Categorieën
Film

Imagine 2015 in de achteruitkijkspiegel

Robots, cyborgs en artificiële intelligentie. Dat was zo’n beetje de rode draad van Imagine 2015. Hoewel ik door drukte weinig van de filmprogramma’s heb kunnen zien, pakte ik toch genoeg van het festival mee om er tevreden op terug te kunnen kijken.

Alles over Imagine 2015
Alles over Imagine 2015

Voor mij vond het hoogtepunt van het festival nog voor de openingsavond plaats, namelijk het interviewen van editor Bob Murawski. Het was een genot om een uur met deze prof uit Hollywood te mogen spreken over zijn liefde voor de genrefilm, zijn samenwerking met Sam Raimi en de Spider-Man-films. Zijn masterclass op vrijdag 10 april was ook zeer vermakelijk:

Met Ex Machina opende het festival. Daarin verblijft twintiger Caleb een week in het afgelegen futuristische onderkomen van zijn baas Nathan, de oprichter van internetzoekmachine Bluebook. Nathan blijkt zijn eigen robot te hebben gebouwd, de beeldschone Ava, en vraagt Caleb mee te werken aan een experiment om te testen in hoeverre haar kunstmatige intelligentie zich nog laat onderscheiden van dat van menselijke. Al snel blijken de relaties veel ingewikkelder in elkaar te zitten dan verwacht. Ik vond het een boeiende openingsfilm met een seksistisch tintje. Actrice Alicia Vikander deed me erg denken aan Sean Young uit Blade Runner en dat is vast niet per ongeluk.

http://youtu.be/XYGzRB4Pnq8

Er waren veel interessante lezingen dit jaar. De lezing van Prof.dr. Anneke Smelik over Robots en hartstocht woonde ik bij op zondag. Helaas scheen de zon fel op de muur waarop de filmfragmenten geprojecteerd werden, waardoor die nagenoeg niet te zien waren. Gelukkig kende we de meeste fragmenten al. Wie heeft immers niet The Terminator of The Matrix gezien?

De avond over H.R. Giger vond ik boeiend. Ik ken het werk van Giger vooral uit de eerste Alien-film – hij deed daar de ontwerpen voor – en daarom was het leuk om meer van zijn boeiende werk te zien en om anecdotes van mensen te horen die Giger persoonlijk gekend hebben. Marco Witzig, sinds 2000 Gigers assistent, en de Nederlandse kunstenaar André Lassen, die met Giger samenwerkte, werden door Barend de Voogd geïnterviewd. De documentaire over Giger die erna werd vertoond moest ik helaas skippen: de volgende dag moest ik vroeg mijn bed uit om stripmaker Scott McCloud te interviewen.

De documentaire Lost Soul, The Doomed Journey of Richard Stanley’s Island of Dr. Moreau heb ik gelukkig wel gezien. Prachtig verhaal over hoe Stanley van zijn eigen filmset werd verjaagd door beroepseikels Marlon Brando en Val Kilmer. Goed, Stanley gedroeg zich ook niet helemaal als een regisseur tijdens het project en eenmaal op locatie in Australië weigerde hij praktisch zijn huis uit te komen om met de crew te overleggen. De documentaire is niet heel opzienbarend in elkaar gezet, maar het verhaal dat er verteld wordt is meer dan de moeite waard. Het was een voorstelling geregeld door filmblad Schokkend Nieuws en dat leverde gelukkig meteen wat nieuwe abonnees op. Dat doet mij, als medewerker van dat prachtige tijdschrift, natuurlijk erg goed. Collega Hedwig van Driel leidde de film vakkundig en onderhoudend in.

Verder zag ik nog de film Spring, waarin de Californische Evan in Italie de liefde van zijn leven tegen het ranke lijf loopt. Uiteraard blijkt deze schone veel meer te zijn dan ze lijkt en draagt ze een duister geheim met zich mee. Ware liefde overwint zelfs enge transformaties, blijkt uit Spring.

Het korte filmprogramma Shorts 4: Outrageous, Outlandish, Out of This World kon mij goed bekoren. Vooral de films The Stomach en Dinner for Few waren erg goed, terwijl The Fly erg luchtig en goed uitgevoerd was.

De slotfilm Big Game vond ik vermakelijk en was een fijne en vooral makkelijke afsluiter van het festival. Samuel L. Jackson casten als angsthazige president van de Verenigde Staten was een mooie vondst. Toch vond ik Rare Exports, ook van schrijver en regisseur Jalmari Helander, wel beter.

De leuke reportages over het festival zijn gemaakt door de snelle jongens Lazlo en Dylan Tonk van Dyzlofilm.

Categorieën
Film

Interview met editor Bob Murawski: ‘Ik hou van films die verrassen!’

Bob Murawski (Detroit, 1964) gaf vrijdagmiddag een zeergeslaagde masterclass editing op het Imagine Film Festival. Dit jaar is de Oscarwinnaar een van de speciale gasten op het filmfestival, dus laten we hem de stad niet verlaten zonder een uitgebreid interview.

Bob_Murawski‘Is dit interview voor jullie blad of online?,’ vraagt Murawski als ik bij hem aanschuif in het restaurant van Eye, anderhalf uur voor de openingsavond van Imagine. “Ik hou namelijk erg van filmbladen. Als kind las ik tijdschriften als Famous Monsters of Filmland en The Monster Times. Ik kocht Fangoria vanaf het eerste nummer. Ik geloof in print, niet in online” zegt Murawski. Ik moet hem teleurstellen, het interview is voor de site. “Misschien kan er een fragment toch in het blad staan?’
Gelukkig kan ik de editor vertellen dat er vier jaar geleden een uitgebreid interview met hem in Schokkend Nieuws #90 stond. Murawski distribueert met zijn bedrijf Grindhouse Releasing namelijk ook genrefilms en toentertijd had hij veel moeite gestoken in het monteren en uitbrengen van Gone with the Pope, een onvoltooide amateurproductie uit 1976 van Duke Mitchell.

‘Ik hou van lowbudgetfilms en exploitation films, want ik hou van dingen die anders zijn. Films die verrassen. Films met gore, bloed en gekke, ongewone dingen. Ik hou van het bizarre en onverwachte. Ik ben niet zo van de conventionele mainstream films,’ ligt Murawski zijn liefde voor de genrefilm toe.

Army of Darkness, de eerste (en beste) Spider-Man-trilogie, The Gift, Dracula Untold, The Hurt Locker en de Poltergeist remake, zo maar een handje vol films die Bob Murawski gemonteerd heeft. Opvallend veel titels van regisseur Sam Raimi inderdaad, de twee heren kunnen het dan ook goed met elkaar vinden. Een vriend van Murawski werkte mee aan Raimi’s Darkman en zo kon hij op de set van die film aan de slag als productie-assistent en later zelfs als assistant-editor. ‘Tijdens de productie van Darkman kreeg ik de kans om de editor te zijn van een lowbudgetfilm en die kans heb ik gegrepen. Danger Zone III had slechts een budget van 100.000 dollar. Een echte exploitation film a la Roger Corman dus én een bikermovie. Daar hou ik van!’

Hoe verliep je eerste echte klus als editor?
‘De producent en ster van de Danger Zone-serie is Jason Williams. Hij is bij cultfans vooral bekend als Flesh Gordon, de pornoparodie van Flash Gordon. Ik was assistent-editor geweest bij Danger Zone II: Reaper’s Revenge en daarna vroeg Williams me als editor voor zijn volgende film. Dat was een grote stap voorwaarts, maar ik had tijdens mijn studiejaren mijn eigen films gemonteerd, dus ik sprong in het diepe. Mijn gebrek aan ervaring compenseerde ik door heel lange dagen te maken. Ik werkte 16 uur per dag, de hele week door. Ik leefde praktisch in de montagekamer. Op het eindresultaat ben ik erg trots en ik vind de film erg vermakelijk. Toen ik die film had gemonteerd kon ik weer aan de slag bij Darkman, want daar waren ze toen nog steeds mee bezig. Ik denk dat Raimi en Robert Tapert, de producent van de film, onder de indruk waren van het feit dat ik mijn baan bij hun film van 20 miljoen dollar had opgezegd om aan een lowbudget film te werken en om als editor een stap verder te komen. Ik denk dat ze me daarom de kans gaven om aan Army of Darkness te werken. Dat vond ik fantastisch, want ik was een enorme fan van Evil Dead. Deel 2 vond ik te veel een comedy, maar ik was een fan van Sams werk.’

Screenshot van Army of Darkness
Screenshot van Army of Darkness

Heb je een standaardmanier van werken en een bepaalde manier waarop je met het filmmateriaal aan de slag gaat?
‘Mijn methode is eigenlijk heel grondig te werk gaan. Ik bekijk alle daily’s om de beste takes te vinden en maak aantekeningen. Sommige editors concentreren zich op één take en proberen van daaruit te werken. Ik probeer van ieder shot het beste stukje materiaal te vinden. Ik wil een zo goed mogelijke film maken, en dat geldt al voor de eerste gemonteerde versie. Die moet zo precies mogelijk zijn om het materiaal van dienst te zijn.’

Is je methode veranderd sinds je digitaal monteert?
‘Digitaal monteren is anders, maar vereist dezelfde discipline als analoog monteren. Je moet het materiaal heel goed kennen, geen stukje onbezien laten. Het grote verschil is dat als je filmmateriaal monteert, je de eerste poging al zo precies mogelijk wil maken. Als je op de verkeerde plek een cut maakt, dan moet je het stukje film weer langer maken en er een stuk tape opplakken. Dat soort littekens zie je altijd als de film geprojecteerd wordt. Met digitaal heb je dat probleem niet, dan blijft het materiaal er altijd netjes uitzien.’

Sam Raimi tijdens opnames van Spider-Man 3.
Sam Raimi tijdens opnames van Spider-Man 3.

Army of Darkness was je eerste echte montageklus voor Raimi.
Army of Darkness was de eerste studiofilm die digitaal is gemonteerd. Sam Raimi was overigens de co-editor. Hij werkte aan de tweede helft van Army of Darkness en ik aan de eerste. We begonnen met ouderwetse filmmontage, maar op een gegeven moment doemde een belangrijke screening met producent Dino De Laurentis op. We waren zo erg achter op schema dat we de gok waagden en overstapten op digitaal monteren. Dat stond toen nog echt in zijn kinderschoenen. Het AVID-systeem bestond nog niet. De resolutie van het beeld was niet best, het leek wel een videogame uit die tijd. De computers waren niet sterk genoeg en konden maar 12 frames per seconden afspelen, wat een nogal schokkerig beeld gaf. Toch konden we op deze manier snel werken en binnen de zes weken die we hadden voor de viewing een versie in elkaar zetten. Het was gekkenwerk, maar het lukte.”

Raimi laat soms twee editors te gelijk aan een film werken. Hoe gaat dat in zijn werking?
‘Dat werkt eigenlijk niet. Aan de twee films die Raimi na Army of Darkness maakte, The Quick and the Dead en For the Love of the Game, mocht ik van de studio’s niet meewerken als editor omdat ik nog niet genoeg credit had opgebouwd. Bij For the Love of the Game gebruikte Raimi twee editors, waarschijnlijk omdat ze weinig tijd hadden. In plaats van iedere editor een deel van de film te laten monteren, liet hij ze beiden de hele film apart in elkaar zetten. Verschrikkelijk! Toen Raimi The Gift ging maken was een van die twee editors niet beschikbaar dus vroegen ze mij erbij. Arthur Coburn en ik monteerden dus allebei de film en hadden uiteindelijk twee heel verschillende versies. Coburns benadering en stijl zijn anders dan hoe ik monteer. Beide versies bekeken we achter elkaar en de volgende dag begon het hermontageproces. We bekeken van beide versies iedere scène. Dus we begonnen met scène 1 van mijn versie gevolgd door die van Coburn. Sam koos dan bijvoorbeeld het eerste shot van mijn versie, het tweede shot van Coburn en daarna shot drie en vier van mijn versie. Soms koos hij in het geheel voor een gemonteerde scène van Arthur of mij. Maar zo simpel werkt het niet. Als je monteert, vormen shot 1,2 en 3 een geheel. Het ene shot volgt op het andere. Als je tussen shot 1 en 3 het tweede shot van de andere versie plakt, past dat niet. Alsof je een stukje uit een andere puzzel probeert te plaatsen. Het ritme is anders, soms matchen de shots niet omdat ze van een andere kant gedraaid zijn. Er zijn honderden redenen te bedenken waarom zo’n frankenstein-versie niet werkt. Ik vond het een ramp. We waren heel veel tijd kwijt om dit te laten werken. Ik wil niet arrogant overkomen, maar we hebben het opgelost door vooral mijn versies te gebruiken.’

Spider-Man 2
Spider-Man 2

Was er een bepaalde sequentie of scène uit de Spider-Man-films die moeilijk te monteren was maar weer je erg blij mee bent?
‘De metrosequentie uit Spider-Man 2 vond ik erg goed gelukt. Het was de eerste sequentie waar we mee begonnen, al in de preproductiefase. Het eerste wat we opnamen waren de plates, de achtergronden, in Chicago. Je hebt in New York namelijk geen metrotrein die verhoogd boven de straat loopt, maar wel in Chicago. Die sequentie was enorm gecompliceerd. Gedurende de hele productieperiode kwamen er stukjes materiaal binnen. Sam nam delen op met de acteurs, de second unit maakte opnames met de stuntmensen, sommige shots waren visuele effecten.’

Ik neem aan dat je vaak onafgewerkte beelden zit te monteren bij deze special-effectsfilms.
‘Klopt en dat werkt best gek. Vaak beginnen we met een storyboard, statische tekeningen die ik dan monteer om een idee van de scène te krijgen. De audio is dan van de acteurs die in een sessie bij elkaar zitten om het hele script door te nemen, de zogenoemde ‘Table Reading’. Ik zet die stukken dialoog dan op de juiste plek in deze storyboardfilms, en zet er geluidseffecten en tijdelijke muziek onder uit andere films. Op die manier heb je altijd een versie van de scène. De volgende fasen is een soort ruwe animatieversie. Dan laten ze elementen uit het storyboard bewegen in het programma After Effects. De scènes zijn dus constant in ontwikkeling. Daarna worden 3D effecten en de greenscreenopnames met de acteurs toegevoegd. Dat is allemaal heel veel werk, maar om ten alle tijden een scène te hebben waar je naar kunt kijken, is een enorme hulp. Je krijgt bij die storyboardfilms namelijk al een aardig idee van hoe een scène verloopt. Die metroscène waar ik het net over had, was ingeschat op een budget van 18 miljoen dollar, maar we hadden er maar 12 miljoen voor. Door de storyboardfilm konden we zien wat wel en niet werkte en wat we uit de sequentie konden halen om binnen budget te blijven.’

The Hurt Locker
The Hurt Locker

The Hurt Locker heb je samen met je vrouw Chris Innis gemonteerd. Hoe ging dat in zijn werking?
‘Na Spider-Man 3, waar er zoveel bemoeienis was en dingen zo ingewikkeld waren, was het erg verfrissend om The Hurt Locker te monteren. Een film vrijwel zonder special effects, en ik kon samenwerken met mijn vriendin en bondgenoot. Bij Raimi is de hele film van tevoren in storyboards uitgedacht, terwijl Regisseur Kathryn Bigelow weinig gebruikmaakt van storyboards. Ze repeteert met de acteurs en dan neemt ze de scène op met iets van vier camera’s die het geheel opnemen alsof het echt gebeurt, zoals in een documentaire. We hadden in totaal 200 uur materiaal om een film van 2 uur mee te maken. Het was echt een spelt in een hooiberg vinden. Normaal gesproken werk je met standaard setups. Van een scène schiet je een mastershot, daarna neem je de close-ups op, etcetera. Als ik een close-up nodig had waarin de acteur een bepaalde zin uitspreekt, moest ik uren materiaal doorspitten. Daarom was het fijn samenwerken met mijn vrouw, zo konden we allebei die kleine momenten vinden. Omdat we elkaar zo goed kennen, konden we gewoon ruzie maken, en waren er geen egoproblemen.”

‘Het draaien met meerdere camera’s tegelijk kan grote problemen geven. Bij de opnames van The Hurt Locker hebben de camera’s elkaar soms in beeld. Die shots kun je dan niet gebruiken. Veel materiaal was onbruikbaar omdat de shots over de 180-graden-as gingen. Als dat gebeurt rennen mensen opeens de verkeerde kant op ten opzichte van het shot ervoor. Soms moesten we daardoor de beelden spiegelen en dat gaf veel commentaar omdat de emblemen op de uniformen daardoor aan de verkeerde kant zitten. Mensen die veel van de militaire wereld weten, dachten dat onze kostuumontwerpers er een potje van hadden gemaakt terwijl het eigenlijk gespiegelde shots waren.’

Murawski en Innes.
Murawski en Innis.

Wat mij opviel is dat jullie het verhaal vertellen vanuit het perspectief van de drie hoofdrolspelers. Soms breken jullie daar echter mee en komt de camera dicht bij de vijand en kijken we met hen mee.
‘Daar kies je voor om suspense te creëren. Je moet iedere techniek gebruiken die het beste drama oplevert. We zagen Hurt Locker als een suspense film. Een andere benadering dan die van het script uitging. In het script kregen de drie hoofdpersonen evenveel aandacht, het was een karakterstudie van deze drie mannen in een oorlogssituatie. We hebben in de montage het perspectief verschoven naar één van hen, het personage dat door Jeremy Renner gespeeld wordt. De eerste versie van de film was vier uur lang, omdat het een wijd point of view had. We hadden geluk dat Bigelow open stond voor die veranderingen. Schrijver en producent Mark Boal gaf meer weerstand, maar ook hij zag op een gegeven moment in dat het beter was om op één personage te focussen. Het had uiteindelijk ook een film van drie uur kunnen zijn, maar volgens mij werkt hij beter als strakkere suspensevolle film.’

Is je leven door het winnen van Oscar veranderd?
‘Niet echt. Het winnen van een Oscar is nooit een doel van me geweest. Aangezien ik vooral geïnteresseerd ben in genrefilms en die nooit een Oscar krijgen, had ik nooit gedacht er eentje te winnen. Het is cool dat het me overkomen is en het is toch een soort erkenning voor je werk, maar ik had het leuker gevonden als ik hem gewonnen had voor Drag Me to Hell of een van die films. De Oscar heeft mijn carrière niet echt verder geholpen. Een maandje is het een big deal, daarna is iedereen het weer vergeten.’

Geschreven voor en gepubliceerd op SchokkendNieuws.nl.

Categorieën
Film Frames

The Hurt Locker: 50 verschillende soorten cornflakes

Omdat ik woensdag Bob Murawski interview voor Schokkend Nieuws, ben ik een paar van de films aan het kijken die hij heeft gemonteerd. Voor The Hurt Locker (Kathryn Bigelow, 2008) kreeg hij samen met zijn vrouw Chris Innis die ook mee monteerde, een Oscar.

The Hurt Locker gaat over een drietal specialisten die tijdens de oorlog in Irak bommen onschadelijk maken. Een heftige, rauwe film, waarbij de waanzin en chaos van oorlog goed wordt verbeeld. Ik zou in die stressvolle situaties simpelweg niet kunnen functioneren en ik kan me voorstellen dat die soldaten grote moeite hebben met zich weer aanpassen als ze thuis komen.

Dat is precies wat het hoofdpersonage (Jeremy Renner) overkomt. Thuis, bij vrouw en kind, kan hij niet aarden. Iets wat mooi gevisualiseerd wordt in de supermarkt. Zijn vrouw vraagt of hij cornflakes wil pakken. Besluitloos staat hij in de gang waar je maarliefst uit vijftig soorten cornflakes kunt kiezen. De consumptiemaatschappij ten top. Hoeveel verschillende soorten cornflakes heb je in een beschaafde samenleving nodig?

hurtlocker_01Zelf word ik ook geregeld moedeloos van de keuzes die we hier hebben. Laatst moest ik nieuw ram-geheugen voor mijn Mac aanschaffen: twee van de vier units deden het opeens niet meer. Zoek dan maar eens uit welk merk eigenlijk het beste is. Het is nog erger als je een verzekering moet uitzoeken. De polissen zijn zo geschreven dat je ze vrijwel niet kan vergelijken. Lekker hoor, die marktwerking. Misschien is het onschadelijk maken van een bom soms toch makkelijker dan keuzes maken.

hurtlocker_04 hurtlocker_03 hurtlocker_02Bob Murawski is aanwezig tijdens het Imagine Filmfestival en geeft vrijdag 10 april om 17.45 een masterclass editing.

[hr]

Waarom de rubriek Frames?
De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren.

Categorieën
Film

Imagine Film Festival 2015: We love robots

Het leukste filmfestival begint binnenkort weer: Het Imagine Film Festival draait deze editie om robots, H.R. Giger en editor Bob Murawski.

Centraal staat deze editie het thema We Love Robots: ‘Robots zijn de afgelopen tijd niet alleen maar positief in het nieuws geweest; zo zouden ze onze banen overnemen en worden ingezet om ons in de gaten te houden. Die kritische geluiden doen niets af aan onze fascinatie en liefde voor de robots. Of het nu om aaibare huisrobots gaat of om de superwezens uit de Terminator- of Transformerflms, robots zijn cool. Het inspireerde Imagine tot een groot themaprogramma. Aan de hand van speelfilms en korte films, lezingen en masterclasses willen we laten zien hoe onze emotionele band met robots in de fantastische film op verschillende manieren gestalte krijgt.’

De beroemde upside-down-kus uit Spider-Man.
De beroemde upside-down-kus uit Spider-Man.

Laten we met de masterclasses beginnen. Bob Murawski (Detroit, 1964) is de vaste editor van regisseur Sam Raimi vanaf Army of Darkness (1992), via zijn Spider-Man-trilogie tot en met Raimi’s laatste Oz the Great and Powerful (2013). Murawski won samen met zijn vrouw Chris Innis een Oscar voor de montage van The Hurt Locker (2008).

Met een beetje mazzel interview ik Murawski ook over zijn werk, dus hou deze site in de gaten voor een nieuwe Daily Webhead-video. De kans om de editor van de Spider-Man-films te interviewen laat ik natuurlijk niet schieten.

Robotdesign
Ook zijn er deze editie een masterclass robotdesign van Mark Setrakian en camera door Manu Dacosse, de Belgische director of photography van Hélène Cattet en Bruno Forzani (Amer, L’étrange couleur des larmes de ton corps), van wie bijna al het werk bij Imagine te zien is geweest. Hij werkte ook voor de Franse regisseur Lucile Hadzihalilovic (Innocence) en voor Fabrice du Welz’ Alléluia, dat aansluitend aan de masterclass wordt vertoond. Hoe robots door hun ontwerp emotie kunnen oproepen is het onderwerp van de masterclass robotontwerp van Mark Setrakian. Als ontwerper werkte Setrakian aan een groot aantal films, waaronder Batman Forever (1995), Men in Black (1997), Hellboy en Hellboy II (2004, 2008), Lady in the Water (2006), Pacific Rim (2013) en SyFy’s Robot Combat League. De masterclass is tevens onderdeel van het grote themaprogramma We Love Robots.

ex_machina
Ex Machina.

Ex Machina
Nu we toch lekker met filmtitels aan het gooien zijn: de openingsfilm is dit jaar Ex Machina geregisseerd en geschreven door Alex Garland. Garland pende eerder 28 Days Later, Never Let Me Go en Dredd. Ex Machina is zijn regiedebuut.

http://youtu.be/XYGzRB4Pnq8

James Cameron
Ook krijg je de kans om twee klassiekers van James Cameron nog eens op een groot scherm te zien: Aliens (1986) (70mm-kopie) en Terminator 2: Judgement Day. De eerste viewing op 15 april is uitverkocht, maar er is een reprise op zaterdag 18 april.

H.R. Giger
En er is aandacht voor de eigenzinnige tekenaar H.R. Giger die vorige zomer overleed. Bij het filmpubliek was hij vooral bekend om zijn ontwerp van het monster uit de Alien-films. Maar zijn oeuvre is breder en loopt van schilderijen en platenhoezen tot het interieur van hele Giger bars. Imagine en EYE verzorgen gezamenlijk een speciale editie van EYE on Art, met een hommage aan de kunstenaar. Te gast zijn Marco Witzig, sinds 2000 Gigers assistent, en de Nederlandse kunstenaar André Lassen, die met Giger samenwerkte. Er zijn veel filmfragmenten en speciaal voor deze avond wordt een aantal van Gigers kunstwerken overgebracht naar EYE. Het programma wordt gepresenteerd door Imagine-programmeur Barend de Voogd. Aansluitend de documentaire Dark Star: HR Gigers Welt van Belinda Sallin.

Giger en zijn Alien. Bron: www.bfi.org.uk
Giger en zijn Alien. Bron: www.bfi.org.uk

Uiteraard is er nog veel meer te doen en te zien tijdens Imagine, het filmfestival dat geheel gewijd is aan horror, sciencefiction, fantasy, anime en cultfilms. Check daarvoor de site van het festival.

imagine2015_imagine

Ga jij naar Imagine dit jaar?
Waar wil je in ieder geval bij zijn?

Categorieën
Film

RIP Spock

Leonard Nimoy, de acteur die Spock gestalte gaf, is niet meer. Hij overleed vrijdag 27 februari 2015 op 83-jarige leeftijd.

Mr-Spock

Zoals Hedwig van Driel, mijn collega bij Schokkend Nieuws, hem in haar gepassioneerde en persoonlijke in memoriam typeert: ‘één van de meest markante koppen uit de sciencefiction’. Dat was Nimoy zeker, ook al denk ik bij markante kop ook meteen aan de alien uit Alien. Maar dat terzijde.

Van Driel: Met zijn sceptisch opgetrokken wenkbrauwen, zijn vorsende blik en zijn afgemeten, sonore stem bood Nimoys logisch redenerende, onderkoelde Spock een perfect tegenwicht aan de heethoofdige Captain Kirk van William Shatner. En waar Kirk de standaardheld was, impulsief en dapper, belichaamde Spock een alternatieve versie van heldendom, die waarschijnlijk een groter deel van het publiek aansprak. Hij won namelijk niet met zijn vuisten, maar met zijn hersens, en liet de waarde zien van logica.

Nimoys autobiografie.
Nimoys autobiografie.

Persoonlijk heb ik altijd iets meer gehad met Kirk dan met Spock. Kirk krijgt altijd het meisje, Kirk springt vol bravoure het gevaar tegemoet. Kortom, Kirk is zoals ik zou willen zijn. Spock heb ik altijd een betweter gevonden. Je weet dat hij gelijk heeft, maar dat is soms verdomd vervelend om toe te moeten geven. Neemt niet weg dat Spock en Kirk een mooi stel zijn samen.

De standaardbegroeting van de Vulcans, ‘Live long and prosper’, vind ik prachtig. Je wenst iemand anders het beste toe. Dat klinkt toch veel beter dan ‘Hoi’ of ‘Doe je vriendin de groeten van me’.

Natuurlijk heeft Nimoy veel meer gedaan dan alleen Spock spelen in talloze Star Trek-films en televisieafleveringen. Hij was ook regisseur, fotograaf, schreef gedichten en zong zo nu en dan een deuntje, zoals deze:

https://www.youtube.com/watch?v=AGF5ROpjRAU

Al kan ik deze vrolijke Bored of the Rings-onzin moeilijk rijmen met de afstandelijke Spock, het getuigt wel van de zelfspot die Nimoy had.

Prachtige banaankunst van Stepan Brusche.
Prachtige banaankunst van Stepan Brusche.

Ook speelde hij heel verdienstelijk William Bell in Fringe – een serie die ik hartstochtelijk heb gekeken tot aan het vierde seizoen toe. Toch zullen we hem allemaal herinneren als die Vulcan die een balans probeerde te vinden tussen de logica van de Vulcans en de passie en emotie van de mens. In dat opzicht kun je zeggen: Wij zijn Spock.

Natuurlijk leeft Spock voort, dankzij acteur Zachary Quinto. Die doet dat heel aardig, maar er is maar één origineel en die is niet meer.

Rust zacht, Leonard. You lived quite long and prosperous.

Categorieën
Film Frames

The Little Girl Who Lives Down the Lane: Kleine meisjes worden groot

Hedwig van Driel, mijn collega bij filmblad Schokkend Nieuws, heeft een jaar lang geblogd over de films die ze zag. Ze postte een beeld van de film met daarbij een korte beschrijving. Ze had zichzelf voorgenomen dat ze minstens één zin over de film zou schrijven. Een opmerking was in principe genoeg, ze schreef geen synopsis en was niet verplicht een oordeel over de films te vellen.

Een leuk project en zoiets kort houden is een nobel streven. (Ze is er na een jaar mee gestopt, al linkt ze nog wel naar haar Letterboxd-posts.)

Toen ik met deze rubriek begon hield ik mezelf iets soortgelijks voor. Ik wilde bijhouden welke films ik zag door screencaps op mijn blog te plaatsen met daarbij wat opmerkingen. Toch schrijf ik vaak stukken die als recensies gezien kunnen worden. Het bloed kruipt…

Ook blijkt het in de praktijk nogal een opgave te zijn om alle films die ik zie op deze manier te behandelen. De films die ik in het kader van de weg naar Halloween kijk, hou ik netjes bij, maar ik heb nog niets gepubliceerd over Captain America: The Winter Soldier, Thor: The Dark World, en een paar andere films die ik recent zag. Of de dagen zijn te kort, of ik heb te veel te doen en werk niet snel genoeg. Hoe dan ook, het is altijd grappig om te constateren dat dingen anders uitpakken dan je jezelf voorneemt.

Goed, dan nu The Little Girl Who Lives Down the Lane (Nicolas Gessner, 1976).

little-girl_jodie-fosterBlij verrast was ik door deze thriller uit 1976 met in de hoofdrol een nog jonge Jodie Foster. Dat deze titel op de lijst met Halloween-relateerde films staat heeft te maken met de openingsscène die zich op 31 oktober afspeelt en er kinderen voorkomen die trick or treaten. Verder is The Little Girl Who Lives Down the Lane dus een thriller en geen horror, al vallen er wel wat doden.

The-Little-Girl-Who-Lives-Down-the-Lane-Martin-Sheen-jack-o-lantern little-girl-halloween-2Jodie Foster speelt Rynn Jacobs, een meisje dat samen met haar vader een huis is betrokken in het dorp. Haar vader, een dichter en vertaler, lijkt echter nooit thuis te zijn. Daardoor beginnen enkele bemoeizuchtige dorpsbewoners argwaan te krijgen. Mrs. Hallet, de dame die hen het huis verhuurt, wil dolgraag de vader van het kind spreken en vindt het maar vreemd dat het meisje nooit naar school gaat. Haar zoon Frank is de plaatselijke pedofiel en die is dus om andere reden geïnteresseerd in het dertienjarige meisje. Een interessante rol voor Martin Sheen, die de pedo niet ongevaarlijk neerzet en een zekere zenuwachtige energie meegeeft.

Ook pedo's houden van thee.
Ook pedo’s houden van thee.

Per ongeluk komt de moeizuchtige Mrs. Hallet (Alexis Smith) om het leven in het huis van Rynn. Het meisje sluit vriendschap met een manke tienerjongen die als goochelaar optreedt. Samen laten ze het lijk van Mrs. Hallet én van Rynns moeder verdwijnen. Haar vader is al eerder op natuurlijke wijze gestorven. Voordat hij het aardse verliet hebben ze samen een plan gemaakt zodat Rynn zonder inmenging van volwassenen in huis kon blijven totdat ze meerderjarig zou worden. Dat plan lijkt nu volledig te mislukken. Zeker nu de pedo komt buurten om te zien wat er eigenlijk met zijn moeder is gebeurd.

Little-Girl-alexis_smith Little-Girl-scott-jacobyHet spel van alle acteurs is voortreffelijk en tot het einde aan toe blijft het spannend. Foster bewees al op jonge leeftijd dat ze goed kan acteren en volgens mij is ze in de loop der jaren alleen maar beter geworden.

Wederom heb ik dankzij dit project weer een voor mij onbekende, oudere film gezien die me veel kijkplezier verschafte. Een reden om nog een tijdje met dit project door te gaan.

Waarom de rubriek Frames?
De verhalen die we lezen en zien maken net zo goed deel uit van onze levensloop als de gebeurtenissen die we in reallife meemaken. In de rubriek Frames verzamel ik stills uit de films die ik heb gezien om zo die herinneringen te kunnen bewaren en koesteren. The Little Girl Who Lives Down the Lane keek ik in het kader van de weg naar Halloween.

Categorieën
Film Mike's notities

Schenk de koffie maar in: Twin Peaks komt terug

Een foto van cultheld Dale Cooper, want het grote nieuws dat Twin Peaks terugkomt, moet uiteraard gevierd worden:

agentcooperTwin Peaks, de cultserie van David Lynch en Mark Frost uit de vroege jaren negentig, krijgt een derde seizoen. Maar liefst negen nieuwe afleveringen zullen in 2016 bij Showtime op de buis te zien zijn en allemaal geregisseerd door Lynch zelf.

twin_peaks_1Het nieuws werd deze week bekend gemaakt middels een tweet van Lynch. Daarna ging het bericht als een lopend vuurtje (Fire Walk with Me) door de wereld. Mijn collega Lieuwe van Albada zet op de site van Schokkend Nieuws al het nieuws op een rij.

Sinds zijn introductie in de pilotaflevering van Twin Peaks is Agent Dale Cooper altijd een van mijn favoriete helden geweest. Ik ben dol op de koffiedrinkende en taartverslindende FBI-agent en kan niet wachten om Kyle MacLachlan weer terug in die rol te zien. Die heeft aangegeven er al in zin te hebben, al is officieel nog niets over de cast bekend gemaakt. Wel weten we dat de serie zich ongeveer 25 later afspeelt. In het nu dus.

Een paar jaar geleden bekeek ik de serie nog eens helemaal op dvd en tot mijn grote plezier viel die niet tegen. Ik was er zo enthousiast over dat ik een reeks blogpost over mijn terugzien van het vreemdste Amerikaanse stadje aller tijden schreef. Verlangen naar Twin Peaks, Terug naar Twin Peaks, Verslaafd aan Twin Peaks, Dood in Twin Peaks en Laatste dagen in Twin Peaks.

Feest met koffie en taart
Vriend Menno Kooistra gaf op Facebook aan net begonnen te zijn met het opnieuw bekijken van de oorspronkelijke serie. Toen iemand opperde of hij niet de 30 afleveringen in een montage van één minuut wilde samenvatten, leek het mij een leuk idee als hij alle koffiemomenten aan elkaar zou plakken. Dan Hassler-Forest wist te melden dat die montage natuurlijk allang al bestaat. Wat een feest!

Ik heb nog ergens Het geheime dagboek van Laura Palmer in de kast staan, geschreven door Jennifer Lynch, de dochter van. De Boekerij gaf hier in 1991 een Nederlandse vertaling van uit. Ik weet dat er ook een boek bestaat met daarin de transcripts van de tapes van Cooper, maar die heb ik nooit meer in de tweedehands boekwinkel kunnen vinden. Wel kreeg ik ooit een tape van Natasja met daarop de ingesproken tapes van Cooper. Die moet je natuurlijk beluisteren terwijl je een stevige kop koffie en een stukje kersentaart nuttigt. ‘Damn good, coffee’ uiteraard.

Categorieën
Film

Column: Magische artefacten

Je kunt tijdens je vakantie gaan bruinbakken op een strand aan de Middellandse Zee, maar je kunt ook de voetsporen van een Hobbit nalopen in Nieuw-Zeeland of de Hogwarts Express nemen die door Schotland rijdt. Mediatoerisme heet dat: plaatsen bezoeken waar films of televisieseries zijn opgenomen.

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

In tegenstelling tot religieuze dwaallichten die te bedevaart naar Mekka of Lourdes trekken, weet de mediatoerist dat de verhalen en de personages die hem fascineren, fictie zijn. Maar dat maakt ze niet minder boeiend. Sterker nog, door het bezoeken van deze plekken wanen we ons ook even een held en lijkt ons leven een spannend avontuur.

Het aftasten van de grens tussen fictie en werkelijkheid vind ik eindeloos fascinerend. Daarom bezoek ik graag exposities met props uit films, zoals die over David Cronenberg in Eye. Fantastisch om vlak bij de Telepod uit The Fly te staan en alle details goed in je op te kunnen nemen. Je kunt er omheen lopen en het voorwerp van alle kanten bekijken. Maar je mag het niet aanraken. Dichtbij en toch onbereikbaar. De props, ooit aangeraakt door Acteurs en Regisseurs, zijn relikwieën en als zodanig gaat er een magische werking van ze uit. Je kunt je voorstellen dat je de deur van de Telepod opendoet en er in gaat zitten om geteleporteerd te worden.

Wanneer je voorwerpen uit films in het echt ziet, is het alsof deze via een magische daad van de fictieve wereld in de onze terecht zijn gekomen. Toch is hun aanwezigheid een paradox. Aan de ene kant maken de voorwerpen de fictieverhalen waarachtiger, want ze zijn tastbaar. Aan de andere kant maken ze vaak heel duidelijk hoe artificieel de fictiewereld is. De Telepod werkt natuurlijk niet. Het is een knap stukje handvaardigheid, maar net zo bruikbaar als je smartphone wanneer je in 1920 terecht zou komen of wanneer je anno nu gebruik wil maken van wifi in de trein.

batman2In 2012 bezocht ik in Parijs de expositie over Tim Burton. Daar stonden drie maskers van zijn Batman-films in een vitrine. Dichter kon ik als Batman-fan niet bij Gotham City komen. Ik bekeek de maskers aandachtig: Michael Keatons hoofd had hier immers in gezeten en gezweten. Meenemen kon natuurlijk niet en zelfs foto’s nemen was ten strengste verboden. Overal stonden Franse bewakers met priemende oogjes de bezoekers in de gaten te houden. Toch waagde ik het erop en pakte zo onopvallend mogelijk mijn mobieltje om drie snelle foto’s van de maskers te schieten. Betrapt werd ik niet en triomfantelijk liep ik het filmmuseum uit. Deze anarchistische daad maakte nog geen Batman van me, maar even waande ik me in een spannend avontuur. Hoe klein ook. Ook dat is filmmagie.

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

Deze column is gepubliceerd in Schokkend Nieuws #109. Het is mijn laatste column voor Neerlands tofste filmblad. Ik ben trots op de 12 afleveringen die ik ervoor heb mogen schrijven en heb in het bijzonder genoten van de samenwerking met illustrator Paul Stellingwerf die iedere keer weer grappige en pakkende illustraties wist te tekenen.

Categorieën
Film

Column: Dubbelganger

Hoe zou het zijn om jezelf tegen te komen? Ik bedoel dat niet overdrachtelijk, dus niet dat je na veertien dagen lang zwaar alcohol- en drugsgebruik en optioneel vreemdgaan wordt betrapt door je vriendin en je ‘out’ gaat. Nee, hoe zou het zijn als je je dubbelganger tegenkomt, iemand die precies is zoals jij?

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

Het hangt een beetje van de aard van het beestje af natuurlijk. De dubbelganger als negatieve versie van de held is bijvoorbeeld een opvallend veelvoorkomende uitwerking van het thema, of het nu klonen of een dubbelganger uit een parellel universum betreft.

Mijn eerste kennismaking met dit concept was een aflevering van Knight Rider waarin Michael Knight en K.I.T.T. het opnemen tegen K.A.R.R.: een levensgevaarlijk proefmodel van de wonderauto die geprogrammeerd is vooral uit eigen belang te handelen in plaats van anderen te beschermen zoals de programmering van K.I.T.T. voorschrijft. De twee auto’s zijn dus tegenpolen van elkaar. De tegenpool van de held levert doorgaans een spannende confrontatie op tussen twee evenredig grote krachten. In wezen zijn de eeneiige tegenpolen een gesimplificeerde weergave van de twee uitersten van het menselijk karakter: kiezen we als brave padvinders voor het goede of laten we ons egoïsme, dus de kwade kant onze acties bepalen en dompelen we ons onder in een hedonistische levensstijl, ten koste van anderen? Dankzij de dubbelganger zijn we getuigen van beide uitkomsten, al laat de belerende boodschap die achter het verhaal schuilt zich al raden natuurlijk.

kitt_vs_karrToeval of niet: in de laatste editie van het Imagine filmfestival zaten verdacht veel films die draaien om parallelle universa of op een andere manier je doppelgänger tegen het lijf lopen. Iedere film belicht dit uitgangspunt op een andere manier, maar het is opvallend hoeveel personages hun dubbelganger wantrouwend tegemoet treden. Dat is op zich nog niet zo vreemd, want jezelf tegenkomen heeft iets unheimisch, maar in veel gevallen wil het origineel zijn kopie zelfs de hersens in slaan.

Het buitenbeentje in +1 uitgezonderd: zij heeft eindelijk iemand heeft gevonden om mee te praten en te kussen (!) namelijk zichzelf. Haar reactie leek me dan ook het meest logisch. Niet dat ik meteen zou tongworstelen met mijn tweede ik, maar mocht ik mijn dubbelganger uit een parallel universum ooit tegen het lijf lopen, dan hoop ik op een vriendelijke conversatie en niet op een knokpartij tussen tegenpolen. Lijkt me leuk om notities uit te wisselen en misschien kan hij me ook meteen vertellen waar ik dat vintage Spider-Man-poppetje heb neergelegd dat ik al jaren niet terug kan vinden.

Illustratie: Paul Stellingwerf
Illustratie: Paul Stellingwerf

Deze column is gepubliceerd in Schokkend Nieuws #108.

Categorieën
Film

De hele zomer David Cronenberg in Eye

Het EYE in Amsterdam toont met David Cronenberg – The Exhibition de fantastische voorwerpen uit de films van de Canadese horrorregisseur.

The Fly was de eerste film van David Cronenberg die ik zag. Waarschijnlijk op BBC tijdens een verloren vrijdagavond. Nieuwsgierig naar de omschrijving in de gids zette ik de televisie aan en zag iets ongelooflijks: de jonge wetenschapper Seth Brundle (Jeff Goldblum) staat op het punt om een teleportatiemachine uit te vinden. Hij gebruikt zichzelf als testobject. Tijdens de eerste test vliegt een klein lullig vliegje met hem mee de Telepod in, waardoor bij het rematerialiseren Brundles DNA en dat van de vlieg worden samengevoegd.

Dat heeft in eerste instantie alleen maar voordelen voor de wetenschapper: hij voelt zich vitaler dan ooit, wat zich uit in urenlange sekssessies met zijn nieuwe vriendin (Geena Davis). Al snel blijkt echter dat er iets mis is: Brundle verandert langzaam in een mensgrote vlieg en wordt een monsterlijke verschijning. Naast de beeldschone Davis is het inderdaad Beaty & The Beast, maar dit beest is in staat verschrikkelijk zuur over je uit te kotsen dat alles zo’n beetje wegvreet. Op een zelfde soort manier eet hij ook. Geen datingmateriaal dus.

mugwump_naked_lunchNasty but fascinating
Een kotsende Brundle-vlieg, dat soort beelden blijven je bij en geldt voor veel meer shots uit David Cronenbergs-films. Wat dacht je bijvoorbeeld van James Woods die een videoband in een gleuf in zijn buik propt en daar ook nog eens een pistool in bewaart? Of mensen die een gameconsole aan hun lijf koppelen. Handig hoor, zo’n usb-opening onder in je rug. En dit zijn nog enkele van de mildere beelden die me voor de geest staan. In Scanners ontploffen hoofden en in Naked Lunch neemt de hoofdrolspeler opdrachten aan van een typemachine die uit een anusopening in z’n hoofd praat. (En als je nu denkt: goh, dat lijkt m’n baas wel, weet je dat het tijd is ontslag te nemen.) In meerdere van Cronenbergs films glippen allerlei enge slijmerige creaturen door het beeld. De Canadese regisseur wordt niet voor niets the King of Venereal Horror genoemd.

Clark Nova Typemachine uit Naked Lunch.
Clark Nova Typemachine uit Naked Lunch.

Deze zomer biedt Eye de kans om (opnieuw) kennis te maken met zijn gehele oeuvre, want het filminstituut vertoont alle achttien speelfilms van Cronenberg en zijn korte films. Dit alles is in het kader van David Cronenberg – The Exhibition die vanaf zondag 22 juni tot en met 14 september te zien is. Vrijdag bezocht ik samen met andere pers de tentoonstelling en die is zeer de moeite van het bezoeken waard.

David Cronenberg – The Exhibition verkent de wereld van Cronenberg via het hoofdthema uit zijn films: de fysieke en psychologische transformatie van zijn personages. De tentoonstelling is onderverdeeld in drie hoofdstukken die de chronologische en thematische ontwikkeling van Cronenbergs oeuvre volgen. Van zijn vroege fascinatie met de binnenwereld van lichaam en geest, zoals verlangens, drijfveren en oncontroleerbare machten, tot een verkenning van de buitenwereld die deze krachten mede vormgeeft.

'Kom je hier wel vaker?'
‘Kom je hier wel vaker?’

Hoogtepunten uit de tentoonstelling zijn belangrijke voorwerpen en attributen uit de films, waaronder props, foto’s, audiovisuele fragmenten, artwork en setdesign. Je ziet er de helm van Videodrome (1983), de spelconsoles van eXistenZ (1999), de chirurgische instrumenten van Dead Ringers (1988), de been-braces van Crash (1996), de schrijfmachines van Naked Lunch (1991) en de Telepod van The Fly (1986). Ook zijn van The Fly storyboards te zien en dit prachtige overzicht van Brundles transformatie:


De props zijn zodanig opgesteld dat de expositie er eentje over archeologische ontdekkingen lijkt. Het mooie aan dit soort exposities vind ik, dat fictieve elementen opeens tastbare objecten worden. Alsof ze uit een droomwereld naar onze realiteit zijn getransporteerd. Je kunt ze van heel dicht bij bekijken en eromheen lopen. Dat is een aparte ervaring, om een rond de Telepod te kunnen lopen. Je kunt je bijna voorstellen dat je als Brundle in zo’n pod gaat zitten om jezelf te teleporteren. Wel oppassen dat er geen vliegjes mee naar binnenkomen.

Filmprogramma
Het filmprogramma rond de expositie schetst in drie thema’s een beeld van Cronenbergs visie op de invloed van technologie en wetenschap op de wisselwerking tussen lichaam en geest. In het eerste blok (22 juni tot 20 juli) toont EYE films waarin Cronenberg wetenschappers opvoert die zich buiten het wetenschappelijk discours begeven en proberen om via onorthodoxe theorieën en praktijken de mens verder te brengen, maar daarin zonder uitzondering falen. Belangrijke werken zijn Shivers (1975), The Fly (1986) en Dead Ringers (1988). In het tweede blok (20 juli – 17 augustus) toont EYE films waarin de mens de materialiteit van het lichaam moet herkennen en accepteren in plaats van te vrezen, ontkennen of idealiseren. Hierin nemen The Brood (1979), Naked Lunch (1991) en A History of Violence (2005) een significante plaats in. Ten slotte verkennen de films uit het derde blok (17 augustus – 14 september) de omgang van Cronenberg met technologie, die onze omgeving en onszelf (mentaal en fysiek) verandert, waardoor onze perceptie van de realiteit verandert.

Mocht je me deze zomer zoeken, dan zit ik dus in EYE.

Check ook dit interview  op de site van Schokkend Nieuws dat Barend de Voogd afnam met de filmmeester.

Categorieën
Film

Milan Hulsings kunstzinnige cover voor Schokkend Nieuws

Altijd al willen weten wat Salvador Dali en Alfred Hitchcock gemeen hebben en waar de inspiratie vandaan kwam voor de kooi-scene in The Silence of the Lambs? Je leest het vanaf 6 juni in Schokkend Nieuws #108, waarin de kruisbestuiving tussen kunst en film centraal staat.

SN_108_coverDe prachtige cover is gemaakt door Schokkend Nieuws’ vaste tekenaar Milan Hulsing. Het is een eerbetoon aan het beroemde schilderij De Schreeuw van Edvard Munch. De Schreeuw stond model voor het moordenaarsmasker in Wes Cravens’ Scream en was ook zeker niet de enige kunstzinnige inspiratiebron voor regisseurs door de jaren heen.

Phil van Tongeren en Barend de Voogd staan in de kunstspecial stil bij de Duitse expressionistische film, de liefde van Sergio Leone voor De Chirico en natuurlijk Dario Argento’s kunsthorrorfilm The Stendhal Syndrome. Dat de kruisbestuiving beide kanten op ging, laat George Vermij zien in een tweede artikel waarin kunstenaars zich lieten inspireren door (genre)films. Wat dacht je bijvoorbeeld van 24 Hour Psycho? Kers op de taart: Jaap Guldemondt, oud-conservator van het Van Abbemuseum en Boijmans van Beuningen en tegenwoordig hoofd tentoonstellingen in het EYE Filmmuseum, treedt op als ‘gastconservator’ en deelt zijn vijf favoriete schokkende kunstwerken met de lezer. Kortom, Schokkend Nieuws 108 mag je niet missen.

Categorieën
Strips

Terugblik Stripdagen Haarlem 2014: Stripambassadeurs

Affiche-Stripdagen-2014_typex

Met een tas vol strips en goede herinneringen onder de arm kwam ik thuis zondagavond. De Stripdagen Haarlem 2014 was zeer geslaagd. Een persoonlijk getint verslag.

Omdat de programmering van Haarlem tjokvol zit, mis je altijd meer dan je ziet, om Martin Bril maar even losjes te citeren. Daar staat tegenover dat het aanbod zeer divers is en dus voor ieder wat wils te bieden heeft. Het waren voor mij drie volle dagen met rondkijken, conversaties voeren, contacten leggen en koffiedrinken. Voor een stripjournalist zijn de Stripdagen niet alleen leuk, het is ook namelijk ook hard werken. Maar wel leuk werk natuurlijk. Ik doe er altijd ideeën op voor nieuwe artikelen.

Aan de babbel met Peter van der Heijden van Strip2000.
Aan de babbel met Peter van der Heijden van Strip2000.

Oorlog
Zaterdagochtend kwam ik bij de bushalte bij mijn huis Jules Calis tegen. Deze jonge, sympathieke stripmaker houdt zich bezig met stripjournalistiek. Hij heeft onder andere soldaten in Afghanistan geïnterviewd. Als het meezit komt in oktober dit jaar zijn album hierover uit. Het werk van Calis was ook te zien in de expositie over de nieuwe garde, een van de twee hoofdthema’s van het festival. Het andere was de Eerste Wereldoorlog.

Het was indrukwekkend om originele pagina’s te zien van de oorlogstrip Charley’s War die in de Vishal hingen. Vrijdagmiddag sprak ik even met Pat Mills die dit jaar speciale gast was en Charley’s War heeft geschreven. Het is altijd grappig om mensen in levende lijve tegen te komen die je eerst telefonisch hebt geïnterviewd. De tekenaar van de strip, wijlen Joe Colquhoun, maakte prachtige realistische tekeningen en wist het drama van de Eerste Wereldoorlog goed op papier te zetten. Helaas waren de pagina’s van het werk van Tardi die ernaast hingen, allemaal prints. Naar het schijnt is Tardi niet zo makkelijk in het uitlenen van zijn werk. Het panaroma dat Joe Sacco had gemaakt over de eerste dag bij de Slag van de Somme was zeer indrukwekkend. Het boekwerk heet The Great War en bestaat uit een lange, zeer gedetailleerde tekening die van links naar rechts het hele verhaal van die eerste dag vertelt.

Een detail van Sacco's The Great War.
Een detail van Sacco’s The Great War.

Strips on stage

Herman Roozen legt zijn model uit. Foto: Pieter van Cleef.
Herman Roozen legt zijn model uit. “Think inside the box” was zijn boodschap. Foto: Pieter van Cleef.

Zaterdag organiseerde de BNS de hele dag Strips on Stage in de toneelschuur. In thematische blokken van 50 minuten hielden vakmensen uit verschillende disciplines een presentatie. Het eerste blok ging over scenarioschrijven en daarin vertelden Ger Apeldoorn, Herman Roozen en Willem Ritstier wat hun schrijfmethode is. Die verschilt per persoon: Ritstier werkt veel vanuit de personages en op een vrij intuïtieve manier, terwijl Rozen serieuze schema’s maakt voordat hij gaat schrijven. Wat alle drie de heren gemeen hebben is dat ze allemaal nog veel langer hadden kunnen praten over hun vak dan de tijd die ze zaterdag hadden. Het scenario-onderdeel was helaas het enige wat ik kon bijwonen. Het is goed dat de BNS zich op een informatieve wijze manifesteert op het festival. De presentaties waren interessant voor zowel stripmakers als leken.

25 jaar Belgisch Stripcentrum
Het Belgisch Stripcentrum presenteerde de plannen voor de komende tijd. Het Stripcentrum huist in Brussel en bestaat dit jaar een kwart eeuw. Daarom presenteert het centrum drie volledig nieuwe exposities, waaronder een over het ontstaan van het stripverhaal en de tentoonstelling De kunst van het beeldverhaal waarin de bezoeker kennis kan maken met het gehele creatieproces van de strip. In de expositie zijn voorbeelden van allerlei strips opgenomen. Een mooie manier om een verhaal met het archief te vertellen. Vanaf 3 juni kan de liefhebber er trouwens terecht voor de tijdelijke tentoonstelling 100 jaar strips in de Balkan: Stripverhalen in verzet, over de stripverhalen die gecreeërd worden in de landen van het vroegere Joegoslavië. In oktober wordt het jubileum goed gevierd met een flink stripfeestje. Sowieso is Brussel een bezoekje waard vanwege de meer dan veertig stripmuren die door de stad verspreid zijn. Willem De Graeve, de directeur van het Stripcentrum, lichtte het een en ander toe tijdens een snelle presentatie.

Het Belgisch Stripcentrum
Het Belgisch Stripcentrum

Zaterdagmiddag had ik een goed gesprek met Kurt Morissens, mijn collega uit België. Kurt is hoofdredacteur van Brabant Strip Magazine en de site Stripelmagazine. Ook is hij trouwens de publiciteitsman van Strip2000. Kurt gaat al aardig wat jaartjes mee in de stripwereld en schrijft met veel plezier en passie over het beeldverhaal. Onder het genot van enkele pintjes hebben we notities uitgewisseld.

UIt het schetsboek van Romano Molenaar die bij Eppo zat te signeren.
UIt het schetsboek van Romano Molenaar die bij Eppo zat te signeren.

Nieuwkomers
Dit jaar was filmblad Schokkend Nieuws voor het eerst op de beurs aanwezig. Slim, want tussen de stripliefhebbers zit genoeg volk dat ook houdt van genrefilms. Ik hoop van harte dat nieuwe abonnees zich hebben aangemeld voor dit fijne tijdschrift. Aan het weer zal het niet gelegen hebben, want twee dagen lang straalde de zon je tegemoet. Het was dan ook goed druk op de buitenbeurs. Ook stond Stripgids tussen de uitgevers in de Philharmonie. Het is nog een beetje een geheim wellicht, maar dit Vlaamse blad is toch echt het beste striptijdschrift van de Benelux en staat vol strips, nieuws en diepte-interviews. Koen Van Rompaey, onder andere directeur van het Stripgids festival dat elke twee jaar plaatsvindt in Turnhout, was aanwezig om mensen uitleg te geven over Stripgids.

Zondag heb ik de uitgevers en stripmakers die in de Philharmonie zaten bezocht. Het was leuk bijpraten met Rob van Bavel van Eppo, Esther Gasseling van Uitgeverij Xtra en de mensen van uitgeverij De Harmonie, die ondanks een plekje achter in de zaal veel aandacht kregen van de bezoekers. Terwijl ik met Van Bavel sprak waren enkele Eppo-tekenaars druk met tekeningen maken voor de fans, waaronder Romano Molenaar en Gerben Valkema. De rijen voor de heren leken niet korter te worden, hoeveel ze ook tekenden.

Smallpress
Ook kwam ik Henk Schouten, een van de mannen achter Stripster tegen die een flink aantal small-pressuitgaven had aangeschaft. Henk gaat ook al jaren mee in de stripwereld en heeft een voorliefde voor nieuw striptalent. Het is leuk om hem te horen praten over de nieuwe ontdekkingen die hij op de beurs had opgedaan.

boek_marqvanbroekhovenZondag sloot ik de Stripdagen af met een terrasbezoek met stripmaker Marq van Broekhoven. Marq is een fantastische ambassadeur voor het medium. Met pretoogjes deed hij zijn koffer open om zijn aanwinsten te laten zien. Albums van onder meer Peyo en de reeksen Ravian en Comanche. Van Broekhoven heeft een boek volgeschreven met columns over zijn stripliefde. Die stonden voorheen in stripblad Myx. Ik hoop van harte dat hij binnenkort de reeks teksten ergens voortzet, want de columns zijn erg vermakelijk. En dat zijn z’n albums trouwens ook.

Ambassadeurs
Terwijl Marq en ik nog een laatste drankje dronken om op een geslaagd weekend te toosten, werd de buitenbeurs afgebroken. Over de Grote Markt liep Joost Pollmann tussen de lege stands. Deze editie was de tiende en laatste waar hij als creatief directeur bij betrokken was. In de afgelopen jaren heeft hij een duidelijke stempel gedrukt op de Stripdagen Haarlem, met een focus op de grafische roman en buitenlandse stripculturen zoals de Arabische strip en de Strips uit Oost-Europa, waar een online database voor in het leven werd geroepen. In laatste drie edities werd hij bijgestaan door zakelijk directeur Thamara van Rijn. De stripdagen Haarlem 2014 was dus de definitieve afsluiting van het Pollmann-tijdperk. Wie hem gaat opvolgen als creatief directeur is nog niet bekend, maar de geruchtenmachine draait natuurlijk op volle toeren.

In feiten zijn Joost, Thamara, Willem, Koen, Marq, Henk, Kurt, de uitgevers, stripmakers, stripbladen en ondergetekende allemaal stripambassadeurs. Op onze eigen wijze en met onze eigen stokpaardjes proberen we het beeldverhaal onder de aandacht te brengen bij het publiek. Soms doen we dat op grote wijze met een enorm stripfestival midden in de stad, of door het bestieren van een stripmuseum, soms door erover te schrijven of gewoon door aan vrienden die ene strip uit te lenen die ze echt eens moeten lezen.