Shrike, door iedereen Gay Perry genoemd vanwege zijn voorkeur voor de herenliefde. Lockhart komt al snel een oude jeugdvriendin tegen, en samen raken ze in meer intriges, problemen en intertekstuele verwijzingen verzeild om de rest van de film in volle vaart te houden.
Prima vertolkingen, ook van Val Kilmer als Gay Perrry en Michelle Monaghan als mooie jeugdvriendin. De filmvertelling refereert naar zichzelf: niet alleen spreekt Downey Jr. rechtstreeks het publiek aan, ook wordt de film vaak letterlijk even stilgezet voor een grappige terzijde of toevoeging. Regisseur en scenarist Black haalt een paar keer hard uit naar tinseltown en schetst een cynisch beeld van de filmfabriek die Hollywood heet.
De volgende keer gaan we verder met de letter L en wel op vrijdag 18 juni.
Na een pauze van een paar weken gaan we weer vrolijk verder met mijn Film ABC. Vanaf vandaag wel elke twee weken. De volgende aflevering kun je dus 21 mei verwachten. Meer eerst vandaag mijn favoriete films die beginnen met de letter i.
I am Not There (Todd Haynes, 2007)
Todd Haynes liet vijf acteurs en een actrice kruipen in de huid van Dylan en ieder beeldt een ander facet van hem uit. Het elfjarige zwarte jongetje Marcus Carl Franklin staat voor de Woody Guthrie-Dylan. Christian – Batman – Bale speelt de folksinger Dylan uit het begin van de jaren zestig in Greenwich Village en de Dylan die zich later bekeert tot het christendom. Ben Whishaw – die voortdurend de camera toespreekt in korte intermezzo’s – is Dylan als poëet, geïnspireerd door Arthur Rimbaud. Richard Gere speelt Dylan als Billy The Kid, een ondergedoken misdadiger die de rest van de wereld heeft laten denken dat hij dood is. Heath Ledger speelt zijn een-na-laatste rol als de acteur die Dylan vertolkt in een biopic.
Maar de meest gelijkende Dylan van het stel is Cate Blanchett. Zij zet de Dylan neer die we kennen uit de documentaireDon’t Look Back.I Am Not There is een mooi filmisch experiment vol met verwijzingen naar multimediale afspiegelingen van het imago van Dylan. Een cinematografische mozaïek. Een aanrader voor de Dylan-liefhebber en voor de fan van interessante films.
Imagine: John Lennon (Andrew Solt, 1988)
Een van de mooiste documentaires die ik zag over een popartiest. Natuurlijk was Lennon meer dan alleen een zanger en liedjesschrijver. Hij was ook politiek actief. Met slogans als ‘Give peace a chance’ en ‘War is over (If you want it)’ was hij een twitteraar avant la lettre.
In Imagine wordt een beeld geschetst van deze veelzijdige man. In een scène zien we zijn barmhartige kant als hij het gesprek aan gaat met een zwervende jongen die voor zijn huis bivakkeert. Een ware gelovige in de woorden van Lennon en McCartney die de muziek van de Beatles haast als gospel ervaart. Lennon probeert hem uit te leggen dat hij gewoon een liedjesmaker is en dat zijn songs over zijn eigen leven gaan. Daarna nodigt hij de jongen uit aan tafel.
In een andere scène zien we de duistere kant van Lennon: ongeduldig snauwt hij een technicus af in de studio omdat deze niet het juiste deel van de song weet te vinden waarvan Lennon en producent Phil Spector de achtergrondkoortjes proberen in te zingen. Ironisch dat hij kwaad wordt bij een nummer waarin Lennon zijn liefde voor Yoko bezingt.
In Bruges (Martin McDonagh, 2008) In Bruges draait om twee huurmoordenaars die na een fout gelopen klus in Dublin van hun baas moeten onderduiken in Brugge te België. Daar brengen ze de dagen door met sightseeing. Terwijl Ray (Collin Farrell) niet eens dood aangetroffen zou willen worden in deze Middeleeuwse toeristenval, geniet de oudere Ken (Brendan Gleeson) met volle teugen van de historische panden en grachtjes. Rays bokkige humeur klaart echter op als hij een date weet te versieren met de aantrekkelijke Chloe (Clemence Poesy). Hij ontmoet haar op de filmset van een pretentieuze surrealistische flick waarin een lilliputter (Jordan Prentice) de hoofdrol speelt.
In Bruges is theatraal in opzet en uitvoering – in de climax van het verhaal komen de verschillende levenspaden en plotlijntjes mooi samen. Brugge wordt schilderachtig neergezet en vormt een karakter op zichzelf. De gevarieerde cast van onder andere Ieren, Engelsen, Fransen en Hollanders is voortreffelijk. Colin Farrell leunt in zijn performance erg op zijn wenkbrauwen, maar speelt des ondanks zijn beste rol sinds Phone Booth (Joel Schumacher, 2002). Door Farrells vertolking is huurmoordenaar Ray sympathiek, grappig en heeft hij bijna iets onschuldigs.
Interview with the Vampire (Neil Jordan, 1994)
Ik hou van vampierfilms. Dracula en varianten: ik krijg er nooit genoeg van. Deze film vind ik dan ook een zeer aardige vampierfilm. Het verhaal komt van de boeken van Anne Rice, waarvan Interview with the Vampire in 1976 de eerste was in de reeks The Vampire Chronicles. Tom Cruise speelt met stijl de rol van de uiterst verdorven, maar charismatische vampier Lestat die Louis, gespeeld door Brad Pitt, in een vampier verandert en veroordeelt tot een verdoemd bestaan. Hoewel Tom Cruise in deze film duidelijk toont dat hij toch echt kan acteren, is Kirsten Dunst de ster in deze film. Ze wordt als jong meisje door Louis in een vampier veranderd en speelt de rol van bloeddorstig kind met verve. Ze was toen slechts 11 jaar.
De film van Neil Jordan is heel andere koek dan die flauwe tienerversies van de ondoden die we tegenwoordig krijgen voorgeschoteld. Films als Twilight en tv-series als Vampire Diaries kunnen mij niet bekoren.
Iron Man (Jon Favreau, 2008)
Iron Man is een vermakelijke film met spektakel, maar vooral veel humor. Een mooi bewijs dat het leven van een superheld niet vol met kommer, kwel en hartzeer hoeft te zitten. Dit komt wellicht omdat de held in kwestie dit keer geen zoekende tiener is of een getraumatiseerde miljonair, maar een succesvolle zakenman die ontdekt dat hij een verplichting heeft aan de wereld om zijn kennis van techniek ten goede in te zetten.
Het kloppende hart van de film is acteur Robert Downey Jr. – een prachtige acteur die Tony Stark op een lichtvoetige, nonchalante manier gestalte geeft, maar de eigenzinnige playboy/uitvinder tegelijkertijd een nuchterheid meegeeft en daarmee geloofwaardigheid mee. Over Iron Man 2 die recent uitkwam ben ik een stuk minder te spreken.
De volgende Film A-Z is dus op vrijdag 21 mei. Voel je vrij om in de comments je eigen favoriete i-films te noemen en te vertellen waarom je die films zo goed vindt.
Vroeger perste Hollywood er pas een vervolg uit als de eerste film een succes bleek. Tegenwoordig worden vervolgen al gepland als de cijfers van het eerste vertoningweekend veelbelovend zijn. Sequels waren vroeger dikwijls slechter dan het origineel, op een paar uitzonderingen daargelaten.
Met alle filmtrilogieën en filmseries gaan we er tegenwoordig voor het gemak vanuit dat het vervolg beter is dan het origineel. Vooral in het geval van superheldenfilms, waar men de origin story van de held toch eerder als een struikelblok ziet voor een goede film. Als je de oorsprong eenmaal uit de weg hebt, kunnen we pas echt een goed verhaal maken, wordt er gedacht. Raar, want een interessante superheld valt of staat bij een doordachte oorsprong waarin op boeiende wijze wordt verhaalt hoe de held geworden is zoals hij is en vooral waarom hij zijn krachten ten goede van de mensheid inzet.
Waarom vertel ik dit allemaal? Omdat Iron Man 2tot mijn verbazing tegenvalt. Niet dat het harnas van Tony Stark Robert Downey Jr. niet als gegoten zit, maar dat was in Iron Man ook al het geval. Iedere scène met Downey Jr. is genieten. Ook de specialeffects vallen niet tegen. Alles ziet er piekfijn uit. Toch maakt Iron Man 2 zijn belofte niet waar.
Impotent Jammer, want alleen de cast had al veel potentie. Scarlett Johansson als Natasha Romanoff, ook wel bekend als de Black Widow had veel sensueel vuurwerk kunnen opleveren. Helaas komt ze pas aan het einde van de film in vorm als ze mag afrekenen met een stel slechteriken. Maar dat is dan wel een beetje laat. Samuel L. Jackson speelt Nick Fury, de baas van SHIELD. Zijn rol is vooral die van pratend-hoofd-die-alles-uitlegt. Zelfs David Hasselhoff kwam meer in actie toen hij dit personage gestalte gaf in een slechte tv-film. En Mickey Rourke zet big bad Ivan Vanko adequaat maar op een niet-bijzondere wijze neer.
Het thema van de film lijkt het spiegelbeeld te zijn. Zowel Stark als Vanko zitten met een erfenis van hun vader opgescheept. Vanko wil wraak nemen omdat zijn vader nooit de credits of de financiële vergoeding kreeg voor het mede-opbouwen van het Stark-imperium. Hij bouwt een soortgelijk harnas als Iron Man en voegt er twee elektronische zwepen aan toe. Wapenontwerper en handelaar Justin Hammer lijft hem in om Iron Man te kloppen. Maar als de twee uiteindelijk tegenover elkaar staan, blijft het beloofde vuurwerk uit en loopt alles met een sisser af. Daarbij is de hoeveelheid actie in deze superheldenfilm toch al mager en is potentiële spanning ingeruild voor te veel leuk bedoelde onderonsjes tussen de acteurs.
Het thema dat een uitvinding als het Iron Man-harnas ook ten kwade gebruikt kan worden – het Amerikaanse leger wil dat Stark zijn uitvinding afstaat om als oorlogswapen in te zetten – biedt interessante mogelijkheden en luistert het begin van de film op om later op de achtergrond te verdwijnen als de focus wordt gelegd op de gezondheidsperikelen van Stark.
Vermakelijke tik
Aan de andere kant is het genieten met Sam Rockwell die als de meedogenloze wapenhandelaar Justin Hammer het campy spiegelbeeld van Stark is. En regisseur Jon Favreau deelt zelf ook nog een vermakelijke tik uit in een actiescène. In plaats van de actieheld uit te hangen had hij zich beter kunnen concentreren op het rommelige verhaal. Dan had hij vast de scenarist op tijd naar huis had gestuurd om een versie te schrijven die de potentie van de personages meer benutte. Dan was Iron Man 2 ongetwijfeld meer dan alleen amusant geweest. Dan had het echt een goede film kunnen zijn.
**1/2
Deze recensie staat ook op het filmblog van Zone 5300. Overigens neem ik vanaf nu de sterrenbeoordeling over die we op die site hanteren.
Vanaf 29 april draait Iron Man 2 in de bioscoop. Ik heb er erg zin in want de eerste film met Robert Downey Jr. in de hoofdrol was zeer geslaagd. Ook dit keer regisseert Jon Favreau de film. De schurk wordt gespeeld door Mickey Rourke. Alle songs in de film zijn gemaakt door de Australische rockband AC/DC. Ik ben zelf geen fan AC/DC, maar heb er ook niets op tegen overigens. Al ligt de keuze voor het rockgeluid van AC/DC bij een hardware superheld als Iron Man erg voor de hand. En ik maar denken dat Tony Stark heel zen naar Vivaldi zit te luisteren terwijl in zijn harnas de schurken te lijf gaat. Sony Music zal de soundtrack uitbrengen: AC/DC: Iron Man 2. Op dit album komen 15 classic AC/DC nummers te staan die zijn geselecteerd uit de 10 albums die de band tussen 1976 en 2008 heeft uitgebracht. Het album ligt vanaf 16 april in de winkel.De eerste video van het album is het nummer ‘Shoot To Thrill’. De videoclip werd opgenomen in Buenos Aires tijdens het AC/DC concert van vorige maand. In de video zijn, naast de concertopnamen, ook enkele niet eerder vertoonde beelden van Iron Man 2 gebruikt. De video mag niet geembed worden, dus hier een linkje.Lees ook: