De Q is een lastige letter als het om filmtitels gaat. Er zijn namelijk niet zo heel veel films die met die titel beginnen en er zijn er nog een stuk minder die ik de moeite waard vind om in mijn Film A-Z te vermelden.
Films die het eerste in me opkomen zijn: The Quick and the Dead van Sam Raimi, Quizshow van Robert Redford en Quills van Philip Kaufman uit 2000. Eigenlijk vind ik die laatste het meest bijzonder.
Quills vertelt het verhaal van Markies de Sade, de Franse geilaard met geslepen pen die alle perversiteiten die hij kon bedenken, toevertrouwde aan het papier. Wie zijn erotische fictie nu leest, moet er vooral hartelijk om lachen. Doch men vermoed dat een Knevel of Verhagen er nog steeds rode wangetjes van krijgt. Die twee heren zijn ook typisch van die mannetjes die proberen dit soort boeken verboden te krijgen. Iets wat ook het geval was in De Sade’s tijd.
Quills laat zien hoe hij opgesloten zit in een gekkenhuis, maar toch compulsief zijn verhalen schrijft. Huishoudster Madeleine smokkelt zijn porno naar buiten. De inrichting wordt bestierd door een goedaardige priester (die stiekem een oogje heeft op Madeleine, maar al zijn seksuele lusten zo diep mogelijk in zijn onderbewustzijn wegstopt). Napoleon is echter niet gediend van het schrijfwerk van De Sade en besluit dat hij geneutraliseerd dient te worden. Dokter Royer-Collard wordt ingeschakeld om De Sade te genezen. Deze doet zich voor als vrome heer, maar in hem schuilt een ware sadist. Zo’n eentje die zijn 18-jarige vrouw besteld in het klooster en haar op de huwelijksnacht verkracht om ‘het vrouwtje’ de regels van het huwelijk bij de brengen. Ook over zijn methodes als geneesheer, die toch erg veel op martelen lijken, valt veel aan te merken.
Je begrijpt dat er een titanenstrijd losbarst tussen de Markies en de dokter. Langzaam aan verliest de Markies al zijn privileges. Wanneer zijn ganzenveren en papier worden afgepakt, schrijft hij zijn verhalen op het beddengoed. Als inkt gebruikt hij zijn eigen bloed. Een waar kunstenaar die bloed voor zijn kunst.
Quills kent een prachtige artdirection en een voortreffelijke cast. Geoffrey Rush speelt met de Markies zijn beste rol ooit. Michael Caine doet het prima als de opportunistische dokter en Joaquin Phoenix speelt de priester die uiteindelijk doordraait ook erg goed. De hoofdpersonages komen genoeg aan bod om een impressie te krijgen van de ontwikkeling die ze doormaken. Behalve de Markies dan, daar had ik wel meer over willen weten. Ook de draai aan het einde is wellicht wat vergezocht. Maar verder: een aanrader!
Zoals iedere liefhebber heb ik zo mijn favorieten. Het leek me tijd om deze met de wereld te delen. Dat doe ik in de vorm van een ABC, omdat ik eerlijk gezegd niet een nummer één heb. En als die er al is, dan is het morgen weer een andere film. Daarom presenteer ik de komende weken op vrijdag mijn, geheel particuliere, film ABC.
Het is een lijst met films die me ooit bijzonder geraakt of vermaakt hebben. Films die ik in mijn jeugd zag en me nooit meer hebben losgelaten en films van recentere datum die op aangename wijze door mijn hoofd spoken. Films kortom, die ik voor altijd met me meedraag en meerdere malen kan zien. Films die ik je graag wil aanraden.
Extra opmerking: Dit zijn mijn favoriete films, niet de films die per se de geschiedenis in moeten gaan als KLASSIEKERS. Per letter noem ik een paar filmtitels en leg uit waarom ik deze cinematografische werkjes zo goed vind.
All the President’s Men (Alan J. Pakula, 1976)
In de jaren zeventig zijn er een paar Amerikaanse films gemaakt in het genre politieke thriller waarin de onbetrouwbaarheid van de overheid centraal staat. Anders gezegd: de paranoïde gevoelens die je hebt jegens je eigen overheid zijn volledig juist, negeer ze niet. All the President’s Men gaat over hoe de journalisten Bob Woodward (Robert Redford) en Carl Bernstein (Dustin Hoffman) van The Washington Posthet Watergateschandaal aan het licht brengen. Prachtig spel van Dustin Hoffman en Robert Redford – toch wel twee van mijn favoriete acteurs. Die film biedt een mooi tijdsbeeld en schetst een boeiend verhaal over onderzoeksjournalistiek.
Almost Famous (Cameron Crowe, 2000)
Regisseur Cameron Crowe bewerkte zijn ervaringen als jonge journalist van Rolling Stone Magazine tot heerlijke autobiografische fictie waarin de vijftienjarige William Miller (Patrick Fugit) mee mag toeren met de band Stillwater. Een sfeervolle film over de liefde voor popmuziek in de magische jaren zeventig, volwassen worden en de mythe van Amerika. Kate Hudson was nooit meer in een film zo ontwapend als Penny Lane – de ultieme band-aid, een eufemisme voor groupie. Maar met die term zouden we Penny echt tekortdoen.
Almost Famous was op muzikaal gebied voor mij een openbaring en fungeert in wezen op dezelfde manier als de verzameling LP’s die Williams zus Anita voor hem achterlaat. De soundtrack zit volgepropt met prachtige evergreens van muzikale kunstenaars als Simon & Garfunkel, The Who, Led Zeppelin, David Bowie, Cat Stevens en Elton John. Sommigen ervan kende ik al jaren, maar vormde de soundtrack een vernieuwde kennismaken, anderen hoorde ik voor het eerst pas echt goed. Zoals Led Zeppelin, waar ik sinds Almost Famous veel waardering voor op kan brengen.
Kevin Spacey die midden in zijn midlifecrisis zit, een verdord huwelijk met zijn vrouw Annette Bening deelt, verliefd wordt op de middelbare schoolgenoot van zijn dochter en besluit het roer om te gooien. Daar in het midden van de wervelstorm die zijn leven is, danst een plasticzakje in de wind – een beeld van zo’n ongrijpbare schoonheid dat we bijna de blote borsten van Thora Birch vergeten die net als het zakje, met de camera van de buurjongen zijn vastgelegd. Deze film gaat veel verder dan American Beauty, het is mijns inziens een lofzang op de poëzie van het leven. Dat het script door vakman Alan Ball geschreven is, kun je eraan afzien.
Annie Hall (Woody Allen, 1977)
Een van mijn favoriete Woody Allen films (one of his early funny ones) met een dramatische ondertoon: het verloop van de relatie tussen zangeres/fotografe Annie Hall en comediant Alvy Singer. Het is moeilijk om niet te vallen voor de charmante performance van Diane Keaton. Allen gaat hierin erg speels om met het medium: in een scène op het dak praten Hall en Singer met elkaar over koetjes en kalfjes, terwijl we via de ondertitels lezen wat er echt in hun hoofd omgaat. Ook de scène waarin ze beide in de rij staan voor een filmkaartje en Singer zich irriteert aan te luid pratende betweter die zijn semi-intellectuele meningen zijn vriendinnetje probeert te imponeren.
Wat zou het toch prachtig zijn als je in het echte leven opeens Tim Burton te voorschijn kon halen als iemand moet overtuigen van zijn ongelijk. Helaas, only in the movies.
Apocalypse Now Redux (Francis Ford Coppola, 1979)
Voor mij nog steeds de ultieme film over de waanzin van de oorlog. Apocalypse Now draait om de reis van Kapitein Willard (Martin Sheen), een spion van het Amerikaanse leger. Willard wordt op een gevaarlijke missie gestuurd: hij moet de rivier Cambodja afreizen om daar Kurtz (Brando) te vinden en te vermoorden. Kurtz is een voormalig Amerikaans kolonel die is gedeserteerd. Hij is krankzinnig geworden en heerst over een groep Montagnaardse inboorlingen in een afgelegen oerwoudcomplex. De reis die Willard aflegt over de rivier brengt hem in het hart van de duisternis: die van de oorlog, maar ook in zichzelf.
Army of Darkness (Evil Dead 3) (Sam Raimi, 1992)
Dit is een heel ander soort oorlog, maar in tegenstelling tot die in Vietnam, zeer vermakelijk. Nash uit Evil Dead 1 + 2is samen met zijn uit 1973 afkomstige Oldsmobile getransporteerd naar de middeleeuwen. Daar wordt hij aangezien als degene die volgens de voorspellingen het boek der doden zal ophalen, maar omdat hij de uitspraak van de magische woorden verknalt, komen de doden tot leven. De volledig belachelijke plot is oh zo vermakelijk. Bruce Campbell acteert met flair met een flinke dosis zelfspot. En op het moment dat het dodemansleger aan komt stormen, handgemaakte skeletten die in de lucht worden gehouden door de poppenspelers die net buiten beeld zijn, ben ik helemaal verkocht. Een ode aan stop-motion specialist Ray Harryhausen die hem vast van plezier uit zijn graf zou doen opspringen -als hij dood was geweest. Harryhausen (geboren in 1920 te Los Angeles leeft immers nog steeds).
Meest memorabele quote van de film: ‘Give me some sugar, baby!’
Heb je zelf ook nog wat favoriete Aatjes toe te voegen? Daar is het commentformulier voor. Volgende week vrijdag gaan we verder met de B.
De afgelopen tijd buzzde het internet over de nieuwe Spiderman-film. Regisseur Sam Raimi en acteur Tobey Maguire hebben inmiddels de handdoek in de ring gegooid. Er waren wat scriptproblemen zoals de studio het noemde, en waarschijnlijk konden de filmmaker en de filmstudio het niet met elkaar eens worden over de koers die gevaren moest worden voor het vierde deel uit de serie. Dat een film vol compromissen tot een mislukking kan leiden, bewees Spider-Man 3 die het slechtst werd ontvangen van de reeks. En terecht, want het was een janboel van karakters, slecht uitgewerkte plotlijnen en vooral een ongebalanceerde combinatie tussen drama en humor. Inmiddels is er een reboot aangekondigd. Aan de ene kant is dat jammer, aan de andere kant juich ik de vervanging van Sam Raimi voor Marc Webb juist toe.
In plaats van dezelfde koers te blijven varen koos Columbia Pictures ervoor om de serie te rebooten, oftewel, opnieuw te starten. In een persbericht maakten ze bekend dat het verhaal van Peter Parker weer op de middelbare school zal beginnen:
‘Culver City, CA (January 11, 2010) — Peter Parker is going back to high school when the next Spider-Man hits theaters in the summer of 2012. Columbia Pictures and Marvel Studios announced today they are moving forward with a film based on a script by James Vanderbilt that focuses on a teenager grappling with both contemporary human problems and amazing super-human crises.The new chapter in the Spider-Man franchise produced by Columbia, Marvel Studios and Avi Arad and Laura Ziskin, will have a new cast and filmmaking team. Spider-Man 4 was to have been released in 2011, but had not yet gone into production.’
‘This is a dream come true and I couldn’t be more aware of the challenge, responsibility, or opportunity. Sam Raimi’s virtuoso rendering of Spider-Man is a humbling precedent to follow and build upon. The first three films are beloved for good reason. But I think the Spider-Man mythology transcends not only generations but directors as well. I am signing on not to ‘take over’ from Sam. That would be impossible. Not to mention arrogant. I’m here because there’s an opportunity for ideas, stories, and histories that will add a new dimension, canvas, and creative voice to Spider-Man.’
Webb en webhoofd.
Aan de ene kant is het te betreuren dat we Tobey Maguire niet meer terugzien als het webhoofd. Zijn performance in de eerste drie films was zeer verdienstelijk. Ook viel er veel te genieten van Raimi’s interpretatie van de Spiderman-strips. Vooral Spider-Man 2 mag genoemd worden als een van de beste superhelden-films ooit, met een solide plot en uitermate overtuigend spel van Maguire, James Franco als Harry Osborn en Alfred Molina als Doctor Octopus. Wat mij ook spijt is dat we Dylan Baker nu niet zullen terugzien. Baker speelde in de trilogie Dr. Curt Conners die in de strip verandert in het monster The Lizard. Zijn vaste aanwezigheid in de serie wees erop dat Conners uiteindelijk het serum in zou nemen dat zijn leven voorgoed zou veranderen. Die verhaallijn had ik nog graag uitgespeeld gezien, in het bijzonder omdat er geen groter contrast kan zijn tussen het vriendelijke voorkomen van Baker en de monsterlijke verschijning van The Lizard.Voordat Spider-Man 4 werd afgeblazen werd bekend dat John Malkovich The Vulture zou gaan spelen. Dat beloofde veel goeds: niet alleen is de oude Vulture een interessante schurk, als zo’n personage wordt vertolkt door een zwaargewicht als Malkovich mag je wat vuurwerk op het witte doek verwachten. Helaas zullen we nu nooit weten hoe hij het er vanaf zou hebben gebracht.Nieuwe ronde, nieuwe Spiderman Aan de andere kant juich ik een reboot juist toe en niet alleen omdat het derde deel zo duidelijk de plank missloeg. Raimi herhaalde zichzelf vaak in de drie films. Het was irritant dat hij iedere keer Mary Jane weer liet ontvoeren door de schurk om zo Spidey uit zijn web te lokken. Niet alleen werd deze slimme en aantrekkelijke meid daardoor gereduceerd tot het niveau van Lois Lane (die moet van alle geliefden uit de superheldenstrips wel het meeste zijn ontvoerd in haar carrière). Ook is het ontvoeren van het liefje van de held een verschrikkelijk cliché en om hier tot driemaal toe op terug te vallen getuigt van creatieve armoede. Ook het gedweep tussen de aantrekkingskracht tussen Peter en Mary Jane en het daarna geforceerd kreupel laten lopen van de relatie werd ook erg sleets.Kortom, wat mij betreft was het wel meer mooi geweest met het Raimi, Maguire en Dunst-team. Laat Sam Raimi maar weer lekker horrorfilms draaien, want daarin weet hij goed zijn weg te vinden.Er zijn nog een paar andere redenen te bedenken om enthousiast te worden van het idee van een reboot. Hoewel Webb vooral videoclips op zijn naam heeft staan, wist hij zoals gezegd met (500) Days of Summer de filmliefhebber op positieve wijze te verrassen. Hoewel één goede film nog geen garantie is dat Webb klaar is voor een dergelijk groot project.Ervan uitgaande dat hij weet wat hij doet, zal Webb het personage Peter Parker ongetwijfeld door een frisse blik aanschouwen. En er is genoeg materiaal om uit te kiezen. In 2000 begon Marvel met de serie Ultimate Spiderman, een serie gericht op een jong publiek dat een hedendaagse versie van Spiderman kreeg voorgeschoteld. Schrijver Brian Michael Bendis maakte van Parker weer een frisse tiener en herschreef diens geschiedenis naar eigen inzicht. Ongetwijfeld liet scenarist Jamie Vanderbilt, waar Webb mee aan de slag gaat, zich inspireren door de verhalen van Bendis en zal het nieuwe script een combinatie zijn van Ultimate Spiderman en de officiële geschiedenis van het webhoofd.Het is alleen te hopen dat men niet te lang op de oorsprong van Spiderman blijft hangen. Dat verhaal kennen we nu wel. Wat mij betreft kan in een korte flashback worden vertelt hoe Parker zijn spinnenkrachten krijgt. Ook laat Bendis naar mijn smaak Parker te vaak ontmaskeren in Ultimate Spiderman. Ook iets wat Webb beter achterwegen kan laten, daar de vele ontmaskeringen het wel heel moeilijk maakt te geloven dat Spiderman gewoon met zijn werk kan doorgaan. Een laatste voorlopige kanttekening Is de wereld klaar voor een reboot van Spiderman? Met het grote aantal superhelden-films dat ons nog staat te wachten is een verzadiging van de markt geen onrealistisch scenario. Misschien is het dan ook te vroeg voor een nieuwe versie van Spiderman in 2012. Persoonlijk kan ik er geen genoeg van krijgen en zie ik tien keer liever een film van dit genre dan de gemiddelde meuk die tegenwoordig in Hollywood wordt geproduceerd (met een beetje pech nog gepresenteerd in 3D ook.) We gaan zien hoe het Webb zich ontvouwt de komende jaren.
Dit jaar doe ik geen lijstje van wat, naar mijn mening, de beste films van dit afgelopen jaar waren. Ik ben moe van lijstjes. Daarbij heb ik veel films gezien, maar veel ook niet gezien. Gelukkig zijn er altijd liefhebbers die de moeite steken in een video-compilatie. Mensen als Kees van Dijkhuizen bijvoorbeeld. Die mixte de oogst aan – voornamelijk Amerikaanse – cinema samen in een 7 minuten durende video.
Hoewel ik een deel van de in de compilatie voorkomende films niet heb gezien, herken ik ze wel. In dit multimediale tijdperk van teasers, trailers, blogs en virals herken je al beelden van films voordat je de bioscoop binnen bent. En wat betreft de meeste films kun je het bij de trailer wel laten. Ik vind bijvoorbeeld de film Paranormal activity niet heel bijzonder; de trailer dekte volledig de lading. Concept en uitwerking waren na het zien van de trailer meteen duidelijk. En het daadwerkelijk kijken van de flick voegde weinig toe aan de vertelling. (Dat ik me evengoed prima heb vermaakt had meer te maken met het feit dat ik de film zag met een goede vriendin, dan met de film zelf.) Drag me to hell van Sam Raimi gaf mij eerder dit jaar veel meer kijkplezier. Het verhaal was ook niet bijster origineel en redelijk voorspelbaar, maar werd met veel aanstekelijk plezier uitgevoerd. Ik vind een boeiend verhaal een belangrijk bestaansrecht van een film. Al moet ik bekennen dat ik ook een film kan uitzitten omdat ik er puur op visueel niveau van geniet. Laatst zag ik bijvoorbeeld Spider-Man 3 nog eens op dvd. Werkelijk de slechtste film van de drie omdat de scenaristen het volledig verprutst hebben. Maar wie de film beziet als een reeks beelden zonder samenhang, krijgt toch een prachtig visueel palet voorgeschoteld. Voor mij als Spiderman-liefhebber des te leuk om de stripplaatjes die de filmmakers als inspiratie hebben gebruikt, te herkennen. Daarom kan ik ook genieten van een compilatievideo zoals die van Kees van Dijkhuizen. Mooie plaatjes achter elkaar geplakt zonder dat er een boeiend verhaal achter lijkt te zitten. (Een mooie metafoor voor wat Hollywood doorgaans uitbrengt.) Al schemeren hier en daar natuurlijk wel de menselijke emoties die centraal staan in de films in de reeks beelden door. Zelfs op dit basale niveau blijven die immers herkenbaar. Cinema is een visueel medium en prachtige plaatjes schieten kunnen we de filmmakers uit Hollywood wel toevertrouwen. Ook deze mix bevat enkele prachtige, overrompelende beelden. De verhalen verzinnen we er zelf wel bij. Al hoop ik van harte dat Hollywood volgend jaar zich weer wat meer concentreert op het vertellen van boeiende verhalen, want voor meeslepende epossen en interessante personages kon ik naar mijn gevoel vooral voor de (gedownloade) beeldbuis terecht. (Ik zeg: Dexter! en ook wel True Blood.)Oké, tot slot dan een paar films die mij zeker wisten te boeien dit jaar: Let the Right one in, Millennium 1: Mannen die vrouwen haten, 500 Days of Summer, Watchmen (ook zeer mooie stripplaatjes). En verder: Wristcutters, de dvd recenseerde ik dit jaar, maar hij werd al in 2006 gemaakt; en Towelhead.
Of heb er volgens jou nog eentje vergeten op te noemen?
Spider-Man 3 draait eindelijk in de bioscoop. In dit deel worden de draadjes van Sam Raimi’s web samengeknoopt. Hier en daar laat de regisseur echter behoorlijke steken vallen.
Toen Sam Raimi’s Spider-Man vijf jaar geleden uitkwam, ging mijn jongenshart sneller kloppen. Eindelijk een volwassen interpretatie van mijn favoriete superheld, gemaakt door een filmmaker die het materiaal begreep en de strip vol enthousiasme geloofwaardig naar het witte doek wist te vertalen. Goede vertolkingen van een uitstekende cast en een schilderachtige cinematografie brachten de creatie van Stan Lee en Steve Ditko uit 1962 tot leven. Met het vervolg gooide Raimi daar nog een schepje bovenop en leverde hij een evenwichtige en spectaculaire film af. De verwachtingen voor de derde episode waren dan ook hooggespannen. Helaas worden die verwachtingen maar voor een deel waargemaakt.Spider-Man 3 begint nagenoeg waar deel twee ophield. Mary Jane en Peter hebben elkaar gevonden, zij accepteert dat hij een dubbelleven leidt als webhoofd en New York juicht de held toe. Het gaat Peter Parker dus eindelijk eens voor de wind. Dat mag natuurlijk niet te lang duren. De schurken Sandman en Harry Osborn als de Green Goblin draven daarom al snel op om roet in het eten te gooien.
Peter is er maar druk mee en zo vol van zichzelf, dat hij geen oog heeft voor de problemen van Mary Jane. Als een symbiotisch wezen uit de ruimte zich probeert te hechten aan Parker, komt zijn duistere kant boven en laat hij zich van zijn allerslechtste kant zien. Als Sandman ook nog eens de echte moordenaar van oom Ben blijkt te zijn, heeft Peter alle reden om te handelen naar wat de duisternis hem dicteert. Ondertussen drijft de komst van Gwen Stacy ook nog een wig tussen het geluk van Peter en MJ.
Overvloed
De plot van de film klinkt veelbelovend, maar maakt tevens duidelijk dat er heel wat draadjes samen moeten komen in het web dat Raimi en zijn team hebben gesponnen in de afgelopen twee films. Het stripmateriaal van Marvel is een nogal rijke bron en het lijkt wel alsof de scenaristen (Raimi schreef het script samen met broer Ivan en Alvin Sargent) er te veel van in één film wilden proppen. Na het zien van Spider-Man 3 heb je het gevoel dat je twintig comics achter elkaar hebt gelezen.
Het probleem hiervan is dat er die 2 ½ uur filmduur niet genoeg tijd biedt om alles goed uit te werken; de filmmakers hebben er flink de kantjes van afgelopen. Dat is jammer, want de duistere kant van Peter (Tobey Maguire) als thema had een boeiende film kunnen opleveren. Van alle personages komt Harry Osborn (James Franco) – na Peter uiteraard – nog het beste uit de verf: de ontwikkeling van zijn karakter werd al op gang gebracht in de voorgaande delen en komt nu tot een boeiende slotsom.
Hetzelfde kan helaas niet gezegd worden voor Sandman (Thomas Haden Church) of Venom (Topher Grace). Raimi past het verhaal van de moord op oom Ben aan om deze in Sandmans schoenen te kunnen schuiven. Kenmerkend aan zijn Spiderman-films is dat het conflict met de schurk altijd een persoonlijke strijd is. De Green Goblin en, in mindere mate, Doc Ock werden neergezet als alternatieve vaderfiguren voor Peter. Dit keer krijgt hij dus te maken met de echte moordenaar van zijn pleegvader oom Ben (Cliff Robertson). De makers wringen zich onnodig in allerlei bochten om een persoonlijke connectie tussen Peter en Sandman te bewerkstelligen.
De shots waarin Sandman zijn krachten krijgt zijn weliswaar een spectaculair staaltje CGI, de manier waarop hij het slachtoffer wordt van een wetenschappelijk experiment had beter toegelicht mogen worden. De ontwikkeling van Venom wordt stelselmatig opgebouwd en zijn motivatie is duidelijk. Toch maakt ook deze schurk zijn potentie niet geheel waar.Purist
Waarom Gwen Stacy (Bryce Dallas Howard) een rol speelt in het verhaal is echter het grootste raadsel. Stripliefhebbers zullen weten dat Peter een relatie met Gwen had voordat hij Mary Jane ontmoette. In Amazing Spider-Man #121 is het Gwen die door de Green Goblin van de Brooklyn Bridge wordt gegooid waardoor ze sterft. In Spider-Man is de geschiedenis met Gwen overgeslagen en is zij vervangen voor Mary Jane. Prima, want in hervertellingen van Spiderman-verhalen is Gwen ook out of the picture. Waarom Gwen nu dus geïntroduceerd wordt als rivaal voor Mary Jane (Kirsten Dunst) is vreemd, want Felicia Hardy (alias Black Cat) zou bijvoorbeeld een logischer keuze zijn geweest. Het grote bioscooppubliek zal het echter worst wezen, de strippurist in mij echter niet.
Suikerzoet en disco-moves
Raimi heeft in de vorige films een aardige balans gevonden tussen de emotionele lading in het verhaal en de actiescènes, de kenmerkende mix van de Spiderman-strips. In deze aflevering is hij die balans echter kwijt. Veel van de scènes slaan te veel door in suikerzoete emoties. Hierdoor dreigen ze pathetisch te worden.
Dit staat in schril contrast met de meer humoristische elementen. Wanneer Spidey slecht wordt door de invloed van de symbiont, laat hij ook als Peter Parker zijn duistere kant vrij. Raimi verbeeldt dit echter door Peter een emo-kapsel te geven – een iconografie die niet geheel bij het personage past. In combinatie met de disco-moves die Peter op straat demonstreert, wordt het allemaal net iets te belachelijk.
Los daarvan herhalen Raimi en de zijnen net te vaak trucjes uit de eerste twee films. Tante May (Rosemary Harris) fungeert wederom als moreel centrum in Peters leven en brengt hem door een monoloog op het rechte pad – dat hebben we nu wel vaak genoeg gezien. En kunnen de scenaristen niets beters verzinnen dan het ontvoeren van Mary Jane om Spidey in de val te lokken? Het ziet ernaar uit dat de Raimi-Spiderman-formule na drie films wat sleets begint te raken.En toch…
Tot zover de minpunten van deze film, want je moet dit derde deel natuurlijk wél gaan zien. Er wordt een hoop goed gemaakt in het laatste kwart van de film, al had de climax wel wat – wederom – beter uitgewerkt mogen worden. In de laatste akte van Spider-Man 3 weet Raimi alle elementen toch nog bij elkaar te brengen en wordt duidelijk waarom er zoveel personages in de film rondlopen. Visueel ziet de film er fantastisch uit en is voor digitaal Hollywood de lat wederom een stukje hoger gelegd. Met het visuele spektakel en actie zit het dus wel goed.
Christopher Youngs soundtrack weet hier en daar de emoties de juiste hoeveelheid kracht bij te zetten zonder de aandacht op zichzelf te vestigen (en heeft veel weg van Danny Elfmans score voor de andere Spidey-flicks). Ook is Bruce Campbell weer van de partij in misschien wel zijn beste cameo ooit.
Ondanks de onevenwichtigheid en volheid van de film, (en als je als purist de ergernissen buiten beschouwing laat) is deze toch onderhoudend. Al is Spider-Man 3 niet zo goed als zijn voorgangers. Tot slot is het een fijn idee dat er na vijf jaar een (soort van) einde is gebreid aan een trilogie die de film- en stripgeschiedenis zal ingaan als een van de meest boeiende superhelden-stripadaptaties ooit.