Een prachtige illustratie van Sal Buscema vind ik nu, maar als kind had ik het niet zo op zombies en skeletten, dus stopte ik de comic na het lezen diep weg in de kast om er nog maar weinig naar te kijken.
De titel is natuurlijk een parodie op Night of the Living Dead (1968) van George A. Romero. In deze Spidey-comic komen Ned Leeds, Gwen Stacy en Spider-Man bovengronds om het leven van Betty Brant tot een levende hel te maken.
Dit verhaal van Gerry Conway speelt zich af tijdens de Inferno crossovers, waarin demonen New York overspoelen. Uiteindelijk blijkt al het gespook en gezombie veroorzaakt te worden door een stelletje demonen die de gedaanten van Leeds, Stacy en Spidey aan hebben genomen.
Flash Thompson en Betty trotseren en verslaan uiteindelijk zelf de demonen die hen lastig vallen. Voor Betty is het een moment waarin ze eindelijk voor zichzelf op komt en niet langer een slachtoffer wenst zijn. Ze verslaat de demonen door een gaskachel te laten ontploffen. Ik denk niet dat haar huisbaas daar blij mee is, maar ja, waar demonen gehakt worden vallen nu eenmaal spaanders.
Spider-Man horrortrailer Over Spider-Man als horrorverhaal gesproken… Seven Webheads monteerde een trailer alsof Spider-Man (Sam Raimi, 2002) een horrorfilm/thriller zou zijn geweest. Het resultaat is best wel creepy.
Vorige week kwam ik deze bundel Spider-Man-strips tegen bij de American Book Center Spider-Man: Tombstone vol 1. Zonder te aarzelen kocht ik deze, want ik vind het fijn om oude verhalen opnieuw te kunnen lezen.
Grappig want laatst vroeg ik me af of Marvel ooit de verhalen rondom huurmoordenaar Tombstone nog eens gaat bundelen. Het is alsof de stripgoden mij gehoord hebben.
Natuurlijk kan ik ook gewoon de Juniorpress-uitgaven van Peter Parker: The Spectacular Spider-Man uit de kast pakken, maar als ik de kans krijg om oude verhalen in het Engels te lezen, dan grijp ik die met beide handen aan. Niet dat de mensen van Juniorpress niet hun best deden om de strips goed te vertalen, maar ik hoor Peter Parker toch het liefste in zijn moerstaal.
Wie oude Peter Parkers in het Engels wil lezen, heeft echter behoorlijke pech bij Marvel Comics. Amazing Spider-Man wordt geregeld herdrukt in verschillende soorten uitgaven. De Marvel Marsterworks serie is de mooiste en ook meteen de duurste, maar in deze reeks is er nog geen Spectacular Spider-Man verschenen. Je kunt wel Essentials krijgen van Peter Parker, maar ik wil die verhalen het liefste gewoon in kleur lezen en op beter papier gedrukt dan krantenpapier. Behalve enkele bundels is de reeks nog niet op die manier heruitgegeven.
Ik vroeg laatst aan Tom Brevoort of we nog iets in die trant mogen verwachten en hij antwoordde: ‘My guess is that it will show up as a Masterworks volume next.’ Maar wanneer dat gaat gebeuren vertelde hij niet. En op mijn vervolgvraag heeft Tom nooit geantwoord. Geeft niet, die man is ook druk en zijn tumblr-inbox zit barstens vol asks.
Daarom ben ik blij dat ik deze bundel tegenkwam. Het verhaal van Tombstone liep indertijd als subplot door de lopende reeks heen, dus de bundel bevat aardig wat deeltjes. Schrijver Gerry Conway was toen ook goed bezig kan ik me nog herinneren. Hij schreef tegelijkertijd ook Web of Spider-Man. Tegenwoordig schrijf hij nog wel eens een deeltje van een miniserie, maar de hoofdserie helaas niet.
In deze verhalen wordt de achtergrond van Tombstone, de best betaalde huurmoordenaar, onthuld. Lonnie Lincoln zat met Joe Robertson op de middelbare school. Als Robertson een artikel over Lonnie wil schrijven voor de schoolkrant, waarin hij onthult dat Tombstone schoolgenoten afperst voor ‘bescherming’, overtuigt Lonnie hem met geweld dat artikel niet te publiceren. Als Robertson acht jaar later voor een krant in Philadelphia werkt, betrapt hij Tombstone op het vermoorden van een informant. Bang dat Tombstone hem en zijn gezin iets aan zal doen, zwijgt Robertson erover. Jaren later werkt hijj voor The Daily Bugle en komt Tombstone naar New York. Hij is ingehuurd door Kingpin. Al die jaren heeft Robertson gezwegen en heeft zijn oud-schoolgenoot mensen vermoord. Als Robertson eerder zijn mond open had gedaan, was Tombstone opgepakt en hadden die mensen nog geleefd. Joe besluit niet langer te zwijgen en biecht alles op door een tape in te spreken en die aan Peter Parker te geven.
Hier laat ik de synopsis even bij, want je wilt ongetwijfeld deze verhalen zelf gaan lezen. Conway trakteert ons op een mooi ethisch dilemma dat ook nog eens tijdloos is.
Het tekenwerk van veteraan Sal Buscema (1936) was toen heel sterk, dus op grafisch vlak valt er al genoeg te genieten. Buscema is heel goed als visueel storyteller en hoewel hij niet zo van achtergronden tekenen houdt, tekent hij mensfiguren des te overtuigender. Buscema is inmiddels tachtig jaar en soort van met pensioen: hij inkt hier en daar nog wel eens een comic maar verder niets.
De verhalen in deze bundel zijn dan ook bijna dertig jaar oud… Damn, dat soort dingen drukken je meteen met je neus op de feiten: deze Spidey-fan wordt oud. En na al die jaren heb ik nog steeds zin om Spider-Man-comics te lezen.
Het lezen van oude Hulk-comics geschreven door Bill Mantlo en getekend door Sal Buscema zorgt voor veel leesplezier in huize Minneboo. Het is deels een nostalgische trip, want de comics die in de bundels Pardoned en Regression zijn samengebracht, komen grofweg uit dezelfde periode waarin ik als kind Hulk-comics las, namelijk begin jaren tachtig. Toch ken ik het merendeel van deze verhalen nog niet, dus dat maakt het extra feest.
Eerder schreef ik al over hoe goed ik het werk van tekenaar Sal Buscema vind, dus laat ik het nu even kort hebben over wat deze verhalen zo interessant maakt. Je zou misschien denken dat je met de Hulk als concept niet veel kunt. Bruce Banner is ooit blootgesteld aan een overdosis gammastralen en sindsdien verandert hij in het monster de Hulk als hij kwaad wordt. Dat lijkt een nogal simpel concept, maar daarin schuilt juist de kracht ervan. De schrijvers van Marvel weten iedere keer een interessante draai aan dit uitgangspunt te geven.
Gratie
De bundel Pardoned is daar een mooi voorbeeld van. Banner heeft de afgelopen tijd steeds weer bloot gestaan aan doses gammastralen en die behandelingen hebben een cumulatief effect: Banners geest is de baas over de Hulk. Dit betekent niet alleen dat hij in het monster kan veranderen wanneer hij wil, het betekent ook dat we met een intelligente Hulk te maken hebben. Een intelligente Hulk kan ingezet worden voor het goede en daarom verleent de president van de Verenigde Staten Bruce Banner gratie. Alle misdaden die de Hulk in het verleden heeft gepleegd worden vergeven en vergeten.
Het leven van Bruce Banner gaat er met sprongen op vooruit. Banner stort zich op zijn onderzoek en probeert een manier te vinden om met gammastralen mensen te genezen. Wanneer nodig gebruikt hij de kracht van de Hulk om mensen te redden. Hij krijgt zelfs een relatie met zijn assistente Kate.
Er zit echter een addertje onder het gras van de recente verandering: omdat Banner logisch nadenkt als de Hulk, is hij lang niet zo sterk als toen hij zich nog liet leiden door woede. Hoe kwader de Hulk werd, hoe sterker en daardoor was hij de machtigste sterveling op aarde. Nu dus niet meer. Het is een interessante twist.
In een van de verhalen uit de bundel Regression probeert een man Banner dood te schieten. In plaats van hem te pletten, wil de wetenschapper weten wat de man tot deze daad bracht. Dan blijkt dat de Hulk zijn dorp heeft verwoest. Dat kostte hem zijn baan en ten slotte ging zijn gezin bij hem weg. Om het verlies goed te maken, bouwt Banner als de Hulk eigenhandig het hele dorp weer op.
Hartverscheurend
Uiteraard kan de euforie niet te lang duren en verliest Banner op den duur weer zijn greep op het monster. De scène waarin hij beseft dat dit gebeurt is hartverscheurend en doet mij denken aan wat mensen die beseffen dat ze dement worden moeten doormaken. Een fase van deze verschrikkelijke ziekte is dat de zieken beseffen dat ze hun geest aan het verliezen zijn net zoals Banner beseft dat hij zijn menselijkheid verliest en weer verandert in een woest monster.
In deze scène zien we dat Banner zijn verlies beseft. Zie hoeveel gevoel Buscema de Hulk meegeeft in zijn gezichtsuitdrukking:
De verhalen in Pardoned en Regression onderzoeken de menselijke kant van de Hulk en de ziel van Bruce Banner. Het is een interessant en meeslepend onderzoek.
Pardoned: Incredible Hulk (1968) #269-285. Regression: Incredible Hulk (1968) #286-295 & #297-300 and ANNUAL #12.
Gisteren werd ik blij gemaakt met een flinke doos vol met verse comics! Traditiegetrouw verwen ik mezelf aan het einde van het jaar met geliefd leesvoer. Met dit keer heel veel Hulk getekend door Sal Buscema.
Voor mijn gevoel is het jaar alweer bijna ten einde. December is immers de maand van het terugkijken, afwegen en nieuwe voornemens bedenken (of oude afstoffen). Voor mij is het ook een maand waarin ik het wat rustiger aan wil doen. Bijna alle schrijfopdrachten zijn volbracht. Daarnaast wil ik aan mijn grote project werken en vooral lekker in mijn leesstoel kruipen en strips lezen.
Strips lezen doe ik natuurlijk het hele jaar door. Dat hoort bij mijn werk, dus veel strips lees ik als huiswerk voor interviews, besprekingen of om ‘bij te blijven’. Maar aan het eind van het jaar bestel ik altijd een stapel verse comics en dat is leesvoer waar ik nooit genoeg van krijg.
Sal Buscema
Recent had ik onwijs zin om weer wat Hulks getekend door Sal Buscema te lezen. Buscema is de pensioengerechtigde leeftijd allang gepasseerd maar doet nog steeds inktklussen omdat hij het werk zo fijn vindt. Hij is mijn favoriete Hulk-tekenaar, een personage dat Buscema bijna tien jaar tekende. Buscema tekent de Hulk zoals ik hem graag zie. Het is de old school Hulk, een beetje zoals we hem kennen uit de oude televisieserie. In ieder geval kwamen veel van de comics die Buscema tekende uit in die tijd.
Marvel geeft Marvel geregeld ‘Visionaries’ titels uit: bundels met werk van een specifieke schrijver of tekenaar. Maar van Buscema is nooit zoiets uitgegeven; in ieder geval kon ik ze niet vinden. Schande natuurlijk, want Buscema verdient wat mij betreft net zoveel eer als John Byrne of Peter David, waar wel dit soort bundels van gemaakt zijn.
Maar goed, tot mijn grote vreugde had Cheap Comics weer een winter sale en daar zaten een aantal Hulk bundels tussen waarvan veel door Buscema getekend is. Zo krijg ik toch een beetje mijn zin. Wie ook fan is van Buscema’s Hulk, raad ik aan deze podcast met de meester te beluisteren.
Deze titels ben ik rijker:
HULK PREM HC HEART OF THE ATOM
HULK VISIONARIES PETER DAVID TP VOL 08
HULK VISIONARIES PETER DAVID TP VOL 07
INCREDIBLE HULK PAST PERFECT TP
INCREDIBLE HULK PARDONED TP
INCREDIBLE HULK REGRESSION TP
MARVEL MASTERWORKS AMAZING SPIDER-MAN HC VOL 12
JOHN ROMITA LEGACY SC
SPIDER-MAN PETER PARKER TP
MARVELS EYE OF CAMERA PREM HC
AMAZING SPIDER-MAN TP OFF INDEX MARVEL UNIVERSE
Nog een paar strips lezen voor werk en dan kruip ik lekker in mijn leesstoel…. Hmm, kan niet wachten!
Op dit moment ben ik een stapel (digitale) comics van Peter Parker, The Spectacular Spider-Man uit begin jaren tachting aan het lezen. Deze oude verhalen geven mij veel meer plezier dan de huidige Spidey comics.
Omdat ik mijn buik wel vol heb van het droeve niveau van de huidige Spider-Man-verhalen geschreven door Dan Slott, zoek ik mijn heil in oudere comics. De deeltjes van de serie Peter Parker die ik nu aan het lezen ben, zijn oorspronkelijk gepubliceerd in de vroege jaren tachtig. Je weet wel, het tijdperk waarin Disco net was bezweken voor New Wave en Ronald Reagan de wereld een beetje onveiliger maakte met zijn presidentschap. Een tijd waarin de verhalen over Peter Parker nog ergens over gingen! (schrijft opa Minneboo, Spider-Man liefhebber sinds hij 8 jaar oud was.)
Anyway, je had indertijd drie series waarin Spider-Man een hoofdrol speelde: The Amazing Spider-Man, Marvel Team-up (vanaf 1972) waarin het Webhoofd in bijna ieder deeltje de hoofdrol speelde en werd gekoppeld aan een andere Marvel-held of helden, en Peter Parker waarvan in 1976 het eerste deel uitkwam. Omdat veel schrijvers Amazing als de échte Spider-Man titel beschouwde, voelde ze minder druk met de nieuwe serie. Toch is het de reeks waarin Roger Stern voor het eerst verhalen over Spider-Man schreef en hij is toch echt een van de beste Spider-Man-schrijvers. Het is echter Bill Mantlo geweest die de serie een eigen smoelwerk gaf. Daarover later vast meer. Tekenaar Sal Buscema bijtte het spits af om al relatief snel vervangen te worden voor een reeks andere tekenaars. Later in de serie pakte hij het potlood weer op om maar liefst honderd comics van Peter Parker te tekenen. Buscema is overigens mijn favoriete Hulk-tekenaar, een reeks die hij tien jaar lang illustreerde.
Op visueel vlak was Peter Parker in het begin dus nogal onrustig met al die verschillende tekenaars die aan de serie werkten. Verrassend is het echter ook. Soms kom je opeens een heel mooie getekende aflevering door John Byrne tegen, bijvoorbeeld. De Canadese stripmaker en -schrijver was een grote ster in de jaren tachtig en drukte zijn stempel op onder andere The Fantastic Four en de reboot van Superman. Hij is een van de beste tekenaars die ooit voor Marvel en DC hebben gewerkt. Ik vind dit een prachtige splashpage, uit Spectactular Spider-Man #58:
Bijzonder leuk vind ik dat de helft van Peter als Spider-Man is getekend, een grafisch element waar je alleen in strips en tekenfilms mee weg kunt komen. Ik vind het ook altijd een mooi beeld als Spider-Mans instinct wordt weergegeven door de helft van Peters gezicht met Spidey’s masker te bedekken. Het is een grafische troop die veelvuldig in de Spider-Man strips voorkomt.
De oppositie is in dit deeltje van Peter Parker niet zo heel groot: Spider-Man neemt het op tegen the Ringer, een derderangs schurk die smog kan omzetten in vaste ring-vorm. Interessanter is de introductie van het personage Greg Salinger, die later the Foolkiller blijkt te zijn. Toch: de confrontatie tussen Ringer en Spidey is mooi gevisualiseerd door Byrne.
Voor mij is het lezen van de stapel Peter Parkers deels een nieuwe ontdekking, want Juniorpress gaf de serie niet vanaf het begin uit, maar begon in 1983 bij #67. Waarschijnlijk omdat ze de serie gelijk wilden laten lopen met de Nederlandse vertaling van Amazing Spider-Man. Ik kom dus verhalen tegen die ik nog niet gelezen had en dat is altijd leuk.
‘I always thought the Vulture was THE Spider-Man villain, because he is the antithesis of Spider-Man: old age and treachery versus youth and enthousiasm. Spider-Man is this young punk kid who often screws around, and the Vulture is this crusty old fart who doesn’t like anybody,’ aldus schrijver Roger Stern die the Vulture de ultieme vijand voor Spider-Man vindt.
Ik ben het volledig met Stern eens dat de tegenstellingen tussen Spider-Man en the Vulture deze oude schurk tot een van de meest interessante tegenstanders van het Webhoofd maakt. Daarom is the Vulture ook een van mijn favoriete schurken uit de Spider-Man-wereld. Er gaat werkelijk een enorme dreiging van deze vreemde vogel uit, en wanneer hij en Spidey met elkaar in de lucht vechten, levert dat altijd boeiende actiescènes op die zich, uiteraard, op gevaarlijk grote hoogten afspelen.
Op visueel vlak is the Vulture, echte naam Adrian Toomes, ook op een mooie manier uitgewerkt. Hij ziet er immers uit als een levensgrote gier: hij draagt en groen pak en heeft enorme vleugels aan zijn armen zitten waardoor hij kan vliegen. Zelfs zijn hoofd lijkt op de kop van zijn gevederde naamgenoot: Toomes is kaal en zijn enorme haakneus lijkt op de bek van een gier. Zijn kromme hals verdwijnt in het bontkraagje van zijn kostuum. Het uiterlijk van the Vulture, vooral de schaduw van zijn enorme vleugels, levert prachtige, expressieve prenten op, zoals deze van Sal Buscema:
Bejaard maar niet afgeschreven
Een bejaarde tegenstander die Spider-Man aankan, vertelt ons ook dat ouderdom niet betekent dat je ook uitgerangeerd bent. In tegendeel: deze krasse knar is zeer vitaal. Goed, the Vulture mag dan een schurk zijn, dat doet mijns inziens niets af aan de positieve boodschap dat bejaarden ook nog een belangrijke rol in de maatschappij kunnen spelen.
Het was Stern die in 1983 eindelijk de achtergrond van the Vulture onthulde. De oude, kale gier vloog namelijk al in de verhalen van Spider-Man rond sinds Amazing Spider-Man #2, maar pas in nummer 241 krijgen we te horen hoe het komt dat Toomes de nare man geworden is die we allemaal kennen en verachten.
Slim is hij trouwens wel die oude Toomes, want hij houdt zich in Amazing Spider-Man #224 schuil in een verpleeghuis waar toevallig Tante May ook een tijdje verblijft. Daar ontmoet ze niet alleen haar nieuwe vriend Nathan Lubensky. Als Peter Parker zijn tante bezoekt herkent hij Toomes meteen en in het gevecht dat volgt door het revalidatiecentrum van het tehuis, bedreigt the Vulture een willekeurige bewoner. Dit blijkt Nathan te zijn, de enige vriend die hij in het tehuis heeft en die hij dus geen kwaad wil doen:
Uiteraard weet the Vulture te ontsnappen en als we hem weer nummers later aantreffen, namelijk #240, houdt hij zich schuil in een bejaardendorp, ergens in het Westen van de Verenigde Staten.
Als Toomes in de krant leest dat Gregory Bestman op een elektronicabeurs in Queens zijn nieuwe spullen vertoond, besluit Toomes terug te gaan naar New York en valt hij Bestman aan op de beurs. Bestman wordt ontvoerd door the Vulture en Spider-Man is niet in staat om Bestman uit de vleugels van de gier te redden. De oude schurk weet te ontsnappen met zijn slachtoffer. Politiehelikopters zetten de achtervolging in en Spidey lift handig met ze mee naar Staten Island. Daar bindt the Vulture Bestman vast op een stoel in een oude graansilo die Toomes gebruikt als schuilplaats. Dan vertelt the Vulture zijn verhaal.
Toomes was een ingenieur en uitvinder die samen met zijn beste vriend, Gregory Bestman een bedrijfje in elektronica begint. Toomes ontwerpt en bouwt een soort van harnas met vleugels waardoor hij in staat is te vliegen. Dit harnas genereert ook een elektromagnetisch veld dat op de een of andere manier Toomes’ fysieke kracht en uithoudingsvermogen een flinke boost geeft. Als hij erachter komt dat zijn zakenpartner systematisch geld achterhoudt en de boel oplicht, wordt hij door Bestman ontslagen. Kennelijk heeft Toomes ooit in vertrouwen een fout contract getekend waardoor hij het bedrijf aan Bestman overdroeg. Toomes neemt wraak: hij verwerkt zijn harnas in een gierkostuum en slaat de hele boel kort en klein. Hij vindt een grote som geld in het kantoor van Bestman en neemt deze mee. Hij besluit zijn nieuw verworven kracht in te zetten voor een carrière in de misdaad.
Interessant aan dit verhaal van Stern is dat the Vulture, tot nu toe eigenlijk alleen geportretteerd als een nare, gehaaide misdadiger die meedogenloos is, opeens een tragische figuur wordt. Je hebt begrip voor het feit dat hij zich belazerd voelde door zijn allerbeste vriend en dat hij daardoor zijn vertrouwen in de mensheid heeft verloren.
Spider-Man hoort het verhaal van Toomes en krijgt zelfs een soort van medelijden met zijn tegenstander. Als Toomes Bestman te pletter gooit vanaf de silo, weet Spidey de schurk te redden door onder hem een webnet te spannen. Daarna slingert hij achter the Vulture aan die het bos is ingevlucht. Wat volgt is deze korte maar krachtige actiescène tussen de bomen:
Ik vind het een mooi detail dat Spider-Man uiteindelijk de Gier in zijn web weet in te sluiten, als een spin die een vlieg vangt.
Transformatie is een belangrijk thema in het leven van wetenschapper Bruce Banner. Tijdens de ontploffing van de gammabom, zijn eigen uitvinding, werd hij blootgesteld aan een enorme dosis gammastraling. Sindsdien verandert hij als hij kwaad wordt in het groene monster de Hulk. Hoe breng je dat als stripmaker op originele wijze in beeld?
Bovenstaande scène is getekend door Sal Buscema naar een script van Bill Mantlo. Bruce Banner verandert in zijn alter ego de Hulk om zijn vriend Rick Jones te redden uit de handen van Pariah: een bovennatuurlijke cowboy, net als Ghost Rider een levend skelet, die de bewaarder is van een steen vol geesten die de levensenergie van Jones willen opzuigen om te overleven. Uiteraard kunnen ze niet op tegen de brute kracht van de Hulk.
Buscema heeft zo’n beetje alle superhelden van Marvel getekend, maar de Hulk is een van zijn favorieten: maar liefst tien jaar lang tekende hij zijn avonturen totdat Buscema en Mantlo onenigheid kregen.
Variatie in verandering
Vroeger vond ik de transformatiescène een van de boeiendste momenten in de Hulk-strip. Hoe zou de tekenaar de gedaanteverwisseling dit keer in beeld brengen? Buscema kwam telkens op nieuwe manieren: ‘Ik probeerde altijd verschillende dingen: andere camerahoeken, de transformatie laten zien in een reeks plaatjes, slechts een deel van het lichaam laten zien dat uit een T-shirt scheurt, etc.,’ vertelt hij in het in interviewboek Sal Buscema: Comics’ Fast & Furious Artist.
Pruik
Als tekenaar had Buscema hetzelfde dilemma als de televisiemakers van The Incredible Hulk, de dramaserie die eind jaren zeventig en begin jaren tachtig op de buis werd vertoond. Bill Bixby (1934-1993) speelde daarin David Banner die twee keer per aflevering de Hulk werd als hij zijn woede niet meer kon beheersen. De Hulk werd toen nog niet uit de computer getoverd, maar gespeeld door Lou Ferrigno, een bodybuilder die werd voorzien van een kortgeknipte spijkerbroek, groene bodypaint en een slechte pruik.
De makers hebben flink geëxperimenteerd met het uiterlijk van de Hulk en hoe ze de transformaties moesten tonen. Vaak lieten ze stilstaande beelden van Bixby, van zijn normale uiterlijk tot half als de Hulk opgemaakt, in elkaar overvloeien naar een shot van Ferrigno. Eigenlijk een reeks stripplaatjes zoals hierboven.
Grijs
Overigens is de Hulk niet altijd groen geweest. In het eerste nummer van The Incredible Hulk van Stan Lee en Jack Kirby uit 1962, is het oersterke monster grijs gekleurd. Toen Lee de gedrukte strip onder ogen kreeg, vond hij het grijs te vlekkerig. De drukker legde uit dat grijs een moeilijke kleur was om egaal te krijgen. ‘Met welke kleur lukt dat wel?,’ vroeg Lee. Het antwoord was groen, de kleur die de Hulk in het volgende nummer zou hebben. Toen jaren later de druktechnieken waren verbeterd is de Hulk weer een tijdje grijs geweest. Tegenwoordig sloopt er ook een rode Hulk de boel in het Marvel Universum.
Zijn huidskleur is overigens niet de enige verandering die de Hulk heeft ondergaan. In het begin veranderde Banner alleen maar in het monster van zonsondergang tot de volgende morgen, net als een weerwolf. Pas later bedacht men dat hij veranderde als hij boos was.
The Incredible Hulk 268. Tekst:Bill Mantlo, tekeningen: Sal Buscema. Juniorpress 1982.
Dit artikel is gepubliceerd in stripblad Eppo (2013).
Een van de tekenaars bij Marvel die altijd veel indruk op me heeft gemaakt is Todd McFarlane. Toen hij Amazing Spider-Man begon te tekenen bij nummer 298 (1988), leek het alsof hij uit het niets kwam, maar dat kwam vooral omdat ik de strips van The Incredible Hulk die hij daarvoor getekend had, nog niet kende.
McFarlanes benadering van Spider-Man was radicaal anders dan de tekenaars die hem voorgingen. De meeste van hen streven namelijk een zekere vorm van realiteit na, terwijl Todd gaat voor comic book expressionisme. Zijn stijl kent veel overdrijving en heeft soms karikaturistische trekjes. Spider-Man zag er daarvoor nog nooit zo spinachtig uit. En als McFarlane hem tekende schoot hij meters webdraden af. Vanuit een esthetisch oogpunt interessant, maar in de praktijk niet heel erg praktisch aangezien Parker nogal eens klaagt hoe duur het is om zijn webvloeistof te maken.
McFarlane zegt in een interview het volgende over zijn unieke benadering:
‘I felt we were now in the 1990s and it was time to update some of the characters that had originally been envisioned in the sixties or seventies. I looked at John Romita’s Spider-Man as a young fledging artist looks at Norman Rockwell. You can try to knock off Norman Rockwell, but you can’t win that fight. The best you can hope for is that people will compare you favourably with Rockwell. As much as I admired Romita, I didn’t want to be compared to him. A lot of artists tried to follow Romita when they did Spider-Man and they put a heavy emphasis on the word ‘man’. I decided to be different and focus on the word ‘Spider’. When Peter Parker put on his costume, I cheated on the anatomy and I cheated on the dynamics. I made the costume a little blacker and put a lot more webs on it, I drew the eyes a lot bigger. I wanted him to really look like a spider. On top of that, I also took Peter Parker and Mary Jane out of their 1968 wardrobes and into the kind of clothes people were actually wearing in the 1990s. It seemed more dramatic than it actually was, probably because up to that point everybody was loyal to the Romita look. No one was pushing the character forward because they were afraid of messing with an icon.’ Bron: Comics Creators on Spider-Man.
Een kwestie van speculeren
Het is interessant om McFarlane te horen vertellen over zijn tekenstijl, waarmee hij zichzelf mooi in de kaart speelde. McFarlanes Spidey was bijna meteen een fanfavoriet, waardoor hij een paar jaar na Amazing gedaan te hebben getekend (en geïnkt!) zijn eigen serie kreeg waarvoor hij ook zelf de verhalen mocht schrijven. Spider-Man #1 (1990) verkocht een gigantisch grote hoeveelheid, namelijk een kleine 3 miljoen exemplaren! Dat kwam niet alleen omdat iedereen zo dol was op McFarlane: beginjaren negentig had je de investeringsbubbel in comics. Verzamelaars lieten zich helemaal gek maken door het idee dat je veel geld kon verdienen met strips te sparen. (Iets waarvan Catawiki de kopers laatst ook van probeerde te overtuigen.) Uitgevers speelden hierop in door nieuwe series te beginnen zodat de speculanten nummers 1 konden kopen, ze brachten comics met speciale covers uit, verkochten strips in plastic zakjes… Het kon niet op. Verzamelaars kochten vaak meerdere exemplaren van dezelfde comic: eentje om te lezen en eentje om onaangeroerd te bewaren in de hoop deze later voor veel geld van de hand te kunnen doen. De verkoop steeg als in het begin als een tierelier om daarna als een kaartenhuis weer in elkaar te vallen. Want, ja, je kunt tegenwoordig 1 miljoen dollar krijgen voor een Action Comics #1 uit 1938 als deze in zeer goede staat verkeert, omdat die heel zeldzaam is. Probeer nu maar eens geld te verdienen aan jouw exemplaar van McFarlane’s Spider-Man #1 terwijl er nog 2.999.999 andere exemplaren in omloop zijn.
Dieptewerking
Maar ik dwaal af. McFarlane had een duidelijke reden om de dingen op zijn manier op papier te zetten. Neem bijvoorbeeld zijn manier van Spidey’s webdraden tekenen:
‘All I did was change the design of the webbing so that it was thicker and had more mass. I wanted to be able to wrap it around Spider-Man and create a foreground, a middle ground and a background. In comics, you’re dealing with a two-dimensional art form, and one of the things that John Romita taught me was that you create the illusion of depth by establishing as many different planes as you can. I’d put Spider-Man’s arm in front of his face to create depth, and then add another layer of depth by drawing the webbing in front of that. The traditional way of doing the webbing was drawing straight lines with these ‘X’s on it. The problem with that method was you couldn’t shoot the webbing out towards the reader because the ‘X’s just became bigger. All credibility went away. I changed the style of the webbing so that it worked when it was being shot directly into the reader’s face.’ Bron: Comics Creators on Spider-Man.
Wat Todd dus vooral probeerde te bewerkstellingen was dieptewerking in zijn tekeningen. En zijn methode werkt heel goed. Veel beter dan een 3D brilletje zou doen. Bekijk bijvoorbeeld de compositie van onderstaande plaatje maar eens goed. McFarlane maakt hier heel goed gebruik van dieptewerking en de standaard leesrichting om het verhaal te vertellen. Daarbij is aan het hoofd van the Tinkerer goed te zien dat Todd een voorkeur heeft voor expressionistische koppen.
McFarlanes stijl zal niet ieders smaak zijn, maar een ding is zeker: het was een compleet nieuwe manier om Spider-Man en zijn wereld te tekenen. Een stijl die veel navolging kreeg overigens. De stijl van Erik Larsen die Amazing Spider-Man van McFarlane overnam, is duidelijk schatplichtig aan die van McFarlane. Ook nam Larsen McFarlanes opvallende pagina-indeling over. Oudgediende Sal Buscema, op dat moment de tekenaar van Spectaculair Spider-Man, begon het Webhoofd in vergelijkbare poses als McFarlane te tekenen. Ook nam Buscema diens kostuumaanpassingen over en de meterslange webdraden.
Todd, die later met de strip Spawn goed geld zou verdienen, is ook belangrijk in het web van Spider-Man vanwege een andere creatie van zijn hand, namelijk: Venom. Maar daarover een andere keer meer.
De Amerikaanse stripmaker Alex Saviuk tekent al zo’n kwart eeuw Spider-Man. Maar liefst zeveneneenhalf jaar tekende hij Web of Spider-Man.
Toen ik in de jaren tachtig als tiener voor het eerst kennismaakte met zijn werk, was ik er zeer mee in mijn nopjes. Je had Sal Buscema die de serie Peter Parker tekende en Todd McFarlane deed toen Amazing Spider-Man. Beide stripmakers hebben een heel uitgesproken stijl, terwijl Saviuk meer teruggreep naar het klassieke tekenwerk van John Romita Sr. Net als Sr. maakt Saviuk heel strak geïnkte tekeningen en is zijn storytelling heel duidelijk.
Enig nadeel is dat hij nog wel eens bij het tekenen van Spider-Man teruggrijpt naar eerder getekende houdingen maar dat kun je een tekenaar die met een zeer strenge deadline werkt en minstens 22 pagina’s per maand moet tekenen, eigenlijk niet kwalijk nemen. Je zou Saviuks stijl als degelijk kunnen omschrijven en weinig avontuurlijk, maar als je het vergelijkt met de meuk die hedendaagse Spidey-tekenaars als Humberto Ramos op papier kladden, kies ik toch voor Saviuk. Zijn anatomie klopt en hij tekent een verdomd mooie Mary Jane. Beide kwaliteiten bezit Ramos absoluut niet.