De negenjarige Timothy Harrison is een enorme Spider-Man-fan.
In een oude hutkoffer onder zijn bed bewaart hij zijn verzameling memorabilia: plakboeken met krantenknipsels en filmfragmenten van Spidey’s vroege televisieoptredens. In een glazenpotje waar andere kinderen misschien insecten in bewaren, zitten vijf kogels die Timothy uit een muur van een bankgebouw in Forrest Hills heeft gehaald: deze werden door bankovervallers op het Webhoofd gelost toen hij ze tegenhield.
Als de jonge verzamelaar en zijn collectie ter sprake komen in de rubriek ‘Conover’s corner’ in the Daily Bugle, en Tim daarin uitroept dat hij niets liever in het leven wil dan Spider-Man eens te ontmoeten, besluit het Webhoofd zijn grootste fan een bezoekje te brengen. Op een avond maakt hij de jonge Harrison wakker. De roodharige jongen lacht blijverrast als hij zijn grote held van het plafond op de vloer ziet springen. Enthousiast haalt Tim zijn verzameling tevoorschijn om die aan Spidey te laten zien.
Natuurlijk wil de jongen weten hoe de superheld aan zijn krachten kwam. Spidey komt naast hem op bed zitten en vertelt dat hij zijn krachten per ongeluk heeft gekregen. (Hoe dat is gegaan is in een vorige Spidey’s web te lezen.)
Ook wil Timothy weten waarom Spidey ervoor koos om zijn showbizz-carrière in te leveren voor die van de misdaadbestrijder. Peter vertelt hem over hoe zijn nalatigheid ervoor zorgde dat een inbreker die hij liet gaan, later ‘iemand die hem dicht naar het hart stond’ vermoordde. Natuurlijk vertelt hij er niet bij dat het slachtoffer zijn Oom Ben was om zijn geheime identiteit te beschermen, maar terugdenkend aan hoe hij zijn oom heeft gefaald verzucht Spidey dat Tim misschien beter iemand anders als held had kunnen kiezen, zegt de negenjarige vermanend dat Spider-Man niet zo hard voor zichzelf moet zijn. ‘I know you messed up, but at least you tried to make up for it.’
Ze praten nog wat meer en als later op het punt staat te vertrekken, stelt Tim de vraag die op zijn lippen brandt. Hij wil weten wie het Webhoofd onder het masker is. Spidey vertelt hem dat hij zijn geheime identiteit niet kan prijsgeven. Als mensen zouden weten wie hij werkelijk was, zouden zijn vrienden gevaarlopen. ‘I know,’ begint Tim. ‘But I’d never tell another soul that I knew, long as I lived.. honest!’ Spider-Man staart uit het raam en neemt een beslissing. Hij onthult wie hij werkelijk is:
Dat Peter jarenlang geld verdient met het verkopen van Spider-Man-foto’s aan J. Jonah Jameson, vindt Tim een goede grap, de hoofdredacteur en uitgever van the Daily Bugle haat Spider-Man met heel zijn hart en betaalt zijn vijand dus om foto’s van zichzelf te nemen. ‘Boy, that’s great! I wish we could tell him!’ Maar dat kan natuurlijk niet en Peter wijst hem er nogmaals op dat zijn identiteit geheim moet blijven. De jongen begrijpt het en als Peter hem bij het afscheid omhelst zegt hij dat ze vrienden zijn. ‘Buddies to the end!’ Peter moet hierdoor een traantje wegpinken en als hij door het raam naar buiten slingert en op de muur van de tuin landt, zien we waarom. Tim is patiënt in een kliniek voor kankerpatiënten. Hij lijdt aan leukemie en heeft nog maar een paar weken te leven. Dat is de reden waarom Spider-Man zijn fan bezocht, om de hartenwens van een stervend kind in vervulling te laten gaan en waarom hij het erop waagt om zijn ware gezicht te laten zien.
The Kid Who Collects Spider-Man! is een kort verhaal geschreven door Roger Stern en getekend door Ron Frenz. Het verhaal is in Amazing Spider-Man #248 (1984) gepubliceerd en staat bekend als een van de klassieke Spider-Man-verhalen. Opmerkelijk is natuurlijk dat het niet gaat om een gevecht tussen Spider-Man en een of andere schurk, het is een mooi, dramatisch verhaal over de passie die een kind kan hebben voor Spider-Man. Timothy Harrison is een echte Spider-Man-fan die de levenswandel van het Webhoofd nauwlettend in de gaten houdt. In dat opzicht staat Tim model voor alle lezers die met plezier (en bewondering?) de avonturen van het Webhoofd volgen. Ik herken mezelf daar ook in.
Daarnaast is The Kid Who Collects Spider-Man! ook een mooie introductie van deze stripheld: de lezer komt te weten wie Spider-Man is, wat zijn krachten zijn en waarom hij doet wat hij doet.
Frenz na Ditko
Tekenaar Ron Frenz (daar is ie weer) beschouwt dit verhaal, dat zijn eerste bijdrage aan Amazing Spider-Man was, een de hoogtepunten van zijn carrière. Heel bewust heeft hij in de stijl van Steve Ditko getekend. Ditko is de man die Spider-Man zijn fysieke vorm gaf en het kostuum ontwierp. ‘I remember I pulled out all my old Ditko reference because I somehow felt that the kid was talking about the classic Ditko Spider-Man.’
Zodra Frenz de vaste tekenaar werd van Amazing, hield hij erg vast aan de Ditko-stijl. Hij nam zelfs diens pagina layout over: Frenz tekende veel pagina’s met negen vertikale panels. Later tekende hij zijn Spidey-verhalen meer in een eigen stijl:
‘Whenever I start on a new character, I pull out everything that’s ever been done on him. Even though I was always more of a Romita than a Ditko fan, I went back and studied Ditko when I got on Spider-Man. Steve did a lot of nine-panel pages. It was something that helped establish te character so I thought I should try it. I wanted to bring Spider-Man back to his roots. If you look closely, you’ll see how the way I visually interpret the character evolves during the course of [the] run. By the end, I was doing my own style, which tends to be more like Romita and John Buscema.
(uit: Comic Creator’s on Spider-Man, Titan Books, 2004).
Dat Frenz goed naar Ditko heeft gekeken is goed te zien als je bijvoorbeeld dit plaatje van Peter Parker uit Amazing Spider-Man #10 vergelijkt met het plaatje hierboven waarin Peter zijn masker afdoet.
Wat ik vooral grappig vind aan het feit dat Frenz Ditko imiteerde is dat ik als beginnend Spider-Man-lezer dol was op het werk van Frenz, maar toen ik een paar jaar later voor het eerst het werk van Ditko onder ogen kreeg, daar nog niet erg van onder de indruk was. Hoe dat precies zit, vertel ik je een volgende keer.