Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Zo ziet een blije Spider-Man eruit

Tijdens een bezoekje aan Curt Connors komt Peter Parkers professor Morris Sloan binnenwandelen met een stapel examens. Daar zit ook Parkers uitslag tussen. Als hij ziet dat hij een tien heeft gehaald voor zijn eerstejaars kandidaatsexamen (graduate studies) kan hij zijn blijdschap niet onderdrukken.

Hoe dat eruit ziet? Zo dus:

ASM-243-vrolijke-spiderman1
ASM-243-vrolijke-spiderman2 ASM-243-vrolijke-spiderman3

Ik word erg vrolijk van het onderste plaatje waarin Spidey dolblij over de straten van New York springt. Dat Spider-Man erg blij is dat hij geslaagd is voor het eerste jaar van zijn promotiestudies snappen we natuurlijk helemaal. Ik kan me zelf nog goed herinneren hoe blij ik was toen ik mijn bul haalde en mezelf Drs. in de filmwetenschap mocht noemen.

Als de vrolijke bui wat bekoeld is en Peter nadenkt over zijn situatie, wordt hij somberder. Later die avond slingert hij door New York om eens goed na te denken. Zijn vriendin Black Cat ligt in het ziekenhuis en haar behandeling gaat een flinke berg rekeningen opleveren. De studie zal in het tweede jaar meer tijd opeisen en dat betekent dat Peter minder tijd heeft om geld te verdienen met het maken van foto’s. En dat terwijl zijn leven als Spider-Man ook al zo’n tijdvreter is. Uiteindelijk besluit Peter om zijn studies voorlopig op pauze te zetten. Een beetje een domper op een verhaal dat zo vrolijk begon. Kijk daarom nog maar een keer naar het plaatje van de vrolijke Spider-Man.

Amazing Spider-Man #243. Tekst Roger Stern. Tekeningen John Romita Jr.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Jameson verslaat Spider-Man

J. Jonah Jameson die Spider-Man in elkaar slaat en ook nog eens laat toegeven dat hij inderdaad een gevaar voor de maatschappij is, zoals de krantenmagnaat altijd heeft beweerd. Dat moet wel een droom zijn.

En dat is het ook, namelijk de (natte) droom van Jameson, getoond in The Daydreamers in Amazing Spider-Man #246 (1983). In dit verhaal trakteren Roger Stern en John Romita Jr. de lezer op de dagdromen van respectievelijk Felicia Hardy, Jameson, Mary Jane en Peter Parker. Alle dromen zijn interessant om eens goed te bestuderen, want al deze avonturen in het onderbewuste vertellen veel over het karakter van het personage dat aan het dagdromen is. Vandaag hou ik het echter bij de dagdroom van Jameson, die overigens boekdelen spreekt. Kijk maar:

ASM-246-jameson_01 ASM-246-jameson_02 ASM-246-jameson_03Leuk detail is dat Lance Bannon én Peter Parker aanwezig zijn om foto’s te nemen. Duidelijk een signaal dat Jameson geen idee heeft dat Parker en Spider-Man dezelfde persoon zijn. Ook interessant is Jamesons ontkenning dat hij meer kranten verkoopt door nieuws over Spider-Man te plaatsen. Natuurlijk verkoopt de krant beter omdat er foto’s van Spider-Man op de voorpagina staan. Wat Spider-Man doet en de andere superhelden doen in het Marvel Universum is nieuws en dat willen mensen lezen. En dat weet de hoofdredacteur van de krant heus wel. Het hoog houden van de verkoopcijfers is volgens mij de hoofdreden om zijn lastercampagne tegen de Muurkruiper vol te houden.

(Toentertijd in ieder geval. Later werd Jameson de burgemeester van New York en ging hij gewoon door met lasteren. Sterker nog, hij huurde een heel team SpiderSlayers in om Spider-Man te bestrijden.)

Als Jameson aan het einde van de scène denkt: ‘But the Bugle prints the news… not fiction,’ is dat maar de halve waarheid. De berichtgeving over Spider-Man is door Jameson op zijn zachts gezegd gekleurd.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Kiss of the Spider-Man

Het idee van een superheld heeft natuurlijk iets romantisch: iemand in een speciaal kostuum met een masker die de misdaad bestrijdt. Één van Peter Parkers speciale krachten lijkt zijn kustechniek te zijn. In de geschiedenis van Spider-Man komen verschillende prachtige kusmomenten voorbij en altijd meer zeer aantrekkelijke vrouwen. Een mooi onderwerp in de week van Valentijnsdag.

De beroemde ‘Spider-Man Upside down-kiss’ uit Spider-Man (Sam Raimi, 2002) is misschien wel het meest romantische moment in een superheldenfilm ooit:
spiderman_upsidedownkiss_film
Deze foto heeft jaren lang bij mij in de kamer gestaan boven de televisie. De foto zat in een lijstje waar voorheen een foto van mij en een vriendinnetje in zat. Toen het uit ging, had ik behoefte aan een reminder dat er zoiets als ‘ware liefde’ bestond om deze liefde achter me te laten en weer positief naar de toekomst te kunnen kijken. I know, ik ben een verschrikkelijke nerd met een romantisch hartje.

De eerste keer dat Mary Jane en Peter iets met elkaar hadden werd het liefdesvuurtje pas goed aangestoken door deze kus (Amazing Spider-Man #143):

ASM_143_peter_mj_kissing_ross_andru_640

 

Niet alleen Mary Jane is onder de indruk van Spidey’s zoentechniek, ook Black Cat lust er wel pap van, zolang als Spider-Man zijn masker ophoudt tenminste:

ASM_244-kiss
En natuurlijk mag in dit overzicht Gwen Stacy niet ontbreken. De eerste keer dat Peter Parker Gwen kustte of moet ik zeggen, door Gwen gekust werd, was in Amazing Spider-Man #59 uit april 1968. Het is tevens de eerste keer dat we in de strip Peter een vriendinnetje zien kussen:

Stan Lee wrote it, John Romita did the layouts, Don Heck did the pencils and Mike Esposito did the inks.
Stan Lee wrote it, John Romita did the layouts, Don Heck did the pencils and Mike Esposito did the inks.

En tot slot, deze aardige lobbycard van de pilot van de Spider-Man-televisieserie. Een wel heel kuis kusje tussen Nicholas Hammond en Lisa Eilbacher:

hammond_kust

Categorieën
Spidey's web Strips

Spideys web: Spider-Man ontmoet Jack O’Lantern

Jack O’Lantern mag dan de show stelen op een Halloweenfeestje, als internationale terrorist is hij wel het sukkeltje van de klas.

Spec-SpiderMan-056_coverDeze cover van Peter Parker the Spectacular Spider-Man #56 (July 1981) is getekend door Frank Miller. Miller was toen nog een relatief nieuw talent en zoals je ziet, goed in staat om mooie, dramatische illustraties af te leveren. De cover markeert de eerste confrontatie tussen Spidey en Jack O’Lantern. Met zijn brandende pompoenenhelm zou deze terrorist niet misstaan op een Halloweenfeestje of in een amusante horrorfilm. Toch is hij, in tegenstelling tot bijvoorbeeld the Green Goblin of Hobgoblin, die ook allebei op zo’n feestje thuishoren, een beetje een sukkel.

Zijn outfit is een soort van harnas dat hem beschermd tegen kogels en dergelijke, dus handig. Maar hij heeft ook een pogo-platform waarop hij zich voortbeweegt. Als een manisch haasje springt Jack O’Lantern met dat ding alle kanten op, de weerkaatsing tegen muren en vloeren gebruikend om verder te komen. Ik kan me een makkelijker voertuig om mee te ontsnappen voorstellen. Ik denk zelfs dat je meer hebt aan een BMX crossfiets die toentertijd zo populair waren.

PPSSM-056-jackolanternMaargoed, hij schiet wel laserstralen af met een polsband, en daar moet je natuurlijk wel voor oppassen. En meedogenloos is hij wel. In het verhaal blijkt dat Jack samen met zijn handlangers een hele ambassade gegijzeld hield, maar werd verslagen door Machine Man. In coma geraakt door een eigen explosie wordt Jack naar het ziekenhuis gebracht waar wel meer superschurken worden behandeld.

Maar er is meer aan de hand dan men op het eerste gezicht denkt. Jack heeft namelijk zichzelf in coma gebracht door een drug te nemen die hij in zijn holle kies had verstopt, zodat de politie hem naar het Bellevue hospitaal zou brengen. Jack O’Lantern heeft bedacht dat het makkelijker ontsnappen is uit een ziekenhuis dan uit een gevangenis. Hij ‘ontwaakt’ dan ook zodra zijn handlangers hem komen bevrijden.

Dan besluit de schurk om het ziekenhuis gegijzeld te houden en tien miljoen dollar losgeld te eisen. Dom, want een van de aanwezigen is Nathan Lubensky, de vriend van Tante May. Als May haar neefje opbelt om te vertellen dat haar vriendje wordt gegijzeld en vraagt of Peter bij haar langs wil komen om haar te steunen tot de narigheid voorbij is, duurt het niet lang voordat Spider-Man door het Bellevue ziekenhuis over het plafond kruipt om de terroristen uit te schakelen.

PPSSM-056-spidermansluiptDat kost hem relatief weinig moeite, en eigenlijk levert Jack O’Lantern ook niet al te veel problemen op. Spider-Man kan zijn laserstralen makkelijk ontwijken.

PPSSM-056-jack-vs-spideyAls Jack O’Lantern op zijn pogo-platform naar buiten vlucht, raakt Spidey het platform met een webdraad. Als Jack net rond een vlaggenmast springt en Spidey het webdraad hard aantrekt, vliegt de terrorist richting Spider-Mans vuist. Een ferme knal is genoeg om Jack O’Lantern op de grond te krijgen.

PPSSM-056-jack-vs-spidey2Echt lastig wordt het pas voor Spider-Man als hij later zijn tante bezoekt. Die is natuurlijk heftig teleurgesteld in haar neefje Peter Parker omdat hij niet eerder opdaagde om haar te steunen. Typisch Parker: als Spider-Man heeft hij de mensen kunnen redden, maar hierdoor lijkt het alsof Peter een onverantwoordelijke jongen is waar je absoluut niet op kunt bouwen. Kortom, Peter heeft weer eens pech. Toch valt het leed ook wel weer mee als je bedenkt dat Peter niet Jack O’Lantern is.

Saillant detail: dit verhaal werd geschreven door Roger Stern en de breakdowns (potloodschetsen) zijn gemaakt door Jim Shooter, toen ook de editor-in-chief van Marvel. Jim Mooney inkte Shooters tekeningen.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spider-Mans eerste confrontatie met the Hobgoblin

We gaan nog even door over the Hobgoblin, want er valt nog veel meer over deze interessante schurk te vertellen.

Nadat een mysterieuze vreemdeling de spullen van the Green Goblin heeft gebruikt om zichzelf de identiteit van the Hobgoblin aan te meten, probeert hij zo veel mogelijk de overgebleven spullen van Norman Osborn te vinden. De inbraken die Hobgoblin pleegt in de opslagplaatsen van Osborn Industries blijven natuurlijk niet onopgemerkt en Peter Parker vreest het ergste. The Green Goblin kwam immers voor zijn vermoedelijke dood achter Spidey’s geheime identiteit. Als Osborn dat ergens in de vele dagboeken die hij bijhield heeft opgeschreven, kan de inbreker er dus achterkomen dat Peter Parker en Spider-Man dezelfde persoon zijn.

In Amazing Spider-Man #239 heeft onze muurkruiper veel aan zijn hoofd: zijn vriendin Black Cat is zwaar gewond geraakt in een gevecht met Doctor Octopus en the Owl en ligt in het ziekenhuis. Toch maakt onze held tijd vrij om alle schuilplaatsen die hij van Osborn kent en waar nog niet is ingebroken, af te gaan op zoek naar aanwijzingen. In een oud theater in Greenwhich village had Osborn zo’n schuilplaats en het is daar dat Spidey voor het eerst kennismaakt met Hobgoblin. De schurk is net de opslag aan het doorsnuffelen op zoek naar de laatste Goblin-spullen:

ASM-239-hobgoblinDaarna volgt een confrontatie die juist interessant is omdat de heren nog niet van elkaar weten hoe sterk de tegenstander is. Vooral Hobgoblin is onaangenaam verrast te merken hoe sterk Spider-Man eigenlijk is en vraagt zich terecht af hoe het komt dat Osborn al die confrontaties overleefde. Niet veel later zal Hobbie ontdekken dat Osborn daar een speciale chemische formule voor had uitgedacht. Deze maakte hem enorm sterk, maar het kostte Osborn ook zijn geestelijke gezondheid. Osborn werd er zo gek als een deur van. Hobgoblin weet de formule aan te passen zodat alleen de positieve effecten ervan overblijven. Dit maakt Hobgoblin in zekere zin een gevaarlijker vijand dan Osborn ooit was. Hobgoblin denkt veel strategischer dan zijn voorganger en zet vaak anderen in om het uile werk voor hem op te knappen.

ASM-239-hobgoblin-strikesDe eerste confrontatie tussen Spider-Man en Hobgoblin blijft een van mijn favorieten, omdat je een mooi idee krijgt van wat Hobgoblin allemaal voor spulletjes in huis heeft, zoals deze vlijmscherpe vleermuizen:

ASM-239-batsHet gevecht is overigens van korte duur: als Hobgoblin op de grond ligt, lijkt het of Spider-Man hem kan ontmaskeren, maar dan schiet de snoodaard een energiestraal af op een stuk opengelegen straat waardoor een gasleiding in de brand vliegt. Om het brandgevaar te blussen graaft Spidey de straat open en knijpt hij de leiding dicht. Tegen de tijd dat het gevaar is geweken, is zijn vijand natuurlijk allang gevlogen. Gelukkig maar, want er staan in de toekomst nog veel meer prachtige confrontaties tussen deze twee personages te wachten.

Bewust heb ik nog niet de identiteit van Hobgoblin genoemd, want misschien wil je de fantastische trade paperback Origin of the Hobgoblin nog lezen waarin de eerste verhalen met Hobbie zijn opgenomen. En Hobgoblin Lives! die in de jaren negentig uitkwam en dieper in gaat op zijn geschiedenis. Dat zijn de twee comics die ik je van harte aanbeveel als je meer over deze superschurk wil weten. Je kunt ook gewoon deze video even bekijken, maar dan mis je wel heel wat uurtjes leesplezier:

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Daar is The Hobgoblin!

Tegenwoordig struikel je over de Goblins in Spider-Man verhalen, maar toen in de jaren tachtig The Hobgoblin geïntroduceerd werd, was dat iets nieuws.

Toen ik begon met het lezen van Spider-Man-strips was ik een jaar of acht. Norman Osborn alias the Green Goblin was al jaren dood. Er werd wel eens naar hem gerefereerd in een verhaal, maar totdat Juniorpress begon met het uitgeven van Spider-Man Klassiek met daarin oude strips uit het verleden van Spider-Man, had ik nooit verhalen met the Green Goblin gelezen. Dat maakte dat de komst van de Hobgoblin des te harder aan kwam. Wat een fantastische schurk was dat!

Hij zag er allereerst al erg eng uit met zijn rode ogen, enge gezicht en hoodie. Dan had hij ook nog eens een snelle goblin glider waarop hij rond kon vliegen en die een prachtig rookspoor van uitlaatgassen achter zich liet. Hij gooide met halloweeneske pompoenbommen en vlijmscherpe vleermuizen. Dat laatste wapen moet de advocaten van Bruce Wayne toch hebben doen nadenken over een rechtzaak copyright infringement, want ze lijken natuurlijk erg veel op de batarangs van Bats. Maar goed, stelen van anderen was ook precies waar Hobgoblin goed in was. Zijn hele kloffie en wapens had hij immers van The Green Goblin ontvreemd. Daar is een goede reden voor.

spider-man-hobgoblin

The Hobgoblin is een creatie van schrijver Roger Stern en tekenaar John Romita Jr. Hij was hun antwoord een veel gestelde vraag: wanneer komt the Green Goblin terug?

Stern:

‘Everyone wanted the old characters back and they kept requesting the Green Goblin. Norman Osborn was the Green Goblin and he was dead. Harry Osborn only thought he was the Green Goblin. He had been crazy at the time, but he was better now. Besides, Harry didn’t have Norman’s super-strength and he would have gotten a terrible groin strain the first time he tried to ride that bat-glider across town. A normal guy just couldn’t straddle a jet engine without disasterous consequences! I didn’t want to bring in a new Green Goblin so I figured maybe I could meet the readers halfway. I decided to bring in a new guy who would steal the Goblin’s stuff and reconfigure it enough so that he was a new character.’ (DeFalco 2004: 105-106)

De introductie van Hobgoblin in Amazing Spider-Man #238-239 is een van de beste Spider-Man-verhalen ooit, want een vakkundig opgebouwde en zeer spannende thriller. Normaliter duiken de tegenstanders van Spider-Man zo maar in een verhaal op als we hen voor het eerst zien. Ergens halverwege doen ze dan in flashback snel hun oorspong uit de doeken. Niet bij dit verhaal over Hobgoblin: we zijn getuige van hoe hij aan de spullen van de Goblin komt en hoe hij deze naar eigen smaak modificeert en zijn eigen identiteit creëert. Het zou een prima eerste acte zijn in een nieuwe Spider-Man-film. Sterker nog: ik hoop dat ze ooit de Hobgoblin saga gebruiken als basis voor een Spidey-film.

Het verhaal begint bij Peter Parker en zijn Tante May. May heeft haar woning opengesteld voor leeftijdsgenoten en het huis van de Parkers is nu dus een soort van bejaardentehuis voor zelfstandig wonende ouderen. Peter, May en Mays vriend Nathan zitten bij de notaris om nog het een en ander te regelen. Als ze later over straat lopen, worden ze bijna omver gereden door een auto die uit een steeg snelt. Als Peters instinkt hem niet had gewaarschuwd, waren ze nu dood geweest. De auto wordt achtervolgt door de politie die halt houdt om te vragen of alles goed is met het trio. De politie vertelt dat ze een stel bankovervallers achtervolgen. Gesneden koek voor Spider-Man natuurlijk, die meteen in aktie komt en meelift op het dak van de politiewagen. Spidey springt over naar de auto van de criminelen en weet ze snel uit te schakelen. Een van de boeven weet uit de auto te springen. Het voortuig crasht en Spidey zet de achtervolging in. De schurk gooit een rookbom naar Spidey en weet via het riool te ontsnappen. Spider-Man geeft zijn zoektocht al snel op en terwijl Peter zijn camera van het dak van de politieauto haalt, ontdekt de voortvluchtige bankovervaller een geheime schuilplaats die vroeger van the Green Goblin was. De ruimte hangt vol met zijn spullen: kostuums, computers, wapens en dagboeken.

ASM-238-greengoblin_hideout

Op de redactie van The Daily Bugle levert Peter later zijn foto’s in en hoort hij dat de boef vlakbij een magazijn van Osborn Industries is ontsnapt. Op dat zelfde moment toont de bankovervaller, Georgie, aan een onbekende de schuilplaats van the Goblin. De nieuwe bezoeker draagt een gleufhoed en lange jas en we zien gedurende de hele strip zijn gezicht niet. Jarenlang zou de ware identiteit van de Hobgoblin een groot geheim blijven. Hij werd meerdere keren ontmaskerd, maar dat bleken altijd dwaalsporen te zijn en mensen die er door Hobgoblin zelf waren ingeluisd.

ASM-238-hobgoblin-hideoutAls de mysterieuze man zeker weet dat Georgie alle spullen van the Green Goblin bij hem heeft afgeleverd, en het magazijn van Osborn heeft doen afbranden, ruimt hij Georgie uit de weg. Nu kan Hobgoblin met de spullen van Norman Osborn aan de slag. Hij geeft de kostuums een nieuw kleurtje, namelijk grijs met oranje, en maakt nieuwe maskers. The Hobgoblin is geboren.

ASM-238-hobgoblin-mask

ASM-238-hobgoblin-intro

Wordt vervolgd…

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Spidey in de krant

Nog even voortbordurend op mijn post over de Tumblr van The Daily Bugle

Wanneer de voorpagina’s van The Bugle in de Spider-Man-strips voorkomen, bekijk ik die altijd aandachtig. Niet alleen om het fotowerk van Peter Parker te bewonderen, juist ook om te lezen hoe er over de avonturen van de superhelden in New York geschreven en op ze gereageerd wordt. Noem me ouderwets, maar juist doordat over die avonturen bericht wordt in een legitiem medium als de krant, lijken ze juist reëler. Wat in de krant staat is immers waar, nietwaar? Daarbij kan ik al genieten van hoe zo’n krantenpagina is vormgegeven.

Hier enkele sprankelende voorbeelden:

ASM-Ann-15-cover
Niet alleen de cover van tekenaar Frank Miller laat ons een prachtige voorkant van de krant zien, krantencovers zijn de rode draad in deze annual uit 1981 geschreven door Dennis O’Neil, waarin Spidey en the Punisher elkaar flink tegenwerken als het om het tegenhouden van Doctor Octopus gaat. De running gag in dit verhaal is dat de voorpagina van The Bugle telkens aangepast moet worden omdat de activiteiten van Spider-Man en Punisher het nieuws telkens veranderen. Uiteindelijk besluit Jameson, dan nog de hoofdredacteur van de krant, om toch maar te gaan voor deze voorkant waarin hij Spidey weer eens zwart maakt. Eerder heeft Robbie Robertson hem al gewaarschuwd dat het publiek moe is van Jameson’s tirade en dat een dergelijk stuk zeker de verkoop van de krant zal schaden. Dit wordt uiteindelijk bevestigd door een krantenverkoper:

ASMan-Ann-15-30Zo zie je maar dat ook het berijden van je stokpaardjes uiteindelijk verveling bij je publiek kan opleveren.

De voorpagina uit Amazing Spider-Man #252 waarin The Bugle bericht over de vermissing van de meeste Marvel-helden. Dit speelt zich af tijdens het Secret Wars-verhaal waarin een grote groep superhelden en schurken zijn ontvoerd door opperwezen the Beyonder. Hij laat de helden een robbertje knokken op een verre planeet. Let vooral op Jameson’s commentaar op het gebruik van fotomontages tegenover echte foto’s:

ASM-252-krant

En dan deze bijzondere voorpagina’s uit Amazing Spider-Man #240. De credits van de strip zijn verwerkt als krantenkop. Rechtsonder zie je een afbeelding van Jim Shooter, toen de hoofdredacteur van Marvel. Linksonder zie je een afbeelding van hoe schrijver Roger Stern er toen uit zag:

ASM-240-krant

De hand en dialoog zijn afkomstig van Adrian Toomes, aka the Vulture.

Overigens begonnen de meeste Spidey-comics een tijdje geleden met een soort van webpagina van The Daily Bugle. Daarin wordt kort samengevat wat er in de voorgaande delen is gebeurd. Een handig middel om de lezers even bij te praten. Voorheen deed Marvel dit door de hoofdpersoon zelf te laten terugblikken of –denken aan wat er vooraf ging. Een vervelende constructie als je bijvoorbeeld alle delen van een vervolgverhaal in één keer leest, omdat je dan veel herhaling voor je kiezen krijgt. Een voorbeeld uit Amazing Spider-Man #588:

ASM-588-intro

Tegenwoordig doen ze nog steeds zo’n samenvatting, alleen ziet het er niet meer uit alsof het een voorpagina van de krant betreft. Da’s eigenlijk wel jammer.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: De wraak van the Vulture

‘I always thought the Vulture was THE Spider-Man villain, because he is the antithesis of Spider-Man: old age and treachery versus youth and enthousiasm. Spider-Man is this young punk kid who often screws around, and the Vulture is this crusty old fart who doesn’t like anybody,’ aldus schrijver Roger Stern die the Vulture de ultieme vijand voor Spider-Man vindt.

Ik ben het volledig met Stern eens dat de tegenstellingen tussen Spider-Man en the Vulture deze oude schurk tot een van de meest interessante tegenstanders van het Webhoofd maakt. Daarom is the Vulture ook een van mijn favoriete schurken uit de Spider-Man-wereld. Er gaat werkelijk een enorme dreiging van deze vreemde vogel uit, en wanneer hij en Spidey met elkaar in de lucht vechten, levert dat altijd boeiende actiescènes op die zich, uiteraard, op gevaarlijk grote hoogten afspelen.

Illustratie: Marie Severin. Inkt: Steve Mitchell. Uit: Spec. Spider-Man #45.
Illustratie: Marie Severin. Inkt: Steve Mitchell. Uit: Spec. Spider-Man #45.

Op visueel vlak is the Vulture, echte naam Adrian Toomes, ook op een mooie manier uitgewerkt. Hij ziet er immers uit als een levensgrote gier: hij draagt en groen pak en heeft enorme vleugels aan zijn armen zitten waardoor hij kan vliegen. Zelfs zijn hoofd lijkt op de kop van zijn gevederde naamgenoot: Toomes is kaal en zijn enorme haakneus lijkt op de bek van een gier. Zijn kromme hals verdwijnt in het bontkraagje van zijn kostuum. Het uiterlijk van the Vulture, vooral de schaduw van zijn enorme vleugels,  levert prachtige, expressieve prenten op, zoals deze van Sal Buscema:

Illustratie: Sal Buscema. Uit: Spec. Spider-Man #4.
Illustratie: Sal Buscema. Uit: Spec. Spider-Man #4.

Bejaard maar niet afgeschreven
Een bejaarde tegenstander die Spider-Man aankan, vertelt ons ook dat ouderdom niet betekent dat je ook uitgerangeerd bent. In tegendeel: deze krasse knar is zeer vitaal. Goed, the Vulture mag dan een schurk zijn, dat doet mijns inziens niets af aan de positieve boodschap dat bejaarden ook nog een belangrijke rol in de maatschappij kunnen spelen.

Het was Stern die in 1983 eindelijk de achtergrond van the Vulture onthulde. De oude, kale gier vloog namelijk al in de verhalen van Spider-Man rond sinds Amazing Spider-Man #2, maar pas in nummer 241 krijgen we te horen hoe het komt dat Toomes de nare man geworden is die we allemaal kennen en verachten.

Slim is hij trouwens wel die oude Toomes, want hij houdt zich in Amazing Spider-Man #224 schuil in een verpleeghuis waar toevallig Tante May ook een tijdje verblijft. Daar ontmoet ze niet alleen haar nieuwe vriend Nathan Lubensky. Als Peter Parker zijn tante bezoekt herkent hij Toomes meteen en in het gevecht dat volgt door het revalidatiecentrum van het tehuis, bedreigt the Vulture een willekeurige bewoner. Dit blijkt Nathan te zijn, de enige vriend die hij in het tehuis heeft en die hij dus geen kwaad wil doen:

ASM-224-nathan_vulture

Uiteraard weet the Vulture te ontsnappen en als we hem weer nummers later aantreffen, namelijk #240, houdt hij zich schuil in een bejaardendorp, ergens in het Westen van de Verenigde Staten.

Coverillustratie: John Romita jr. Inkt: Bob Layton.
Coverillustratie: John Romita jr. Inkt: Bob Layton.

Als Toomes in de krant leest dat Gregory Bestman op een elektronicabeurs in Queens zijn nieuwe spullen vertoond, besluit Toomes terug te gaan naar New York en valt hij Bestman aan op de beurs. Bestman wordt ontvoerd door the Vulture en Spider-Man is niet in staat om Bestman uit de vleugels van de gier te redden. De oude schurk weet te ontsnappen met zijn slachtoffer. Politiehelikopters zetten de achtervolging in en Spidey lift handig met ze mee naar Staten Island. Daar bindt the Vulture Bestman vast op een stoel in een oude graansilo die Toomes gebruikt als schuilplaats. Dan vertelt the Vulture zijn verhaal.

Toomes was een ingenieur en uitvinder die samen met zijn beste vriend, Gregory Bestman een bedrijfje in elektronica begint. Toomes ontwerpt en bouwt een soort van harnas met vleugels waardoor hij in staat is te vliegen. Dit harnas genereert ook een elektromagnetisch veld dat op de een of andere manier Toomes’ fysieke kracht en uithoudingsvermogen een flinke boost geeft. Als hij erachter komt dat zijn zakenpartner systematisch geld achterhoudt en de boel oplicht, wordt hij door Bestman ontslagen. Kennelijk heeft Toomes ooit in vertrouwen een fout contract getekend waardoor hij het bedrijf aan Bestman overdroeg. Toomes neemt wraak: hij verwerkt zijn harnas in een gierkostuum en slaat de hele boel kort en klein. Hij vindt een grote som geld in het kantoor van Bestman en neemt deze mee. Hij besluit zijn nieuw verworven kracht in te zetten voor een carrière in de misdaad.

Interessant aan dit verhaal van Stern is dat the Vulture, tot nu toe eigenlijk alleen geportretteerd als een nare, gehaaide misdadiger die meedogenloos is, opeens een tragische figuur wordt. Je hebt begrip voor het feit dat hij zich belazerd voelde door zijn allerbeste vriend en dat hij daardoor zijn vertrouwen in de mensheid heeft verloren.

Spider-Man hoort het verhaal van Toomes en krijgt zelfs een soort van medelijden met zijn tegenstander. Als Toomes Bestman te pletter gooit vanaf de silo, weet Spidey de schurk te redden door onder hem een webnet te spannen. Daarna slingert hij achter the Vulture aan die het bos is ingevlucht. Wat volgt is deze korte maar krachtige actiescène tussen de bomen:

ASM-241-18 ASM-241-19 ASM-241-20

Ik vind het een mooi detail dat Spider-Man uiteindelijk de Gier in zijn web weet in te sluiten, als een spin die een vlieg vangt.

Categorieën
Strips

Interview John Romita Jr.: Van Spider-Man tot Kick-Ass

In Kick-Ass 2, sinds afgelopen zomer in de bioscopen en vanaf 11 december uit op DVD en Blu-ray, maken we opnieuw kennis met de reallife superheld die zijn naam aan de film gaf. De film is gebaseerd op de gelijknamige strips getekend door John Romita Jr. Al sinds 1976 tekent hij voor Marvel Comics, de uitgeverij waar ook zijn vader, John Romita Sr.carrière maakte. ‘Na 37 jaar heb ik nog steeds een brandend verlangen om de beste tekenaar in de comicsindustrie te zijn.’ 

John Romita Jr. geportretteerd door zijn vader.
John Romita Jr. geportretteerd door zijn vader.

‘Het mooiste aan mijn vak vind ik dat ik thuis kan werken. Zo was ik in staat om mijn zoon op te zien groeien en meer tijd te spenderen met mijn vrouw,’ zegt de Amerikaanse stripmaker John Romita Jr. lachend vanuit zijn huis in Long Island. ‘Maar zonder gekheid, het mooie aan strips maken vind ik zowel de verhalen die we vertellen als het tekenen zelf. Het is bijzonder om jezelf zo in je werk te kunnen verliezen en tegelijkertijd controle over het proces te houden. Strip is een groots medium dat al zover is ontwikkeld dat iedereen in de industrie eigenlijk trots moet zijn op waar we zijn op dit moment.’

John Romita Jr. (New York, 1956) is een van de beste tekenaars werkzaam binnen de Amerikaanse strip. Hij tekent gemiddeld twee comics per maand. Zijn werk is een schoolvoorbeeld van hoe je de grammatica van het medium moet gebruiken om duidelijk een verhaal te vertellen. Hij is een visuele verteller: de camera staat altijd op de juiste plek en hij laat zijn personages overtuigend acteren. Romita: ‘Kijk, er zijn tekenaars die een betere of mooiere stijl hebben dan ik, daarom blijf ik hard werken. Na 37 jaar heb ik nog steeds een brandend verlangen om de beste tekenaar in de comicsindustrie te zijn.’

Zijn gehele professionele leven werkt Romita voor Marvel Comics. Hij heeft zo’n beetje alle belangrijke helden van de uitgever getekend, zoals Captain America, Iron Man, Daredevil, Thor, the X-Men, the Punisher en the Avengers. Gedurende zijn carrière heeft hij ook veel Spider-Man-verhalen gemaakt. Daarmee trad hij in de voetsporen van zijn vader, John Romita Sr., die na Steve Ditko in de jaren zestig zijn eigen stempel op het Webhoofd drukte. Sr.’s elegante en toegankelijke tekenstijl zorgde ervoor dat het personage nog populairder werd.

De eerste comics die ik als achtjarige onder ogen kreeg, waren Romita Jr.’s Spider-Man-verhalen. Dankzij de intrigerende plots van Roger Stern en Romita’s fantastische tekenwerk, begon mijn fascinatie met de stripheld die tot vandaag de dag voortduurt. Nu ik hem jaren later voor het eerst over zijn werk en carrière spreek, kan de fanboy in mij een gelukzalige grijns niet onderdrukken. Men spreekt immers niet iedere dag met zijn held. Dat tijdens het gesprek een storm rond het huis van John de telefoonverbinding geregeld verbreekt, mag de pret niet drukken.

Een Spider-Man illustratie uit de vroege dagen van Romita's carrière uit AMS #227.
Een Spider-Man illustratie uit de vroege dagen van Romita’s carrière uit ASM #227.

Kick-Ass
Aanleiding voor ons gesprek is de film Kick-Ass 2 van regisseur Jeff Wadlow, die nu in de bioscoop draait. Zoals zo veel superheldenfilms begonnen de avonturen van Kick-Ass op de strippagina van een Amerikaanse comic. Samen met de Schotse stripschrijver Mark Millar creëerde Romita Jr. de populaire en ultra gewelddadige strip waarin middelbare scholier Dave Lizewski zich serieus afvraagt waarom niemand in het echte leven ooit een superheld is geworden en besluit het eens uit te proberen. Zonder noemenswaardige training gaat hij in een groen pak, skimasker en wapenstokken de misdaad te lijf. Ondanks dat hij harde klappen oploopt, is zijn optreden als Kick-Ass al snel zo populair dat er meer reallife superheroes opduiken, waaronder Big Daddy en zijn dochter Hit-Girl. In tegenstelling tot de andere ‘superhelden’, die vooral in hun outfit paraderen en dekens aan daklozen uitdelen, weet dit duo echt van wanten. Vooral de jonge tiener Hit-Girl hakt zonder met haar ogen te knipperen gangsters in stukken. Samen met Kick-Ass berokkenen ze de maffia veel schade.

De tweede film is gebaseerd op de strips Hit-Girl en Kick-Ass 2. Na de dood van Big Daddy in deel 1, heeft Hit-Girl haar voogd moeten beloven nooit meer voor held te spelen en probeert als normaal meisje door te gaan op de middelbare school. Ondertussen sluit Kick-Ass zich aan bij het eerste superheldenteam Justice Forever. Het zoontje van de maffiabaas wil wraak op Hit-Girl en Kick-Ass omdat ze verantwoordelijk zijn voor de dood van zijn vader. Hij heeft de ambitie de grootste superschurk aller tijden te worden, noemt zichzelf The Motherfucker en huurt enkele nare huurmoordenaars in, waaronder Mother Russia: een ex-KGB agente die qua moordlust niet onder doet voor The Terminator.

Justice Forever.
Justice Forever.

Vrijheid
Kick-Ass is een zogenoemd creator-owned project van Millar en Romita Jr., dat wil zeggen dat zij de rechten van de personages behouden. Romita: ‘Je hebt als maker de volledige vrijheid bij dit soort projecten. Het zijn onze creaties, daarom voel ik me meer verankerd in het verhaal en geniet ik meer van deze personages dan wanneer ik stripfiguren van anderen krijg aangereikt. Gedurende mijn carrière heb ik Spider-Man heel wat jaren getekend en toch voel ik me meer verbonden met het Kick-Ass-personage dan met Spidey. Overigens moet je bij de vrijheid die je als maker hebt wel oppassen dat je niet te ver gaat. Ik heb creator-owned projecten gezien die onnodig pornografisch of gewelddadig zijn.’

The Motherfucker.
The Motherfucker.

Nu zijn de Kick-Ass-verhalen ook niet bepaald zachtzinnig. In de strip Kick-Ass 2 gaat The Motherfucker flink tekeer: in een scène schiet hij zonder reden een stel kinderen en buurtbewoners dood. Even later verkrachtten hij en zijn handlangers een vriendin van Kick-Ass. Wat wilden de stripmakers hier eigenlijk mee uitdragen?
‘De verkrachtingsscène hebben we redelijk tactvol in beeld gebracht, vind ik. We suggereren de daad, maar je ziet haar niet, want we snijden er vlak voor weg. Wat het doodschieten van de kinderen betreft: we wilden daarmee de extreme psychotische aard van de schurk tonen. Ik ben het niet per se eens met dit kleine vignet, maar ik heb het wel uitgevoerd voor Mark. In al het werk dat ik ooit samen met Mark heb gedaan, was dat de enige scène waar ik niet heel blij mee was. Als vader had ik er moeite mee om dit te laten zien. Het geweld is explicieter dan ik zou willen.’

In de filmversie zit de scène met de kinderen overigens niet. Wel het begin van de verkrachtingsscène, maar die loopt met een sisser af omdat The Motherfucker zich er niet hard voor kan maken. Sowieso is het geweld in de filmversies meer afgezwakt dan in de strip. Desondanks distantieerde acteur Jim Carrey, die de leider van Justice Forever gestalte geeft, zich van zijn rol omdat hij de film te gewelddadig vond en hij dit niet kon verkroppen na de bloederige shooting die december vorig jaar op de Sandy Hook basisschool in Connecticut plaatsvond. Romita, die net als Millar als adviseur aan de films verbonden is, geeft aan Carreys visie te respecteren maar voegt toe: ‘Interessant genoeg speelt hij een personage dat juist zijn antigeweldstandpunt uitdraagt, want Colonel Stars and Stripes is een hervormde huurmoordenaar die niet meer in wapens gelooft. Nu Carrey afstand doet van de rol, mist hij de kans daar gebruik van te maken.’

Hit-Girl in actie.
Hit-Girl in actie.

Op dit moment zijn de heren druk met de stripreeks Kick-Ass 3. Samen met Millar maakte Romita Jr. al eerder het Wolverine-verhaal Enemy of the State, waarin de gebrainwashte superheld het tegen al zijn collega’s opneemt. Kennelijk beviel de samenwerking goed, want toen Millar een nieuw idee had benaderde hij Romita om er samen aan te werken.
‘Mark kwam met het oorspronkelijke idee voor Kick-Ass, al ging het verhaal toen meer over de vader en het dochtertje, Big Daddy en Hit-Girl. Toen we er aan werkten verschoof de focus naar het personage Kick-Ass. Ik heb karakterontwerpen, modelsheets en schetsen gemaakt en daar zijn we mee aan de slag gegaan.’

Millar schrijft volgens Romita een mengvorm van plot en volledige scriptbeschrijvingen: ‘Mark is zo’n goede schrijver dat hij me alleen het strikt noodzakelijke geeft en daar ga ik dan mee aan de slag. Co-schrijver is misschien te veel gezegd, maar ik vind mezelf wel een co-storyteller. Met mij is het anders dan bij de meeste tekenaars, want storytelling is voor mij het allerbelangrijkste element van het strip maken. Op dat vlak voeg ik meer aan het verhaal toe dan de gemiddelde tekenaar. Mark is heel genereus met zijn complimenten en zegt dat ik 80% van het werk verricht, maar daar ben ik het niet helemaal mee eens. Volgens mij is het een 50-50 deal.’

Romita werkt normaliter in wat de Marvel-methode wordt genoemd: de auteur schrijft het verhaal op als een synopsis of plotbeschrijving en niet als een volledig uitgeschreven script. Wanneer de strip is getekend worden de teksten toegevoegd. Zodoende heeft Romita als verhalenverteller een dikke vinger in de pap. Vaak plaatst hij buiten de stripkaders ook suggesties voor dialogen.

Thor in potlood.
Thor in potlood.

Verhalenverteller
Wanneer John een plot of script krijgt, maakt hij aantekeningen van wat hij wil gaan tekenen. Die fase heet thumbnailing, maar in plaats van kleine schetsen te maken schrijft John korte aantekeningen van wat hij wil gaan tekenen. ‘Op deze manier weet ik hoeveel pagina’s ik kwijt ben en dat het allemaal zal passen binnen de hoeveelheid die we hebben. Zo kan ik het vertelritme, de vorm en de grootte van de plaatjes bepalen en weet ik waar ik bijvoorbeeld een dubbele pagina kan plaatsen. Daarna ga ik meteen met het tekenwerk aan de slag. Ik teken direct op het artboard.’

Hier spreekt een man met ervaring, toch maakt de stripmaker met grote staat van dienst een zeer bescheiden indruk. Romita wordt alom geprezen vanwege de manier waarop hij verhalen visualiseert. Daar is hij ook trots op maar hij blijft kritisch op zijn tekenwerk.

‘Mijn verteltechniek heeft als uitgangspunt het vermijden van gaten in de vertelling. Ik wil dat de tekeningen zo duidelijk zijn voor de lezer dat de dialoog bijna een fijn extraatje is die het geheel mooi afmaakt, als de slagroom op de taart. Duidelijkheid gaat vóór mooi tekenwerk. Ik vind het belangrijker dat een striplezer kan zeggen dat hij erg genoten heeft van het verhaal dan dat hij zegt erg genoten te hebben van het tekenwerk. Mijn verteltechniek komt eigenlijk voort uit het feit dat ik in het begin niet zo’n goede tekenaar was en dit wilde compenseren door goed te letten op hetgeen waar ik wel controle over had, namelijk de storytelling. Die heb ik ontwikkeld door het werk te lezen dat mijn vader met Stan Lee maakte toen ik nog jong was. Ik heb ook veel geleerd door veel naar films te kijken, en er waren redacteuren bij Marvel die storytelling erg belangrijk vonden. Mensen als Jim Shooter (jarenlang de hoofdredacteur bij Marvel) gaven veel aanwijzingen. Bijvoorbeeld dat je telkens helder moet laten zien waar iets zich afspeelt, door geregeld een establishing shot te gebruiken.’

Voor referentiemateriaal in zijn strips gebruikt John vaak de interieurs van de huizen en bedrijven waar hij over de vloer komt. Hij vist veel observaties op uit zijn geheugen, en neemt ook foto’s. ‘Als mijn vrouw bijvoorbeeld haar dokter in de stad bezoekt, dan gebruik ik mijn telefoon om foto’s te nemen voor referentieshots van ziekenhuizen, gangen, en dat soort dingen. Dat is vooral handig omdat ik dit soort plekken van een bepaald gezichtspunt nodig heb of omdat ik specifieke voorwerpen nodig heb die ik niet altijd online kan vinden.’ Romita modelleert ook stripfiguren naar mensen uit zijn omgeving. Een berucht voorbeeld is Typhoid Mary, een zeer kwaadaardige vrouw uit Daredevil, die Romita baseerde op zijn ex-vrouw. Wellicht was dit een reactie op een vervelende scheiding? ‘Het was een moeilijke relatie en daarom was de scheiding fijn, want een bevrijding. De pen is machtiger dan het zwaard, zeg maar. Ik heb mijn wraak gekregen.’

Tuphoid Mary.
Tuphoid Mary.

De zoon van
Romita volgde een tweejarige opleiding reclametekenen aan Farmingdale University. De eerste stappen op het pad van striptekenaar waren bescheiden. Hoewel Sr. als artdirector bij Marvel werkte en Johns moeder Virginia daar trafficmanager was, is JRJR zonder de hulp van zijn ouders in 1976 bij de uitgeverij begonnen. Ze wilden zo beschuldigingen van nepotisme vermijden. Romita Jr. maakte als vakantiemedewerker schetsen en pin-ups op de redactie, en toen men zijn talent herkende, mocht hij voor de Britse afdeling van Marvel, Marvel UK tekenen. Amerikaanse comics werden in twee delen in zwart-wit tijdschriften uitgegeven en Romita JR maakte daarvoor een extra cover en de splashpage: de openingspagina die meestal bestaat uit een grote plaat. Daarna werkte hij een tijdje als productie-assistent op het kantoor van Marvel. Zijn eerste echte klus was een zespagina lange Spider-Man-verhaal in annual #11 (1977): ‘Chaos at the Coffee Bean’, geschreven door Scott Edelman. Die was ook de redacteur van de serie Iron Man en vroeg JRJR deze serie te tekenen.

Het was voor John moeilijk om onder de schaduw van zijn vader vandaan te komen: ‘Doordat mijn vader ook voor Marvel werkte dachten veel mensen dat ik door nepotisme aan de bak was gekomen. Daarom moest ik extra hard werken om mezelf te bewijzen, aan mezelf en ook aan mijn vader. Gelukkig had ik een sociaal leven buiten de stripwereld met fantastische vrienden en een fijne familie waar ik me bij kon ontspannen. Het was in het begin geen pretje en ik weet nog dat ik in die dagen veel woede voelde. Als ruwe bolster uit New York heb ik menigmaal mijn handen strak in mijn zakken moeten houden. Je zou kunnen zeggen dat ik genoeg mensen ben tegengekomen die een flinke klap hadden verdiend. Daarom fitness ik nog steeds, om me mentaal en fysiek sterk te houden. Het is interessant hoe fitness zo intrinsiek verbonden is aan strips, want om het menselijk lichaam te kunnen tekenen, moet je fysiek fit genoeg zijn om lange uren achter elkaar te kunnen werken. En daarom moet je mentaal ook fit zijn. Mijn vader zei al: “Er is altijd iemand die beter is dan jij, iemand die slimmer is, sterker en er beter uitziet. Dus raak gewend aan wie en wat je bent, deal daarmee en bewijs jezelf daarna zo goed mogelijk.” Wat mij betreft is dat het meest diepzinnige wat je een kind kunt meegeven. Mijn vader is een briljante tekenaar en hij is nooit arrogant geworden. En als hij zo goed kan zijn en toch bescheiden, mag ik van mezelf niet minder verwachten.’

Spider-Man
spidey_webslinger_RomitaRedelijk vroeg in zijn carrière kreeg Romita de kans om Amazing Spider-Man te tekenen. Eerst verhalen van Denny O’Neil, daarna die van Roger Stern. Deze samenwerking leverde comics op die nu nog steeds als een huis staan. Omdat veel ervan verbonden zijn aan Peter Parkers werk bij the Daily Bugle, zijn de fantastische avonturen van het Webhoofd geaard in de realiteit. Hoe bereidde Romita zich voor op het tekenen van Spider-Man?

‘Ik ben uitgegaan van wat mijn vader daarvoor had gedaan. Ik was toen nog geen vaardige tekenaar dus probeerde ik na te doen wat hij had gedaan. Uiteraard faalde ik daar in, maar ik kon alleen doen wat op dat moment in mijn mogelijkheden lag. Ik weet nog dat ik me compleet overweldigd en geïntimideerd voelde, maar het is me gelukt om er doorheen te komen. Uiteindelijk werd mijn werk steeds beter,’ zegt hij lachend. De werkrelatie met Stern noemt Romita fantastisch. ‘We waren allebei erg jong en beginnelingen. We wisten wat ons aansprak. Roger was toen meer een redacteur dan een schrijver. We werkten samen op de redactie van Marvel dus we spraken elkaar veel.’

In de loop van zijn carrière kwam Romita telkens weer terug bij Spider-Man. ‘Ik teken Spider-Man het liefste, want ik voel me erg vertrouwd met hem. Natuurlijk omdat mijn vader hem tekende toen ik nog jong was, maar ook omdat Peter Parker woonde in Forest Hills en dat is vlakbij waar ik ben opgegroeid. Spider-Man is een tiener uit Queens en dat maakte hem reëel genoeg om als kind uit Queens over hem te fantaseren. Toen ik de kans kreeg om hem te tekenen, heb ik geprobeerd door te zetten wat mensen juist zo aanspreekt in het personage en dat is zijn realisme. Hij is de anti-Superman, want hij woont in een bestaande stad terwijl Superman een complete fantasiefiguur is. Met Kick-Ass hebben we hetzelfde gedaan als met Peter. Kick-Ass woont ook in de buurt waarin ik ben opgegroeid. Die vertrouwdheid spreekt mij aan en maakt het voor mij echter. Eigenlijk is Kick-Ass nog realistischer dan Spider-Man, want er zitten geen superhelden in. Het zijn echte mensen die superhelden proberen te zijn.’

 

In de loop der jaren is Romita’s relatie tot Peter Parker wel veranderd. Tegenwoordig wordt Spidey geschreven door Dan Slott, en is hij niet eens meer Peter Parker, maar zit de geest van Doctor Octopus in zijn lijf. ‘Dat valt me wel tegen, maar je weet dat Peter uiteindelijk weer terug zal komen,’ zegt de stripmaker. ‘Peter heeft zich langzaam ontwikkeld en is in de loop der jaren veranderd. Dit betekent niet dat het per se slechter of beter is, maar omdat ik er nu niet aan werk, voel ik me minder met Peter verbonden. Ik heb het gevoel dat de Peter Parker uit mijn tijd meer hart en ziel had dan de andere interpretaties, maar dat komt vast omdat ik er toen aan werkte. Net als de versie van Stan Lee en mijn vader, was mijn Peter Parker een fan van Tante May, hij voelde zich verbonden met haar en zijn familie.’ Dat John dit zo aanspreekt is niet zo gek, want hij komt over als een echte familieman. Liefdevol spreekt hij over zijn kinderen, vrouw en familie. ‘Ik zou uiteindelijk graag weer met Spider-Man aan de slag gaan, want ik geniet echt van hem.’

spider-man-911

11 september
In de begin jaren van deze eeuw tekende Romita de Spider-Man-verhalen geschreven door J. Michael Straczynski. De aflevering over de terroristische aanslagen op 11 september 2001 (Amazing Spider-Man, vol. 2 #36) beschouwt hij als een hoogtepunt uit zijn carrière. Zelfs de superhelden van Marvel konden de aanslagen niet voorkomen en Spider-Man en zijn collega’s helpen de brandweermannen met het zoeken en bergen van slachtoffers.

Op New Yorker Romita maakten de aanslagen een enorme indruk: ‘Verhalen die inspelen op de actualiteit zijn altijd een onderdeel geweest van comics. Stan Lee schreef al over rassenstrijd en drugsproblemen. Ik heb het over alcoholisme gehad in Iron Man en kindermishandeling in de verhalen van Peter Parker en Daredevil. Toch, de laffe aanvallen en brute moorden op 11 september 2001, veranderden ieders leven en visie. Voor mij werd bevestigd dat vrijheid nooit veilig is. Ik wil niet te veel ingaan op politiek, maar jarenlang voelde ik me erg ontstemd, verpletterd, vol haat en woede vanwege deze aanvallen op Amerika. We zijn een vrije natie waar iedereen zijn zegje kan en mag doen, en er is een bepaalde groep mensen die het land haten waar ze wonen. Ik realiseerde me door 11 september dat, ondanks het feit dat het merendeel van de Amerikanen goedhartige mensen zijn, we gehaat worden vanwege onze vrijheid. Dit besef verankerde in mijn geest het idee dat ik me niet meer kan ontspannen, dat ik overal moet letten op wat ik doe, waar ik me ook begeef. Overal loert het gevaar om de hoek. Dat stelde me erg teleur, maar je moet dit idee wel omarmen. Het spreekt voor zich dat je niet zomaar een gevaarlijke weg of wijk in Los Angeles of New York kan inlopen, want misdaad is in elke grote stad. Maar nu is dat gevoel van onveiligheid overal: op vliegvelden, in iedere stad ter wereld, en dat brak mijn hart.’

spider-man-911-2
Gevraagd naar waar Romita nog meer trots op is, antwoordt hij: ‘Er zijn verschillende redenen waarom ik trots ben op bepaald werk. Op emotioneel niveau ben ik trots op het 11 September-verhaal, wat ouderwetse storytelling betreft ben ik trots op Man without Fear, een geüpdatet origin story van Daredevil. Met dit verhaal lukte het me om alles goed te doen: alles wat ik leuk vond om te doen kon ik kwijt in de storytelling. En Frank Miller is een briljant schrijver. Wat betreft moderne verteltechnieken en commercieel succes, ben ik erg blij met Kick-Ass.’

Een pagina uit Daredevil: Man without Fear.
Een pagina uit Daredevil: Man without Fear.

Impressionisme
In de toekomst hoopt John weer te gaan schilderen, iets wat hij sinds de kunstacademie niet meer gedaan heeft. ‘Zodra ik stop met mijn deadlinewerk wil ik dat weer oppikken. Ik weet ook precies wat ik wil gaan maken en in welke stijl. Ik vind de menselijke anatomie fascinerend, daarom vind ik het heerlijk om het menselijk lichaam te illustreren. Tegelijkertijd vind ik jammer dat ik dit de afgelopen 37 jaar alleen in een realistische stijl heb kunnen doen. Daarom wil ik graag een impressionistische stijl met een realistische combineren in portretschilderen. Ik wil het realisme niet volledig elimineren, maar ik wil graag ruimte voor fantasie in de beelden laten en daarom gaat het impressionisme een rol spelen. Ik heb al zoveel zin om eraan te beginnen dat ik het bijna kan proeven!’

Dit interview is gepubliceerd in Stripgids #36 (2013).

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Interview met mijn favoriete Spider-Man-tekenaar

Lang heb ik uitgekeken naar de nieuwe editie van Stripgids, want daarin staan twee interviews van mijn hand: een gesprek met Martin Lodewijk en een interview met niemand minder dan de Amerikaanse comictekenaar John Romita Jr. JRJR is een van mijn grote helden wat stripmaken betreft en het was dan ook een jongensdroom om hem eens te mogen interviewen.

John Romita Jr. geportretteerd door zijn vader.
John Romita Jr. geportretteerd door zijn vader.

De eerste comics die ik als achtjarige onder ogen kreeg, waren Romita Jr.’s Spider-Man-verhalen. Dankzij de intrigerende plots van Roger Stern en Romita’s fantastische tekenwerk, begon mijn fascinatie met de stripheld die tot vandaag de dag voortduurt.

Het was natuurlijk het mooiste geweest als we elkaar face to face hadden gesproken, want dat praat altijd het makkelijkst, maar dit keer werd het een telefoongesprek van ruim anderhalf uur. Je kunt het als stripjournalist erger treffen, al was het gesprek niet gespeend van plagerijtjes van het lot. Tijdens ons gesprek werd de verbinding geregeld verbroken. Er bleek een flinke storm te waaien rond Romita’s huis op Long Island. Halverwege het interview gaf de accu van mijn telefoon de geest en moest ik halsoverkop verhuizen naar een andere werkkamer en telefoon om het gesprek voort te zetten. Dat mocht allemaal de pret niet drukken: na het gesprek heb ik nog dagenlang met een brede grijns op mijn gezicht rondgelopen. Mijn helden spreken en inhoudelijke gesprekken over hun werk te voeren was een van de belangrijkste redenen voor mij om stripjournalist te worden. Voor het grote geld, welwillende groupies en korte werkweken hoef je het namelijk niet te doen.

Aanleiding voor ons gesprek was de film Kick-Ass 2. De strip Kick-Ass is namelijk een creatie van schrijver Mark Millar en John Romita Jr. Uiteraard heb ik John ook heel veel vragen over Spider-Man gesteld.

Een Spider-Man illustratie uit de vroege dagen van Romita's carrière uit AMS #227.
Een Spider-Man illustratie uit de vroege dagen van Romita’s carrière uit AMS #227.

Storytelling
Wat mij betreft is John Romita Jr. een van de groten van de Amerikaanse strip. Zijn werk is een schoolvoorbeeld van hoe je de grammatica van het medium moet gebruiken om duidelijk een verhaal te vertellen. Hij is een visuele verteller: de camera staat altijd op de juiste plek en hij laat zijn personages overtuigend acteren. Zijn storytelling verloopt heerlijk soepel, omdat hij een heel natuurlijk vertelritme aanhoudt. Je kunt zijn strips volgen zonder de tekst te lezen.

Een mooi voorbeeld daarvan vind ik deze scène uit Amazing Spider-Man vol. 2 #37, waarin Tante May ontdekt dat Peter Spider-Man is. Peter kwam de avond ervoor doodmoe thuis na een gevecht tegen de schurk Morlun dat hem bijna zijn leven kostte. Tante May komt binnen en ziet Peters Spider-Man-kostuum in stukken op de grond liggen.

ASM-v2-037-01

ASM-v2-037-02

ASM-v2-037-03

Ik vind het prachtig om Mays reactie te zien. Ze is duidelijk geschokt door deze ontdekking. Zonder tekst te gebruiken zijn de stripmakers in staat om aan de lezer te communiceren wat er in May omgaat. Tegelijkertijd laten ze genoeg open voor een eigen interpretatie. Hoe ze precies met deze schokkende ontdekking omgaat, zien we later in het volgende nummer van Amazing Spider-Man. Daarin voeren May en Peter een prachtig geschreven gesprek van moeder tot zoon. Dat nummer behoort tot een van de beste karakterstudies binnen deze reeks, want de relatie tussen May en Peter wordt hierin heel mooi uitgediept.

Uit ASM #500. (Druk op plaatje voor 1000px versie)
Uit ASM #500. (Druk op plaatje voor 1000px versie)

Familievriend
Dat de Spider-Man personages net als echte mensen kunnen voelen, vindt JRJR trouwens ook. Van alle striphelden tekent hij Spider-Man het liefste, vertelde hij mij.

‘Ik teken Spider-Man het liefste, want ik voel me erg vertrouwd met hem. Natuurlijk omdat mijn vader hem tekende toen ik nog jong was, maar ook omdat Peter Parker woonde in Forest Hills en dat is vlakbij waar ik ben opgegroeid. Spider-Man is een tiener uit Queens en dat maakte hem reëel genoeg om als kind uit Queens over hem te fantaseren. Toen ik de kans kreeg om hem te tekenen, heb ik geprobeerd door te zetten wat mensen juist zo aanspreekt in het personage en dat is zijn realisme. Hij is de anti-Superman, want hij woont in een bestaande stad terwijl Superman een complete fantasiefiguur is.’

In de loop der jaren is Romita’s relatie tot Peter Parker wel veranderd.
‘Peter heeft zich langzaam ontwikkeld en is in de loop der jaren veranderd. Dit betekent niet dat het per se slechter of beter is, maar omdat ik er nu niet aan werk, voel ik me minder met Peter verbonden. Ik heb het gevoel dat de Peter Parker uit mijn tijd meer hart en ziel had dan de andere interpretaties, maar dat komt vast omdat ik er toen aan werkte. Net als de versie van Stan Lee en mijn vader, was mijn Peter Parker een fan van Tante May, hij voelde zich verbonden met haar en zijn familie.’

JRJR is mijn favoriete Spider-Man tekenaar. Het is dus geen toeval dat zijn werk al vaak voorbij is gekomen in deze rubriek.

Stripgids #36
Stripgids #36

Oorspronkelijk zou het interview met Romita september in Stripgids staan, vlak na de release van Kick-Ass 2 in de bioscopen. Dat gebeurde niet, omdat het septembernummer nooit is verschenen. Stripgids heeft namelijk een make-over gehad. Het blad is nu twee keer zo dik en heeft een nieuwe, mooie lay-out gekregen. Daar staat tegenover dat het nu maar vier keer per jaar verschijnt in plaats van vijf keer. Het interview met Romita staat dus in het winternummer, evenals mijn interview met Lodewijk, dat door het uiteindelijk niet verschijnen van de Daddy Vinci Code, ook was uitgesteld. Gelukkig kwam van uitstel geen afstel en is dit lange interview van 4000 woorden ook in Stripgids te lezen.

Binnenkort publiceer ik de interviews ook hier. En van Romita’s werk gaan we uiteraard nog veel meer zien. Ik hoop dat hij na Kick-Ass weer met Spider-Man aan de slag gaat, mits Peter Parker dan gewoon weer in het kostuum zit natuurlijk. Het tekenwerk van Romita Jr verdient de beste schrijvers.

Stripgids #36 bevat trouwens ook boeiende interviews met Neil Gaiman en Bronzen Adhermar-winnaar Marc Legendre. Ook dit Nix verslag over zijn avonturen in China waar aan 500 animatiefilmpjes rond zijn Kinky en Cosy werden gemaakt en staat het nummer vol met informatie over het aanstaande Stripgids Festival in december.

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: J. Jonah Jameson

jameson-ditkoSpider-Man kent een zeer uitgebreide selectie aan schurken die hem het leven zuur maken. J. Jonah Jameson is wellicht de gevaarlijkste opponent van allemaal, want hij weet de publieke opinie tegen Spidey op te zetten.

Als hoofdredacteur en eigenaar van de krant The Daily Bugle schreef hij jarenlang haatvolle artikelen waarin hij het Webhoofd zwart maakt en vaak in verband brengt met allerlei misdaden die de held gepleegd zou hebben.

Jameson was er al bij vanaf het eerste uur en maakte zijn opwachting in Amazing Spider-Man #1 (maart 1963). Behalve naargeestige artikelen ging hij ook de boer op om het publiek te waarschuwen voor het gemaskerde gevaar: Spider-Man zou een slechte invloed hebben op de jeugd omdat hij een gemaskerde man is die het recht in eigen hand neemt. ‘Children my try to imitate his fantastic feats! Think what would happen if they make a hero out of this lawless, inhuman monster! We most not permit it!’ schreeuwt Jameson bij een bijeenkomst. Dan komt de aap uit de mouw: in plaats van een schurk als Spider-Man te aanbidden, kan de jeugd beter een voorbeeld nemen aan zijn zoon, John Jameson. Die is een echte held, vindt Jonah, want zijn zoon is een dappere testpiloot die op het punt staat met een raket de ruimte in te vliegen.

Uit Amazing Spider-Man #01. Illustratie: Steve Ditko. Script: Stan Lee.
Uit Amazing Spider-Man #01. Illustratie: Steve Ditko. Script: Stan Lee.

De ironie van het lot wil dat deze testvlucht mislukt en dat Spider-Man degene is die John Jameson van een wisse dood redt. Niet dat dit heethoofd Jameson doet afkoelen. In tegendeel: zijn haatcampagne tegen Spider-Man gaat door.

Ondertussen lukt het Peter Parker niet om een fatsoenlijke baan te vinden. Zijn showbizzdagen als Spidey zijn geteld door de negatieve campagne die Jameson voert. Maar goed, hij kon toch de cheques niet inwisselen die zijn uitgegeven aan Spider-Man. (Gemaskerde mannen die geld komen halen bij de bank worden doorgaans niet vriendelijk ontvangen.)

In Amazing Spider-Man #2 looft Jameson een groot bedrag uit voor de fotograaf die in staat is om een goede foto van the Vulture te schieten –de nieuwste superschurk in New York. Als Peter dat te horen krijgt, besluit hij dat hij als Spider-Man in staat moet zijn dat soort lucratieve plaatjes te schieten. Zijn eerste confrontatie met the Vulture verliest onze held, maar het levert hem wel een vol rolletje film op. Zo ontmoet hij Jameson voor de eerste keer.

Amazing Spider-Man #2. Illustratie: Steve Ditko. Script: Stan Lee
Amazing Spider-Man #2. Illustratie: Steve Ditko. Script: Stan Lee

Vanaf dit moment is Peter Parker de fotograaf die spectaculaire actiefoto’s weet te schieten en met name van zijn alter ego Spider-Man die Jameson weer gebruikt om zijn haatartikelen mee te illustreren. Overigens is Jameson in deze eerste scènes nog niet de vrek die hij later wel blijkt te zijn. Hoe goed Peters foto’s ook zullen zijn in de toekomst, Jameson zorgt ervoor dat hij altijd maar de helft betaald van wat ze werkelijk waard zijn.

In Amazing Spider-Man #10 wordt eindelijk onthuld waarom Jameson zo’n hekel aan het Webhoofd heeft. Hij is namelijk jaloers:

ASM_10-jameson_jaloers

In de jaren die volgen doet Jameson er alles aan om Spider-Man uit te schakelen en te ontmaskeren. Niet alleen blijft hij zijn krant te gebruiken voor zijn haatcampagne, ook laat hij Spider-Slayers bouwen om het Webhoofd een kopje kleiner te maken. Ook is hij verantwoordelijk voor de creatie van the Scorpion: een superschurk die in zijn loopbaan veel slachtoffers maakt. Je kunt je afvragen wie van de twee nu echt een gevaar is: Spider-Man of Jameson.

Desondanks heb ik een zwak voor de man. Jameson mag dan vaak overkomen als een lafaard, een kniert en heethoofd, soms treedt hij op als echte vaderfiguur voor Peter en ondanks zijn fouten blijft hij een journalist in hart en nieren die de waarheid boven tafel probeert te krijgen. Nou ja, afgezien van het Spider-Man stokpaardje dan, want dat maakt de scherpe journalist eigenlijk blind voor de feiten.

Als the Hobgoblin dreigt te onthullen dat Jameson achter de creatie van the Scorpion zit, besluit Jameson zelf te bekennen en zijn bekentenis in de krant af te drukken. Jameson laat zich door niemand chanteren. Dat kost hem zijn baan als hoofdredacteur van de Bugle, een krant waar hij zielsveel van houdt. In deze scène uit AMS # 50 komt Spider-Man erachter wat Jameson van plan is en probeert hem tegen te houden. Dus ondanks het feit dat Jameson Peter het leven zuur maakt met zijn nare stukjes, geeft hij ook om zijn baas. Het is een complexe relatie.

ASM_250-13-dialoog ASM_250-14-dialoog

ASM_250-15-typen
ASM #250. Script Roger Stern. Illustraties: John Romita Jr. Inkt: Klaus Janson

Natuurlijk heeft Spidey wel gelijk dat Jameson een hypocriet is: als Hobgoblin Jamesons geheim niet bekend zou maken, zou de hoofdredacteur nooit zijn bekentenis hebben getikt. Maar toch…

Overigens is Jameson tegenwoordig de burgemeester van New York en zijn Peter Parker en hij familie van elkaar omdat tante May getrouwd is met Jamesons vader, maar dat is een verhaal voor later. Nu sluit ik graag af met een montage van de hoogtepunten van J. K. Simmons’ optreden als Jameson uit de drie Spider-Man-films van Sam Raimi:

Categorieën
Spidey's web Strips

Spidey’s web: Peter Parker, de spectaculaire kleermaker

Aangezien de Amsterdam Fashion week weer bijna ten einde is en ik niets met mode heb, zoek ik ook deze week mijn heil in Spider-Man-comics. Hoewel Peter Parker nog nooit door iemand gezien is als mode-icoon, is het Spider-Man-kostuum dat hij draagt een fashion-statement op zich.

Sterker nog: toen Steve Ditko Spider-Man ontwierp op de tekentafel maakte hij een visueel in het oogspringend, mysterieus en tijdloos ontwerp. Het rood-blauwe Spider-Man-kostuum met het webmotief is een van de dingen die deze superheld zo aantrekkelijk maakt. Ik vind het dan ook een van de mooiste superheldenkostuums ooit ontworpen.

En dan te bedenken dat Peter Parker deze in één plaatje bedacht en in elkaar naaide in Amazing Fantasy #15 (zie deze aflevering van Spidey’s web.) Geniaal mannetje die Parker.

Een paar jaar later in Amazing Spider-Man #231 (Augustus 1982) tonen schrijver Roger Stern en tekenaar John Romita Jr. dat het wel wat meer moeite kost om zo’n kostuum te maken.

ASM-231-kleermaker1

ASM-231-kleermaker2

Wat ik in het bijzonder leuk vind aan deze scène is hoe trots Peter is op zijn noeste arbeid. En hoe Peter, al ware hij een model, zijn kostuum in de spiegel aan de wereld demonstreert. Eerlijk gezegd heb ik een dergelijke scène nog nooit bij andere superhelden gezien.

Goed, Iron Man ontwierp en maakte zijn eigen harnas. Da’s ook tof natuurlijk. En in het Marvel Universum is Melvin Potter de man om te bezoeken als je een kostuum nodig hebt. Maar Peter Parker, de renaissanceman met de spinnenkracht, naait gewoon zijn eigen kostuum in elkaar.

Mijn Spidey-kostuum
Ik kan me nog heel goed het moment herinneren dat ik deze comic kocht in de Nederlandse versie van De Spektakulaire Spiderman # 43 (1983). Ik moet een jaar of tien geweest zijn. Spider-Man kende ik al een paar jaar en wanneer ik weer wat zakgeld had gespaard, ging ik naar stripwinkel het Gele Teken in Hoorn om tweedehands Spidey-comics te kopen. De Nederlandse inderdaad, want eind jaren tachtig kon je nog bijna niet aan Amerikaanse comics komen. Voor één gulden vijftig kon je een exemplaar kopen. Veel zakgeld had ik niet, dus ik kocht altijd de strip die me op dat moment het meeste aantrok. Vaak was een bepaalde tekenaar of de schurk tegen wie Spider-Man het moest opnemen doorslaggevend. (Pas later sloeg de verzamelkoorts bij mij toe en wilde ik gewoon de hele reeks compleet hebben.)

michael_spidermankostuum2Omdat ik graag een Spider-Man-kostuum wilde hebben voor carnaval, kocht ik op een druilerige donderdagmiddag deze specifieke comic omdat ik vond dat je hierin goed kon zien hoe Peter zijn kostuum maakte en hoe het eruit zag. (De eerdere aangeschafte fotocover was eigenlijk een nog beter voorbeeld.) Mijn moeder en mijn vaders vriendin (voordat je gekke dingen gaat denken: mijn ouders waren toen al gescheiden) hebben samen aan dat kostuum gewerkt. Zij het dat ze allebei een deel van het maakproces voor hun rekening namen en niet in één ruimte samenwerkten.

Het resultaat is zoals je kunt zien echte huis-tuin-en-keukenkunstnijverheid: als basis gebruikten we een blauwe pyjama waar de rode stukken stof op werden genaaid. Het webpatroon hebben we er met een dikke zwarte stift op getekend. Voor het masker gebruikten we het uitgeknipte broekje van een maillot.

Ik geef toe dat het resultaat niet zo indrukwekkend was als het kostuum uit de strips, maar ik was er toen maar wat blij mee.