Marvelfans hebben het tegenwoordig goed met al die films en tv-series die er gemaakt worden. In mijn jeugd moesten we het doen met Lou Ferrigno als de Hulk, Nicholas Hammond als Spider-Man en Reb Brown als Captain America.
Vaak werden de helden gespeeld door bodybuilders of oud-sporters. Tegenwoordig zien Hollywoodacteurs er steeds meer uit als bodybuilders, maar dat even terzijde.
Toch vind ik die tv-films en series als kind fantastisch. Ja, ik wist niet beter totdat Tim Burton een duit in het zakje deed.
Illustrator Edward Pun (als dat zijn echte achternaam is en geen grapje) maakte deze nepcover van hoe een Avengers team met deze jaren zeventig helden eruit zou zien.
Van Captain America kwamen er eind jaren zeventig twee tv-films uit. En ja, hij droeg echt een helm op zijn hoofd.
Thor werd vertolkt door Eric Kramer in de tv-film The Incredible Hulk Returns. In de volgende film van het groene monster ontmoet hij Daredevil gespeeld door Rex Smith. De mannen deden echt wel hun best, maar halen het natuurlijk niet bij de huidige vertolkingen.
https://www.youtube.com/watch?v=LR3P4Clb6No
Of vindt een van jullie dat dit televisievoer superieur is aan de huidige Marvelfilms… Nou ja, het werk van Zack Snyder kan er natuurlijk niet aan tippen.
‘O, wow!’ dacht ik vrijdag 30 september, toen een euforisch gevoel door mijn lijf gloeide. Ik had net op send gedrukt en een e-mail met al mijn hoofdstukken naar de uitgeverij gestuurd.
De eerste versie van mijn boek Mijn vriend Spider-Man ligt nu dus bij SubQ. Daar is de kous nog lang niet mee af: als het pak papier door de uitgever en redacteur gelezen zijn gaan we de tekst bespreken. Kijken waar de structuur van het boek verbeterd moet worden. Wat er werkt in het verhaal en wat nog niet. En wat er uitgehaald kan worden.
Ik heb vooral heel veel verhalen van Roger Stern opnieuw gelezen. En dat is al een genot op zich.
Er is dus nog een lange weg te gaan voordat Mijn vriend Spider-Man in mei 2017 in de winkels ligt, maar ik ben erg blij dat ik de afgesproken deadline van 1 oktober netjes heb gehaald.
De afgelopen drie maanden was ik fulltime met het boek bezig, verwaarloosde ik dit blog en voerde ik geen freelance opdrachten uit. Hierdoor kon ik me supergoed op het boek concentreren. Een fijne tijd waarin ik dus volledig met mijn favoriete fictiefiguur bezig was.
Het kost veel energie om een boek te schrijven. In de avonden had ik dan ook maar weinig puf en zat ik vooral te Netflixen. De komende week heb ik mezelf vrij gegeven. Even de innerlijke batterij opladen en tijd om iets anders dan Spider-Man-strips te lezen.
Ondertussen is het alweer 1 oktober. Nog dertig dagen voordat het officieel Halloween is.
Normaliter kom ik met de eerste tekenen van de herfst al aardig in de Halloween-mood, maar dit jaar is dat nog niet gebeurd. Het zal te maken komen omdat ik de afgelopen drie maanden diep in het web van Spider-Man verborgen zat. Nu ik een weekje vrij heb van het schrijven van mijn boek, hoop ik niet alleen mijn innerlijke accu weer op te laden, ook hoop ik het Halloween-vuurtje in mij weer aan te steken…
Hoe leuk ik dit feestje ook vind, ieder jaar is het weer een beetje zoeken wat te gaan doen op 31 oktober. Ik weet inmiddels dat ik echte Halloweenparty’s niet echt leuk vind. Ik ben niet iemand van het verkleden. Vaak wordt er op die feestjes ook gewoon dancemuziek en house-achtige shit gedraaid en daar ben ik al helemaal niet van.
Nee, Halloween is voor mij toch vooral griezelverhalen lezen bij de open haard. Het liefste in zo’n ouderwetsche luie stoel, kopje thee erbij en een kamerjas aan. Nee, echt.
Helaas, hebben we geen open haard en bezit ik ook al eeuwen geen kamerjas meer. Neemt niet weg dat ik erg benieuwd ben naar Scottish Ghosts, een bundel met spookverhalen die ik een paar jaar geleden in Schotland kocht.
Eigenlijk zou ik wel eens naar Salem in Massachusetts willen afreizen. De architectuur van dit heksendorp en New England spreekt mij aan. En de heksenvervolging is een boeiende en bloedende geschiedenis. Zo’n reis gaat dit jaar niet lukken, maar misschien kan ik wel in Nederland Halloweeneske plekken bezoeken. De komende dagen ga ik daar mijn licht maar eens op schijnen.
Dit is een van de twee stapels strips die nog op mij staan te wachten. De afgelopen maanden ben ik praktisch niet aan mijn huiswerk toegekomen omdat ik druk bezig ben met het schrijven van mijn boek Mijn vriend Spider-Man. Zoals je zult begrijpen heb ik daar ook heel veel voor te lezen. De strips die uitgeverijen – meestal ongevraagd – naar mij toesturen, stapelen zich dus op.
Dat is wel jammer, want er zit veel leuk leesvoer tussen.
Ik vrees ook dat het lang niet allemaal in de boekenkast gaat passen. Maar dat probleem pak ik wel aan als ik het manuscript heb ingeleverd over een paar weken.
Op de binnenkaft van een oude Tex Willer trof ik deze prachtige Spider-Man advertentie aan:
Een tekening gemaakt door John Romita Sr. volgens mij. De lettering boeit mij dit keer in het bijzonder. Het logo van ‘de wonderbaarlijke Spinneman’ vind ik mooi gemaakt en ook de letters van ‘Kom mee!… Naar die fantastische wereld van…’ lijken handwerk te zijn. En natuurlijk ben ik het helemaal eens met de boodschap, want de wereld van Spider-Man is ook fantastisch.
De wonderbaarlijke Spinneman was net als Tex Willer een uitgave van Classics Lektuur B.V. Ik heb nog een paar exemplaren in de kast staan. Deze uitgeverij gaf de comics uit van 1966 tot 1976 voordat Juniorpress in 1979 met de Marvel superhelden begon.
De Classic uitgaven hebben prachtige ronkende titels als De Groene Kabouter leeft weer, Spinnie haalt uit en De kegelkoning slaat terug. De groene kabouter is natuurlijk de Green Goblin, maar klinkt zo in het Nederlands toch een stuk minder…. tja, bedreigend. De Kegelkoning is de letterlijke vertaling van de naam Kingpin, maar doet toch eerder denken aan een bowler dan aan een misdaadbaas. De Hulk werd Rauwe Bonk genoemd.
Dit soort letterlijke vertalingen zijn tegenwoordig soms nog steeds aan de orde. Ik zat van de week op Netflix Star Wars Episode IV: A New Hope te kijken en daar werd the Death Star toch echt Ster des Doods genoemd.
Overigens lees ik Tex Willer normaliter niet. Het boekje zat in een doos met bestelde comics. Kennelijk had Chris van Cheap Comics deze erin gedaan om de strips in de doos in balans te houden. Doorgaans worden bij Cheap de comics goed verpakt zodat ze onbeschadigd aankomen. Nee, ik word niet betaald om dit te melden, maar vind wel dat als iemand goed werk levert, dat best vermeld mag worden.
Een paar weken geleden zat ik op de redactie van uitgeverij SubQ om het auteurscontract voor mijn debuut te tekenen. Mei 2017 komt Mijn vriend Spider-Man uit.
Foto: Bart Wessels.
Natuurlijk ben ik superblij dat ik dit nieuws eindelijk kan melden! De afgelopen maanden was ik druk bezig met schrijven van Mijn vriend Spider-Man en dat zal de komende tijd ook nog wel het geval zijn.
Mijn vriend Spider-Man gaat over wat het betekent om fan te zijn van de stripheld, hoe Spider-Man mijn leven en dat van anderen verrijkt heeft en wat we van de strips kunnen leren. Ik laat experts aan het woord over verschillende onderwerpen, waaronder rouwdeskundige Daan Westerink over de dood van strippersonages en Dan Hassler-Forest over superheldencultuur. Mijn vriend Spider-Man biedt een unieke kijk in de wereld van de stripliefhebber en gaat in bredere zin dus over fancultuur. Mijn ervaringen zijn immers vergelijkbaar met die van fans van andere fictiefiguren, fans van sporters, popartiesten en kunstenaars.
Meer verklap ik nu nog even niet.
Wie is er nu niet fan van Spider-Man?
Met het schrijven en gepubliceerd krijgen van dit boek komt een grote wens uit. Een paar jaar geleden ben ik aan het project begonnen, maar vooral de laatste twee jaar heb ik er veel aan geschreven. De afgelopen maanden heb ik geen freelance klussen meer aangenomen om mij volledig op Spider-Man te richten. Daarom heeft dit blog een stuk minder updates dan anders: aan het einde van de dag ben ik wel een beetje uit geschreven.
Ik ben erg blij met het vertrouwen dat de mensen van SubQ in het boek en mij hebben. De samenwerking verloopt erg goed.
SubQ is een jonge uitgeverij die beeldverhalen en boeken over strips uitbrengt. Ze is een samenwerking tussen Uitgeverij Q en crossmediale productiestudio Submarine. De eerste uitgave van SubQ was het indrukwekkende Deserteur van Halfdan Pisket.
Van de week kwam er weer een leuk pakketje binnen vol met bestellingen. Ook al heb ik een aardige voorraad strips in de kast staan die op me wacht, toch kan ik het vaak niet laten om alvast nieuw leesvoer aan te schaffen.
Wat strips betreft is mijn verzamelwoede er in de loop der jaren niet minder om geworden. Ik vermoed dat ik mezelf inmiddels een jaar kan opsluiten van de buitenwereld en dan genoeg leesvoer heb zonder ook maar iets nieuws aan te schaffen. Ik vind dat wel een leuk idee.
Daarbij vind ik het ook veel te leuk om stripwinkels te bezoeken, om een praatje te maken met de verkoper en om te zien wat er allemaal uit is gekomen. Zelden ga ik dan met lege handen naar huis wat weer vollere kasten betekent.
Nieuwe leesvoorraad.
Ik heb laatst dus veel Marvel Team-Ups gekocht. Lekker ouderwetse superheldenverhalen waarin Spider-Man samenwerkt met een collega of collega’s uit het Marvel Universum. Tenminste, de meeste deeltjes speelt Spidey een hoofdrol.
Toen ik eind vorig jaar stripmaker Steven de Rie bezocht in Antwerpen, zag ik een Essential-bundel van deze reeks in de kast staan. ‘Verdorie, die heb ik nog niet niet,’ zei de verzamelaar in mij. De locale stripwinkel had ze niet, uiteindelijk Cheap Comics wel.
Eigenlijk ben ik niet zo’n heel fan van Essentials: de strips worden gedrukt op goedkoop papier, in zwart-wit. Ik heb een voorkeur voor kleuren herdrukken. Aan de andere kant heb je echt heel veel comics in zo’n Essential-bundel. Ze zijn dus relatief goedkoop. En behalve de trade van Chris Claremont en John Byrne verhalen, die wel in kleur zijn gereproduceerd, heb ik nog een andere Marvel Team-Up trades kunnen vinden. Dus dan toch maar Essentials.
Zwart-wit uitgaven doen me overigens wel weer terugdenken aan comics van Classics en Hip comics indertijd. De eerste Wonderbaarlijke Spinnemannen en Het Monster van Frankenstein kan ik me nog goed herinneren. Stuk gelezen, want ze zaten in de striptas van mijn opa en oma die telkens weer opnieuw uit de kast werd gehaald als we iets wilden lezen.
Fijn hoe nieuwe strips in de kast toch een prettig nostalgisch gevoel kunnen oproepen.
Soms moet je favoriete films juist niet meer kijken.
Een aantal films behoren echt tot mijn favorieten. Ik heb ze meerdere keren gekeken en ze hebben allemaal een warm plekje in mijn hart veroverd. Chasing Amy (Kevin Smith, 1997) is zo’n film: ik vind dit een van de mooiste films over liefde en vriendschap. Bovendien gaat Chasing Amy over stripmakers. Ghostbusters (Ivan Reitman, 1984) is een favoriet die zo goed is dat de film jeugdsentiment overstijgt. Batman van Tim Burton is wellicht niet de beste Batman-film die er is, maar een favoriet hoeft ook niet de beste van iets te zijn. En dan zijn er nog films als Wonder Boys, Almost Famousen Spider-Man 2.
Batman (1989)
Waarom je je een film een favoriet noemt, is afhankelijk van particuliere redenen. Niet perse omdat die film door de critici als beste uit de bus kwam. Meestal niet natuurlijk, want lijstjes met favorieten staan dikwijls vol met zogenoemde guilty pleasures. Nu vind ik eigenlijk dat alles wat je genot geeft nooit schuldig kan zijn, maar dat even terzijde.
Almost Famous. (Cameron Crowe, 2000)
Films zijn favorieten omdat ze je op een bepaalde manier geraakt hebben. Je zag ze bijvoorbeeld op het juiste moment in je leven, je herkent jezelf in de hoofdpersoon of situatie of ze onthullen een belangrijke waarheid voor je.
Vanmorgen werd ik wakker met het verlangen Chasing Amy weer eens te zien. Dat verlangen naar een specifieke film heb ik wel vaker. Al een maand of wat wil ik Batman nog een keer gaan kijken. Toch stel ik het opnieuw bekijken van deze films vaak lang uit.
Dat doe ik dan bijvoorbeeld door toch op een bepaalde manier met die film bezig te zijn: ik kijk een videorecensie/ analyse op YouTube, check de trailer nog eens of een documentaire over die film of filmmakers, lees een boek over de film (een (auto)biografie of making of), luister de soundtrack of bekijk simpelweg wat screencaps.
https://www.youtube.com/watch?v=YzyZFgQa_rg
Hoe vaak moet je immers een film kijken? Een film vaker zien is fijn, want je ziet vaak nieuwe dingen omdat bij iedere kijkbeurt andere details op kunnen vallen. Maar op een gegeven moment ken je een film door en door. En kun je zelfs ieder stukje dialoog meepraten. Wat je, tot ergernis van je partner, vervolgens ook doet.
Juist omdat je een film door en door kent, gaat misschien de glans er wat vanaf. Je kent het nu wel. Die dingen die eerst bijzonder vond, heb je nu zo vaak gezien, dat ze niet meer echt opmerkelijk lijken. Je bent aan ze gewend geraakt. Dat is jammer, want dan is je favoriete film niet meer een lieveling van je simpelweg omdat je die te vaak gekeken hebt.
De enige Ghostbusters-film die je echt gezien moet hebben. Nuff Said.
Misschien moeten we favoriete films daarom vaker koesteren dan terugkijken. Ik stel het kijken van Chasing Amy daarom nog even uit.
Er zijn immers nog heel veel films die ik nog niet gezien heb. En wie weet zit daar wel een nieuwe favoriet tussen.
Wat superheldenfilms betreft is er nog maar een film waar ik dit jaar echt naar uit kijk en dat is Doctor Strange.
De synopsis van de film luidt als volgt:
In Marvels DoctorStrange volgen we het verhaal van de wereldberoemde neurochirurg Dr. Stephen Strange. Zijn leven verandert drastisch na een verschrikkelijk auto-ongeluk dat het einde van zijn carrière betekent. Wanneer de traditionele medische wetenschap hem in de steek laat, gaat hij noodgedwongen op zoek naar genezing en hoop, in de mysterieuze enclave van Kamar-Taj. Hier ontdekt hij de geheimen van een verborgen wereld vol mystiek en verschillende dimensies. Strange staat voor de keuze; terugkeren naar zijn bestaan vol welvaart en aanzien, of alles achter zich te laten en de wereld verdedigen tegen duistere krachten uit andere dimensies als machtigste magiër.
Benedict Cumberbatch ziet er overtuigend uit als Stephen Strange. Het kostuum dat hij draagt op de poster en in de trailers lijkt veel op dat uit de comics. Fijn dat ze bij de Marvel-films dit gegeven van superhelden zoveel mogelijk omarmen. De X-Men moesten in 2000 nog rondlopen in zwarte, leren uniformen. En tegenwoordig is het nog steeds wachten tot Wolverine in live-action te zien is een van zijn klassieke outfits.
Verder vermoed ik dat Cumberbatch een boeiende interpretatie zal geven van een van mijn favoriete superhelden. Als Sherlock is hij goed te pruimen in ieder geval en ook in The Imitation Game was zijn optreden sterk.
Overigens had ik het ook niet erg gevonden als Michael Keaton Strange gespeeld zou hebben. Weliswaar levert dat een ouder personage op – wellicht is Keaton hier al te oud voor – maar desondanks vind ik zijn uiterlijk en zijn vaak scherpe optreden goed bij het personage passen. Keaton is in staat om heel duidelijk op het randje van sanity en insanity te spelen. Ik ben daarom erg blij met zijn casting als The Vulture in Spider-Man: Homecoming.
Conceptart van Spider-Man: Homecoming
Ik maak me meer zorgen over Mads Mikkelsen als schurk Kaecilius. Te vaak zien we eendimensionale schurken in superheldenfilms. Het zou mooi zijn als de tegenstrever van Strange een gelaagd en boeiend personage is. Eerder vertelde de acteur over zijn personage het volgende:
‘He’s not a villain in that way – he’s a man who believes in something else than the hero. That doesn’t mean that he doesn’t want to make the planet look wonderful or he wants to save the world as well, but he has a different way of doing it. He is the antagonist, of course, but he’s not necessarily wrong.’
De tweede trailer van Doctor Strange ziet er in ieder geval veelbelovend uit. Al kreeg ik wel het idee dat ze dezelfde trucendoos als die van Inception hebben gebruikt. Bovendien moet je films eigenlijk nooit op hun trailer beoordelen natuurlijk, want de trailer van Batman v Superman zag er ook veelbelovend uit en we weten allemaal hoe dat is afgelopen, maar goed, die film werd dan ook gemaakt doon regisseur die de ballen verstand heeft van verhalen vertellen. Dat laatste geldt gelukkig niet voor producent Kevin Feige en regisseur Scott Derrickson.
Overigens legt vlogger Nerdwriter haarfijn uit waarom de films van Zack Snyder zo verschrikkelijk zuigen en waarom Justice League waarschijnlijk ook ruk zal zijn. Snyder plakt grootse momenten aan elkaar, maar vergeet tussendoor ook nog een echt verhaal te vertellen. Misschien heeft hij begin jaren negentig te veel Image-comics gelezen. Hoe dan ook Justice League sla ik naar alle waarschijnlijkheid gewoon lekker over. En ook Suicide Squad staat niet hoog op mijn wensenlijstje.
Doctor Strange is vanaf 27 oktober 2016 te zien in de Nederlandse bioscopen.
Vorige week kwam ik deze bundel Spider-Man-strips tegen bij de American Book Center Spider-Man: Tombstone vol 1. Zonder te aarzelen kocht ik deze, want ik vind het fijn om oude verhalen opnieuw te kunnen lezen.
Grappig want laatst vroeg ik me af of Marvel ooit de verhalen rondom huurmoordenaar Tombstone nog eens gaat bundelen. Het is alsof de stripgoden mij gehoord hebben.
Natuurlijk kan ik ook gewoon de Juniorpress-uitgaven van Peter Parker: The Spectacular Spider-Man uit de kast pakken, maar als ik de kans krijg om oude verhalen in het Engels te lezen, dan grijp ik die met beide handen aan. Niet dat de mensen van Juniorpress niet hun best deden om de strips goed te vertalen, maar ik hoor Peter Parker toch het liefste in zijn moerstaal.
Sal Buscema
Wie oude Peter Parkers in het Engels wil lezen, heeft echter behoorlijke pech bij Marvel Comics. Amazing Spider-Man wordt geregeld herdrukt in verschillende soorten uitgaven. De Marvel Marsterworks serie is de mooiste en ook meteen de duurste, maar in deze reeks is er nog geen Spectacular Spider-Man verschenen. Je kunt wel Essentials krijgen van Peter Parker, maar ik wil die verhalen het liefste gewoon in kleur lezen en op beter papier gedrukt dan krantenpapier. Behalve enkele bundels is de reeks nog niet op die manier heruitgegeven.
Ik vroeg laatst aan Tom Brevoort of we nog iets in die trant mogen verwachten en hij antwoordde: ‘My guess is that it will show up as a Masterworks volume next.’ Maar wanneer dat gaat gebeuren vertelde hij niet. En op mijn vervolgvraag heeft Tom nooit geantwoord. Geeft niet, die man is ook druk en zijn tumblr-inbox zit barstens vol asks.
Daarom ben ik blij dat ik deze bundel tegenkwam. Het verhaal van Tombstone liep indertijd als subplot door de lopende reeks heen, dus de bundel bevat aardig wat deeltjes. Schrijver Gerry Conway was toen ook goed bezig kan ik me nog herinneren. Hij schreef tegelijkertijd ook Web of Spider-Man. Tegenwoordig schrijf hij nog wel eens een deeltje van een miniserie, maar de hoofdserie helaas niet.
Uit: Peter Parker, The Spectacular Spider-Man 139.
In deze verhalen wordt de achtergrond van Tombstone, de best betaalde huurmoordenaar, onthuld. Lonnie Lincoln zat met Joe Robertson op de middelbare school. Als Robertson een artikel over Lonnie wil schrijven voor de schoolkrant, waarin hij onthult dat Tombstone schoolgenoten afperst voor ‘bescherming’, overtuigt Lonnie hem met geweld dat artikel niet te publiceren. Als Robertson acht jaar later voor een krant in Philadelphia werkt, betrapt hij Tombstone op het vermoorden van een informant. Bang dat Tombstone hem en zijn gezin iets aan zal doen, zwijgt Robertson erover. Jaren later werkt hijj voor The Daily Bugle en komt Tombstone naar New York. Hij is ingehuurd door Kingpin. Al die jaren heeft Robertson gezwegen en heeft zijn oud-schoolgenoot mensen vermoord. Als Robertson eerder zijn mond open had gedaan, was Tombstone opgepakt en hadden die mensen nog geleefd. Joe besluit niet langer te zwijgen en biecht alles op door een tape in te spreken en die aan Peter Parker te geven.
Hier laat ik de synopsis even bij, want je wilt ongetwijfeld deze verhalen zelf gaan lezen. Conway trakteert ons op een mooi ethisch dilemma dat ook nog eens tijdloos is.
Uit Peter Parker, The Spectacular Spider-Man 139.
Het tekenwerk van veteraan Sal Buscema (1936) was toen heel sterk, dus op grafisch vlak valt er al genoeg te genieten. Buscema is heel goed als visueel storyteller en hoewel hij niet zo van achtergronden tekenen houdt, tekent hij mensfiguren des te overtuigender. Buscema is inmiddels tachtig jaar en soort van met pensioen: hij inkt hier en daar nog wel eens een comic maar verder niets.
De verhalen in deze bundel zijn dan ook bijna dertig jaar oud… Damn, dat soort dingen drukken je meteen met je neus op de feiten: deze Spidey-fan wordt oud. En na al die jaren heb ik nog steeds zin om Spider-Man-comics te lezen.
Van de week zat ik virtueel door een oud fotomapje te bladeren en kwam ik deze guitige foto van mezelf tegen. Ik schat dat ik deze selfie in 2005 of 2006 geschoten heb.
Inmiddels heb ik minder haar op mijn hoofd, ligt die leren jas allang op een vuilnisbelt en is dat Batman T-shirt een stuk valer van kleur. Ook woon ik allang niet meer in Hoorn, maar in Amsterdam, in een fijner plus groter huis en niet alleen. Tien jaar is een lange tijd en daarin verandert veel.
Ziekehond signeerde ooit mijn exemplaar van zijn boekje.
Slapende blogs, het web zit er vol mee. Mike’s Webs is geïntegreerd in deze website, dus echt slapend kun je die niet noemen.
Ook ondergetekende niet, al vraag ik me wel eens af wat ik eigenlijk toe te voegen heb aan al die stemmen op het web. Het internet zit vol meningen. Vaak zijn die niet zo interessant en doorgaans slecht geïnformeerd.
Zelf schrijf ik tegenwoordig het liefste over dingen die ik goed vind, mensen die ik bewonder en zaken waar ik een blij gevoel van krijg. Ik heb geen zin om me te concentreren op negativiteit, ook al is het mijn aard om altijd eerst het negatieve op te merken voordat het positieve mij duidelijk wordt.
Dit is een van de redenen waarom ik weinig zin heb om nog volbloed recensies te schrijven. Er komen nu eenmaal meer middelmatige en slechte strips dan goede uit. Hetzelfde gaat op voor film. Ik heb geen zin om middelmatigheid onder de aandacht te brengen of me langer dan dat het lezen kost met die boeken bezig te zijn.
Cartoon van Hallie Lama naar een idee van mij.
Vanwege die reden schrijf ik tegenwoordig ook bijna niet meer over politiek en religie: ik vind het allebei stomme verschijnselen waar ik heel goed zonder kan, maar door een tirade tegen het geloof te publiceren kan ik echt niemand op andere gedachten brengen. Gelovige dwaallichten zullen niet opeens het ‘licht’ zien en van koers veranderen door wat ik schrijf, dus why bother?
Laatst kwam ik een stripplaatje tegen uit een Spider-Man-strip: een nachtmerrie die Peter Parker heeft voordat hij gaat trouwen met Mary Jane. ‘Mooi plaatje, daar moet ik iets mee,’ dacht ik. Totdat ik me herinnerde dat ik daar een paar jaar geleden al over geschreven had.
Deze blogger valt geregeld in de herhaling en schrijft vaak over dezelfde zaken. Dat krijg je als je over dingen schrijft die je boeien en dat niet duizenden verschillende dingen zijn. Mijn interesses zijn breed maar beperkt. Ik weet even niet hoe vaak ik al over Tim Burtons Batman heb geschreven, maar het zijn aardig wat blogposts geweest gedurende de afgelopen tien jaar. Om over Halloween of Spider-Man nog maar te zwijgen.
Aan de andere kant: wat maakt het uit? Als je ergens graag over schrijft, gewoon blijven doen, of mensen dat nu lezen of niet, want je schrijft vaak om je gedachten te ordenen of misschien om gewoon iets opnieuw te beleven. Nogmaals Batman kijken zal nog wel eens voorkomen, maar het is wellicht leuker om een mooie filmstill uit te delen…
…of een video waarin een van je geliefde films op een grappige wijze gefileerd wordt.
Bovendien heb ik al eerder over herhaling geschreven, zie ik.
Goed, ik ga weer even Netflixen, want daar valt nog wel aardig wat nieuws te ontdekken.
I love the sight of these old Juniorpress comics from my youth. So much reading pleasure. And those spines make a wonderful colour scheme. (They are all Spider-Man comics by the way.)