Voor mijn rubriek Onder de loep die ik voor stripblad Eppo schrijf wil ik binnenkort een aflevering schrijven over de sciencefictionreeks Storm door Martin Lodewijk en Don Lawrence.
De reeks bestaat alweer 40 jaar. Uitgever Rob van Bavel stuurde me een stapeltje albums toe.
Tremen is het indrukwekkende stripdebuut van Pim Bos. In deze graphic novel vertelt Bos een tekstloos avontuur in een naargeestige, post-apocalyptische wereld. In deze vlog vraag ik de striptekenaar naar het onstaan van dit boek en zien we hem in actie in stripwinkel JOPO DE POJO.
Undone is een indrukwekkende animatieserie voor volwassenen waarin Alma ontdekt dat ze ruimte- en tijd kan manipuleren. De Nederlandse animator en schilder Hisko Hulsing deed de regie.
De 28-jarige Alma (Rosa Salazar), een medewerker op een kinderdagverblijf in San Antonio, slaapwandelt ontevreden door haar routinematige leven totdat ze een bijna fataal auto-ongeluk krijgt. Wanneer Alma uit haar coma ontwaakt in het ziekenhuis, krijgt ze bezoek van haar overleden vader. Hij was een theoretisch natuurkundige die jaren geleden door een ongeluk is overleden. Vanaf dat moment ontdekt Alma dat ze losstaat van de realiteit, ruimte en lineaire tijdsbeleving. Met de hulp van haar vader leert ze met haar krachten om te gaan zodat ze kan reizen door de tijd om zijn dood ongedaan te maken.
Dat is in een notendop de premisse van de indrukwekkende achtdelige animatieserie Undone, van showrunners Kate Purdy en Raphael Bob-Waksberg die eerder BoJack Horseman maakten. De Nederlandse animator en schilder Hisko Hulsing regisseerde de serie en was tevens de production designer.
‘Drie en een half jaar geleden werd ik door de producenten benaderd toen ik in Berkeley jurylid was van een festival,’ vertelt Hulsing telefonisch. ‘Ze hadden Kurt Cobain: Montage of Heck gezien waar ik de animatiesequenties voor gemaakt had en vonden de stijl van mijn olieverfschilderijen goed passen bij het verhaal van Undone. Tijdens een ontbijt pitchten ze de serie. Het waren goede scripts, heel emotioneel, maar ook met humor. Omdat het verhaal serieus was en gericht op volwassenen, dacht ik dat we niet weg zouden komen met een volledig geanimeerde stijl. Toen heb ik voorgesteld om te rotoscopen.’
Rotoscoop Undone is de eerste televisieserie die volledig met de rotoscoopanimatietechniek is gemaakt. Bij deze techniek worden als eerste de acteurs opgenomen. Daarna wordt de aflevering gemonteerd en trekken animatoren de live-action opnames frame voor frame over met een digitaal potlood. ‘Bij rotoscopen dient de live-action om alle micro-expressies van de acteurs goed vast te kunnen leggen,’ vertelt Hulsing. Vervolgens worden de achtergronden getekend, het beeld ingekleurd en de schaduwen beschilderd. ‘Ik ben zeven keer op en neer gevlogen tussen Los Angeles en Amsterdam, om in Hollywood de acteurs te regisseren. De set zag er uit zoals die in Dogville van Lars von Trier: een studio waar tape op de grond aangeeft waar dingen horen te staan. Verder zijn er alleen belichting en camera’s aanwezig en een prop als daar interactie mee is. Bijvoorbeeld een stoel of een tafel.’
Alle shots zijn van tevoren vastgelegd in storyboards. Vervolgens werden de ruimtes waar het verhaal zich afspeelt en de plattengronden daarvan ontworpen. Dat gebeurde allemaal bij productiehuis Submarine in Amsterdam. ‘Zo kunnen we op de set alles precies uitmeten en markeren zodat de personages niet per ongeluk door de muren heen lopen.’ Het rotoscopen werd gedaan in Austin, Texas, terwijl de animaties zijn afgewerkt in Amsterdam. ‘Het was een enorm samenwerkingsproject. In totaal hebben iets van 150 mensen meegewerkt aan deze productie, waarvan negentig bij Submarine. Allemaal heel goede tekenaars, animatoren en producenten die hier gewoon een Hollywoodserie hebben gemaakt.’
Meerwaarde
Normaliter schildert Hulsing alle olieverfschilderijen die als achtergronden dienen, maar dat was bij Undone vanwege zijn regisseurstaken onmogelijk. Daarom trainde hij een team van negen schilders om in zijn stijl te werken. De schilderachtige achtergronden van Undone en de animatie versterken de dromerige, surrealistische sfeer van het verhaal. Dagelijkse taferelen en surrealistische scènes vloeien soepel in elkaar over. Bijvoorbeeld wanneer Alma de grip op de realiteit verliest, begint het uitzicht van haar ziekenhuiskamer te bewegen alsof ze in een voertuig zit. De stijl van Undone toont duidelijk de meerwaarde van animatie.
‘In het begin was er discussie of we verscheidene stijlen moesten gebruiken om het verschil tussen dromen, hallucinatie, realiteit, verleden en toekomst aan te geven. Ik wilde dat je dit verschil niet ziet. Nu zijn ook de realistische scènes een beetje verdacht omdat alles getekend is. Alles gebeurt echt, omdat we in het verhaal volledig met Alma meegaan. Zij weet zeker dat ze dit allemaal meemaakt, maar of dat werkelijk zo is of dat Alma schizofreen is, mag de kijker zelf bepalen.’
Traan
Alma ziet zichzelf als een gebroken iemand die nooit relaties kan onderhouden. Ze heeft een pittig karakter en vernietigingsdrang. Een rol met veel emotie die Rosa Salazar (Alita: Battle Angel) vol overtuigingskracht vertolkt. Hoewel Hulsing niet betrokken was bij de casting, is hij erg blij met hoofdrolspelers Salazar en Bob Odenkirk (Better Call Saul) die haar vader speelt. ‘Rosa is een enorm goede actrice, met veel pit. Normaal gesproken als acteurs in Hollywood een film maken, zitten ze twee uur te wachten voordat ze weer tien minuten iets op kunnen nemen. Wij werkten veel sneller. De lichtwisselingen tussen de scènes ging heel snel, dus de acteurs hadden het gevoel dat ze twaalf uur per dag toneel aan het spelen waren. Dat is erg zwaar, maar ook heel leuk. Rosa heeft echt alles gegeven. De scripts verlopen niet lineair; er lopen allerlei dingen door elkaar heen qua tijden. Toch weet Rosa precies waar ze is in het verhaal, en wat haar emotionele toestand moet zijn. De derde dag namen we een ziekenhuisbed-scène op. Tussen de takes door bekeek Rosa kattenfilmpjes op haar telefoon en zat ze te lachen. Op het moment dat er actie werd geroepen, rolde exact op het juiste moment een traan uit haar ogen. Iedere keer. Dat is bijna angstaanjagend goed.’
Undone is vanaf 13 september te zien bij Amazon Prime Video.
Dit artikel is geschreven en gepubliceerd voor VPRO Gids #37 (2019)
Met Suske en Wiske: Boemerang brengen tekenaar Steven Dupré en scenarist Conz een unieke hommage aan het universum van Suske en Wiske.
Het verhaal speelt zich af in een futuristisch alternatief universum waar Theofiel Boemerang als een commerciële Big Brother over de wereld heerst. Enkel onze vrienden Suske, Wiske, Sidonie, Lambik en Jerom lijken in staat om deze nietsontziende booswicht voor eens en voor altijd te stoppen. Of toch niet?
In deze vlog neem ik een kijkje in het album en vergelijk ik deze hommagereeks met de andere lopende reeksen rondom de strippersonages Suske en Wiske.
Van Sherpa kreeg ik een postpakket met nieuwe strips. Misschien ken jij deze reeks nog van vroeger. Zo ja, dan ben ik heel benieuwd naar wat je ervan vindt. Met welke strips ben jij opgegroeid?
Hoe de reeks Futura afloopt, zullen Nederlandstalige lezers waarschijnlijk nooit weten. De reeks werd uitgegeven door Strip2000, de uitgeverij die in 2017 failliet ging.
De twee albums die ze uitgaven lagen op mijn nog te lezen-stapel.
Deze sciencefiction-strip van Jean-Charles Kraehn speelt zich af op een verre, vergeten planeet genaamd Futura. Hier probeert een menselijke kolonie te overleven in een vijandig gebied. De maatschappij wordt geregeerd door een religieuze organisatie, dus je snapt dat hier veel onderdrukking aan te pas komt. En dat de bevolking allerlei onwaarheden over het verleden van de mens wordt wijsgemaakt.
Het is onder andere verboden om de kloof over te steken naar Terra Incognita af te reizen. Dat is precies wat drie jonge, rebelse wetenschappers wel doen om de waarheid te achterhalen.
De strip is vermakelijk, maar voelt niet erg origineel aan. Eerder als een echo van andere sciencefiction-verhalen. Kraehn vindt het duidelijk leuk om blote borsten te tekenen. Dat kunnen we hem natuurlijk niet aanrekenen, maar het valt wel op.
In het Frans zijn er tot nu toe ook nog maar twee albums verschenen, maar ik vermoed dat Kraehn er nog wel verder mee gaat. Wie weet pikt een Nederlandse uitgever de reeks dan op.
[hr]
Daarom Minneboo leest: Recent nam ik mezelf voor om de 30 procent ongelezen boeken en strips in mijn collectie eens door te nemen. Er is kastruimte nodig voor nieuwe strips, dus op deze manier hoop ik meteen wat titels te selecteren die weg kunnen. Daar doe ik geregeld verslag van op dit blog.
Een prachtige foto van de filmcrew die bezig is met de miniaturen voor de film Metropolis (Fritz Lang, 1927).
Metropolis is een klassieke sciencefictionfilm en volgens de legende de duurste film die in de jaren twintig is geproduceerd. Als ik de film zie geniet ik altijd erg van de art-direction en miniaturen die in de film gebruikt worden en die het toekomstbeeld van toen tot leven brengen.
Ik hou namelijk erg van miniaturen en schaalmodellen in films. Daarom ben ik ook dol op het vroege werk van Tim Burton, want daarin maakt hij veel gebruik van dat soort elementen.
Hoe goed de schaalmodellen en miniaturen ook zijn, je ziet het bijna altijd als ze in films gebruikt worden. Ze hebben de charme van handwerk – iets wat mijns inziens ontbreekt bij digitale special effects. Die zijn namelijk onzichtbaar of slecht en dus zichtbaar. Maar wanneer ze zichtbaar zijn, zijn die digitale effecten dus mislukt.
Terwijl miniaturen aan de ene kant de illusie van echtheid creëren terwijl je tegelijkertijd het handwerk ziet. Een visuele paradox die het brein op een goede manier laat borrelen.
Mijn eerste kennismaking met Metropolis was de videoclip ‘Radio Ga Ga’ van Queen. In die clip zitten namelijk shots van Metropolis verwerkt. Als kind keek ik vol verwondering naar die beelden. Ze deden me wegdromen naar grote steden als New York.
Toen ik op de HKU ging studeren, was de film van Fritz Lang een van de eerste die ik leende uit de mediatheek. Toen kon ik de film dus eindelijk voor het eerst zien. De special effects vond ik toen tof, maar het verhaal ligt wat zwaar op de maag.
Het verhaal draait om een futuristische stad in het jaar 2026, waarin de mensen zijn opgedeeld in ‘denkers’ die in luxe boven de grond leven en de ‘werkers’ die zwoegen in de mijnen. Een bijna bijbelse vrouw genaamd Maria komt op voor de rechten van de werkers en zegt hun niet in opstand te komen maar de komst van een bemiddelaar af te wachten. De burgemeester van de stad laat Maria opsluiten en een robot haar vorm aannemen; deze robot speelt vervolgens de werkers tegen elkaar uit en organiseert een opstand in de mijnen, waarbij de mysterieuze ‘M-Machine’ wordt vernietigd en de reservoirs van de stad overstromen, waarbij de kinderen van de werkers dreigen te verdrinken, maar op het nippertje worden gered door de inmiddels ontsnapte ‘echte’ Maria en de burgemeesterszoon. Wanneer de robot-Maria, die verantwoordelijk wordt gehouden voor de chaos, levend wordt verbrand, ontdekt men dat het geen echt mens is. Uiteindelijk verzoent de zoon van de burgemeester de twee groepen in zijn rol als bemiddelaar.
Later zag ik de montage van Giorgio Moroder in het Filmmuseum toen ik film studeerde aan UvA. Moroder maakte een versie die meer voldoet aan de standaard plot van Hollywoodfilms en voegde een soundtrack toe met popmuziek. Deze versie is een stuk korter dan Langs oorspronkelijke versie, maar erg toegankelijk voor een hedendaags publiek.
In bovenstaand stripplaatje viert Rafael Fallstaf de aanvang van een nieuwe nanoseconde met zijn vriendin Sylvia. Een soort van oudejaarsavond dus. Toch is hier wat vreemds aan de hand. Wie goed kijkt ziet dat Fallstaf lichter gekleurd is dan Sylvia. Ook is hij in een andere stijl getekend. Fallstaf is namelijk een Decimaal mens en Sylvia een Chronomens. Sylvia zit al bijna het hele album lang in deze positie, met haar wijsvinger richting het toetsenbord van haar laptop, terwijl voor Rafael het leven gewoon doorgaat.
Twee werelden De Man van Nu speelt zich af in twee tijdsdimensies: de onze en een dimensie waarin alles zich een miljard maal sneller afspeelt dan bij ons. Voor de mensen in die snelle dimensie lijken wij stil te staan en zij bewegen voor ons zo snel, dat we ze niet eens opmerken. Zij leven als het ware in één moment van ons leven, en leven in dezelfde ruimte als wij. Ze leven dus letterlijk om ons heen.
Niets aan de hand zou je zeggen, maar het is heel erg belangrijk dat die Decimaal mensen, zoals die snelle rakkers heten, niet de Chronomensen aanraken, want anders zullen beide personen overlijden. Lastig dus als Fallstaf verliefd wordt op Sylvia, een Chronomens. Hij zal haar nooit aan kunnen raken. Sterker nog: zij weet niet eens van zijn bestaan. Voordat haar wijsvinger eindelijk het toetsenbord heeft aangeraakt, is het leven van Rafael allang voorbij.
Over een onbereikbare liefde gesproken…
Natuurramp
Fallstaf is van de natuurinspectie die potentiële natuurrampen moet rapporteren. Natuurrampen zijn die momenten dat het gevaar groot is dat Decimalen in aanraking komen met Chronomensen, bijvoorbeeld als allerlei bloedspatten en lichaamsdelen in de lucht hangen omdat een Chronomens door een aanrijding met een auto uiteengereten wordt. Fallstaf is dus een ambtenaar. Eentje die snel zijn taak verzaakt zodra zijn leven door de komst van Sylvia een nieuwe wending krijgt.
De Man van Nu is de nieuwe graphic novel van Hanco Kolk en Kim Duchateau die voor dit project een unieke samenwerking aangingen. Duchateau tekende namelijk de Decimaal mensen, terwijl Kolk de Chronomensen en hun omgeving voor zijn rekening nam. Slim, want dankzij hun uiteenlopende stijlen kan de lezer beide werelden goed uit elkaar houden. Daarbij zijn de tekeningen van Kim iets lichter afgedrukt dan die van Hanco, wat alles nog extra duidelijk maakt.
‘Uiteraard ben ik fan,’ vertelde Kolk in een interview met Ballon Media Magazine. ‘Kim is een tekenaar met een merkwaardige stijl. Die hangt ergens middenin tussen de klassieke Vlaamse tekenschool en een soort van underground. Daarbij heeft hij een schitterende, even Vlaamse, bijna Ensoriaanse bizarheid. Hij zweeft ergens tussen Jommeke en Zippy the Pinhead. Dat alles bij elkaar maakt dat zijn tekenwerk juist die “onbetrouwbaarheid” heeft die in een verhaal als De Man van Nu perfect past.’
‘In de eerste plaats zijn tekeningen! De manier waarop Hanco een lijn ‘zet’, dat vind ik ongelooflijk. Zo zuiver, met zo’n vaste hand en tegelijkertijd enorm speels. Hij is de Picasso van de stripwereld. En ik weet nu ook dat hij er geen uren over doet om een tekening te maken: hij is een begenadigde ‘snelle’ tekenaar. Dat maakt het nog fascinerender. Hij is er ook niet vies van om een wrang verhaal neer te zetten met zulke soepele tekeningen, daar hou ik wel van. Onder die mooie glijdende tekeningen gaat soms iets heel gruwelijks schuil, en daar heb ik altijd al een voorliefde voor gehad, voor mensen die dat durven. Die voorliefde zie je misschien soms ook in mijn eigen werk, meer bepaald in Esther Verkest. Dat het mooi en toegankelijk oogt, maar dat de tekeningen tegelijkertijd een mooie lokval zijn om de lezer een minder aangenaam, absurd of bevreemdend verhaal voor te schotelen. Herr Seele is daar trouwens ook goed in. What you see is not always what you get. Heerlijk.’
Intensief contact
Het scenario van De Man van Nu is van Kolk, die schreef de scenariopagina’s en schetste ze uit, compleet met zijn versie van de figuren die Duchateau zou tekenen. Uiteraard gaf Duchateau daar zijn eigen draai aan en voegde zijn unieke tekenstijl aan de tekeningen toe. ‘Ik wist dat zijn inbreng het verhaal duidelijker en indringender zou overbrengen dan wanneer ik al het tekenwerk op me zou nemen,’ aldus de Nederlandse stripmaker in bovengenoemd interview. Kolk kreeg het idee zo’n twaalf jaar geleden terwijl hij met iemand zat te chatten. ‘Het enige wat we van elkaar wisten, hadden we via onze getypte woorden op het scherm vernomen. Dat bracht me op het idee dat je een intensief contact met iemand kan hebben zonder de ander ooit te zien of te spreken, of zelfs maar te weten hoe die eruitziet.’
Ik bewonder beide stripmakers zeer en geniet altijd erg van hun verhalen. Hanco Kolk maakt natuurlijk al jaren met Peter de Wit S1ngle, en solo produceerde hij onder andere de bijzondere reeks Meccanoen Van Istanbul naar Bagdad. Kim Duchateau is de geestelijk vader van Esther Verkest, Madelfried de onverschrikkelijke en Aldegonne. Ook is hij een scherp cartoonist die grove grappen niet schuwt.
Laten we niet vergeten om Marloes Dekkers te complimenteren. Zij verzorgde de sfeervolle inkleuring van het album. Eerder deed ze ook de inkleuring van Meccano.
De Man van Nu is een zeer originele graphic novel, op fantastische wijze uitgevoerd. Het sciencefictionverhaal biedt allerlei spannende wendingen en een onverwachts einde. Ook slagen de makers erin het basisgegeven geloofwaardig te presenteren en op dramatisch vlak goed uit te werken.
Het album ligt vanaf 4 mei in de winkels.
Hanco Kolk & Kim Duchateau. De Man van Nu Uitgeverij De Harmonie & Ballon Media, € 24,90
Het 32ste Imagine Film Festival staat van 14 t/m 24 april in EYE Amsterdam en beleeft haar feestelijke opening op donderdag 14 april met het Amerikaanse Midnight Special van Jeff Nichols. Dit jaar draait het fantastische filmfestival om de prominente rol die architectuur en vormgeving in fantastische films spelen.
Even enkele hoogtepunten uit het programma aangestipt:
Met het themaprogramma Building Dreams and Nightmares besteedt Imagine dit jaar aandacht aan de prominente rol die architectuur en vormgeving in fantastische films spelen. In veel gevallen wordt daarin een eigen wereld van de grond af aan ontworpen en gebouwd. Van Metropolis tot The Shining en van Inception tot The Grand Budapest Hotel, steeds vervullen architectuur en vormgeving een sleutelrol bij het creëren van een nieuwe of andere werkelijkheid.
Daarnaast hebben filmmakers, net als architecten, toekomstvisies over onze steden en leefomgevingen van morgen. Zij zijn daarin vaak pessimistischer dan stedenbouwers, die werken aan een ideale stad. Vervuiling, overbevolking, schaarste van water en voedsel, het oprukken van smart technology en de groeiende kloof tussen arm en rijk, het zijn prominente onderwerpen uit de dystopische fictie die nu op de agenda van stedenbouwers staan.
Masterclasses
Imagine biedt dit jaar twee masterclasses van twee zeer verschillende makers. Zo is de Amerikaanse production designer Anshuman Prasad te gast. Hij genoot een opleiding als architect en werkte aan films als 300: Rise of an Empire, Captain America: The Winter Soldier en Batman vs Superman: Dawn of Justice. In een masterclass gaat hij in op zijn gebruik van architectuur.
Ook verwelkomen we regisseur Alex van Warmerdam. Al sinds zijn debuutfilm Abel (1986) laat hij zijn sets speciaal bouwen. Tijdens een masterclass gaat hij aan de hand van materiaal uit zijn omvangrijke oeuvre in op zijn visie en werkwijze.
Symposium
In het symposium De Toekomst van de Stad, georganiseerd in samenwerking met het Architectuur Filmfestival Rotterdam, gaan filmmakers, architecten en kunstenaars in discussie over toekomstscenario’s voor de (mega)steden van morgen. De Nederlandse architect Winy Maas en de Britse kunstenaar Liam Young zullen hier in ieder geval aan deelnemen.
De openingsfilm van Imagine 2016 is de Amerikaanse film Midnight Special van Jeff Nichols, met Michael Shannon, Joel Edgerton en Kirsten Dunst. De film had zijn wereldpremière in februari in de competitie van het filmfestival van Berlijn. De sci-fi thriller gaat over vader Roy en zijn achtjarige zoontje Alton, die over bijzondere gaven beschikt. Wat begint als een vlucht voor een religieuze sekte en de lokale politie, escaleert al snel tot een landelijke klopjacht georganiseerd vanuit het hoogste niveau van de FBI. Jeff Nichols maakte eerder de films Shotgun Stories (2007), Take Shelter (2011) en Mud (2012).
De publieksopening is de Koreaanse actiefilm Veteran van Ryoo Seung-wan, vorig jaar een groot kassucces in eigen land. De eigenzinnige rechercheur Seo Do-cheol vermoedt dat de dood van een bevriende vrachtwagenchauffeur geen zelfmoord is, zoals de officiële lezing wil. Zeer waarschijnlijk zit de steenrijke industrieel Jo Tae-oh erachter. Diens advocaten doen alles om het onderzoek van Do-cheol tegen te werken. Maar die laat zich niet intimideren. Superieure actiefilm met een forse dosis humor en slapstick.
Het festival wordt afgesloten door de Noorse rampenfilm The Wave, waarin een geoloog in een klein fjordendorpje vermoedt dat een overhangende klif wel eens in het fjord zou kunnen storten, wat een allesvernietigende tsunami zou veroorzaken. De film was een reusachtig succes in Noorwegen en is gemaakt in de beste traditie van Steven Spielberg en Roland Emmerich.
Shorts
Het programma van korte films werd geselecteerd uit ruim 800 inzendingen. De 35 films zijn afkomstig uit zeventien landen. In het programma zijn vier Nederlandse films opgenomen. Twee films beleven bij Imagine hun wereldpremière: de Nederlandse film Baardmos van Kokosky Deforchaux en het Deense The Sunken Convent van Michael Panduro. De Europese films in het programma vormen de competitie voor de Zilveren Méliès, de prijs voor de beste Europese fantastische korte film.
Nederlands
Na een succesvol eerste jaar organiseert Imagine voor de tweede maal een dag die speciaal is gewijd aan de Nederlandse fantastische film. Met pitch sessies, korte films, een industrylezing, een masterclass en een speelfilmpremière. Gericht op professionals, studenten en makers, én met programma’s waarin de Nederlandse fantastische film in de schijnwerpers wordt gezet.
Zes Nederlandse filmmakers pitchen hun projecten voor een internationale jury. De beste pitch neemt deel aan de coproductiemarkt Frontières in Montreal in juli. De pitchsessies vinden plaats op donderdag 21 april om 13:30 uur.
Industrylezing
De Zwitserse Annick Mahnert is consultant voor onder meer sales agents, festivals en industry-programma’s. In haar lezing zet zij uiteen hoe Nederlandse kunnen profiteren van een groot aantal recente initiatieven voor de ontwikkeling, financiering, distributie en vertoning van fantastische films. De lezing vindt plaats op donderdag 21 april om 15:30 uur.
Nieuw Nederlands Peil
Een programma met recente Nederlandse korte films en work in progress van Nick Jongerius’ speelfilm The Windmill Massacre. Alle makers zijn aanwezig voor inleidingen en Q&A’s. Het programma bestaat uit: Baardmos (Kim Kokosky Deforchaux, 19’), Bovenkamer (André Maat, 3’), Peer (Jeffrey Tomberg, 18’) en Unforgettable (Marco Grandia, 5’). De films draaien op maandag 18 april om 19:30 uur en donderdag 21 april om 12:15 uur (reprise, zonder filmmakers).
Kristen
Mark Weistra’s debuutfilm werd geheel buiten alle fondsen en gebruikelijke kanalen om gemaakt. De psychologische thriller was in een voorlopige versie te zien tijdens het Nederlands Film Festival en de definitieve versie beleeft zijn première tijdens Imagine NL op donderdag 21 april om 19:20 uur met Q&A.
Hardcore Henry Q&A
Ilya Naishuller, de regisseur van Hardcore Henry, komt naar Imagine! De Russische regisseur van deze sensationele non-stop actiefilm, is aanwezig bij beide screenings voor een inleiding en Q&A. Imagine is het eerste en voorlopig enige Europese festival waar hij aanwezig is, dus mis deze kans niet!
Creature designers Creature Designers: The Frankenstein Complexis een documentaire over monstermakers die naast alle groten uit het vak een schat aan prachtig materiaal en weemoed naar het handwerk van weleer biedt. The Frankenstein Complex kiest voor zowel een historische als creatieve invalshoek, met een mix van fascinerende scènes achter de camera, filmfragmenten en tientallen interviews met alle groten uit het vak. Naast veel mooie anekdotes biedt de film een schat aan prachtig testmateriaal en laat terloops ook zien hoe het film maken veranderd is.
De film vertelt de geschiedenis van de make-up van Lon Chaney en mannen in rubber pakken tot CGI en performance-capture van de laatste Planet of the Apes. Het is daarmee een liefdevolle ode aan het vak van monstermaker, maar tegelijk een mooie analyse van de manier waarop het maken van films in honderd jaar tijd veranderd is. Sommige geïnterviewden zijn uitstekende vertellers, met schitterende anekdotes. Wat de film bijzondere waarde geeft, is dat hij een vrij compleet overzicht biedt, zonder te specialistisch te worden. Daarbij heeft de film duidelijk sympathie voor de monstermakers van weleer en ontsnapt hij niet aan weemoed.
De Franse meestertekenaar Jean-Claude Mézières, bekend van de scifi-stripreeks Ravian en Laureline, zal aanwezig zijn tijdens het eerste weekend van de Stripdagen Haarlem 2016, van 3 t/m 5 juni.
Dat is natuurlijk goed nieuws voor de fans van Mézières en bijzondere sciencefiction-strips. Hier het persbericht van de Stripdagen Haarlem:
Mézières’ oorspronkelijk onder de titel Valérian et Laureline uitgebrachte reeks behoort tot de grote klassiekers van de strip. Mézières’ werk vormde de inspiratiebron voor de eerste Star Wars-trilogie, daarnaast was hij als art director betrokken bij de film The Fifth Element. Ravian en Laureline wordt momenteel verfilmd door Luc Besson onder de titel Valerian and the City of a Thousand Planets.
Het programma van Mézières In de tiendaagse programmering zal Mézières gedurende het eerste weekend van de Stripdagen Haarlem aanwezig zijn, van 3 tot en met 5 juni. Op de zaterdag en de zondag is er gelegenheid voor het publiek om de tekenaar te ontmoeten tijdens een meet & greet, waarna hij zijn werk voor geïnteresseerden zal signeren. Ook staat er een live interview voor publiek met hem op het menu. En wie geluk heeft, treft hem misschien informeel bij een van de vele vernissages of op het feest in het Patronaat op zaterdagavond. Details over zijn programma – tijden en locaties – worden in een later stadium bekendgemaakt.
Ravian en Laureline Ravian en Laureline is een op klassieke sciencefiction gebaseerde stripserie, die zich onderscheidt door Christins complexe en humoristische scenario’s en het fenomenale tekenwerk van Mézières, die het universum van de titelpersonages prachtig organisch en fantasierijk vormgeeft. Slechts weinig stripverhalen slagen erin om scenario en beeld zo volmaakt te combineren. Het verhaal speelt zich af in de 28ste eeuw, als de mensheid het vermogen heeft ontdekt om door tijd en ruimte te reizen. De hoofdstad van de Aarde, Galaxity, is het middelpunt van het enorme Terraanse Galactische Rijk en wordt beschermd door tijdruimte-agenten. Ravian en Laureline zijn twee van die tijdruimte-agenten: niet alleen een team, maar ook een stel. Geen van beiden zijn ze standaard striphelden. Ravian lijkt de klassieke held met zijn onverschrokkenheid en plichtsbesef, maar zijn intelligente, doortastende en onafhankelijke partner Laureline is zeker niet alleen zijn sidekick, maar zijn gelijke en soms zelfs zijn meerdere. Ze is ook degene die vaak de ethische grenzen van hun werk ter discussie stelt. De reeks kenmerkt zich namelijk tevens door de uitgesproken humanistische thema’s, waarin macht, geweld en technologische superioriteit verworpen worden ten faveure van eenvoud, natuur en harmonie.
Het eerste avontuur van Ravian en Laureline werd in 1967 gepubliceerd in het Franse striptijdschrift Pilote en in 1968 in het Nederlandse stripblad Pep. Het eerste album in Nederland volgde in 1970: Het Woedende Water. Dit verhaal was het tweede dat in Pep gepubliceerd was en wordt over het algemeen als het beginverhaal gezien. Het eerste verhaal dat in Pep verscheen, het tweeluik De Vierde Dimensie/Aarde in Vlammen, werd in Nederland pas in 1986 gepubliceerd, als prequel op Het Woedende Water. De reeks telt in totaal 21 delen en bevat een afgeronde geschiedenis waarvan het in 2010 uitgebrachte De Tijdopener het slot is. Daarnaast verschenen er ook nog zeven korte verhalen. De reeks wordt tegenwoordig als gebonden uitgave hergepubliceerd door Uitgeverij Sherpa.
Lone Sloane, the notorious interstellar explorer and neo-earthling, has a bounty on his head and an armada at his heels. Then a religious group called Red Redemption asks him to help them steal a big sum of money from the Imperator, the ruler of a planet called Delirius, a hedonistic pleasure planet.
Sloane agrees, since he likes the idea of stealing money from the man who put a price on his head. But the mission is not going to be easy, and after Sloane has made his mark on Delirius, the place will never be the same again.
In 1966 French comic book artist Philippe Druillet, influenced by his favorite writers H.P. Lovecraft and A.E. van Vogt, created Lone Sloane. The first stories appeared in the Franco-Belgian comics magazine Pilote. Later on, Druillet, together with Moebius and Dionnet, created the legendary comics magazine Métal Hurlant for which he made more Sloane adventures. Delirius was written by Jacques Lob and was originally published in Pilote.
Druillet is known for his spectacularly bold page designs and the pages in Lone Sloane: Delirius are anything but traditional comic book pages. Sometimes these pages look like big montage sequences with large visuals. Rich with details, the pages read like picture puzzles. These are certainly eye-catching and at the time, this was a fresh approach to how one can tell stories in the sequential art form we call comics. However, because of this visual approach I found the storytelling somewhat lacking.
In comics the transition from panel to panel is very important. Some time passes between panels, within a scene usually a couple of seconds, sometimes just a fraction of that, sometimes more. It’s up to the reader to fill in the gaps between panels. For me, this is part of the beauty of comics. With Druillet’s visualization, the storytelling rhythm is somewhat jarred and makes for a less easy reading experience, especially when it comes to dialogue scenes. Lone Sloan: Delirius reads like a film in which the director is only interested in the special effects and big action sequences, and mostly uses medium-to-long shots when it comes to dialogue scenes. It dehumanizes the story somewhat.
Moreover, it doesn’t help that drawing convincing facial expressions isn’t Druillet’s strong suit either. For most of the book Sloane just looks very pissed off or determined – depending on your point of view. This makes Sloane a cardboard character; someone we observe, not someone we feel concerned for.
Druillet’s visual strength lies in drawing eye-catching architecture, spacecrafts and alien landscapes. I especially liked how he visualized the landscape of Delirius and the creatures that inhabit it. If that’s your sort of thing then Lone Sloane: Delirius is definitely worth a read.
This review was written for and published on the wonderful blog of the American Book Center.
Lone Sloane ook in het Nederlands Mocht je het Frans niet machtig zijn en geen zin hebben in een Engelse vertaling, dan kun je ook bij uitgeverij Sherpa terecht voor Nederlandstalige albums van de reeks Lone Sloane. In ieder geval zijn al uitgegeven Lone Sloane 1 – De zes reizen van Lone Sloane, waarin de eerste zes korte verhalen gebundeld zijn. En ook Delirius kwam recent uit op groot formaat. De hardcover kost € 29,95. Er is ook een luxe editie met linnen rug en gesigneerde piezografie voor € 75,00.
Reborn is een zeer vermakelijk science fiction-verhaal met enorme vaart en is zeker het lezen waard. Aimée de Jongh is een sterke visuele verteller. Het basisconcept had mijns inziens echter wel meer uitgediept kunnen worden.
Aimée de Jongh heeft zichzelf allang als stripmaker bewezen. De animator/stripmaker kennen we onder meer van Snippers – alweer vier jaar dagelijks leuk uit de hoek komen in een krantenstrip is niet niks. Daarnaast maakt ze ook nog wel eens een animatiefilm, een graphic novel als De terugkeer van de wespendiefen andere strips zoals Reborn. Het is dat ik weet dat Aimée heel snel kan tekenen, anders zou ik me afvragen of ze überhaupt nog wel tijd heeft om te slapen.
Reborn is een science fiction-verhaal dat speelt in het Nederland van 2038. Tiener Elise komt er per ongeluk achter dat zij de eerste menselijke kloon is van een meisje dat enkele jaren geleden om het leven kwam in een auto-ongeluk. Voordat ze echt tijd heeft om te verwerken dat ze dus eigenlijk een kopie is, moet ze vluchten voor een meedogenloze sekte. De religieuze fanatici vinden namelijk dat de mens niet voor God mag spelen en dus ook niet mag klonen. Elise krijgt hulp van haar vrienden, maar als de sekte de media gebruiken om het volk op te roeren, lijkt het slechts een kwestie van tijd voordat ze gevonden zal worden.
Vakwerk
De Jongh laat wederom zien hoe goed ze het medium in de vingers heeft en weet hoe storytelling in stripvorm werkt. Ieder plaatje is raak. Het verhaal verloopt in rap tempo en de spanning wordt goed vastgehouden. Ook zit er een onverwachte en leuke wending in de climax.
Tot zover de lof, want ik heb ook wel wat kritiek op dit album.
Reborn heeft een prachtig basisconcept, vind ik. Het idee van klonen, een hoofdpersonage dat erachter komt dat ze een kopie is… rijk materiaal dat uitnodigt tot een mooie dramatische vertelling met psychologische diepgang. Helaas ligt het tempo van Reborn zo hoog, dat hier nauwelijks ruimte voor is. De identiteitscrisis die Elise doormaakt wordt weliswaar aangestipt, maar lijkt in twee bladzijden ook wel weer voorbij, want dan is het tijd voor actie.
Reborn werd voorgepubliceerd in stripblad Eppo. Iedere drie bladzijden is er dus een cliffhanger die het verhaal verder moet brengen. Die publicatievorm vereist ook enigszins dat het verhaal snel verloopt en dat er wellicht te weinig ruimte is om alles goed te exploreren. Daarbij moet er in 44 pagina’s een hoop gebeuren.
Reborn is daarom soms kort door de bocht. Als Elise haar beste vriendin Julia vertelt dat ze een kloon is, zegt Juliaj: ‘Schat… Ik vind het een volstrekt ongeloofwaardig verhaal. Maar de Elise die ik ken, zou nooit tegen me liegen. Dus ja, ik geloof je.’ Je zou verwachten dat er toch meer overtuigingskracht voor nodig is om dit ongelofelijke gegeven geloofwaardig te maken. Vooral omdat Elise een uiterlijk kenmerk heeft dat duidelijk maakt dat ze een kloon is. Als bewijs zou ze dit aan Julia kunnen laten zien. Als Julia wat sceptischer was geweest had dat de scène wat meer uitgediept. Ook het vriendje van Elise lijkt maar een stripplaatje nodig te hebben om het nieuws te verwerken en te geloven. Daarna is hij meer onder de indruk van Elises nieuwe kapsel dan over het feit dat ze een de eerste menselijke kloon is.
Als Elise en haar vrienden op de vlucht slaan voor de sekte en een van hen vermoord wordt, maakt dit maar weinig indruk. Het slachtoffer is een personage dat we verder nagenoeg niet hebben leren kennen, en waar we dus geen band mee hebben kunnen opbouwen.
Deze oppervlakkigheid is kenmerkend voor veel avonturenstrips, want in dit genre is plot belangrijker dan uitgediepte en interessante personages, maar juist omdat het concept van Reborn zoveel potentie heeft, vind ik het jammer dat het verhaal dus niet veel verder gaat dan een actievolle plot.
Dat neemt niet weg dat De Jongh er toch zo nu en dan in slaagt om interessante dingen aan te stippen. De kwestie klonen krijgt een politieke lading als mensen de straat opgaan om er tegen te demonstreren. Terecht merkt Elise op: ‘Het gaat niet om wat ik heb gedaan, maar om wie ik ben!’ Dat het hier gaat om discriminatie in het algemeen, en we hier een verwijzing naar de vluchtelingencrisis kunnen zien, lijkt me duidelijk.
Ook op visueel vlak ondersteunt De Jongh soms het thema. Elise: ‘Ik was een kloon. Een kopie van iemand anders. Ik was een project. Ontworpen om iemand te vervangen die er niet meer is.’ Hier laat De Jongh in de regen een grote regendruppel van een blad glijden. Dit geeft niet alleen de gemoedstoestand weer waarin de hoofdpersoon in verkeert, Elise is namelijk erg verdrietig. Het stripplaatje draagt ook het idee uit dat iedere regendruppel uniek is, maar tegelijkertijd veel op andere druppels lijkt. Net als mensen en euh, klonen.