Over the years I’ve collected a lot of great images about the Wall-Crawler, So I figured it would be nice to show you some of them. It’s my way to so thanks on Thanksgiving Day to all the great artist who have worked on Spidey.
Enjoy.
Over the years I’ve collected a lot of great images about the Wall-Crawler, So I figured it would be nice to show you some of them. It’s my way to so thanks on Thanksgiving Day to all the great artist who have worked on Spidey.
Enjoy.
Geschreven door Gerry Conway en getekend door Ross Andru. Wat maakt deze strip zou boeiend? Dat vertel ik in deze vlog.
Wie heeft dat nu weer bedacht? En waarom wil Doc Ock eigenlijk met de bejaarde tante van Spider-Man trouwen?!?
De beroemde ‘Spider-Man Upside down-kiss’ uit Spider-Man (Sam Raimi, 2002) is misschien wel het meest romantische moment in een superheldenfilm ooit:
Deze foto heeft jaren lang bij mij in de kamer gestaan boven de televisie. De foto zat in een lijstje waar voorheen een foto van mij en een vriendinnetje in zat. Toen het uit ging, had ik behoefte aan een reminder dat er zoiets als ‘ware liefde’ bestond om deze liefde achter me te laten en weer positief naar de toekomst te kunnen kijken. I know, ik ben een verschrikkelijke nerd met een romantisch hartje.
De eerste keer dat Mary Jane en Peter iets met elkaar hadden werd het liefdesvuurtje pas goed aangestoken door deze kus (Amazing Spider-Man #143):
Niet alleen Mary Jane is onder de indruk van Spidey’s zoentechniek, ook Black Cat lust er wel pap van, zolang als Spider-Man zijn masker ophoudt tenminste:
En natuurlijk mag in dit overzicht Gwen Stacy niet ontbreken. De eerste keer dat Peter Parker Gwen kustte of moet ik zeggen, door Gwen gekust werd, was in Amazing Spider-Man #59 uit april 1968. Het is tevens de eerste keer dat we in de strip Peter een vriendinnetje zien kussen:
En tot slot, deze aardige lobbycard van de pilot van de Spider-Man-televisieserie. Een wel heel kuis kusje tussen Nicholas Hammond en Lisa Eilbacher:
Dit stripplaatje sluit Amazing Spider-Man #178 (coverdatum maart 1978) af. Ik vind het een prachtige cliffhanger, want alles is netjes in één frame verpakt. Terwijl Tante May hoognodig geopereerd moet worden, de arme schat heeft in korte tijd twee hartaanvallen gehad, wacht het operatieteam op toestemming van een familielid. Dat is natuurlijk haar neefje Peter Parker, maar zoals je door het raam kunt zien, heeft die op dit moment heel andere dingen aan z’n hoofd. Op weg naar het ziekenhuis werd hij onderschept door the Green Goblin.
Dit keer zit overigens niet Norman Osborn achter het masker van de Goblin, want die is dood. (Tenminste, toen nog wel.) Het is ook niet Harry Osborn, zoals Peter vermoedt, maar Bart Hamilton, de psychiater die de opdracht heeft Harry te genezen van zijn criminele gekte. Je zou kunnen zeggen dat Hamilton er nogal onorthodoxe methoden op na houdt om zijn patiënt te genezen, maar in werkelijkheid denkt Hamilton een betere criminele superschurk te zijn dan Harry of Norman Osborn. Een psychiater die ze zelf niet helemaal geestelijk op een rijtje heeft, wie had dat kunnen denken?
Hoe dan ook, in een stripplaatje is duidelijk hoeveel het leven van een superheld soms op een aflevering uit een soap lijkt. Met dank aan schrijver Len Wein, tekenaar Ross Andru en inktwerk van Jim Mooney.
Peter huurde het appartement van Mrs. Muggins in Amazing Spider-Man #139:
De coverdatum van deze comic is december 1974. In ASM #163 krijgt Peter pas meubels. Aangezien de coverdatum van dat nummer december 1976 is, heeft onze held dus twee jaar zonder meubilair gewoond. Gelukkig maar voor Parker dat in onze wereld de tijd veel sneller verloopt dan in het Marvel Universum. In verhaaltijd zijn er maar een paar weken, misschien een paar maanden verstreken. (Bij Marvel is tijdverloop een relatief begrip.) Maar toch, het werd de hoogste tijd dus dat hij een bank en een stoel had om op te kunnen zitten.
Buurvrouw Glory Grant kon het niet langer aanzien dat Peters huis volledig kaal was en organiseerde een feestje waarbij iedereen een ding meenam dat hij of zij kon missen. Nu weet je waarom er een grote houten indiaan in het huis van Parker stond. En wie die verschrikkelijke vis aan de muur heeft gehangen.
Doordat alle meubels bij elkaar geraapt zijn, maakt Peters appartement de indruk van een studentenflat. Die indruk klopt natuurlijk, want jarenlang was Peter student aan de universiteit terwijl hij parttime fotograaf was bij the Bugle en fulltime superheld.
Herkenbare leegte
In een vrijwel leeg huis wonen is overigens zo gek nog niet. Toen ik in Amerika woonde, had ik een klein appartement aan University Avenue in Berkeley. Behalve een bed, een tafel en een stoel in de keuken, had ik ook geen meubels. Er was wel een kast in de muur; twee kartonnen dozen naast het bed dienden als een nachtkastje en een boekenkast. Zo’n fijn appartement was het trouwens niet: in het huurcontract stond expliciet vermeld dat je geen huisdieren mocht nemen. Helaas vielen de vele kakkerlakken die in het pand woonden kennelijk buiten het contract. Gif strooien bood telkens maar een tijdelijke oplossing, want na een paar weken waren de nare beestjes gewoon weer terug.
Ik hoop dat Peter Parker wat dat betreft meer geluk had op 410 Chelsea Street. Hier voor de volledigheid nog een overzichtspagina van Peters optrekje: