‘Ik heb een brandende vraag. ik snap niets van strips en wat er leuk aan is. Wat vind jij zo ontzettend mooi, verrassend, uniek, kick ass aan strips?’ schreef Karin Ramaker na het lezen van mijn verslag van de uitreiking van de eerste Marten Toonderprijs. Ik vond het een intrigerende vraag die een overdacht antwoord verdient.
Het lijkt in eerste instantie een ondoenlijke vraag, want ze valt in dezelfde categorie als ‘Wat vind je leuk aan muziek?’ Of: ‘Wat vind je nu leuk aan boeken?’ Strip is namelijk een rijk medium met net zoveel verschillende genres als boeken of films. Toch loont het de moeite om dieper op de vraag in te gaan.
De vorm
Het feit dat strips BEELDVERHALEN zijn maakt dat ik ze zo aantrekkelijk vind. Het is de vorm die mij in het bijzonder aanspreekt: een reeks getekende plaatjes waarmee een verhaal verteld wordt. In het geval van een cartoon wordt een heel relaas gegeven of een grap gecommuniceerd in slechts één enkele prent.
In een goede strip is er een wisselwerking tussen het beeld en de tekst, al kunnen strips natuurlijk ook prima tekstloos zijn. Daarin bezit het beeldverhaal een universele kracht die de taalbarrière overstijgt.
Het tekenwerk is dan ook het eerste waar ik naar kijk als ik een strip in handen neem. Een schrijver kan nog zo goed zijn: als de tekenaar er niets van bakt, hoef ik de strip niet te lezen. Daarentegen kan een getalenteerde tekenaar een slecht verhaal toch dragelijk maken. Het visuele heeft dus de overhand op de plot, al lees ik natuurlijk het liefste een goed verhaal dat prachtig gevisualiseerd is.
Strips zijn magisch
Het tekenwerk maakt strips een persoonlijker uitingvorm dan bijvoorbeeld cinema waar doorgaans een grote crew nodig is om een film te maken. En zelfs al zou de film door één man gemaakt worden: de stripmaker creëert een wereld uit het niets. Door een potlood of pen op het papier te zetten en te bewegen kan hij dingen maken die we anders niet voor mogelijk hadden gehouden. Dat is wat mij betreft een vorm van magie. Strips bieden de mogelijkheid tot een heel persoonlijke vorm van creëren. Daarbij is de stripmaker In tegenstelling tot een filmmaker niet gebonden aan een budget of wetmatigheden van de realiteit. Zolang hij in staat is om het te tekenen is alles mogelijk.
Specialeffects kosten in strips niets extra’s.
De rol van de lezer
Daarnaast speelt er bij het lezen van strips nog een andere belangrijke factor mee die mij fascineert. De lezer is medeplichtig aan het doen ontstaan van een verhaal. Dat geldt ook voor de lezer van proza, want die zet geschreven taal om in beelden in zijn hoofd. Iedere lezer is daarmee een vertaler van wat een schrijver bedoeld heeft. Daarin heeft de prozalezer flink wat speelruimte: wie houdt hem tegen als hij het haar van een personage anders voorstelt dan dat de schrijver het opgeschreven heeft?
De striplezer heeft een lastiger taak. Die brengt namelijk bestaande tekeningen tot leven en is daarmee medeplichtig aan hetgeen er gebeurt in het verhaal. Scott McCloud, stripmaker en theoreticus, noemt dit proces closure. De lezer vult zelf in wat er tussen de plaatjes gebeurt.
Strips zijn mijns inziens dus ook nog eens interactief.
Wat vind ik dan goede strips? Dat is een vraag die ik op een later tijdstip graag beantwoord.
Michael Minneboo is een freelance journalist met een passie voor strips, media en beeldcultuur. Hij schrijft achtergrondartikelen en recensies over strips. Ook interviewt hij vaak stripmakers.